
 
        
         
		personen  allervriendelijksl  onlvangen.  Toen  de  keizer  van  den  voorl-  
 gang  van  zijn  bloedverwant  berigt  kreeg,  verbleekte  hij  en  hield  alles  
 reeds  voor  verloren.  Verschillende  regimenten  die  men  tegen  den  op-  
 standeling  had  gezonden,  waren  tot  hem  overgeloopen,  maar  er  was  
 nog  een  klein  leger,  onder  een  generaal,  die  reeds  vroeg  het  bevel  
 van  den  vorst  had  outvangen  om  zieh  onder  zijne  vaandels  te  scharen., 
  Hij  naderde-den  muiter;  de  vorst,  in  het  denkbeeid  dat  de  
 hevelhebber  gekomen  was  om  hem  te  huldigen,  kon  den  tijd  van  
 een  persoonlijk  onderhoud  niet  bedaard  in  zijn  kamp afwachten, maar  
 besteeg  zijn  paard,  en  begaf  zieh  met  een  zeer  klein  gevolg  tot  dien  
 generaal.  Deze  ontving  hem met den  diepslen eerbied, maar gaf tevens  
 bevel  hem  te  omsingelen;  zoo  sneuvelde  hij  met  zijne  getrouwen,  
 dapper  voor  zijn  leven  strijdend.  Slechls een klein getal opstandelingen  
 werd  gevangen  genomen,  om  te  Pe  king,  ten  aanschouwe  van  het  
 hof,  gevierendeeld  te  worden. 
 In  Sse  tschuen  wierpen  drie  opperhoofden  te  gelijk  zieh  o p ,  om  
 het  land,  zoo  als  zij  voorwendden,  van  de  kamerlingen  te  zuiveren.  
 De  strijd  met  hunne  scharen was  zeer  bloedig,  en  de  opstandelingen  
 handhaafden  zieh  ondanks de overmagt. Zelfs toen de keizerlijken reeds  
 eens  een  slag  gewonnen  en  de  vrouw  van  den  belhamel  gevangen  
 genomen  was,  schepte  deze  weder  moed,  viel  gelijk  een  tijger  op  de  
 vijanden  a an ,  en  rustte  niet  voordat  hij  de  achterhoede  verstrooid  
 en  zijne  geliefde  gade  aan  hunne  handen  ontrukt  had.  Nadal  de Staat  
 echter  tot  verademing  gekomen  was,  en  er  een  magtiger  leger  naar  
 deze  provincie  kon  worden  gezonden,  begaf  zieh  een  zeer  kloek-  
 moedig  generaal  derwaarts,  om  den  vrede te herstellen. Doch in plaats  
 van  den  rebellen  slag  te leveren ,  kocht hij  de hoofden om,  die hunnen  
 aanvoerder  in  zijne  handen  leverden;  binnen  eene  maand  huldigde  
 het  geheele  land  den  Chineschen  keizer. 
 De  twisten  met  Ha  mil  duurden  onder  deze  regering  voort,  en  de  
 Chinezen  konden  niet  nalaten  zieh  daarmede  te  bemoeijen.  Dit was de  
 bron  van  groote  uitgaven  en  smartelijke  vernederingen. 
 Maar  van  veel  meer  belang  was  het  misnoegen  van  een  der  bloed-  
 verwanten  des  keizers,  die,  met  vrij  wat  magt  bekleed,  een  groolen  
 aanhang  in  Kiang  si  had.  Daar  leefde  hij  als een onafhaukelijk herlog,  
 en  bekreunde  zieh  zeer weinig  aan ’skeizers aanzien.  Toen de monarch  
 hiervan  tijding  ontving,  beslool  hij  listig  te  werk  te  gaan,  om  den  
 vorst  op  die  wijze  in  zijne  magt  te  krijgen.  Hij  gelaslte  de  hoogste 
 overheidspersonen  dier  provincie  om  hem  op  zijn  geboortedag  geluk  
 te  Wenschen,  en  hem,  als  de  geheele  schaar  in  het  paleis  verzameld  
 was,  gevangen  te  nemen.  De  afgevaardigde,  die  met  het  volbrengen  
 van  deze  taak  belast  was,  belegde  eene  prächtige  bijeenkomst,  maar  
 de  vorst  vermoedde  verraad,  en  bezelte  het  gebouw  met  zijne  lijf-  
 wacht.  —  Nu  trad  de  stadhouder,  die  niets  kwaads  vermoedde,  met  
 trotsche  schreden  voorwaarts,  om  den  vorst  geluk  te  wenschen. Deze  
 vroeg  hem,  zonder  naar  zijne  woorden  te  hooren,  of  hij,  krachtens  
 een  bevel  van  de  keizerin-moeder,  zijne  partij  wilde  volgen  en  den  
 monarch  van  den  troon  stooten.  De  stadhouder,  verbaasd  over  zulk  
 een  eisch,  openbaarde  zijh  wensch  om  het  bevelschrift  te  zien.  Dit  
 verlangen  werd  hem  niet  toegestaan;  toen  zeide h ij:  «vermits  er geen  
 twee  zonnen  aan  den  liemel  zijn,  kan  ik  geen  twee  heeren  dienen.»  
 Al  de  overigen  keurden  zijn  besluit  goed;  de .regter  deed den aanma-  
 tigenden vorst,  in  tegenwoordigheid aller Grooten, de bitterste verwijten.  
 Beide  werden  om  het  leven  gebragt,  en  het  volk  snikte  luid  over  den  
 dood  van  zulke  getrouwe  dienaren.  —  Weldra  vernam  ook  de  keizer  
 dat  verscheiden  Grooten  ten  hove  zieh  met  den  prins  hadden  Verbünden  
 ,  en  daaronder  zelfs  de  door  hem  zoo  beminde  en  hooggeeerde  
 kamerlingen. Hun geheele aanhang werd  in  hechtenis  genomen,  hunne  
 goederen  verbeurd  verklaard,  eenigen  gevangen  gezet,  anderen  verbannen  
 ;  slechls  een  enkele  kon  zieh  van  de  straf  vrijkoöpen. 
 Intusschen  rukten  de  keizerlijke  troepen  a an ,  om  den  vorst  te  ver-  
 drijven.  Hij  nam  daarentegen  eene  stad  stormenderhand  in ,  maar  
 werd,  toen  hij  reeds  binnen  de  muren was,  zoo  hevig  door  de  inwo-  
 ners  aangevaHen,  dat  slechts  zeer  weinigen  zijner  Soldaten  hun  leven  
 redden  konden.  Nu moest zijn lot op de  zee van Po jang beslist worden.  
 Daar  kwam  de  vloot  hem  te gemoet;  de prins deed een stouten aanval,  
 maar werd  eensklaps  van  alle  kanten  overvallen.  Zijne  vrouwen,  die  
 den  dood  voor  zieh  zagen,  wierpen  zieh  wanhopig  in  de  golven  en  
 verdronken,  de  vorst  zelf  werd  levend  gevangen  genomen  en  met  
 velen  zijner  aanhangers  in  de  hofstad  gedood.  Zoo  was  ook  dit oproer  
 weder  gelukkig  geeindigd. 
 De  keizer,  die de  trouweloosheid  der  kamerlingen  genoegzaam  had  
 ingezien,  wenschte  thans  een  anderen  gunsteling  bij  zieh  te  hebben,  
 want  zonder  zulk  een’  kon  hij  niet  leven ;  hij koos daarom een offleier  
 van minderen rang, Kiang  ping. Deze werd  tot  grooten  aanstoot van het  
 hof weldra  tot  groote  eereposten  verheven  en  met  gewigtige  opdragten