
 
        
         
		lijke  trouw  geprezen  en van de  veruitziende  deakbeelden  dezes  staals-  
 mans  gesproken.  Nogtans  wilde  het  met  de  vredesonderhaudelingen  
 niet  vlotten,  en  nadat  hij  zieh bij  eene  tweede  zamenkomsl  uren  lang  
 met  Ri  sehen  had  onderhouden,  keerde  hij  met  nieuwe,  ofschoon  
 flaauwe  hoop  terug. 
 De  Chinesche  gevolmagtigde  had,  om  zijn  aanzien  te  bewaren,  aan  
 den  keizer  te  kennen  gegeven,  dat  hij  door  zijne  onderhandelingen  
 Elliot  had  weten  te  bewegen  om  het  geheele  eskader  weg  te  zenden.  
 Daarop  antwoordde  Tao  kuang:  vervolg  hen,  roei  ze  uit  en  laat  geen  
 enkel  sehip  ontkomen. Ki  sehen  hernam:  dat  men  tot  zulk eene onder-  
 neming  noch  vloot  noch  leger  had;  waarop  de  keizer  het  vonnis  uil-  
 sprak,  hem  met  de  zwaarsle  straf  bedreigde  en  hem  de  schuld  gaf  
 dat  hij  het  leger  onlmoedigde. Op  deze  aanklagt  kon  de  minister niets  
 zeggen  en  moest  nu  aan  het  gestrenge  bevel  voldoen,  en  oogenblik-  
 kelijk  toerustingen  maken  tot  den  oorlog.  Het  eersle  wat  men  deed,  
 was  op  de  hoofden  van  Elliot  en  den  bevelhebber  der  vloot  een  
 prijs  van  honderdduizend  gulden  te  steilen,  als  geschenk  voor  ieder,  
 die  ze  brengen  zou.  Dit  was  nu  de  gemoedelijke  trouw  van  den  in  ’t  
 naauw  gebraglen  staatsman,  dien  Elliot  zoo  geroemd  had.  De  handel  
 werd  mede  niet  geopend,  en  het  was  dus  de  moeite  niet  waard  om  
 langer  te  wachten. Binnen zoo  een  körten  tijd  hadden de Chinezen  een  
 groot  getal  van  Soldaten  naar  de  Bocca  Tigris  gezonden  en  nieuwe  
 bolwerken  ter  verdediging  opgeworpen,  zoodal  zij  zieh  als  mormel-  
 dieren begraven haden.  Ki sehen had  sinds eene geheele  inaand,  zoolang  
 de  vrede  met  Elliot  geduurd  had,  de  vestingen  in  staat  van  verdediging  
 gebragt,  en  in  zijn  brief  aan  den  keizer  gepocht,  dat  hij  de  
 Engelschen  met  looze  onderhandelingen  ophield  om  tijd  te  winnen.  
 Het  ontbrak  dus noch  aan  manschap,  noch  aan kanonnen,  toen  Elliot,  
 als  uit  zijue  beloovering  ontwaakt,  weder  een  aanval  gelaslle  op  die  
 beroemde  forten,  welke  nu  twee eeuwen  lang  den  loegang beschermd  
 hadden.  De  heuvels,  aan  wier  .voet  de  forten  lagen,  waren  vol  menschen, 
   die  zieh  achter  batterijen  gelegerd  hadden;  het  geheel  scheen  
 eene  levende  massa.  De  stoomboolen  wierpen  vuurpijlen  onder  hen,  
 en  rigtten  daardoor  groote verwoestingen  aan;  twee  linieschepen gaven  
 vuur  op  de  groote  forten,  en  Kuan,  de  admiraal,  hield  zoolang  vol,  
 als er nog een  enkele  soldaat blijven  wilde.  Nu  drong  de  vijand  met  de  
 bajonet  binnen;  Kuan  streed  nog  alleen  en  wilde  niet  vluglen  maar  
 versperde  den  loegang  met  zijn’  degen,  en  werd  spoedig  neergeveld. 
 De  Engelschen  huldigden  de dapperlieid  van  den  held,  en  deden  eere-  
 scholen  bij  zijne  begrafenis,  toen  men  het  lijk  weghaalde.  Het  laatsle  
 fort  werd  eerst  door  eene  batterij  van  een  eiland  aan  de  overzijde  
 beschoten,  vervolgens  ook  door  de  kleinere  schepen  gebombardeerd  
 en  eindelijk  door  de  Soldaten  beslormd.  De  mandarijnen  waren  bij  
 hetbegin  van  den aanval gevlugt, en  hadden alle booten medegenomen,  
 waarover  de  bezetling  zoo  verbitlerd  was,  dat  zij  op  hare  eigene offi-  
 cieren vuurde. Maar vlugten konden de Chinesche strijders niet, vandaar  
 werden  zij  alle  gevangen  genomen.  Zij  vreesden  dat  de  barbaren  hen  
 levend  zouden  verslinden,  en wierpen  zieh dus op de knien  om  genade  
 en erbarming smeekende. Niemand wilde hun  natuurlijkerwijs leed doen ,  
 maar  men  gaf  hun  eene  goede  hoeveelheid  rijst  en  zond  hen  in  ver-  
 scheidene  booten  naar  liuis.  ^  De  Chinezen  hadden  zooveel  mogelijk  
 hun  best  gedaan; maar  het  leger  weet  niels  van  krijgstucht  en  krijgs-  
 kunde  in  den  Europeschen  zin  des  woords,  en  is  dus  bij  een  aanval  
 hulpeloos. Daarbij  heeft de  soldaal  geeu  eergevoel,  geene  liefde  tot het  
 vaderland,  geene  gehechtheid  aan  zijne  offleieren  en  is  lafharlig  van  
 natuur.  Er  bestaan  uilzonderingen  op  dezen  algemeenen  regel,  maar  
 zij  zijn  zeldzaam;  wat  wij  gemeenschappelijke  dapperheid  zouden  
 kennen  noemen,  is  bij  de  Chinezen  een  voorwerp  van  bewondering.  
 Van  mikken  eh  goed  schielen  hebben  zij  geen  denkbeeid,  maar  ge-  
 looven  nogtans  stellig,  dat  het  vuur  van  hunne  geweren  met  lonleu  
 en  van  hunne  lompe  kanonnen  diamanten  zou  kunnen  smelten.  Zij  
 vestigen  al  hun  vertrouwen  op  groote  slukken,  en  verheeren  zelfs  in  
 den  waan,  dat  alleeu  de  aanwezigheid  dier  kanonnen  eene  plaats  
 onoverwinnelijk  kan  maken.  Hel  model  is  van  de  Europeaansche  ont-  
 leend,  maar  ze  zijn  veel  dikker,  ze  zijn  ruw,.  siecht  gegoten,  vol  
 gaten  en  blazen,  zoodat  ze  zeer  dikwijls  springen.  Reeds  in  het  jaar  
 i834  waren  zij  begonnen  de  plaats  bij  het  inkomen  der  rivier  te  
 versterken.  Een  vreemdeling  sloeg  hun  voor  om  in  het  vervolg  met  
 gloeijende  kogels  op  de  fregatlen  te  vuren.  De  proef werd  genomen,  
 het  gloeijende  ijzer in den  mond  vau  het  sink  geworpen,  en  ziet,  daar  
 vlogen  kanonnen  en  kanonniers  in  de  lucht.  Na dit  onheil  stelde  men  
 zieh methetgewone geschut tevreden;  Lin had alles gedaan om  de haven  
 te  sluiten,  en  menige  honderdduizenden  guldens  besleed  om  de forteu  
 onoverwinnelijk  te  maken.  Toen zij  desnieltegenstaande door de Engelschen  
 waren ingenomen,  schreeuwde men  over landverraad en beschul-  
 digde  Ki  sehen  van  de  snoodste  wandaden.  Daarbij  stond  hij  geheel