
 
        
         
		de  sekte  der  Tien  li  (der  hemelsche  grondstellingen);  ik  gaf  terstond  
 den  stadhouder Wen  bevel,  om  liel  schandelijk  gebroed  uit le roeijen.  
 Maar  zeventig  dezer  Schelmen  drongen  toi  in  het  binucnsle  van  bet  
 paleis  door,  en  sabelden  de  Soldaten  en  dienaren  neder.  Vier  huuner  
 werden  noglans gebonden,  terwijl  er een met'het vaandel  den  (laatslen)  
 muur  beklom,  om  mijn  eigen  vertrek  te  bereiken.  Toen  greep  mijn  
 tweede  zoon  (de  legenwoordige  keizer  Tao  kuang)  *),  een  geweer  en  
 doodde twee  der roovers op het oogenblik ;  een andere prins een’  derde,  
 toen  eersl  maakten  zij  zieh  gereed om af te  trekken.  Inmiddels  snelden  
 mijne  koningen  en  groote  ministers  met  de  Soldaten  toe;  twee  dagen  
 en  een  nacht  waren  zij  bezig  om  het  land  van  de roovers te zuiveren. 
 Onze  familie  is  nu  reeds  170  jaren  (hier  schijnl  de  keizer  zieh  ver-  
 rekend  te  hebben)  op  den  troon  gezeten,  en  mijne voorvaders  hebben  
 het volk  met  zoo  groote  liefde  behandeld,  alsof  de  onderdanen hunne  
 kinderen  waren;  en  wanneer  ik  lieu  ook  niet  in  welwillendheid  
 evenaar,  dan  is  mijne  regering  noglans  niet wreed.  Hoezeer  de aanval  
 plotseling  geschiedde,  moelen  de ■ toebereidselen  echter  vrij  wat  tijd  
 vereischt  hebben,  en  daarom  schreef  ik  het  voorval  aan  de  misdadige  
 nalatigheid  mijner  ministers  toe.  Op  die  wijze  geschiedde  het  schandelijk  
 stuk,  dat  onder  de  vier vorige  dynaslien  zijns  gelijke  niet  heeft,  
 hoewel  ik  de  ernsligste  bevelen  tot  waakzaamheid  aan  mijne  dienaren  
 gegeven  had.  Van  mijne  zijde  wil  ik  mijn  gedrag  onderzoeken  en  
 mijne  feilen  verbeteren ,  opdat  de  hemel. goedgunstig  den  toorn  des  
 volks  van  mij  afwende.  Wanneer  gij,  mijne  dienaren ,  u  betoonen  
 wilt  als  getrouwe  ministers,  dan  moet  gij  uwe  uiterste  pogingen  aan-  
 wenden  tot  heil  van  het  land,  en  mij  in  mijn  voornemen  behulpzaam  
 zijn,  opdat  de  zeden  des  volks  verbeterd  worden.  Maar  wie  in  ledig-  
 heid wenscht  le  leven,  die  zegge  zijn  ambt  vaarwel  en  ontvange  zijn  
 jaargeld  niet  om  niet,  anders  zoo  hij  daardoor  de  zonden  van  zijn  op-  
 perheer vermeerderen.  — Laat dit schrijven algemeen bekend worden.» 
 De  vreesselijksle  vervolgingen  werden  van  dit  oogenblik  af  legen  
 alle  sekten  ondernomen,  en  vele  menschen,  die,  gelijk  het  grootste  
 deel der Chinezen,  geen  geloof hadden,  leden  de onlzeltendsle  straffen.  
 Die  zijn’  naasten  schade  wenschte  te- berokkenen,  gaf  voor  dat  hij  
 een  ketter  was,  en  daar  het  den  menschen  nooit  in  de  gedachte  
 gekomen was  naar  de  eigenlijke  beteekenis  des  woords  te  vragen,  en 
 *)  Overleden  den  25sten  February  1850,  en  opgevolgd  door  Vik,  die  den  
 regeringsnaam  Sze  hing  heeft  aangenomen. 
 de  regering  uog  niet  vastgesteld had, waarin  echte heidensche  reglzin-  
 nigheid  bestond,  kon meh  zonder  verder  onderzoek  de  aangeklaagden  
 folteren  en  ombrengen. —  Onder  anderen  onzin  ontdekte  men  eene  
 Theesekte,  die in hare gebruiken volmaakt met de  Boeddhisten overeen-  
 stemde,  maar  dezen  naam  uilhoofde  van  zekere  ceremonies  had  
 aangenomen,  en  hären  aanhangers  groote  voordeelen  in  het  westen  
 beloofde,  zoodra  de  nog  te  verwachten  Boeddha  zou  verschijnen.  Bij  
 het  verhoor  voor  den  regier  bleek  het,  dat  de  menschen,  dezer  leer  
 toegedaan,  niets  anders  waren  dan  gewone  afgodendienaars,  maar  
 daar  zij  bijzondere  leerslukken  voorwendden,  .  ook  bij  de  wijding  
 verschillende  gebruiken  hadden  ingesteld,  werd  de  Stichler  veroor-  
 deeld  om  in  stukken  gesneden  le  worden,  zijn  hoofd  volgens  de  
 wreede  wijze  der  Türken  op  een  spies  gestoken,  en  zijne  bloedverwanten  
 ult  het  land  gebannen. 
 Men  kan  zieh  gemakkelijk  een  denkbeeid  vormen,  tot  welk  eeiie  
 hoogte  deze  wanorde  geklommen  was,  toen  in  het  jaar  1816,  drie  
 jaren  na  de  zamenzwering,  zieh  10,270  personen  in  de  gevangenissen  
 bevonden,  die  ler  dood  veroordeeld  waren.  Nog  altijd  volhardde  Kia  
 king  bij  zijne  vroegere  wreedheid,  en ■ hoe  meer  bloed  er  vergüten  
 werd,  des  te  meer  werd  er  gevorderd.  Hij  wilde  echter  nooit  als  
 dwingelaud  verschijnen ,  en  daarom  gelaslle  hij  bij  de  veelvuldige  
 ougelukken  de  meesle  zorg  le  dragen  voor  de noodlijdenden.  Maar  de  
 mandarijnen  waren,  helaas 1  te  verdorven  om deze  wenschen,  mdien  
 zij  waarlijk  in  ernst  gemeend  waren,  te  vervullen,  zij  bezigden  het  
 geld  tot  hunne  eigene  oogmerken  en  verteerden  de  giften,  terwijl  
 duizenden-onderdanen  zonder  hulp  en  ondersteunmg  slierven.  Het  
 scheen  echter  alsof  de  elementen  zieh  verbonden  hadden  om  het  
 land  te  vernieten;  want  aardbeving,  schaarschte,  overslroomingen ,  
 misgewas  en  besmettelijke  ziekten  waren  alledaagsche  verschijnselen.  
 Het  ontbrak  nooit  bij  zulke  gelegenheden  aan  goede  en  hartelijke  
 edikten  des  keizers.  Wanneer  vervolgeus  een  censor  zieh  beklaagde  
 dat  de  groote  gunst  van  den  monarch  zonder  gevolg  was,  werd  er  
 eene  vermaning  aan  alte  besturen  gezonden,  om  altes  tot  heil  der  
 noodlijdenden  le  doen;  maar  daarbij  bleef  het  ook. 
 Kia  king  vroeg  dikwerf  openlijk  om  raad,  hoe  hij  zieh  bij  de  be-  
 staande  omstandigbeden  gedragen  moest;  dan  ontbrak  het  ook  niet  
 aan  geschriften,  om  hem  den  regten weg  te wijzen. Maar  hij  gevoelde  
 weldra  dat  deze  wijze  raadslieden  niet  altijd  het  juisle  doel  troffen,