
 
        
         
		Streek  aangeklaagd  te  worden.  Deze  liad  zoovele  grieven  legen  den  
 gelukkigen generaal in  le brengen,  dal  h ij,  hoewel zeer  geeerd door zijn  
 oppergebieder,  nietieinin  in  verdenking  viel,  en  ondanks  dat  de  aan-  
 kiager gestraft  werd,  nooit  zijn  iuvloed  aan  het  iiof herkreeg. 
 ßijkans  te  gelijker  lijd  brak  er  een  opstand  uit  onder  de  woeste  
 bewoners van het eiland Hat  nan. De gouverneur van Canlon beschouwde  
 dit als iets gerings  en  bekommerde  zieh  in het  eerst  daarover  volstrekt  
 niet. Maar  deze  wilden  namen,  na  veel  schade  in  de  naburige  vlakte  
 aangerigt te hebben,  de  wijk  in hunne ontoegankelijke  bosschen.  Daar  
 de Chinesche Soldaten  hen in  allerijl  op  den  voet  volgden,  schoten  zij  
 op deze krijgslieden met  vergiftige  pijlen  en deden eene  groote  menigte  
 van  hen  vallen,  zoodat  zij  zieh  genoodzaaakt zagen  spoedig den lerug-  
 togl  aan te nemen.  Toen  deze  tijding  te  Canton  kwam,  moest  Li,  de  
 gouverneur,  zelf  naar  het  tooneel  des  ooriogs  snellen,  waar  hij  na  
 lang  heen-  en w’eertrekken  eindelijk  met  günstig  gevolg de woelzieken  
 in  hunne  bergvestingen  insloot,  en  verdere  plunderingen  verbinderde. 
 Tot  dusver  was  Tao  kuang  zeer  gclukkig  ge.weest;  hij  zag het land  
 zöö bloeijend, als het nooit ten tijde zijns vaders geweest was. Een groot  
 kwaad  scheen echter thans  zeer  ernslig  zijne  opmerkzaamheid  te trek-  
 ken,  dit was  de  opium,  die  in  belangrijke  hoeveelheid  uit  Indie  en  
 Turkije ingevoerd,  niet alleen  zeer groot  nadeel  aan de rookers  veroor-  
 zaakte, maar nogdaarenboven veel klinkende munt uit het land voerde. Het  
 gebruik was in de  laalste jaren zeer  algemeen.  geworden,  en  de kamer-  
 lingen rookten  in het paleis;  ja men  beweert  zelfs,  dat'  Tao kuang zieh  
 van de pijp bediende. Zooveel is zeker,  dat  zijn oudste zoon,  een jonge-  
 ling van omtrent 20  jaren,  voor  wien.gelijk  men  meende,  de  kroon  
 bestemd  was,  aan  de gevolgen van het vrije  gebruik  des heulsaps  stierf  
 (1831). —  Dit  ongeluk  verbreidde  algemeene  droefheid , want  de hoop  
 des  lands  was  ten  grave  gedaald  en  de veelbelovende  prins,  de eenige  
 spruit die zijn opvolger worden  kon ,  hoewel  van  een  Chineesch bijwijf  
 geboren, was  niet  meer  onder.  de  stervelingen.  De  gevolgen  waren:  
 het  gestrengst verbod  op  den  invoer  van  het vergift,  de  gewelddadige  
 verbanning  der  rookers  van  het  hof,  en  het  besluit,  om  het  land  
 van  dit  groote  kwaad  te  bevrijden.  Maar  de  ondernemingen  tot  dat  
 einde  waren  erger  dan  een  bestendige  oorlog,  daar  zij  het  merg  des  
 lands  verteerden  en  toch  nooit  het  gewenschte  gevolg  hadden. 
 Terwijl  nu  het  hof  in  diepen  rouw was,  bragt  men  den  keizer  de  
 onverwachte  tijding,  dat  hem  twee  zonen  geboren  waren;  hoewel  de 
 moeders  Chinesche  vrouwen  waren,  werd  nogtans  door  deze  verbindende  
 gebeurtenis  de  droefenis  van  den  vader  gelenigd.  Volgens  de  
 wetten  konden  nooit  prinsen  uit  zulke  gemengde huwelijken den troon  
 beklimmen;  daar er  echter geen  andere  naaste erfgenamen vöorhanden  
 waren,  moest  men  zieh .ditmaal  met  onechte  vergenoegen.  Tao  kuang  
 werd  ziek;  men  bestemde  bij  voorraad zijn’  derden  broeder  tot  opvolger, 
   want  volgens  de  onveranderlijke  wetten  der  Man  tschu  mag  
 de  zoon  eener  Chinesche  vrouw  niet  op  den  troon  zitten.  Eindelijk  
 verspreidde  zieh  hetgeruchl,  dat  de  keizer  geslorven  was;  maar. alles  
 bleef  stil,  on  niemand  verroerde  zieh  om  zieh  den  schepter  toe  
 ie  eigenen.  Doch  Tao  kuang  herslelde,  en  vierde  zijn’  vijftigsten  
 geboor.ledag  vrolijk en  tevreden.  Afkeerig van  praal,  verbood  hij  alles  
 w.at  onkosten  veroorzaakte  en  ging  zoover,  dat  hij  den  Groolen  niet  
 eens  vergunde  naar  de hoofdstad  te  komen, om  daar  hunne wenschen  
 uit  te  boezemen.  Dit  baarde  natuurlijk  veel  opzien;  want  bij  zulke  
 gelegenheden  drongen  de  hovelingen  bij  duizenden  tot  den  troon  
 door,  om  daar  gunstbewijzen  te  ontvangen,  in  de  toekenning waarvan  
 de  keizer  zieh  bij  zulke  aanleidingen steeds hoogst milddadig beloonde.  
 Maar  naauwelijks  waren  de  stille  feestdagen  voorbij  ,  toen  nieuwe  
 smarten  des  keizers  ziel  doorsneden.  Zijne  gade,  de  trouwe  gezellin  
 zijns  levens,  zijne  raadgeefsler en  toegenegenste, harlelijkste vriendin,  
 daalde  in  het  graf.  Lang  bleef  hij  troosteloos  en  sloot  zieh  verre  van  
 het  hof  verwijderd  in  de  eenzaamlieid  op.  Hij  wilde  met  niemand  
 omgang  hebben  en  was  dus  zeer  toornig  toen  de  ministers  in  zijn  
 kabinet  doordrongen,  om  eenige  voorslagen  te  doen  betreffende  den  
 roüw.  Zij  werden  allen  van  hunne  posten  ontzet,  onder  hen  ook  de  
 sluwe  Hi  gan,  en  ontvingen  eene  zeer  scherpe  tereglwijzing. 
 In  het  jaar  1832  ontving  men  te  Canton  de  tijding, dat  een  van  de  
 inlandsche  opperhoofden  op  de  grenzen  van  Hu  nan  zieh  keizer  ver-  
 klaard  had  en  naar  de  vlakte  was  afgekomen,  om  daar  te  vuur  en  te  
 zwaard  zijne  regten  staande  te  houden.  De  Chinesche  Soldaten,  ter  
 bestrijding  van  den  rebel gezonden,  leden  als  gewoonlijk  eene  neder-  
 laag,  en  schrik  verbreidde  zieh  in  den  geheelen  omtrek,  want  deze  
 benden  spaarden  zelfs  het  kind  in de wieg  niet,  als  de  ouders  manda-  
 rijnen  waren. Daarentegen deden zij  het volk geen  leed  en verzekerden ,  
 dat  zij  alleen  tegen de mandarijnen  den oorlog  begonnen hadden;  want  
 het  waren  de  overheden  van  den  Staat,  waaraan  zij  alle  onderdruk-  
 kingen  toeschreven.