
 
        
         
		westen,  China  niet  een  enkel  grondig  en  oorspronkelijk  man  in  zijn  
 eigen  land  voortbragt.  Al  wat  men  deed,  was  den  voorvaderen  alle  
 eer  te  bewijzen  en  hunne  grondstellingen  onvoorwaardelijk  le  volgen.  
 De boekverzamelingen van  deze regerende lijn zijn de  volledigste en worden  
 door  geene  andere  dynastie  overtroffen.  Een  gedenkteeken  van  
 deze  soort  bestaat  te  Ning  po;  het  is  eene  groote  bibliotheek  over  
 alle  onderwerpen,  welke  de  geleerden  aangeroerd  hebben,  en  won-  
 derbaar  is  de  orde  en  rangschikking.  De  invloed  der  dynastie  zelve  
 was  negatief,  en  de  herinnering  a.an  de  dwingelandij  der  Tarlaren  
 scheen  de  onderdanen  voor  een  geruimen  tijd  zeer  sterk  aan  hunne  
 Chinesche  opperheeren  gehecht  te  hebben.  Maar  het  Rijk  had  geen  
 bloeitijd  zoo  als  het  westen,  verblijdde  zieh  niet  over  vooruitgang  in  
 het maatschappelijk  leven,  in  zeden  en godsdienst,  raaar hing verstijfd  
 aan  den  ouden  Kong  fu  tse  en  ßoeddha.  Daarom bleef de menschelijke  
 geest  ingekerkerd,  diep  verlaagd  en  bezoedeld,  uithoofde  van  de  
 onteerende  afgodsdienst.  De  schranderste  natie  van Azie kon niet eens  
 de  grondstelling  der  trage  Maleijers  bevatten,  dat  er  slechts  een eenig  
 God  en  wereldbestuurder  is.  Bij  de  prediking  van  het  pausdom  bleef  
 het  volk  aan  het  zinnelijke  en  stoffelijke  hangen;  het  was niet in Staat  
 zieh  tot  die  hoogere  wereld  des  lichts  te verheilen,  om' voor den troon  
 des  Verlossers  der  wereld  te  vertoeven.  Zonder  reinheid  van  godsdienst  
 kan  zieh  echter  nooit  eene  natie  tot  werkelijke  hoogte  van  
 geestbescliaving verheffen;  daarom  wacht  dit  Rijk  nog  tot  op  den  dag  
 van  heden  de  verkondiging  des  Evangelies,  om  zieh  uit  den  afgrond,  
 waarin  het  verzonken  is,  te  redden. 
 Doch  wij  rnoeten  diep  betreuren,  dat,  hoewel  men  in  het  westen  
 de  wet  der  liefde  kende,  niettemin een  dertigjarige  oorlog  in  Duitsch-  
 land  gevoerd  moest  worden  om  de  vrijheid  te  waarborgen  aan  de  
 waarheid  des  geloofs, terwijl in Frankrijk de onteerendste burgeroorlog  
 met  de  onderdrukking  der  Protestanten  eindigde.  Bijgeloof  en  waan  
 verkeerden  echter  in  te  groot  gevaar,  om  door  reinheid,  liefde  en  
 licht  overwonnen  te  worden,  zoodat  er  in  Portugal  en  Spanje  eene  
 inkwisitie  noodig  was  om  de  geestelijkheid  van  den  paus  in  aanzien  
 te  houden,  en  een  groot,  onvermoeid  genootschap  van  Jezuieten  ver-  
 eischt  werd  om  de  grootste  ongerijmdheden  aan  de  wereld  op  te  
 dringen  als  noodig  ter  zaligheid.  Het  was  omstreeks  dezen  tijd,  
 dat  eindelijk  het  rioorden  van  Europa  zieh  onderscheidde,  en  hei  
 overwigt  verkreeg;  want  het  zuiden  had  schaamteloos  den  regter  der 
 wereld  gehoond,  door  het  behouden  der  Roomsche  grondstellingen  ;  
 daarom  werd  duisternis  en  zwakheid  zijn  deel.  —  De  trotsche Armada  
 werd  op  Engelands  kusten  vernield,  in Holland zegevierde het zwakste  
 en  kleinste  volk  op  den  grootsten  heer  en  het  geoefendste leger. Zelfs  
 het  onbeduidende,  bijkans  onbekende  Zweden  wederstond  koen  de  
 magt  van  Oostenrijk.  De i kolonien  in  andere  werelddeelen  werden  
 weldra  de  buit  der  verhehle  naties,  en  zij  verkregen  zeer  spoedig  de  
 overmagt  ter  zee.  —  Zoo  belangrijk  was  de  wisseling.  —  Tegelijk  
 beeide  de  Christenheid  voor  de  Türken,  die  men  met  groote  achte-  
 loosheid  naar  Europa  had  laten  komen.  Maar  de  vooruitgang  van  de  
 menschelijke  maatschappij  in  het  gelieel  genomen  was  spoedig,  en  
 het  geluk  van  de  groote  meerderheid  des  volks  werd  ondanks  het  ge-  
 durig  bloedvergieten  gegrondvest. —  Uit  den  strijd  van  het  Engelsche  
 volk  zag  men  naderhand  een  lieerlijk  gevolg  voortkomen,  hoezeer  
 gruweltooneelen  deze  omwenleling  voorafgingen.  Altijd  waakzaam  is  
 de  hand  der  eeuwige  liefde,  en  de  ontferming  des  Verlossers  vloeit  
 onophoudelijk  van  Zijnen  eeuwigen  troon  op  de  lijdende  menschheid  
 neder.  Van  deze  zijde  beoordeelen  wij  de  geschiedenis;  want  elke  
 andere  voorstelling,  die  niet  in  de ontwikkeling van Zijn Rijk op aarde  
 liaren  grond  heeft,  is  onwaar.