
 
        
         
		China meer inwoners en had  in zichzelve grootere middejen om te blijven  
 bestaan, dan al dietrotsche en magtige rijkep, welke het menschdom ooit  
 aanschouwd  had. De volksverhuizing,  die  vreesselijk  op  Europa  neder-  
 storlte,  en  alle  beschaving  dreigde  te  vernietigen,  wentelde  zieh  ook  
 in  hare volle  kracht  op  China;  doch  hier  bleef  zij,  na  alle  ontzettende  
 verwoestingen, zonder wezenlijke gevolgen, Gewillig kromde  de Chinees  
 zieh  onder een juk, waaraan  hij  sedert zijne jeugd gewoon was;  hij  be-  
 bouwde  de velden weder,  die  de  Tartaarsche ruiterbenden  plat  gelrapt  
 hadden,  nam  al  die  talrijke  horden,  gelijk  de  onnaetelijke  oceaan  een  
 emmer  zoet  water,  in  zieh  op,  en  ver&molt  die  wil.de  yeroveraars  
 met  zijne  eigene  natie  —  zij  stonden  slechts  gelijk  ¿en  tot  tiendui-  
 zend  —  zonder zelfs een hair breed; van  zijne  oorspronkelijke  inrigtin-  
 gen  af  te  wijken.  En  wanneer  de  vijand  door  een  weelderig  leven  
 ontzenuwd  was,  dan joeg  hij  hem  weder  het land uit  en  maakte  voor  
 een  tijd  lang  zieh  meester  van  de  aangrenzende  woeslijn.  Zelfs  de  
 zwermen  der  aanhangers  van  den  valscheo  profeet  naderden  dreigend  
 het  Chinesche  rijk; reeds  had  Timour  (Tamerlan)  in  zijnen  raad  be-  
 sloten  dat deze  afgodsdienaars  öf  geloovigen  rooesten  worden,  öf  den  
 dood  onder  zijne  spiesen  vinden;  doch  deze  storm  dreef  ook  weder  
 voorbij.  De  weinige  belijders:  van  den  Islam,  die  nakomelingen  der  
 Turksche  stammen  waren,  werden  in  elk  opzigt  Chinezen,  behalve  
 in  naam.  De  geesel  der  barbaren,  opstanden  en  inwendige  oor-  
 logen,  nieuwe  regerende  stamhuizen,  wijze  en  magtige  hervormers,  
 hebben  China  in  denzelfden  toestand  gelaten als voorheen.  Het was de  
 wil  des  Eeuwigen,  dat  er  na  de  puinboopen  van  Babylon  en  Rome  
 een  volk  blijven  moest,  dat  de oudheid  nog  in  al  hare  volheid  ver-  
 toonde.  Wij  behoeven haar niet in Herculaneum  en Pompeji met moeile  
 op  te  delven;  de  tienduizendtallen  zonen van  Han  vertoonen  ons  haar  
 levend  beeid tot op dezen dag. 
 Een  der  eerste  verordeningen  was  de  heiligheid  van  den  echt;  ieder  
 huwde uit  eigen  beweging,  zoodra  hij  zijn  twintigste  jaar bereikt had.  
 De  Chinezen  vermeerderden  uit  dien  hoofde  zoodanig,  dat  spoedig  
 hun  land  ontzettend  bevolkt  werd;  en  door  allijd  dezelfde  wet  op  te  
 volgen,  zijn  zij  talrijker  geworden  dan  andere  menschenrassen.  Had  
 de slaatkunde  hun  geene  grenzen  gesleld, dan  zouden  zij  de  stammen  
 van Middel-Azie reeds  lang verdrongen,.  den Indischen Archipel  in bezit  
 genomen,  en  het  Westelijk  gedeelte van  Amerika  ook  bevolkt  hebben.  
 Het  nageslaeht  zal  eentnaal  ondervirnlen  hoe  ver  de  geduchle  magt 
 van  dit  volk  zieh  zal  uilstrekken,  wanneer  al  de  hindernissen die hare  
 uitbreiding  belemmeren,  zullen  uit  den  weg  geruimd  zijn. 
 Intusschen is  het  zeer opmerkelijk ,  dat  de  taal  van  het dagelijksche  
 I   leven (de spreektaal) bij zulk een grool volk zoo onvolmaakt heeft kunnen  
 I   blijven.  In  plaats van gelijk alle andere menschen de verschillende klan-  
 t   ken  der  stem  tot  woorden  te  verbinden,  hielden  zij  zieh bij de enkele  
 1  lettergrepen,  en benadeelden  daardoor aanmerkelijk  het mededeelen  van  
 ft  begrippen.  Terwijl  de  Chinees dus  bleef  snappen  als  een  kind,  schiep  
 I   hij  zieh  de  wonderlijkste  schrijfteekenen,  en  bewerkte  daardoor  wat  
 B in   de  taal  zelve  had moeten  geschieden;  hij  plaatste  de  bestanddeelen  
 f  op  de  wonderlijkste  wijze  bij  elkander,  ten  einde  beeidende  karak-  
 |   ters  in  aantal  bij  de  hand  te hebben.  Hoe  bezwaarlijk  dit  het verkrij-  
 I  gen  van  kundigheden  maakt,  kunnen  zij  alleen  beoordeelen,  die zieh  
 bijna  tien  jaren  enkel  hebben  bezig  gehouden  met  te  leeren  lezen  en  
 schrijven,  en  het dan  nog  niet  tot  de  volmaaktheid  konden  brengen.  
 Gelijk  van  de  eene  zijde  dit  schrijfstelsel  de  grootste  scheidsmuur  
 legen  de aanmatiging  der  vreemden is,  maakt  het van den anderen kant  
 het  groote  vereenigingsmiddel uit,  dat het volk bij  zijne  onderscheidene  
 longvallen  te  zamen  houdt  en  eene  alleenheersching  mogelijk  maakt.  
 Waar deze s'chrijfwijze ingang gevonden heeft, heerschen dezelfde onver-  
 zeitelijke  denkbeeiden, en de geheele  Stempel van den geest is stereotyp. 
 Toen  de  Chinezen  in  beschaving  de  naburige  landen  overtroffen,  
 ten  zuiden  Annam  en  Tongking,  zoowel  als  ten  oosten  Japan  en  
 Korea  hun  schrift,  kunsten  en  handwerken  medeggdeeld  hadden,  
 beschouwden  zij  zieh  natuuriijk  als  de  meesters  van  alle  weten-  
 schappen,  en  zagen  op  andere  volken  met  minachting  als  op  bar-  
 baren  neder.  Hun  omgang  met  vreemden,  die  zij  öf  als  vijanden,  
 I  öf  als  winzuchtige  cijnsbaren  leerden  kennen,  was  geenszins  ge-  
 I  schikt  hun  eene  grootere  mate  van  eerbied  in  te  boezemen.  Daarom  
 I  blevcn  zij  bij  het  gevoelcn  dat  er  slechts  een  rijk  des  lichts  en  der  
 I  wijsheid  bestond,  terwijl  de  overige  wereld  klein  en  nicts  betee-  
 kenend,  in duisternis  en  eilende verzonken is.  Naderhand maakten zieh  
 de Weslelijke  barbaren  gevreesd,  maar  wonnen  daardoor  niets  in  de  
 schatting  van  een  volk,  dat  elke  aanraking  met  menschen  van  eene  
 andere  soort  als  besmettelijk en nadeelig1 beschouwt.  Waar  bij den een-  
 voudigen  en  regtschapen  zin  des  volks zulk een afschuw ontbrak,  daär  
 deed de regering haar best om alle buitenlanders met de zwartste klcuren  
 af te  schilderen  en  de  onderdanen  voor het gift hunner mededeelingen