
 
        
         
		staan.  Daar  ontwikkelden  zieh  allengs  de  groole  gebeurtenissen,  waar-  
 door  bet  kleinste  werelddeel  het  overwigt  verkreeg  en  zijne  magt  
 vestigde.  Uilgebreider  en  duurzamer  voor  het  heil  der  menschheid,  
 dan  de veroveringen der Engelschen  in Frankrijk, werkten de vlämmen,  
 die  op  den  brandstapel  te  Kostnitz  het  ligehaam  van  Husz  verteerden.  
 China  had  geene  martelaars,  want  het  had  geen  geloof,  en  kon  zieh  
 niet  op  de  vleugelen  des  geloofs  tot  de  wereld  der geesten  en  den  troon  
 Gods  verheffen.  Verstompt  en  onverscbillig  leefden  zijne  millioenen,  
 tevreden met het aardsche,  en zieh niet bekommerend  om  de  eeuwigheid.  
 Maar wanneer  de  geest  zieh  naar  de  onzigtbare wereld beweegt,  en  alle  
 banden  van  het  vleesch  los  gemaakt  z ijn ,  —1  hoe  zullen  dan  de  be-  
 z itte r s' dezer  twee  tegenovergestelde  beginselen  zieh  gevoelen?  De  
 eene  ziel  kan  slechts  hevrediging  vinden  in  ’s Heilands  voldoening ,  de  
 andere  is  zonder  gevoel  voor  het  goddelijke  verslokt  en  verwilderd;  
 maar  beide  moelen  den  stap  naar  de  overzijde  d o en ,  hoe  verschiilend  
 öok  eindelijk  hun  lot  zijn  möge. 
 TWE ED E   HOOFDSTUK. 
 HONG  H I ,  IN  DE  WALHALLA  J IN  TSONG  .GEHEETBN. 
 (1425). 
 Niemand  betwistte  het  regt  van  dezen  erfgenaam  des  tro ons;  dus  
 werd  hij  ten  volle  in  het  bezit  zijner  magt  gesteld,  en begon  terstond  
 eene  allerweldadigste  regering.  Hij  ontbood  den  kroonprins,  dien  hij  
 weldra  benoemd  h ad ,  naar  Nan  king,  om  hem  daar  als  rijksbestuurder  
 van  zuidelijk  China  de  lasten  der  regering  te  verlichten.  Hong hi deed  
 tevens  zijn  uiterste  b e st,  om  het  onregt  den  aanhangers van Kien  wen  
 aangedaan  te  hersteilen  en  hen  uit  de  gevangenis  te  bevrijden.  Hij had  
 nog  verscheidene  andere  zeer  gewigtige  verordeningen  in  het  belang  
 der mandarijnen  gemaakt,  toen  de  dood  hem  opeischte,  en  na  slechts  
 tien  maanden  geregeerd  te  hebben,  naar  gindsche  wereld  verplaatste. 
 SITTEN  TE,  IN  DE  WAJ.HALLA  SITTEN  TSONG  GEHEETBN. 
 (1426-1435). 
 Reeds  tijdig  had  de  vader  schikkingen gemaakt dat de  troonopvolging  
 bepaald  en  niet  langer  aan  de  willekeur  der  prinsen  van  den  bloede  
 zou  overgelaten  blijven.  Siuen  te  was  als  kroonprins  reeds  beroemd  
 wegens  zijn  landsbestuur;  want  gedurende  den  körten  tijd d a th ij  zieh  
 .te  Nan  king  bevond,  gaf hij  de  builengewoonste  proeven  van  toege-  
 vendheid  en  vorstelijke  wijsheid,  zoodat  hij  toen  reeds  hoog  geeerd  
 werd.  Hij  was  een  zeer  vredelievend  jongeling,  geheel  ongelijk  aan  
 zijne voorzaten,  en  erfde  een  tro on, die weinig buitengewone inspanningeu  
 eisehle.  VH 
 Zoodra  hij  zijns  vaders  dood  had  vernomen,  begaf hij  zieh in  allerijl  
 naar  Pe  k in g ,  nam  daar  den  gewonen  rouw  a an ,  en  noemde  zijn vader  
 den  Welwillende.  Het  lijk  werd  met  groote  staatsie  begraven en  in het  
 graf  der  voorvaderen  geplaatst. 
 Met  ernst  en  kracht  begon  de  nieuwe  keizer  zijne  regering,  maar  
 werd niet  ondersteund  in  zijne  weldadige  bedoelingen.  De leden zijner  
 eigene  familie,  die  hem  voor  een  onnoozele  hielden,  meenden  naar  
 weigevallen  te  kunnen  handelen,  en  zieh  geheel  als  onafhankelijk  te  
 gedragen.  —  Een  zijner  ooms  raadpleegde  een  kundig  generaal,  hoe  
 men  den  regerenden vorst van  den  troon  zou  kunnen  slooten  en  hem-  
 zelven  aan  de  regering  helpen.  De  krijgsman  hoorde  deze  voorslellen  
 bedaard a an , en zoodra hij  den  inhoud der  zamenzwering  vernomen had,  
 zond  hij  een  renbode  naar  den  k e iz e r ,  om  een  gelrouw  berigt van de  
 geheele  loedragt  te  geven.  Men was verzekerd  dat  Siuen  te  zieh  zwak  
 en  besluiteloos  gedragen  zou ,  en  door  zijn  weifelen  de  opstandelingen  
 nieuwe  kracht  zou  geven.  Maar  hoe  verbaasd  was  het  h o f,  toen  er  
 dadelijk een bode afgezonden  en  de  grootste  toebereidselen  gemaakt werden, 
   om  den  voortgang  van  zulk  een  gevaarlijken  opstand  te  verhinderen. 
   De  gezant  kwam  in  het  kamp  van  den  afvalligen  vorst  a an ,  en  
 zijnen  brief,  dien  de  keizer  geschreven  had,  overhandigende,  wachtle  
 hij  ootmoedig  op  antwoord.  De  rebel  was  met  majesteit  te  midden  
 zijner  Soldaten  g e z e ten ,  las  den brief met de  grootste  onverschilligheid,  
 wendde  zieh  vervolgens  tot  den  afgevaardigde,  en  gelaslle  hem  zijn  
 heer  te  melden  :  dat  hij  voldoende  maatregelen  tot  zijne  eigene  ver-  
 dediging  genomen  had,  en  in Staat  zou wezen  om  zijne  aanspraken  op  
 het  rijk  te  handhaven.  Toen  hij  naar  de  residenlie  was'teruggekeerd,