
Wij hebben den ondergang van het huis van Tscheu onder de
regering der twec Jaalste koningen Schin tsin en Nan (520—234) tc
vermelden, Uit de veelvuldige oorlogen, die jaarlijks plaats grepen
zou men hetgevolg kunnen trekken, dat de magt der vorsten van
groole beteekenis moet geweest zijn, omdat zij dit verderfelijk bloed-
bad zoo lang konden voortzetten. Wij lezen ook van een leger van
een mdlioen Soldaten, van veldslagen, waarin 40,000 menschen sneu-
velden. Doch bij nader onderzoek blijkt het dat men deze twisten meer
als Joutere strooptogten moet beschouwen, dat de legers uit zamen-
geraapte benden bestonden, die, zoodra er niets meer te plünderen
viel, spoedig uit elkander stoven. Bezoldigde krijgslieden kende men
toenmaals nog niet. Jegens de gevangenen handelde men met de uitersle
wreedheid, vooral wanneer zij in bezetting gelegen en zieh dapper
tegen de belegeraars verdedigd hadden. Dan werden ze allen in de
pan gehakt, en de onmenschelijke bevelhebbers beroemden zieh
op zulke daden, als op bewijzen van de hoogste dapperheid. De
wapenen bestonden in bogen, pijlen en spiesen, men had reedseen
zekere taktiek ingevoerd, maar kon nog geen vestingen aantaslen, en
de grootste legers stieten het hoofd tegen de muren en trekken door
den honger gedreven huiswaarts. Men marscheerde gewoonlijk in de
grootste stille, en viel den vijand onverwachts aan, die daarop niet
verdacht was. Bij al deze ondernemingen stond meer lisl dan
dapperheid op den voorgrond; de eerste m ook veel eigenaardiger
aan het nationale karakter. De rast was spoedig hersteld; maar de
mmste hoop op buit bragt weldra weder alle begeerten in beweging,
en een meuwe togt was het onmiddellijk gevolg. De bloei des lands
moet ondanks de woedende oorlogen tamelijk groot geweest zijn;
want hoe zou men anders zulk een aantal ledigloopers ook slechts
eene maand van onderhoud voorzien, of het verlies van duizenden
met gemak vergoed kunnen hebben?
fsin was de Staat, waarop toenmaals aller oogen gevesligd waren,
die zieh den meesten roem verwierf, en zijne naburen zonder ver-
schooning met voeten verlrad. Schin tsin vereenigde de andere vorsten
tot een verbond; doch eer zij hun leger nog bijeenverzameld hadden,
werden hunne benden afzonderlijk geheel verslagen. Eveneens verhieven
zieh ook de horden van het nog half barbaarsche Sse tschuen, en
loonden hunne inborst in den burgeroorlog. Meng tse deed zijn best
om door wijze vermaningen een dam tegen den vernielendcn slroom
op te werpen, doch ontving slechts vriendelijke woorden voor dank,
en stierf eindelijk (314) van verdriet.
Onvermoeid in de diplomatic bragten eenige aanvoerders het bonte
leger der vassalen wederom bijeen, en thans moest Tsin opbouden
te bestaan. De eerste heldendaad wilde men voor eene vesting verrigten,
doch Tsin viel hen in den rüg aan, en het geheele vereenigde leger werd
vernield. Spoedig werd evenwel een tweede leger verzameld, doch toen
de Soldaten de vijanden zagen aanrukken, namen zij ijlings de vlugt
en 8000 sneuvelden door het zwaard der vervolgers. Verraderlijke ministers
aan de kleine hoven voltooiden het werk, en aldus was het den
veroveraar mogelijk een inval te doen in Sse tschuen, van waar hij
groote schatten wegsleepte. Thans verhief zieh een mededinger in het
Gosten. De Staat Tsi was naijverig en verdedigde de regten van andere
leenmannen; doch oneenigheid en geschenken, welke het listige Tsin
ter regter tijd bezigde, verijdelden de plannen. China geleek toenmaals
op Italie gedurende de middeneeuwen, en hoewel er geen theoretische
Macchiavel bestond, waren de praktischen zooveel te talrijker. Onder
zoodanige omstandigheden gaven de wijsste vorsten zieh over, en alleen
de roekeloozen waagden den ongelijken verderfelijken strijd. De vorst
van Tsin stierf op dat tijdstip onverwacht, en een knaap, die zieh later
onder den naam Tschao siang zeer beroemd maakte, werd tot opvolger
verklaard en door eenen grooten vorst, bij wien hij gijzelaar geweest
was, ontslagen. Zijne moeder en zijn oom hadden intusschen de regering
in handen, en smoorden eene zamenzwering der breeders van den jongen
prins, die zeer gevaarlijk zou hebben kunnen worden De vrouwenregering
was krachtig en dezelfde veroveringszucht bezielde ook de regentes. Het
trotsche oostelijke rijk van Tsi roofde alleen voor zichzelve in stede
van zieh tegen hare aanmatigingen te verzetten, en aldus werd de magt
der kleinere leenmannen schier geheel vernietigd. Toen vertoonde zieh
een wijze aan het hof der koningin, en wilde door zijne heilzame leer eene
andere rigting aan den lijdgeest geven. Valschelijk beschuldigd door
de hovelingen, werd hij van zijne posten onlzet, en indien niet een
zijner vrienden het kraaijen van den haan had nagebootst, zoodat de
poorten der vesting, waarheen hij gevlugt was, geopend konden
worden, zou hij het met den dood hebben moeten bekoopen. Gloeijend
van wraak reisde hij aan de meeste hoven rond, en weldra had hij een
lalrijk leger van verbondenen te veld. Toen kwamen de troepen van
Tsin, gewoon te overwinnen, en wenschten de vijanden te verdelgen.