
 
        
         
		weigerde  dit  ronduit,  want  regeren  was de  lusl hares levens,  en al  de  
 bezwaren  van een  bestuur,  dat  zij  met  hei  grootsle  gemak  waarnam,  
 echte  genoegens.  Eindelijk  werd  zij  op  het  ziekbed  geworpen;  twee  
 harer  broeders waren van zins om zieh meesler te maken van den schepter.  
 Maar terwijl  zij draalden,  overreedde  een  oude dienaar  der dynastie  van  
 Tang een  bekwamen  generaal om  deze  onruststokers  le  dooden. Met  ge-  
 weld maaklen zij zieh meester van den kroonprins,  drongen*  vergezeld van  
 eltelijke honderdtalien moedige mannen,  het paleis binnen  en wierpen de  
 broeders levenloos op  den  grond.  Ontsteld  vroeg  de  keizerin :  wat will  
 gij?  en  hetantwoordluidde:  wij  hebben  op  bevel  van  China’s  opper-  
 heer,  die  hier  tegenwoordig  is,  twee  verraders  ter  dood  gebragl,  en  
 gijzelve moet thans afstand  doen  van  het  staatsbestuur.  Daar  zij  slechts  
 tusschen dood  of afstand  te  kiezen had,  bepaalde  zij zieh tot het laatste.  
 Doch zij  gevoelde zieh uit haar kring gerukt,  en stierf kort daarop in haar  
 81ste  jaar,  verzadigd  van  het  leven.  Wu  heu  was  zonder  twijfei eene  
 vrouw, die de uitstekendste  talenten bezat,  maar ze dikwijls  bezigde  om  
 de verfoeijelijkste oogmerken  te  bereiken;  zij betoonde zieh groot als re-  
 gentes,  verachtelijk als  moeder en gade.  De geschiedschrijvers  spreken  
 met afschuw van  haar,  vermits  het  hun algemeene stelregel is,  dat eene  
 vrouw zieh  nooit met staatkundige aangelegenheden moet bemoeijen, een  
 stelregel,  die voorzeker door vele schoonen in het Westen  als dwaas zou  
 verworpen worden. 
 Tschong tsong was thans  tot groote blijdschap des volks uit  de gevan-  
 genis weder op den troon hersteld.  De aanvoerder  der Türken  was, zeer  
 tevreden,  en gaf hem  ten bewijze zijner deelneming zijne eigene dochler  
 tot een bijwijf, die hij aan een opperhoofd als echlgenoot  geweigerd had.  
 Maar hoe groot was de  teleurstelling in hetland,  toen de nieuwe  heer het  
 nog slechter maakte;  want de keizer wilde nu eens vooral eene vrouwen-  
 regering hebben,  en daar hij  zijne vrouw beloofd  had,  om,  wanneer hij  
 eens weder aan  het roer kwam, de groote teederheid  en hulp, die zij hem  
 in  het bitterste leed betoond  had,  te beloonen,  gaf hij haar alle regerings-  
 zaken in handen.  Nög eene jonge vrouw van  zeldzame gaven voegde zieh  
 bij  haar,  die  uitmuntend  goed  schreef,  en  daarom secretaris van hare  
 vnendin  werd.  Toen  knoople  zij  een  minnehandel  aan  met Wu  heu’s  
 broeder,  die  een  listig  mensch  was,  maar  een  zeer  günstig  voor-  
 komen  had;  hoezeer  hij  wegens  zijne minnarijen van alle ambten ont-  
 slagen  was,  behield  hij  niettemin  zijne  plaats aan het  hof.  Om zieh op  
 zijne aanklagerste wreken, wendde hij voor, dat zij zieh met eene zamenzwering  
 hadden  ingelaten;  ofschoon  nu  de reglers  heil  niet op  eene on-  
 gegronde  beschuldiging  ter dood wilden  veroordeelen,  werden  zij  toch  
 uit  de  hoofdstad  gebannen.  Hun  doortrapte aanklager,  die nu  eenmaal  
 besloten  had  hen in  ’t verderf te störten,  had  zijne sluipmoordenaars op  
 den  weg  geplastst,  die  hen  dan  ook  heimelijk  ombragten.  Zoodra  dit •  
 in  de  hoofdstad  ruchtbaar werd,  en  men  te  vergeefs  had  aangedrongen  
 op  de  straf  van  den  dader,  werd  het  volk  woedend.  Ouder  geleide  
 van den  kroonprins  begaf  de menigte zieh naar  het paleis  van Wu  heu’s  
 schandelijken  broeder  en  scheurde  hem  in slukken.  Toen de keizer dit  
 oproer  hoorde,  ging  hij  naar  de  gaanderij,  en  riep van daar naar om-  
 laag :  «Soldaten !  beschermt  mij  legen  de muiters,«  zonder de oorzaak  
 van het rumoer te  kennen.  Toe»  kwam de lijfwacht en  hieuw  er  op  in,  
 zoodal de erfgenaam  des troons  zoowel  als de  aanstoker  van den opstand  
 in  de slagting omkwamen. 
 De magl der keizerin  nam  steeds  toe;  het  seheen  dat hoe grooter  hare  
 aanmatigingen  werden,  hoe  minder  zij  haar  misdadig  leven  geheim  
 hield,  de  teederheid  van  hären  gemaal  te  meer  toenam.  Zij  verkocht  
 openlijk de  hoogste posten,  had  een  groot aanlal minnaars in het paleis,  
 die  zij  tot  de  aanzienlijkste  eerambten  verbief,  en  spotte met  den  on-  
 noozelen opperheer.  Slechts  een onbevreesd man  had moeds genoeg om  
 zijne  bedenkingen  te'uiten,  maar werd  spoedig door de  magtige vrouw  
 tot  zwijgen  gebragt.  Hoewel  hij  zijne  vrijmoedigheid  boette,  werd toch  
 de  leefwijze,  die  men  in  het paleis  hield,  algemeen  ruchtbaar,  en  de  
 vorstin  was beduebt  dat  zij  eindelijk verraden en  door haar  gemaal  ver-  
 stooten  zou  worden.  Om  dit ongeluk voor  te komen,  bakte  zij  met hare  
 vriendin  eene  soort  van  koekjes,  die  de  monarch  zeer gaarne  at,  en  
 mengde er vergift  onder.  De keizer stierf weldra aan de gevolgen,  maar  
 zijn dood werd geheim gehouden,  totdat  zijne gemalin alle  maatregelen  
 ten  aanzien  van de troonopvolging genomen  had.  Hare geheimschrijfster  
 vervaardigde  namelijk  een  testament,  volgens  hetwelk  het  rijk  moest  
 worden  overgelaten  aan  een zestieparjg  jongeling,  terwijl  de  keizerin  
 tot  regentes  verklaard werd,  met gelijke magt als Wu  heu.  Nadat men  
 den magtigsten  minister  voor  dit  plan  gewonnen  had,  dacht  niemand  
 meer aan tegenstand. Maar in stilte had een jonge prins van Han, woedend  
 overden dood van zijn bloedverwant, eenezamenzwering op hei touw gezet.  
 Bij  nacht  vertoonde  hij  zieh  aan  de  poort.  « Vrienden,«  zeide hij  tot de 
 lijfwacht;  «laat  mij  binnen,  o m   d e n   d o o d   van uw opperheer  te wreken 
 en den ondergang van het huis van Tang  te verhoeden.»  Eerst  draalde de