
 
        
         
		meende  dat de  afschuwelijke  stank  eene  pest  onder  de  menschen  zou  
 veroorzaken;  hij  wilde  ze  ook  niet  in  zee  werpen;  want  dan  zouden  
 de  onschuldige  visschen  er  van  sterven.  Wat  was  er  dan  mede  te  
 doen?  Een  zekere  schalk  gaf hem  den  raad,  om  de  opium  met  olie  
 en  kalk  te  vermengen,  goed  onder  elkaär  te  roeren,  en  dan  in  zee  
 le  laten  loopen.  Dit  voorstel  werd  teil  uitvoer  gelegd;  hoe  de  visschen  
 ,  waarvqor  men  vroeger  zoo  bezorgd  was  geweest,  dit  nieuwe  
 mengsel  ontvingen,  verhaalt  de  geschiedenis  niet,  en  hoeveel  er.  in  
 het  geheel gestolen en verkocht  werd,  is  tot  heden  toe  nooit  bekend  
 geworden.  Bij  deze  gelegenheid kwam  er  een Amerikaansch koopman,  
 om  Lin  een  aantal  opmerkingen  aangaande  zijn  toekomstig  gedrag  
 mede  te  deelen.  De  magtige  hoorde  hem  bedaard  aan  en  besloot,  
 nadat hij  ook  de talrijke  geschriften  van  den  raadgever  gezien  had,  
 zijn  eigen  weg  ten  opzigle  van  de  vreemdelingen  te  bewandelen. 
 Nu  verscheen  er  een  edikt,  dat  den  dood  bepaalde  voor  elken  
 schipper  of  koopman  van  het  buitenland,  die  öf  de  opium  herwaarls  
 bragt  öf  verkocht.  Aan  degenen,  die  dit  onwetend  deden,  was  een  
 körte  termijn  vergund  om  hunne  ladingen  aan  de  Chinesche  regering  
 over  te  geven;  dood  en  verderf  was  het  deel  der  overigen.  Bij  zulke  
 bedreigingen  zou  men  gemeend  hebben,'dat  de  geheele  handel  moest  
 ophouden.  Dit  was  echter  het  geval  volstrekt  niet,  maar  de  sluikerij  
 nam  toe  met  de  geslrengheid  van  het  verbod,  de  prijs  der  opium  
 steeg  zeer  hoog,  en  de  winst  was  ontzettend.  De  Portugezen  hadden  
 de  hare  naar Manilla  gezonden  en  verkochten  ze  daar  voor  aanzien-  
 lijke sommen;  hoewel  de Amerikanen ook grootaandeel genomen hadden  
 aan  deze  schandelijke  zaak,  verzekerden  zijzelven  even  als  de  eerst-  
 genoemden,  dat  zij  geheel  vrij  van  het  misdrijf  waren. 
 Lin  drong  thans  aan  op  eene  schriflelijke  verbindtenis  van  de  zijde  
 van  elken  kapitein  en  koopman,  die  of  schepen  of  goederen  naar  
 Canlon  bragten,  dat,  wanneer  er  opium  gevonden  werd  in  hunne  
 vaartuigen,  zij vrijwillig den dood ondergaan zouden.  Tegen  dezen maatregel  
 verzetten zieh de  meeste  “vreemdelingen;  want volgens de regelen  
 der  Chinesche  praktijk  wordt  gewoonlijk  een onschuldig  man gegrepen  
 om  voor  allen  te  boeten,  en  loutere  chicanes  hebben  menigeen  op de  
 strafplaats  gebragt. 
 Om  zulke  tooneelen  te  vermijden,  verzocht Elliot eenige mandarijnen  
 naar  Macao  te  komen,  om  daar  over  de  verdere  maatregelen  te  
 raadplegen.  Zijn  oogmerk  was  den  handel  naar  die  plaats  te  verleggen, 
   totdat  de  twisten  tusschen  China  en  Engeland  beslist  waren.  
 Beide  partijen  konden  echter  tot  geene  goede  verstandhouding  komen  
 en  scheidden  met  wederzijdsche  verbittering. 
 Elliot  verbood  thans  aan  de  Engelsche  schepen  zieh  naar  Canton  te  
 begeven;  want  het  was  immers  hoogst  gevaarlijk  zoo  iets  te doen. De  
 vaartuigen ankerden  dus in de haven  van Hong kong,  en slechts weinige  
 Amerikanen  begaven  zieh  naar  Whainpoa.  Toen  zij  zieh aldaar bevon-  
 den,  werd  een- Chinees  toevallig  door  een  beschonken  matroos op het  
 strand  dood  geslagen.  Lin  wreekte  deze  daad  door  den  eisch  tot  uit-  
 levering  van  den  moordenaar,  en  toen  deze  noch  ontdekt,  noch  
 uitgeleverd  kon  worden,  besloot  Lin  de  Engelschen  uit  Macaö  te  
 verdrijven.  Dit  zou  nooit gebeurd zijn,  wanneer  Elliot  niet  het  eerst  
 vertrokken  was;  maar  de  anderen  moesten  zijn  voorbeeld  weldra  
 volgen ,  en  dus werd  er onder veel moeijelijkheden  en  werkelijk lijden  
 een  vrijplaats  op  de  schepen  gezöcht. 
 Dit  was  eene  nieuwe  overwinning  van  L in ,  die  zieh  nog  daaren-  
 boven  verheugde  in  de  medehulp  der  Portugezen  om  de  gehate  
 vreemdelingen  te  verdrijven.  Hij  werd  nu  steeds  trolscher  en  aan-  
 maligender.  Eene  boot,  die  van  Macao  naar  Hong  kong  voer, werd  
 door  de  mandarijnen  aangevallen,  en  allen  die  aan  boord  waren  öf  
 gedood  öf  in  het  water  geworpen.  Slechts  een  Jood  ontkwam  het  
 levend,  en  dezen  waren  de  ooren  afgesneden.  Juist op  denzelfden tijd  
 redde een Engelschman een aantal Chinesche schipbreukelingen, en vergold  
 als een  waar Christen kwaad met goed.  Die welgelukte wandaad  spoorde  
 Lin  aan  om  een  Spaansch  schip  te  verbranden,  dat  in  de  nabijheid  
 van Macao lag. Verscheiden  matrozen  werden  vermoord ,  anderen  ver-  
 dronken,  een  officier  werd  gevangen  genomen;  men  pijnigde  hem  
 vreesselijk om  hem  tot  de bekentenis te brengen dat hij  opium verkocht  
 had,  en  eindelijk dreigde men  hem  met  den dood.  Zijn  lijden  was  zoo  
 verschrikkelijk,  dat  hij  er  krankzinnig  van  werd.  Het  zonderlingste  
 van  deze  zaak  is,  dat  de  mandarijnen,  die  deze  afziglelijke  daad  
 pleegden,  zeer  wel  wisten,  dat. dit  schip  aan  de  Spanjaarden  toe-  
 behoorde  en  nooit  opium  aan  boord  gehad  had,  en  döor  loodsen  
 de  Engelsche  schepen  eenige  uren  te  voren  waarschuwde  zieh  weg  
 te  maken.  Deze  zeerooverijen  van.  den  kant  der  Chinesche  regering  
 kau men als het begin  van den oorlog beschouwen. — Na deze overwin-  
 ning  verklaarde  L in ,  dat  hij  alle  opiumsluikers  op  dezelfde  wijze  
 wilde  verbranden  en  beval  de koopvaarders  spoedig  naar Whampoa  te