cauflent, unde doftus Paludanus apud IAnfchooténum,
vel Mangam non novic, vel immaturam guftavit, qui
fcribit naturæ elle frigidæ, quod locum habet in im-
macuris, quæ açidæ & adftringentes funt : Hæ aptæ ad-
moüum funt & ufurpantur in muria & aceto conditæ,
uci cum Olivis Hifpanicis fit, illsé etiam eodem modo,
eundemque in finem, ad appetitum nempe excitandum
aliis jundtæ cibis comeduntur: Portugalli melius foie-
bant illàs præparare, quas primo in aqua marina ali-
quod per tempus macerabant,- dein viride Zingiber ac
Porra illis inferebant ,& locum nuclei exemti hifce in-
plebant, quas in aCeto ac contrito Sinapi aflervabant,
hæ' vocabantur Mangoe A et chiar, vel Portugallice Manga
Recbeada, quod noftri pronunciant Manga Retsjada,
quia ad omnes Atsjar Recbe, feu Capficum adhibetur.
Cæterum Mangæ quoque crude bonæ funt , ut cumO--
rvza comedantur., m minutas, cojnfcifiæ partes, vel pif-
cium jure imcoëtæ, quæ cibis iftis gratam conciliant
aciditatem: Ex feipimaturis qupque inftar pomarii co-
quitur cibus: Si enim coquântur, earumquecaro per
craflius trajiciacur linceum -,-ut earum fibræ. tollantur,
hæcque faccharo mifceatur albo, gratam acquirit aciditatem:
Interior nucleus, uti diftum e ft, ob amaritiem
meen root-bont genaamt, en daarom moet den geleerden Paludanus,,
edendo ineptus eft;, quidam autem eum tanquam Me-
dicamentum adhibent, nempe crudum ad lumbricos,
alii autem contoftum contra Diarrhæàm, & ad earn
fiftendam ufurpant. - . '
In craffiflimis ramis omnes,quoque plantàrum fpe-
cies uti Vifcum, fimilesque, quæ e terra:progermina-
re nolunt, inplantari poffunt, quæ facile quoque illis,
inhærent, ft cum radiçibus mufcofis & pauco luto ar-
boris cortici alligentur, tales autem rami fruftus non
bene producunt: Nihil eft , quod anxietatem , quæ
alicui ex efu PinangæMabok ftipervenit, melius tollat,
quam fi fuperedâtur huic.matura Manga. -
A fiifco juniorum foliorum colore, quæ e fufço pur-,
purafcunt, quædam indufia vocantur Cain Poetsjo-pou,
hæc quoque folia criida comedi poflunt, vel inftar Ats-
jàar ufurpari, uti aliarum arborum fimilia juniora-folia
aux Ulang Ulang vocantur : Arbores hæ-multum
involvuntur aranearum telis, aliisque fordibus, quæ
ipfis adhærent, quæque efficiunt, ut plurima florum
pars pereat. Expertum quoque fuit arborem hanc ob
abundantem fuccum vP ignis refiftere poffe., in.com-
muni enim incendioaccidit,quod omnis ejus coma feu
folia comburerentur, brevique poftea arbor non tantum
lætius regerminaret, fed meliores quoque' gere-
ret fruftus, quam- antea:Ex exprefio & pellucido fuc-
co faccharo mixto & ebullito craflam folebant confi-
cere confervam, Rob d:Mangas diftam, ægrotis gra-
tiffimam ori refrigerando & refocillando loco Rob Ri-
befiorum. InMaCaflara fruftus magna in quantitate fub
arboribus decidunt, qui omnes ob copiam nec nu-
triri " yeL edi poflimt, deciduos autem hofce con-
tundunt & fuccum eorum exprimunt, quem magnis
indunt ollis feu Cacabis, unde fit acetum..
Minores duæ fpecies, licet non ita grati funf fa-
pbris, in Macaffara tamen ob raritatem magnatibus
offeruntur : quæ recentes non funt comedendæ,
fed aliquot per dies funt depoiiendæ: Recentilïîmæ
enim prope caules acerrimum ihabent la c , quod la-
biis nocet, uti in recentibus quoque detegitur Ficu-
bus. Inter Mangarum genera numerari quoque poteft
fru âu s , qui in Banda Pan vocatur, cujus arbor majora
gerit folia quam Manga vulgaris feu domeftica,
hæc autem inæqualis funt magnitudinis, quædam
enim feptem pollicum habent longitudinem ac trium
latitudinem, .alia autem decern vel undecim pollices
funt longa , âc très làtà, anterius rotundiora, quam
vulgaris'Mangsé fo lia , .pbtufoque apicè. Nervusme-
diusrlbngitudinalis utrimque /quoque protuberat, fo-
liaque pfurimis lateralibus coftis pàrallelis confiant,
quæ inferiUs protuberant, ac fuperius foveolas feu
areas-effôrmant, Mangæ po-rrô folia funt glabra, fir-
nia, rotunda ,-ac longis infixa petiolis , ad fuperiorem
ramorum partem nullo loçata ordine, ejus flores ac
fruftus racemoft funt inftar Mangæ, racemi autem hi
funt majores, ac in paucos latérales divifi, ffudtus
quidem - fere cum Mangfs conveniunt, verum funt
obiongiores, quidam autem breyiores ac rotiindio-
res , ac prope petiolum quoque protubérantes ab una
z parte: Horum color eft inftar véræMangæ ex luteo-
virenS ; fub tenui.pellicula.'caro latet pilofa feu fi-
brofa inftar Mangæ domefticæ, fed eft carnofior,
dulcis
by Linfchooten, of de Mangas niet gèkent, of
onrype geproeft hebben 5 Jcbryvendè datze kout van aart zou-,
den wezen, en 't welk alleene in de onrype waar is, dewelke
zuur en adflringeerende zyn. Deze onrype Mangas zyn zeer
bequaam en gebruikelyk m in pekel en azyn te leggen , geiyk
men de Spaanfcbe Olyven doet , werdènde ook tot dien eynde en
op dezelve manier e (te weten om appetyt ie verwekken) by al-
derbande koji gegeten. De.Portugezen plegenze Wat beter
tóe te bereiden, dezelve èerjl in zout-water eén tyt lapk Wekende
, daar na met groene gember en knof-tookbejieekende of
eygenüyk de plaats van deuitgenomèn.korrel opvullende, en
in azyn en gemaale moflaart bewarende, en deze noemt men
dan Manga Aètchiar, of in 't Portugees Manga ReCheada,
’t welk de onze uitfpreeken Manga Retsjada, om dat by alle
Atsjar Rechey óf. ritsjes (dat is Capficum) gebruikt wert\
anderzints zyn de raauwe Mangas ook eén gemeene koji, so
om by ryfi te eeten, kleingefneeaen zynde, als in vis-zop gekookt,
't welkjiekoft een aangename zuurte geeft: uit de balf-
rype Mangaripert ook een 'aangenaam 'appelmoes gemaakt:
want als menze kookt, en bet vlees door eengrpf doekje kleinjl,
op dat 'er de draaden liitblyven, en dan rykelyk met witte zui-
ker mengt, zó krygt bet een aangenamerynsbeit : debinnen-
jle kern is ,alsgezegt, wegéns zyne bitter heit ónbequaamom
ie eeten, dog zommige geven hem als Médicyn raauw. in,
tegens. dewormen dës.buiks,- en andere weder gebraden te-
gens' den buik-loop, en om die te floppen.
_ Op de dikfle takken kan men pok alderbande zoorten van
Arigrek,en diergêlyfa kruiden, die niet uit de aarde wajfcn,
planten, en dewelke ook daar op zeer ligt bekijven, als men-
zemet baarmoffige wortelen, en een weinigJlykop défcborf-
ze des booms vajl-bint, maar zodanige takken willen als dan
mede niet wel dragen: daar is niets dat de bénautheit, die
ymant door ’S eeten van Pindng-Mabok (herkomt , béter ver-
dryven kan, dan als men een rype Manga daar op eet.
Na de bruine verwe of koleur der jonge bladeren, dewelke
van bet bruin na bet purper trekt, werden zommigekleetjes
Cain Póetsjo-pou toegenaamt\ en deze bladeren kan men ook
raauw eeten , of tot Atsjaar. gebruiken ,gelykdiergelyke an-
dere jonge bladeren, die men Ülang Ulang noemt. Deze hoornen
zyn zeer bezet met fpinnerakken, en andere vuiligbpit,
die in dezelve blyft bangén; en dewelke maken, dat bet mee-
flendeél van bét bloéizel bedérft: men'beeft ook ervaren, dat
dezen bom, wegens zyft.overvloedig zap, bet geWelt des
vuurs kan tegenllaan, want bet in een gemeene brant ge- >
beurt is , dat alle bét loof afbrande, en kort daar naar de
bom niet alleen wederom weeldrig uitfchoot, maar ook beter
vrugtdroeg, dan te voor en. Uit bet geperjle en doorfcby-
nende zap, met zuiker vermengt en opgekookt, pleeg men
een dikke conzerve temaken, Robd’Mangas genaamt, zeer
aangenaam voor. zieke lieden, om de mont te ververfcben,
in plaats van Rob d’Ribes. Op MacaJfer vallen, de vrugten
in menigte onder'deböómen,alskÓnnénde. wegens baare veel-
beit niet allegenuttigt werdendog 'de afgevallene nemenze
en Jlooten of ’perzen bei.zap, métfgróöte potten.vol, daar
u it, en dat alleen om azyn van’temaaken.
De twee kleine zoorten, boewelzéjlegt.van fmaqk zyn,
werden egter op Macaffer aan de grooten ‘gèprezenteert wegens
bare zeltzaambeit: enmenmoetze ook niet verfcbeeten,
maar eenigedagen laten leggen: want degebeele verfcbe hebben
by den Jleeleenfcbërpe melk’, die de lippen wat verzeert,
gelyk de verf cbe vygen doen. Onder de Mangas geflagten
kan men ook reekenen een vrugt, die men in Bandarm
noemt, zyndegrooter van bladeren dan degmeeneManga,
en ook door malkander en van een óngelyke grootte, want zommige
zyn zeven duimen lang, én twee breet, andere weder
tien en elf duimen lank, en drie breet, ook van. voren ronder,
dan de gemene Mangas bladeren, en met een.Jiompe
fpiis: de middel - zenuwe built of puilt te wederzyden uit,
met veelegr oote ribben aan de zyden, dewelke ookbeneeden
uitfleeken, en boven kuiltjes ofvoorens maaken, daar ze aan
de Mangas-bladeren mede uitfleeken , vóórts zynzegiat,flyf,
en op langagtige fleelen, rontom de vooffle takken zonder
ordereflaande, hun bloeyZel en vrugten komen aan troffen
voort, gelyk de Mangas, dog deze troffen zyn grooter, en
in weinige zyde-takken verdeelt, de vrugten komen ook ten
naaflen by met de Mangas over: een, dog zyn waflankwer-
piger , zommige korter , en ronder ,, en by den Jleel, mede
een bult aan de eene , zyde hebbende ; de coleur js gelyk die
vande regte Mangas , te weten geél-groen, onder een dunne
fcbelr legt een bairig vlees , geïykaan de. gemene Mangas,
dog-tis vfeesagtiger, laf-zoet van fmaak, en zonder dien
geilen reuk, die in de Mangas is, zynde egter aangenaam
m raauw te eeten, en in Banda maakt men veel werks
p . .daar nZnv.J.