B E N JS V O.L 1 S •
L E C T O R I B U S ,
R E I Q. U E
H, E R B A R I A E
L Ë G I T IM J S C U L - T O R IB P S
S.., D.
' Aan 'f ie Gasfdgunltige
L E Z E R S ,
En waare Oeffenaars des
K R U Y D K U N D E
Wenfcht veel heil
JOANNES BURMANNUS. JOANNES BURMANNUS.
SUperfluum opinor prolixam huid operi pfaefi- T K agtë het overtollig een lange Voorreden by dit werk
gere praefationera, quura ipfe Auélo r luculen- 1 te voegen, wyl den Auteur zelve dit verrigt heeft,
ter fatis operïs fui praeftantiam Le&oribus com- en in zyn vooraffpraak den inhout van het werk, als me-
mendaverit, & , quid eo .contineatur, in proemio de deszelfs voortreffelykheit beweert en aangetoont heeft.
explicuerit. . - #
Mirari autera lic e t , vafiam adeo fcriptuf a e , at-» Het is dog zeer te verwonderen, dat zo een menigte
que chartarüm molem , tam diverfos ac varios van fchriften en papieren, die zo veel verfcheide Scbep-
Naturae foetus continentem imelegantem adeo or- zelen des natuurs bevatten, in zo een goede order zig
dinem, fibique ita conftantem ac conyenientem a zo gelyk en zo wel gepaji , hebben kunnen by een ge-
v iro plus qiiam fexagenariö, vifusque fimul üfu or- bragt werden van een Man reeds over de zejlig jaa-
bato dfeeri po tu ifle , unde AuÖtorem htiric fuiffe ren, en daarby van zyn gezigt ontbloot zynde, waar
confummatimmüm plantarijm fçrutatorem atque
peritilîimum earum obfervatorem unicuique fatis
liquido conftabit; immo a fide dignîflïmis homini-
bus turn temporîs illas terras inhabitantibus faepius
relatum aüdivi hac in parte adèo fagacem hune
fummum fuifle v irum, ut lic et e x remotiflimis In-
dîae plagîs exotîcae atque omnibus penitus inco-
gnitaé ad ipfiim jam lumine captum adducerentur
plantae, earumve fo lia , fruftus ., v el f e m in a e x
o d o re , fapo re , fo rma, aliisve qualitat-ibus detegerg
ac dignoicere potu erit, ad qupdnam gejtîus v el elal-
fem taies pçrtinerent plant.ae, ftupenda faire ac prae
reliquis omnibus excejlenti profeélo peritiâ & per-
ipicacitate.
Fatepr equidem non ità exa£ie noltriim Rum*
phium femper florum fru£hiujnque partes fru.ftjfi-
cationem conftituentes more Botanicorum obfer-
v a v iffe , qùaeqiie hifce conveniunt c'onjunxifle', dif-
fimiles vero feparafle, atque jnxta certum Syfte-
maticum ordinem ad fuas revôcaffe familias : Sciant
aute.m L . B . , uti & ipie profitetur Au£tor, virum
hune a juventute fua a parentibus ad hanc deflina-
tum haud fuifle feientiam, nec doÉlorem in hac
arte peritum audivifle, ac proinde lion fuifle Bo-
tanicum , fed naturae quafi inftin&u & ipfo fup
genio ad naturalis hiftpriae feientiam propenfo du-
Ctum inter alia fua mmna hanc éxercuifle artem,
fibique adquifivifle cognitionem plantarumque pe-
ritiam, unde & a rigidorum nimis Criticormn, fe-
veriorumque Syftematico.rum caviljationibus, op-
probriisque iîlorum, qui addu&is faepe fuperciliis
invidîpfpque vultu aliorum feripta e xcü tiu n t& ça r -
punt, inmtmem fore hune noftrüm Auêtorem au-
•ttimo, veniamque inpetr.aturum me ab iis confido,
q u i, licet errores quosdam detegaiit, candido ta-
men ac cordapo anime confiderant, me fubcefivas
tantum lieras a Praxi & publieis muneribus vacuas
huic inpendijîè auclori èxornando, nec omnia ita
inveftigaré me potuifle ac à & j qui otiofam agentes
vitàm per totum diem hifce vaeare valent ftu-
diis, & nullas fere alias nifi has tuentur partes.
Omnes porro plantafum icônes non ita penitus
omnibus fuis partibus fuifle abfolutas lubens
conuyt
ook aan een yder ligt blyken z a l, datdeeza Schry-
ver moet geweefi zyn een zeer neerjlig 'onderzoeker
der Kruyden, én bok teffens eén zeer groot kendervan
dezelve, ja ik heb van geloof weerdige Menfchen toen
ter tyt in die Landen gewoont hebbende meer als eens
hoor en getuygendat deezè groote Man zo-,kundig en
bedreven was in dit werk, flat feboon uyt- de verft af-
gelee gene deelen van Indie hem toen al van zyn ge-
zigt en het dagfflykze ligt berooft zynde vreemde planten
, die aan alle andere menfchen onbekent waar en}
wier den toegebragt} ja zelfs ftsgts derzelver bjaaden}
Vrugtenofte zaaflen , by uyt de reuk , fmaak, ge-'
dadnte, ofte andere hoedanigheden , wijt te ontdekken
en te oor deelen, tpt éxielk geflagt ofte zport zodanige ge-
'Waffen behoorden, waarlyk een zeer verwonderingsweeraige
en'boven alle andere uytmmtende kermis en doórzigtighéit.
Ik beken we} dat onze R umphius niet altyi naauw-
keurig de deelen van de bloemen en de vrugt tot de
voorteeljng dienende heeft in agt genomen ? en die in
deeze met elkander overeenkomen i ’zamen gevoegt, die
daar in verfchillen, a f gezonder t beeft, en dezelve volgens
een zekere Syflematice order na gebruyk der Kruyd-
befchryvers tot hunne geflagten ofte familie gebrdgtf
dog de Goedgi Lezer moet Weeten, zo als den Auteur
zelfs betuygt, dat hy van der jeugt door zyn ouders
tot die (ludie niet is opgeleyt, ofte daar in een mee-
lier gehadt bee ft, en derhalve geen Botanicus is ge-
weeft, maar ats door ingeve van de natuur , en zyn
byzondere genie tot de kennis van de natuurlyke wee-
ienfehap zéér overhellende en genegen zynde, onder zyn
andere bezigheden en beroep deze Wetenfchap geoejfent,
en voor zig ook die kenniffe en ervarenheit der ge waffen
verkregen heeft, waarom ik ook vertrouw, dat by
zal bevryt blyven van de berifpingen der (traffe bedillers,
en van het verwyt der ftrenge Syfiematici. die alles tot
een naauwer ordre brengen, als mede van de zodanige,
die met een donker Weezen en neydigoog andere hun fchriften
inzien ende ziften ; gelyk ik my ook verbeelde, dat ik
verfeboning zal vinden by die geene, die fchoon eenige
misflagen gewaar werden, met een billyk oordeel en redelyk
gemoet zullen overwegen, dat ik tot dit werk te voor-
fchyti te brengen Jlegts myn afgebrookene uur en van de
Praftyk en myne bedieningen ledig zynde befieedt hebbe,
en alles zo naauwkeurig niet heb kunnen nagaan als andere
, die geen andere bezigheden hebbende den ganfcbeii
dag aan deeze ftudie zig kunnen overgeven, en genoegzaam
niet anders als deeze kunft behartigen.
Dat ook alle de Figuur en der planten met al hun deelen
niet geheel en altoos wel uytgewerkt zyn, moet ik mede toe-
* * * * * 3 Jtaan9