I O H E R B A R 1 1 A M B O I N E N S I S Liber \\. eap.\\
Caryophylli graviöres ëflènt, fi yêridantur, fi hoc
autem dicant de mercatoribus Indicis vel indigenis ,
qui illos vendunt, magnam ipfis adferunt injuriam :
Supra enim diftum fuit, Caryophyllos, cum tradunturi
tam ab incolis, mercatoribus, quam ab his,nautis ita
ficcps elfe oportere, ut abradi unguibus poflmt. Utri-
que *utem lads confiât, pcenam fore capitalem iis,
qui tales inftituerént fraudes : Haud. tarnen diffiteri
v o lo , Caryophyllos æ'què in promptuariis, ac præfçr-
tim in navibus omne liquidum , quod ipus yicinum
e ft, attrahere, hincque in navibus femper intiime-
fcere, ita ut nunquam tam fieci tradî poflmt, quam
fueramt accepti. Anautemhæe arsAromatariis Europæis
non melius ut nota'tqui illos non tanta,quanta in repo-
fitoriis condita.eft, copia vendunt)illi bene confcii funt.
Hæc funt,quæ de totius arboris,ejusque fruftuum
qualitatibus detegeFe vel reperire potuerim, unde hanc
nnlam defçriptionem cum lèquenti- Verficulo:
Z&fiiiÙB regès ditàt■ Peruana potojis
Aurea, Soffalce fertur arena Togo.
Omnibus bis venir prof er rem Caryopbyllum ,
Quem liber Domini munere- Belga tenet,
Supra Memoratum Caryophyllum ia-magna Mada-
gafcaræ infùla çrefcens ab O. Dappero fequenti de-
icribitur modo : iîo^ew/àra-(diçiü) ingens & alta eft
arbor inftar Lauri-, foliisque ipfi fimilibus-, fed mi-
noribuS. Frudtus, WoUrvenfara diétus, eft inftar Ju-
glandis, fapor eft tam corticis, quaminteriorisfubftan-
tiæ Caryophyllo fimilis , eunaem quoque fapprem-
habent ejus folia: Flores formam habent Caryophylli
, uti quoqueipforum eft fapor-, odor, &virtus. Arbor
nullos dat fmasus nilî tertio qùovis.anno ; quum- in--
colæ hofce fruâsus, ac fo lia, quæ cumiZingibere, & A 1-
liis pifcibus incoquuntj deftaerant, non\ ipfam corn
fcendunt arborem, fed ipfam ad radieem- cireùmçi-
dunt: In. aids-crefcit monöbus, cujus mas & femina»
invenitur.
'ren , dbg, indienz'é 'dit zeggen van- de Koopluiden in In.
dien, of van de Inlanders, diéze levéren ,{zoo doenz*
denzelven groot ongelyk aan: Want bier boven is ge-
zegt y dat de Nagelen by de leverantie, zoo wel van de
Inlanders, aan de Koopluiden, -als van die zélve aan de
Schippers, zoo dróóg moeten zyn^dat menzé kan afknip.
pen:: Ook weten die beide wel-i tm bet een Jiraf baar werk
zoude wezen voor die zulks wilden befioan: Ik wil echter
niet ontkennen, dat de Nagelen, zoo'in'dePakhi-
zen, als inzonderbeidt in de Scbeepen alle vochtigheid, die
daar omtrent is , amzicb trekken, en daarom in de Scbeepen
altyt ontlaaien, zoo datze nooit zoo-droog komenge-
levert werden,alsze optfangenzy-n: maar of deze konfi
de Kruideniers in Europa met beter bekent zy (dicze niet
met gebeele Pakhuizen verhandelen )• dat mogen zy opeten.
Dit is bet gene wy van de gebeele gelegentbeidt dezes
voörgefèelden Booms, en zy-n vrucht betreffende, tot noch
toe. bebpen komen leer en-,en. ondervinden, zullende dier
balven deze Befcbryving eindigen, en fluiten met dit volgende
Rympje óf Versfe:
Caftilise reges ditat Peroana potofis
Aurea , Soffahe fertur arena Tago.
Omnibus his venis prreferrem Caryophyllum,
Quem liber Domini munere Beiga tenee.
Dat is :
De Cajliliaanfche Kroon, roemt Penis ryPe bergen,
De POrtugaalfcbe-pocht op bet Soffaalfche Zant:
D'Ambonfcben Nagelboom kan alle- mynen tergen,
Die God den Schepper geeft aan 't vrye Nederlandt.
Den bier boven gemelde Nagelboom, die-. op> bet groeit
Eilandt Madagafcar zoudegroeyen, wertvan O. Dapper
aldus befebreven, Ravenfara (zéidi by) is een gmte en
boogt Boom > gebyk em Eaurier, met bladen die vanden
Laurier geJyfc, doch- Meinder-r de Vrucht, Voarvenfara
gebeten, is gelyk een- groene- Walnoot, van fmaak, m
wel de jebors als het- omnenfie-, den Kiuitnagel gelylt,
en van een- zelve-fmaak- zyn ook de bladeren: bet bloeyzel
beeft de gedaante van- een. Girpjfel-nagel, desgelyks de
Jrnaak , reuk en kracht.: De Bbom krygi;géne vruchten,
dan om. 't dórde jaar, wanneer de-Inwoonders deze vruchten
en blaaden-, dte~ zy;mpt Gpember, en %ook by ■ Pifcb
koken, axnllen. bebben , klimmen zy-niei by den Boom op,
maar bakken bem by- de;, wortel,..af: by waji op'hoge ber■ !
gen, daar is een Münnetjë en. Wyfje.
C A P U T T E R T I U M .
Caryophyllum Regium. Tsjenke Papua,
feu Radja.
QUondam in Temata mira & rara; Caryophylli
, varietas-.inveniebatur,, quae tarnen non; cfiyerfa
■ -erat Ipeciesj quandqquidem has,c unipatantum in
mundo erat arbör , quaä fimiles -produqebat Caryophyllos,
quum juxta Pnilofpphiam. nullum indivjduura
conftitiiat fpeciem: Atque ifti Caryophylli regii dl-
cebantur, quum credebatur ,- lingulo cum Ternatett-.
fium rege peculiarem provenirej & edam cumieointer-
ire, arborem,: Quod tamen compertum eft^non cer-
tam^^öbfeWsme periodum; arbor enim , quae regiHam-
zac fuo,coi^cratä.fuit tempore,, fruftus adhuc anno
ifSffj prqduxit,. quum Mandarfäcb. per feptem jam re-
gnaverat annqs ;. Reges hanc iemper arborem religiofe.
iemrunt, C^yopfayÜosque potiflimum in fuos.adhi-
hüerunt ufus, ^jcjsque\fuis tamqpam aliquid parti-,
culare mUerup^ In: ihfui^i^nmmodö Mac Inan inve-
Mebätur';,'qpumque dup diverfi fruiStus in-binis p.ccur--
rebaiit arböribus,.dividi, ppteft in Mamzas Mandat
fabas arbpremtÜträque aUtem quoad truncum yfoliaque^
vulgaxi CäryöJjhyllorum-, arbori fimilis- erat j fique:
null6s.-_gerwanti fru&us.ab ifta* non dignoicend® f .
Hamzas arbor QaryophylioS gerebat multo -minoreS)
yiilganbus , fepr^non, latos, fed aCuminatos, quique,ad\
latera.üniini dupfve geiebant apices eievatos,fere in-
ftar. exp^rijitatura foliorum- Junipericploris-. autem\
magis ni^ricantisj qjiam. vidgarium: Arbpr h®c ifto.an-^
iiovintenit, tumque_alterajteruiö propallülabat, tribus
i n . h o o f d s t u k .
Konings Nagel-Boom. Psjenke Papt,
o f Radja.
MEn. beeft, voor dezen m■ Tematen een wond.erlyke
en- raanei zoorte van Nagelboomen gebat, welke
echter geen byzonder.gejldcbt eh:maakten, vermits
dutter niet. meer: dan.een.eemge Boom in-de werelt was,
diediergelyke, Nagelen droeg , e n dat naa/den regel der
Natuurkundigen,,- Nullum'individüum conftituit fpeciem
,. geen ondeelbaar ding kan eengejlacht op zich zei-
ven.maken: en wierden.de voorfchreve-NdgelenKonings-
nagelen genaamt., naadien-mèngdoofdé, dat mePeenjdet
Ternataans. Koningp ook- een. hyzondere Böom te voor-
fchyn kwainï,. en,ook met-denzelven weder uitging: doch
% welk echter niet altyt bevonden wierdjvajt té gaai)
want de Boom, die den Koning Hamza by zynentytwas
toegeeygeniheeft’, noch' Jfrucoten- gedragen Ao .
wanneer MandarfXh al zevenfarengeregeert badde: ÏÏe
Koningen. hebben dezen Boom altydt zeen zorgvuldig be-
waart-, de-Nagelen sneeft voor-baar zelvén-gehouden, en
die aan baar Vrienden tot rariteyten gezonden : by wiert
alleen opPt. Eilandt ’MZGkitLji-gevoTidén, en dewyl dotter
tweederley Vrucbtemop twee verfebeide Èoomen wier-
den gezien, zoo kan by verdeelt werden in Hamzas en
Mandarfahas Boom: beide waarenze am jlam ën bladeren
de gemeene Nagelboomen gefyk, pn, alsze gene vrufb-
tenienafoegen, van dezelve niet té ondèrfcbetaen: Ham-
T&s-boom droeg Nagelen, die veel kleinder waaren dart
dp gemeene., boven, niet breet, maar toegëfpitjl > bebbeO'
de. aan de zyden een d twee fpitzennaar boven ge^ [
'j&ms.M.