Locus. In infulis Amboinenfibus plurimum ignotus
eft hic fruftus, excepcis paucis quibusdam in Mani-
pa. In infulis Xulaffenfibus & ora Celebes Oriencali
majori in copia occurrit.
Ufus.. Incols autem fruftum edere nolunt, & cor-
ticem tantum trunci dulcem & glucinofum adhibent,
mifcentque paftis, quibus utuncur ad pifces veneno
enecandos. In Java func magis noti, ibique edurttur.
In Zeylana edules quoque funt, ubi noftra natio illos
quoque Slymappels vocat.
In Rumpbii Auftuario hcec adduntur.
Bilaco Carbou jungi poteft Bilacus Amboinenfis lilve-
ftris, cujus truncus & rami nullas omnino gerunt fpi-
nas , ramulique & foliorum petioli irreguläres func ac
nodofi: Longis petiolis tria infident folia Manipel®
fimilia, fed minora, herbacei faporis, cum parva a-
maritie. Fruäus eft inftar ovj minoris avis Cafuarii,
parum tuberculofus, externe rugofus, coloris coria-
cei; fub duro putamine officüla locantur inftar parva-
rum Amygdalarum mucofa came obdufta, odor ejus
eft gravis j faporque-acris inftar Raphani. Lignum ad-
moaum fragile e ft, ita ut crafiiores etiam rami facilli-
me abrumpantur, eorum enim medulla interior eft fun-
gofa inftar Sambuci, nullique infervit ufui. Crefcit
ad fuperiorem fluminis Alpb or am. Leytimorenfes ex
hoc fruftu componuntSihuhunat, quod erroneum eft,
& tamquam medicamentum adhibere volunt, nomen
autem hoc competit Ampaco.minori: vide porro Cova-
lam Horti Malab.part. 3. Tab. 37. ibique notas.
Tabula Oäogeßma Secunda
Ramum exhibet Bilaci Taurini, qui Bilaci Carbou vocatur, ubi
Litt. A. Ejus fruftum difleftum reprafentat, ut ejus pulpa
& officüla feminalia in confpe&um veniant.
Plaats. Inde AmboinfcbeEylanden is hymeejl'onbekent
bebalven eenige weinige op Manipa. In de Xulafe Eylanden
en de Ooji-kufi van Celebes > vint menze in meerder
quantiteyt.
Gebruik. Dog de Inlanders willen de vrugt niet eeten
gebruikende Jlegts de zoete en kleverige fcborfe des Jlavuon-
der de papjes, die men bereyt om de viffen te vergeven.
Opjava zynze beter bekenteen werden aldaar gegeten. Op
Ceylon zynze ook eetbaar, alwaarze onze natie medeSlym*
appels noemt.
In bet AuEluarum van Rumpbiui wert dit ’er bygedaan;
By Bilac Carbou kan men voegen d’Arftboihfcbe wilde
Bilac, wiens boom en takken gants geen doornen hebben:
de takskens en ryskens Jiaan onordentelyk en knoejlig. op
lange Jieelen Jiaan drie bladeren, die van bet Manipeejcbe
gelyk, dog wat kleinder, en moes kruidig van /maak> met
een kleine bitterbeit. De vrugt is als een klein’Cajuaris-1
E y , een weinig bultig, van buiten ruig met een kleur ah
leer. Onder een harde fcbaal, leggen korrels, als kleine Amandelen
, omgeven met een Jlymerig vleefcb: de reuk is vies
de fataak Jcberp.als Peperwortelen. Het bout is zeer bros]
zo dat ook dikke takken ligt af breken, want ze hebben van
binnen een pit als vlier, onbêquaam tot eenig werk; by
Jlaat boven aan de rivier Alphi Die van Leytimor maken
een Sibubunat daar van, bet welk abuys is , en willen bem
tot een Medicyn gebruiken, want dit is de naam van JAm- iacus minor: ziet verders de Covalam van de Hortus Ma-
abaricus in bet derde , deel-, Figuur 37.
De Twee- en Tachiigjlè Plaat
Vertoont een Tak van degrootfie Bilac, die de Bilac Carb'bug;-
naamt wert, alwaar
Lett. A . Deszelfs doorgefnede. vrugt verteelt, op dat deszelfsmirg
en de zaden gezien kunnen werden.
Finis Lïbri Primi. Einde van 't Eerfie Boek.
H a i . Z .J C X X Z Z .