J, Boek» XLVllI» Hoofdft. AMBOI NS CHE K R U Y D BOEK. I S ?
J n-omhiv a Tavanis & Baleyenfibus contunditur, gof- fambi vrugten wert by de Javanen en Bakers ooteeftampt,
r - ï nP mifcetur , quod manibus inlonga ducitur fi- onder kattoen vermengt, en met de banden tot lange enden
fipjoqae convolutum bacellis vel Bambofis ar- of ftukken t'zamen gerolt, wyders /langs gewyze om een
am,ïïi rircumfledtitur, quod circiter craffitiei eft can- Bamboes of lang Jlokje digt op malkanderen gewonden; beb-
??•*. cuius loco accenliim adhibetur; Macaflarenfes bende omtrent de dikte van een kaars, en waar voor het ook,
nfiiVnsTumunc nucleos Cuffambii, hisque depurata in brant geftokenzynde, wert gebruikt: DeMacajfaren ne-
MV •mt tela Criffe di&a , quum melius ab aerugine men mede de gekneusde korrels van de Culïambi, en bejmee-
llifee pr«ferventur, quam per oleum Calappje. ren hunfeboongemaakte en vers geblauwde cHffendaarmede,
om dat bet dezelve beter voor bet roeften bewaart, als
de Calappus-olye.
In Rumpbii Auiïudrio hcec afidmtur. '•
Kx Siha fruótus adducitur Linkeng didlus, cujus
truncus, foliayVc fru&us omnino conveniunt pm
Cuflambio domeftico , quæque arbores circa ædes
■ nlantantur, quarum fruótus funt vere rotundi, &ex -
terius élabri fine fpinis, ac fuperius cum brevi api-
ce: Hos ficcos transférant plenis faccis , crudique
corneduntur, caro nempe circa nucleum hærens,
ouæ dulciflimi eft fapovis, gratixmque inde fit condi-
mentum: Cuflambium fpinoram antecedent^ defcriptum
capite, pro Silveftri ab ipfis habetur Linkeng, quod-
que edendo ineptum eft.
In het Auótuariurrt van Rumphius wert dit ’er bygedaan.
Uit Sina wert een vrugt gebragt genaamt Linkeng',
t’eenemaal overeenkomende in f t am, blader en, en vrugten met
de tamme Cuflambi, dewelke men omtrent de wooningen
plant, wiens vrugten zyn ront in de grootte van een knikker,
en van buiten zonder doornen, hebbende een kort fpitsje
boven op. Zy brengenze droog met gebeele zakken Vol, en
men eetze uit de handt, te weten bet vleefcb rondom de
korrel hangende, dat zeer zoet van j'maak is, en geeft ook
een aangenaam confyt. De doornagtige Cuflambi in 't voorgaande
booftftuk befcbreven, boudenze voor een wild Linkeng
, onbequaam om te eeten.
E X P L I C A T I O U Y T L - E G G I N G
Tabula Quinquagejimce Septimce , Van de Seven-en Vyf tig fie Plaat,
Qua ranium exhibet CuJJambii, floribus fru&ibusque con
fpicui. '" ! ■ ' |
A, Separatum denptat fruttum.
B. .Ejus nucleum..
Dewelke vertoont een Tak van de Coefambi-Boom met zyn bloe*
men en vrugten.
A. IVyft aan een vrugt in 't byzonder-
B. Deszelfs kern.
O B S E R V A T I O . A A N M E R K I N G .
Videtur hæc arbor fpecies effe Pongu H.Malob. part. 4.
Tab. 35. vocaturque a Talent. Coefambi-Boom pag. lyi. & No.
XW. exhibetur.
Deze boom fcbynt een zoort te zyn van bet Pongu in bet vierde
deel Tab. 35. van de Hortus Malabaric. befcbreven en verbeeldt, en
wert Coefambi-Boom van Valent. pag. 171. genaamt en No.
XVI. verbeeldt.
CAPUT QJJADRAG. OCTAVUM.
Pomum Draconum. Boa Rau.
BOa-rau duplex e ft, domeftica nempe & filves-
tris arborI cùjus & primam fpeciem hoc in ea-
pite deferibemus : Quæ arbor eft excelfa, eredfca,
coma Tatis, denfa, ad ramorum fummum re£tæ& fir-
mæ p'rogerminant rachides plurimæ ponjunftæ,-quæ
funt rotùndulæ , funt autem fuperius prominentes^
dorfo quail auttæ , atque ad earum ortum génicu-
lum aliquod adparet. Rami fupremi funt lanuginofi
ac herbâcei -, per longitudinem in tria rotunda dorfa
feu prominentias, atque in très profundos fulcos divi-
fi: Folia autem quibusdam in ramulis feu rachide funt
alternata, in aliis vero funt oppöfita, fex feptemve
àb utroque latere, folia Anonæ quodammodo referenda
^ fed funt magis glabra , latiöra, firmiora, co-
lorisque atro-virentis. Suprema novem decemve pol-
lices longa, ac duos vei très pollices la ta , inhma
quinque Circiter pollices longa, ac très lata , integra,
multisque parallelis transverfalibus diftindta co-
itis, brevibusque infidentia petiolis. Superiorque-folii
dimidia pats iemper amplior eft inferiore, ita ut ner-
vus non diredle per medium tranfeat. Foliorum o-
dbr eft ■ gravis atque ingratus fere mftar Canarihers,
feu pifcium falitarum, faporque infuper eft amaruS $
quum Silveftris Boa-rau fit acidus^ & adftringens. Ju-
nioris arbofis fi lia funt jdiyerfa ab jl l is , qiiæ vetu-
ftioris funt arboris, multo enim majora funt, decern
& undecim nempo pollices Jonga , tresque pollices
lata: Coftæ'tf'ahsverfàlas'Iblit Ttidem magis intricat
e , funtqpe in .inferiore ,prppe petiolos parte rngofii
vèr piloifa^ftdl,tfôn tainen.'ka,' ad Silveftris Boa-rau;
quædam per paria ad rachidem, alia verb fimplicia vel
alternata locantur: Ad ramorum fupremum magnus
oritur racemus florifer , a duodecim in quiridecim
pollices longus, in varios divifus petiolos laterales,
3 e; .quibus plurimi excrefcunt1 flofeuli, cupream refe-
rentes ollulam, feu flores Lilii Convallii, compofiti
ex
XLVIII. H O O F D S T U K .
De Drake-Boom.
BOa-rau is tweederley, namentlyk tamme en wilde, en
waar van wy de eerfte zoort ook in dit capittel eerfi
befebryven zullen: dezelve is een booge regte boom
met een redelyke digte kruin, aan ’t voorfte der takken komen
regte en Jtyve ryskens voort, veele by malkander, zynde
wel rondagtig, dog hebben boven een feberpè fugge, en
by baren oorfpronk een knietje: de uiterjle takken zyn wat
wol-of kruidagtig, langs heenen in drie ronde ruggen en drie
diepe voorens afgedeelt: de bladeren Jiaan aan zommige ryskens
wat verwijjelt, en weder aan zommige regt tegens
malkanderen over: zes of zeven' aan een zyde: 'gelykende
wel na de bladeren van Anona, dogzyn wat gladder, bree-
der, fiyver, en van koleur fwart-groen: de voorfte negen
en tbien duimen lank , midsgaders twee en drie duimen
breet, de agtetfte omtrent vyf duimen lank, en drie breet,
hebbendé de voorfte een lange fpitze, dog die aan de agterfte
wat korter, en als afgebrookèn is, voorts agter én'voor by-
na even breet, met evene kanten, veele parallele dwérs-
ribben, en ftaande op korte fteelen: de voorfte belft van ’t
blat is dltyt wat breeder dan d’andere, zoo dat de zenuwe
niet regt door de midden gaat: de reuk van de bladeren is
fwaar en onlief elyk, even als die van de Canaribers, of
gezoute vis, en boven dien is de/maak wat bitter, daar die
van ’t wilde Boa-rau zuur en zamentrekkende is : De bladeren
va/n dejpnge boom verfibillen mede al wat van d’oude
, want zy zyn veel gróoier, te weten, tbien a elf duimen
lank, en drie duimen breet : De dwers-ribben looperi
ook wat verwerdèr door malkander, zynde aan de onderfte
zyde by de f t eelen wat ruig of bavrig, dog zo veel niet als
' de wilde Boa-rau; zommige Jiaan met paar en aan de tak-
jens, en andere voor enkelt, of maar een alleen: aan ’t ui-
terfte der takken komt voort een groote bloerh-tros, van twaalf
tot vyf tbien duimen lank , en verdeelt in verfebeide zyde-
takjens, daar veel klein bloeizel aan z it, wel gelykende
.na een kopere potje, of bet Lilium Convallium, en gemaakt
van v y f kleine en vuïl-witte Plaatjes, dewelke digtmvan