HERB A R11 AMBOINENSIS Liber I. Caput LX,
„ j , CT-fdt filvis, vallibus, atque aliquando etiam in fibm , valeym, en mntyts not spftrant, van verrezen,I
lirnre e lonammo mangiferam arbore» referens: m era Maagas-bom gslykendet.wmst acmie wiaweri,,,
Tn vemftioM ante» arboré folia (une minora I folia- * blaietsn wist Usinier, in die van de Mangas gblyi,rt
oue Mangæ mads referenda, fed nufquam magna in dog nergew vmt m m mmemgte:. by bloat m October,
?nnia occurrit- Oûobri flo re t, & Februario fruftns cunFAruarymrimiivn^Unryp^nAmbomawrim
mamrefeunt- In Amboina hæ arbores raro occurrnnt, dm bomm zelden of weinig gezien, maar willen daar t„
fed in Banda frequentiores f u n t a c melius eigent, tegen in Btmda beter aarden, en baare vrugten zyn alias,
prnimaue früftus ibi1. quoque majores funt, fucco- eokwatgrooler, zapptger, enfmakelyksrmirwmw teeetm,
flores, & delieatiorea, ut crudi edantur, quamvis po- hoewel iet appelken altyt grom blyft.
mT a l T PLaa™erfS ) i « , i » Sihejlre , Malaice Dam Naam. In.’t Latyn Caffuvium Silveftre , op Molests
Cain Utan , vel uti veram plerumque nomi- Daun Sacko, raCadjuUcan,»/gelykze de opregte Cadju
nant Cadium.Lenat Frangi. Amboinice L a m , Linàt, gmeenelyt noemen h em t Frangi: op M o w s L en a t.U
S m & «Lat. In Banda L a uw , Temata Lan L a # , nat, Lmata en Rinat: mBandnL ew e r, ra ia-naateUu
£ Rileva Brutaca -Lalb. en Baleys Brutaca.
roeuf In Ambóina hæc arbor reperitur fed raro, Plaats. M n vint dezen boom ook in Amboina, dog niet
& rarWimé cuite frnftus g er it, in Banda autem eft veel, en zeer zelden die vrugten dragm, maar in Baniais
fteouendor magisque ibi æftimàtur,'quum fruftus, by overvloediger, enookin meerderagtmg,om datiemg.
S ibi f e k , imtedules. tm . Me by Sraagt, aldaar eetbaar zyn.
4 il& r Fruftus in Amboina rariflime expetuntur, im- Gebruik. De vrugten werden m Amboina doorgaans
mo fbérnuncur, nee eduntur, quum parvi fint, tarde- weinig gezogt, ja genoegzaam veragt,m met gegeten,m
óne matuvefcant quamvis perfeftos ac penitus ma- datzeklem blyven en lankzamrypm,boemel ikvebmfjm
raftaverim dulriores delicadoresque vera Cad- en volkomen type gepreeft bebbe, doe zoeter en Jmaakelyker
ib n fe s ouOQue in Banda occurrunt, ubi in cotbulis waren, als de regteCadju, en zodanig nynzeookinBanda,
in Forum venales adducuntur & proftant. . alwanrze met korfjes op de merkt te hop werdengebragt.
Tenerum folium , quam diu flaccidum eft & albi- Het jonge Hat, zo lang bet flap en witagttg is,wcrt,
Oir crudum uti fupra dictum fuit, editur tamquam als bovengezegt, raanm gegeten als een toejpys tot Bmf-
-ofiihnium adpifces,Bocaflim, Canarios,& Sagu,quum fan,viffen, Canon, en Sagu,maarzo ira it bladerenfiyf
veto folia fint firma, ob corroiivum lac,q uo tuin re- werden,dan zynze, wegens baare comfwcmelk dieu ah
nlentur huic inudlia funt ufui : Trunci lac ab Amboi- dan hebben, daar toe mbequaam ; dezelve melk uit den Jlarn
npniibus ouooue adhibetur , quo Clypeorum oblon- roert ook by de Amboinezen’. gebruikt, om hunne tontaoer-
ernrum mareines nigro inbuunt colore, quod fit, fiillos pige f chilien aan de buitenjle zydefwart te manken, en 't
Ris terve hocce obliniant laffe, poftquam fingula fie- welk gefebiet met dezelve twee a dns maaien daar mede U
rati fuerint vice- Talique modo colorant baculos befiryken, te weten na iatze t'elkens gedroogt zyn: en op
Hottann diftos, uti quoque telorum manubria, Tora- zodanigenwyzebandelenzeookmetbaare rottmgs, of tan!,
nos feu hallas iaculatorias, ligneas vaginas, aliaque en wandel flokken, als mede met ie fteelen van burnt pj-
lienèorum inifrumentorum genera, quæ nigro tingere ira, Toranrn , af werpfpieszen, boutefebeeden, en mé,
volunt colore Quumveroalkuicertuminbrachiovel flag van bont-gmetfebap, iatze fwart willen hebben: en
rdiaDarte uatare voluut fignum, quo diu talis cognofci wamerze ymant een merk op den arm of elders willen ut-
«ifik Caftaneam memoratam findunt, ejusque dimt ten, waarbymen dmzelven langekennen km , zofnyitm
Siam Pattern infigunt corpori vel brachio talis, quem ie meergem. Cajlanje midden door, en drukken die helft op
fiunare volunt hoe enim inexpungibilem cauffat ma. bet lichaam of ie am van ie gene, diets reekenen vóllen;
culam quæ mox aefi adufta fo ret, rubet, intum- want zulks veroorzaakt eenenmmtwijfelykeplek, ia ftnkl,
feit tertioque exuiceratur d ie , hocque fignum five oir ofye gebrant was, m t wert, opfwtlt, en ten ierén
riratrix tier annum remanet, vel, uti credunt, tam diu, daage begint tefweerm, bbyvende bet hitaken wel eenjm
dortec iffius arboris fruftus , ex quo diftum fligma Iank kenbaar, of, gelyk zy gelooven, zo lange, tot dat é
hocce inuftum eft iterum maturefcat, vel décidât, vrugt van dien boom, waar mede bet voorn, brantmerkgr-
eodèm hocce urente fucco obliniunt margines Her- zet is , weder ryp wort en afvalt: en met bet zelfde bruto
netis miliaris feu Indicæ Curap,ut exulceretur, èmo- dende zap bejtryken zyook de kmttenvnnde omloop afdein-
Satur nee ulterius propagetur ; ex reftis hujus arbo- ilaanfcbe Curap, op iat-dezelve exulcereeren, flemen, en
ris ramis fepes formant, quæ facile de novo proger- nier verder voortloopenzoude: van de regte takken ims
minant iofisoue ad præparationem difti Ulang Ulang booms maaken zy: ook tuin-fiaaken, die ligt wederom mt-
tenera nræbent folia ; in Gorama vidi tela, quorum api- febieten, en baar, tot bet bereiden van voorfebreve Ulang
ces hocce fucco erant. oblinid, ibique nigrefcebant , Olaug, jong loof verfebaffen: Ik beb op Goram pylen et-
ouod iis ' qui hifce vulnerantur, magnum excitât do- zien, die met dit zap aan de fpitzen bejtreeken en aldaar
Inrem àrdoremque, ac malignam cauffat exulcerado- ook fwart warm, ’ t welk de gene,die daar mede gewentof
’ cute quam tardiffime curatur. gefebooten werden, grtme pynen brant veroorzaakt,mfdr-
* M ^ gaders een fnoode exulceratie maakt, en van een langt-aamt
Bancjenfes hanc excidunt arborem , ejusque lignum
aliis mixtum lignis in furms adhibent ad calcem
urendam , ne ipfis hæc ab aliis fubnpiacur pro Sin-
Pinangæ maïlicatione, qui, enim Pinangam.manducant
tali præparatam c a lc e , perdunt fuos dentes pér ci-
neris açrimoniam, qui ex hujus arboris ligno producteur,
huicque calci ihter exuftionem mifeetur. Siccum
lignum foco itidem infer v it, quod in Ternata duplex
eft rubrum nempe & album, primum autem acerri-
mum& -maxime nocivum, hoc enim inficere poffunt,
vcnenatamque reddere aquam, quæ potui infer vit,
addïtis óuiibusdam Mm fruftibus, atque aqua pluvia-
lis ex hifce dèftillans fo liis, adeo acris e ft , ut fi ali-
cuius. cation tangat,hæc intumefcat,& quafi combu-
ratur ; immo quidam homines,-cum hac arbore tantam
habent antipatiam , ut fi modo illam tangant, vel ipu.
adftent . eorum cutis hinc inde mtumefcat: Baleyen-
fes ac Bimenfes hoe maxime vexantur incommodo:
Hæc a-rbor DamSo-cko vocatur, quum ejus folia ad-
hibeantqr ad capiendos Geep, quæ certa pifcium fpe-
c'ies e ft, quam Malaicenfes Sacko nominant, huicque
fini hamus adneditur hujus arboris fo lio , ut. per ven*
tum hinc inde fupra aquam agitetur, pifcisque adli-
mt-ur.
genezing.
De Bandanezen kappen deze boomen ook'wel om, enge-
bruikenze onder ander bout in bunne ovens tot bet bramen
van kalk, op dat dezelve haar, -tot bet eeten van Siri-pi•
nang, niet ontfioolen zoude voorden; want degene, dewelke
Pinang eeten met zodanigen kalk toegemaakt, die vallende
tanden u it, en dat door de feberpigbeit der affebe, die van
bet bout dezes booms voortkomt, en zig dan in bet branden
onder de kalk. vermengt. Het drooge hout wert ook wel tot
gemeen branthout gebruikt j-zynde in Ternaaten tweederley,
namentlyk root en wit; dag bet eerjle bet Jlerkfte enfeba-
delykjte, want daar mede konnenze bet drinkwater vergeven,
eenige vrugten van Bori daar by doende, en-het regen-
water, Van deze bladeren af druipende, is zofebérp, dat,
wanneer bet ymandt aan't lichaam raakt, de buit daar van
opjwelt, en als verbrant wert; ja zommige menfeben hebben
meP dezen boom zitilken untipatie ,-datze hier en daevr aan bun
lyfapfwellen, wanneerze dezelve maar aanraaken of daar
onder Jlaan, en daar hebben de Baleyers, als mede de Binia-
nezen, voel de meejle noot van; werdende dezenboomDau“
Sacko genaamt, om dat men zyne blaaden gebruikt tot bet
vaneen van Geep, zynde een zoort.van vis, die de Maleyers
Sacko noemen; en tot dien eynde wort de visboek aan ®
groote bladt gebonden, om, met de wint heen en weder op
bet water dryvende, de vis daar door aan te' lókken.
la