n8 HERBARII AMBO
Manfana vel Maffana da India Acoftas, uti & in India
quoque dicitur Veteri,& juxta ilium fcriptorem Ber &
Bor. Malaice -Vidara',- vocaturque in Macallara ac
porro in hifce adjacentibus infulis Balis Buckol.
Locus. Plurimum occiirrit hæc arbufcula per totam
veterem Indi.am , ac porro in Bengala, Aracana,&
Malacca uSqüè In ]avam & Baleyam, unde tranflata
eft in Celebem & Moluccos , hie vero & in Banda
taro repëritur multumque degenerâta.
Ufus.' Fmiftus hi crudi comeduntur, magno cum
appetitu in iis regionibus, in quibus indigeni funt,
proximeque accedunt Europæorum malis cam odore
quam fapore, hie autem loci parum asftimantur ob
eoEum acerbitatem, & ab omnibus feriptoribus pro
Jujübæ fpecie feu Zizyphi habentur, plurimum ob
.formäm, fed viribus maxime differunc : Hi enim au-
lteri fruétus non.pro func peftori ad illuddepurandum
.& liberius reddendum, lie neque exßccari poffunt, vel
in alias transmitti regiones,uti iftæJujubæ: nihilomi-
nus tamemquidam nosdöcentMalaieenfesAmboinam
inhabitantesjfemi-maturos hos fruftus comeftos condui
r e p.eftori ad depurationem ejusque Afthma, ut & ad
ventriculum corroborandum, fitimque fedandam, quod
ulterius. indagari poteft ab iis, qui hoc defiderant : Egö
•aiiique mecum comperti fumus peétoris oppreffionem
cauflare, & ftomaenum aggravare, . quod tarnen fine
præjudicio de Orientali Vidara diftum eft. Folia- in
aqua contrità.foumam excitant, qua caput lavatur &
corpus in febribus ardentibus & Cephalalgia.
Hujus arboris radix , quæ externe ex ruffoflavefeit,
quam maxime convenit cum Ligno Colübrino, un-
Ae & quidam putarunt ejusdem efle generis , licet
-in hac radice parva tantum obfervetur amarities, &
•maxime in. ejus..cortice,-cum notabili. adftti&ione,
quæ in 'Colübrino ligno non obfervatur : Radices fu-
pra mëmoxat'arum ’’ ftërilïüm arborum amaritiem infu-
per præbebant notabilem, quæ in frugiferis hodièr-
nis non detegitur.
Hujus radicis .cortex çum pauxillo- Putsjobk, Puloefa-
n ,& to fta C e p a contritus & nauftus dolonficum curat
fanguinis . mictum ; Baleyenfes duro utuntur ligno
ad manubria Parrangs feu majorum cultrorum, fecu-
rium, :fimiliumque inftrunientorum. _ /
. Anno 1673 Vidaræ fernen ex Batavia inAmboinam
fuit transmiffum, quod.fexto demum anno exereve-
ratinarborein craffitiei & magnitudinis Limonii, quæ
corticem habebat profunde fiflum, quo Baleyenfes in
deco&o utuntur ad . omnes Diarrhæas.
. Ejus fructus paulo majores erant vulgaribus hujus
regionis, minusque aufteri, ac melioris faporis : Fo:
Üorum fuccum cum pauxillo . aquas contritum & ex-
preflum propinant quoque in febribus ad ardorem fitimque
exl^guendkm. - •
; lis in regionibus, in quibus hæ arbores funt copio-
fæ,folebant folia hæc cum aqua contfita adhibere ad
cadayera abluenda. . ' l
- In Timora, aliisque, lotis duplex hujus Vidaræ oc-
eurrit fpecies , . cujus una fpecies majores; & dulces
præb.ët fruftus, altera vero minores & aufteros, uti
Amboinenfes, utrique in mediocribus crefcunt arbo-
ribus inftar Limonum, quasque truncos gerunt ineür-
vos. ... - , •-
v In Java altera quoque occurrit-fpeeies, quæ ib i^ï-
dara.Puti voeatur, plurimumfilveftris,& circa litus
crefeens, fed raro frufhis gerens, cujus folia fubtus
ma<ns albicant:,.-quam vulgaris ; optimi vero habentur
hujus arboris fruftus, qui in Malacca crefcunt. ■ Crafias
ejus radices multum ad ufum Medicum expetuptur,
quæ notabilem habent, amaritiem , . ita ut pro Ligno
Colubrino debilipri haberentur , cum quadam tarnen
adftriftione Vidaræ propria. Multum aflumuntur
contritæ ad febrium ardorem .reftinguendum , ventri-
culum corroborandum 5 ac biliofos vomitus fiftendos.
In vulgaris Vidaræ foliis quibusdam in annis ac plurimum
menie Februario talia obfervantur .crania, qua-
lia fupra 'de&ripta funt Capite 33' dë Granato.
N E N S I S Liber li.Mp. XLIVgeefebe
Manfana of Mafiana da India, uit gemelde a
Cofta, gelykze ook-mede in ■ India biet Vetevï, en na
dezelve Scbryver'Ber, en Bor: Op ’t Maleryts Vidaro
werdende 00k op Macaljar, en voorts door deze omleggende
Eilanden genaamt Balis Buckol. -
Plaats, Men vindze mee f t door. gants oud-Indién, en
voorts door Bengalen, Aracan, en Malacca, tot op Java
en Baly, van waar ïy gebrast is na Celebes, en de
Moluccos, maar weinig vind menbem alhier, of in Banda,
en als gezegt, van de originele veel ontaardende. ’
Gebruik. Deze vruchten werden raauw gegeten, en
dat met groten luft , ter plaatzen, daar zy origineel zyn;
komende de Europifche Appelen in reuk enfmaaknaaft by:
Maar bier te Lande werdenze weinig geacht, om bare
vrangigbéit: Eh vaii alle de Scbryvers voor een aart van
de Jujuben, In 't Latyn Zizypims gehóuden: Meeft wegens
baare gedaante, maar in kragt merkelyk daar van
verftbillende: Want in deze vrange vruchten vind men
geen bate voor dé borft, om die te zuiveren en ruim te
maken, zo kan menze ook niet drogen en verzenden, ge-
lyk dezelve Jujuben, doch niet te min, zo leeren ons zom-
mige Maleyers bier in Amboina, dat de bajf-rype vrueb-
ten gegeten goet zouden zyn, om de bórft te.zuiveren,
én ook voor een korten aajfem , als mede datze dè mage
zouden verfterlen, en den dorft verftaan, ’t welk onderzoeken
mag die gene, die bet luft. Ik , en andere met my,
hebben bevondendatze'de borft benauwen, en de mage
drukken »betwelknogtans zonder vooroordeel van de Oo-
fterfe Vidara gefproken zy: De bladeren in water gevre-
ven, doen bet zelve fcbuimen, en daar mede waf ebt men
bet booft en lyf , als men koortzen en brand beeft.
De wortel van deze boom , zynde van buiten ros-geel,
beeft groöte gelykenijfe met bet fiangen-hout \ en waarom
men ook gefuftineert beeft, datze van eenderley gefügt
waren, hoewel men aan deze wortel maar een kleine
bitterbeit gevoelt-iendie meeft in de fcborjfe.meteenmerke-
lyke zamentrekking, ■die in ’t flangen-bout niet is. De
toOrielèn vari de bovengemelde onvruchtbare boomen beulden
nog een merkelyker bitterbeit, maar in de vruchtdragende,
die men nu beeft, kan menzequalykproeven.
■ Defcborffe dezer, wortel met een weinig PutfiockPu-
lasfari, eneengebraden Ajuin gevreveri, en gedronken ,gt-
neeft het pynlykfte en bloedigepijfen.: De Baleyers gebruiken
bet harde bout. tot fielen vän bun Pa%rangs, of hou-
meffen en beitels, en ander timmer gereètfcbap.
Ao. 1673. Zr van Batavia bet z.aad van Vidara in
Amboina gebragt , ’t welk in yt 6de jaar een boom was,
zo groot en dik als een Lemoen-boommet een grooie ge-
fpletehe fcborjfe , die de Baleyers gebruiken tot' decoctie
tegens cuderbande buikloop.
■ De vruchten waren een weinig grootèr dan de gemeens
bier te Lande, minder vrang, en wat beter van/maak:
■ Het zap van de bladeren met een weinig water gevreven,
en uitgeperft, gevenze- ookbinnens lyfs te drinken, om den
brand van de koortzen-te verminderen.
■ Inde Landen, daar deze boomkens veel zyn , plagt men
deze bladeren in water gevreven te gebruiken, om daar
mede de doóde liebaamen te wajfen.
Op Timor, en andere plaatzen beeft men tweederleiV i-
dara, de eerfte en grooéfte is zoet, de tweede is kleinder
en vrang, gelyk de Amboïnfebe, beide groeiende aan
middelbare hoornen, gelyk Lemoen-boomen, en 'die krom
van ftam zyn.'
- Nog 'beeft men op Java een zoorte, die men aldaar Vi-
dara rxstinoèmt, meeft in 't wild, enomtrent het ftrand'
èroeyende, doch -weinig vruchten dragende , en welkers
bladeren van onderen witter zyn, dan,van de gemeene,
werdende voor de befte gehouden de gene, die op Malacca
' wajfen, de dikke wortelen, worden veel gezogt tot de
Medicyne, want ze hebben een merkelyke bitteweit, zo
dat menze voor flangen-bout zoude achten of aanzien, dog
met een zamentrekking, de Vidara eigen. Zy werden
veel gevreven, en ingenomen, om den brand van de koortr
Ze te verminderen, de mage'te f t erken, en bet galacbtigs
braaken te beletten:
- Op de gemene Vidara bare bladeren werden in zommi-
ge jdren en meeft in February diergelyke doodshoofden gevonden,
als bier boven, Cap. 33. van de Granaten ü
gezegt.
EXPL I- u r r -