CAPUT VIGESiMUM SEPTIMUM.
Soccus Lanofus : Siccus Capas.
S' Oçgüs arbor ex affinitate quoque eft duarum pror
xime àntècedèntium arborum, qünmvjs folia maxime
différant, liane autem inter fefe affinitatem
in eo éërunt, quod’ Çôpiôfiim dent lac gl'utinofum >•
frudusque fine floribus p roger mi n en t , éorùmque cortices
angülpfis obfeili fint apiculis & caneëllis: Tria
eençralia hiïce in infulis habemus genera, Socctarboris,
p tm ô Sàifèus Capas bçcurrit, quæ pilofam, led. edu-
lem dat carnem;, fine, vel paucis repletam nucleis,ie-
cundo Soccus Bidji Vel Kullur, quæ" plurimos gerit
nucieos, tertio filveftris fpecies, quas omnes lingulas
cum fubdivifionibus, peculiaribùs deferibemus ca-
pitibus.
’ Soccus Capas eft arbor aîtitudiriem Nucis Mofcha-
tæ attingens , paucis fed extends & incurvis ramis,
foiiatiirà laxa ac r,ara,‘ ira ut.ûbique per eam perfpi-
cër.e poflîmus ; folia enim craffis curtisque infident
pedolis, fex feptemve tantum'ad rami éxtremiim con-
umdta&ardte nexalunt, forma rofæ feumajorisfloris,
quumque rami plerumque ad extremum lint elevati,
brachia référant majoris lampadis : Folia ipfa funt am-
pliflîma, firma, ac infra obîefla craffo protubérante
ne.rvo , duas circiter fpithamas lû n g a p a u lo minus
lata , abutrisque oris in quatuor vel quinque profun-
d'as incifiones diffedta, QuercUs folia admilantia; lingula
vero lacinia acuta eft , craflamque albani gerit
coftam in longitudinalem definentem nervum , quæ
fi attingantur non funt-feabra fed glabra , . uti tales
quoque funt petioli ramorumque extremitates, quæ
àd fummurti longam quafi gerunt prpboflidem e xv i-
ridibüs cônftrudtam foliolis , quæ fi deddunt, inftar
patellæ fonitum edunc , albumque tenax & gLutino-
fiirn exftillant la c , fi vulnerentur, uti-tota'qübque arbor
&truncus taie emittit,fauciata fifuerit,Jaç;,quod
tam firmiter manibus adhæret ,u t vix'ablui poffit. Inter
fuprema folia longus. & rotupdus pfbpullulat jujus
pollicem circiter craffus, mànum long'jlsfléx i-
lîs mollis,ac lanuginofus ,Typhæciavumomninore-
ferenS : poft hune , (fed inter folia quoque) éxcrefçit
fradtus, forma majOris^Cordis, feu parvi Düripnis,fu-
pqrius ex rotundo oblûngüsf,Infan tis caput adæquans
masnitudinë: Ejus cortex feu;!çeUiculà eft crafla, vi-,
tidis * & itbique quadragoms'vel hexâgbnis apicibus
feu verruculis oblelfa, inftar politorum. adamantum,
nulle tamen modo pungentibus , paulo^majonbus mà-
, pisque æqualibus quam in DuriOnibus,'èlèvàtîoribüs
tamen quam m Nanca. ' Quo politiorë?, & hùmiliores
hæ -fine verruculæ, eo minores gerieffuftjis nu.cje.6s,
cbpiofiorëmque medullâm, quæ gluembfa. ;.q.upqiïé:'eft. *
Frudtiis internus lanyigiriofam, feu pilblam'ge'rit.ca'r^
nem 'æmülàntem pellis"' oviriæ villos,'qüæ ficcibr eft
carne Nancoe, & portici finniter uieÇUtur.^veLipfum
: format GOrticem ;.in centrü. illa-cft t a i o r , ah mr-
vam conftituit cavitatem fine nucleis vel ltilo illo
loneitudinali, except©, in uniça, fpeciei;, 'quæ. paucos
tantum gprit nucieos4, ’ hicque fructus non valet cru-
dus fi comedaEur , fed „toftiis vel. alio præparatus
m«do-- Si enim exterior.cortex feu pellis abfciffa ;fue-
rit caro quoque tupipilofa dilïecacur, & cum jure car-
nium coquitur vel affatür, uti noftrates Brafîicam præ-
narant tumque fere-uti Ginâræ capita fapit-. Amboinem
les carnem hanc quoque coquunt cum Calappæ lym-
Dha pr.æferunt tanïèn c-arbbnibus a ffa tam donee exterior^
combufta fit pellis feu c o r te x , dein medullâm
in partes diffecânt, atqüecùrn Calappæ tafte comedunt.
h- Quidam etiamfrigüntnn lartagine pro placentîs, vel
in olëo to rren t, aliique, uti Sumatrenfes, hanc ex-
ficcant’ medullâm & Çônfervant, eamquë lpco pànis ad
aïios 'âdhibent cibbs ï Arbofis cortex eft dnefeüà vel
ferc.albus, fique incidatuf '•..glutinofum exftillac lac :
Interius lignum flavefci't. in yetuftioribus vero truncis
interne lüteum , lève,S'füngbfum e ft, nec facilepoliri
poteft quamvis ad opus quoddam mechanicum adhi-
beatur’: Si rami amputentur, lac illud ex cortice tantum
deftillat, ex ligno vero aquofus proflûit humor ; radices
funt paucæ,fed craffæ, neque profuride terræ in-
figuntur, unde & hæ arbores non admodum tuto vel
firmiter funt locatæ, fin tempeftas oboriatur.
, Am i
XXVII. H O O F D S T U K. ’
Katoen Soccus-Boom. -
D£ Soccus-Boom is nog al mede uit het maagfebap
.van de twee jongfi voorgaande hoornen, hoewel de
[ bladeren een zeer groot verjcbil daar omtrent ver-
toónen y maar deze gemeenjehap bebbenze egter met malkander
, oni ddtze Vol kleverige melk zyn, de vrugten zonder
bloeyzel voortkomen , en haar.e fcbillen mede met hoekige
ruitjes en pukeltjes zyn bezet. Wy hebben, drie booftgefiag-
ten van den Soccus-boom in deze Kylanden aangemerkt,
te voeeten voor eerjl Soccus Capas, dewelke een bairig en
eetbaar merg, 'zonder, of met weinige korrels in heeft i ten
tweeden SoccUs Bidji, ,‘af Kullur, die Vól korrels is : en
ten derden de wilde zoorte, alle'dewelke wy ,yjder h-tet haar
onderling, onderfebeit in haare byzondere Cap. zullen be-
fchryven.
De Soccus Capas is een boom hebbende de hoogte van
een Noote-mufcate-boom, mei, weinige en wyt uitgejpreide
[Kromme takken, ook met een ydel loof:5 zofdat men over al
daar door béenen kan zien; Want de bladeren jbflan,op kórte
dikke fteelen, maar zes a zeven by malkander en $ en dat
aan de uiterjle takken, digt agter een., in de- gedaante wan
een rooze,, of groote bloeme, en dewyl de takken, geitmenelyk
met bare voórfte eynden een weinig opwaarts geboogen zyn,
zo gèlykenze wel na de pype van een groote lompe ;'de bladeren
zyn zeer groot ,' f iy f i en doortrokken met een dikke
zenuwe, dié beneden zeer uitbuilt, omtrent twee fpfmnen
hnk ,,, én wat minder breet, aan weerzyden in,, vier, a vyf f rdóté Jnippelen gedee.lt, met diepe keepen onderjebeiden,
ykans 'gelyk de eyke‘-,bladeren.dog yder fnippeLeyndigt
fpiis tóe. 3 en beeft eén dikke witte ribbe, na de middel-ze-
nuwp foelóopende yin ’t aantajlen niet ruig maarglaty gelyk
ook zodanig zyn baar.e fteelpn en voorfte takken, die aan 't
eynde een lange fnüyt hebben, van groene bladeren gemaakt
, in ’.t. afvallpn rammelenze als bortjes ', en over al
komter een witte, taaye 1 en kleverige melk uit , te weten als
menze .quetjl; gelyk mede de gebeete. boom èn fcborffèzoda-
'nigen mélk ‘uitgeeft: en die,ook zo vafi Q^nkleefty dat menie
qüalyk.van de banden kon af krygen-: tujfchen de, voor-
j i é bladeren komt een, langden ronden fleert- u it, 'omtrent
een duim. dik , en een bant lanky.^igzadmti Mgt y en wol-
qgtig. 'in ’t aantajlen;, i'eenemaal gelyk .lifck-dpAden, o/
Typha iagter dezelve,.(dogmede tujfcben'. 'de bladeren) wojl
devvriigt m de gedaante van .een.groot , h e r to f een kleine
Durioen,?;:boor aan ititden: ronden wat, toejmallende, of
fmdl, toelopende, en dé grootte-,hebbende: van een. kints: hooft:
dejfchil is dik, groen , en, over al met; vyjhvfi zês^ hoekige
pukèlfjes óf wratjes b e z e tme.de ajs gejleepë, 'diamanten,
dógrgantfcb niet Jleekende ■, watjgrooter- en, vlakker, ■ danpan
dé- Durioenen, dog. verbevender dan, aan \ de Manca.. Hoe
gladder, en lager -déze wratten zyn,.. hoe, pinder. kónels , en
meêrdeéjtnerg datze. beeft" ^iyjide 'tzelve kleverig in 't aantaken;
de vrugt van binnen beeft een wolagtig of bairig
Vlees , gelykende de vlokken van een fcbaaps-vel, wat dr.oo-
ger don.datrvan, de Nanca j-era aqn cle jcborjjé vaft hangende,
of4 ygèntlyk de fcborffeuitrnaakènde (tegéiïs of^in bet
midden is bet wat los, en maakt een kleine Jjolligheit, zonder
doorgaande Jleel öf kWrelS. pbebalvéri' in een zoorte, die
maar weinige korrels beeft; en deze vrugt deugt*niet om
rccauw. te.eeten, maai wel gebraden-, 'ópap-een andere manier
toebereit: want wanneer de buitenjjb fchdalpffcbeUe
daar van afgefneden is , danfnyt men oókdpi'hafrige plees
aanflükken,en kookt offtoófipain:vl^-^p_,ygétykdP9^
de kool 'doen , en dan Jniaakt bét by na lals artisjokken ; de
Amboineezen kooken bet ook. met Calappus-melk, dog lièffl
hcbbenzehkp de kooien gebraden,' tot dat de bmterijièfchorffe
verbrant, daar na fjiydeiyze ’t merg aan flukken, en epten
bét'met [gèm. Calappus-melk.
[Spmmgè bakken het' mede in olye tot koeken, 'en andere ,
gelyk dié van Sumatrd, droegen dit inerg enpepjig/ren, bet,
op, als broöt tot bun j f yze te nuttigen;^ ‘fcbo(ffe. van de
boomïs ligi-grdaim of by kans, wit, en, als men-daar in
kapt,--een kleverige melk uitgevende. Het binnenjle bout is
geelagtig, dog In de oude.ftanmen hooggeel yligt , voos , en
laat zig niet wel glat werken, hoewel bet nog al tot eenig
timmerwerk wert gebruikt'; als men de takken af kapt, zo
loopt de melk alleen uit de feborffe, maar uit bet bout loopt
niet anders als een wateragtig zap; de wortelen zyn weinig
, dog dik, en gaan niet diep 'in de aarde, maar leggen
mee f t bloot, weshalven ook deze boomen geen groote vajïig-
heit bobben, als 'er fterke of harde winden waayen.
Sayzoea
A M B O I N S C H /. Jinck.. XXVII. Hoofdß. E K R U Y D B O E K.
Am i tempus. Non certum obfervant anni tempus,
& plerumque per eotummaturefeunt annum , quamvis
non adeo lint frugiferas lue arbores. ac fubfequens gra-
nulofa: Per nucieos propagari non poffunt, led racli-
cibus, qucE fupra terram eminent, nine inde incifio-
nes fieri debent, ex quibus- novi progerminant fur-
cöli qui cum radicis parte amputandi & traniplan-
tandifunt: Atque.hinc fit quod hsec fpecies tarn raro
occurrat, & quod incolse .pfseferant nucieos fecunda?
fubfequentis fpeciei,.quimeliores funt ,ad famelicum
eorum ventrem Teplendum: Malaicenfes vero^. Ma-
cäffarenfes, noftraque natiö hanc fine nucleis pr*fe-
runt fpeciem: Primi >duo populi hanc eligunt, quum
toftam potius edant medullam, & noftrates, qui ar-
tem cuunariam melius notunt, quö.d medullam melius
prsparare poffunt codtione. vel friftione: DjCta
Soccus. arbor aliquas etiam habet yarietates, prima
nempe Ipecies commune & vulgare e ft, ut ita.dicam,
genus, ut & illa, quam ftatim deferipfimus, qu^que
nullos gerit nuejeos , & SoccuS Capas proprie voca-
tur: Altera fpecies eft Soccum Batu, Ämboinenfibus
Sme & Soun Habatu di&a,a pracedente non multum
diverfa, excepto quod in hac pauci fub medulla in-,
veniantur nuclei, utraque edulis & cibis inferviens,
nuclei enim torrentur, atque medulla interiorque cor-
ticis pars coquitur ,-o hujusque .ac prscedentis funt.
S.oGßi', qui in Banda Soccun Radia dicuntur, qui plu-
rimum in Pulo-ay crefcunt, qur fruCtus funt oblongi,
ac plerumque fine n u c l e i s v e l quidam duobus tri-
busve tantum gaudent. Tertia fpecies eft parvus Soc--
cus, cujus urnicam tantum vidi arborem inHitoe pro-
pepagumSenalo, .qusequq altiorem majoremque gere-
bat truncum quam vulgaris Soccus Capas:. folia, autem
conveniebant, fed glabriora erant: FruClus ejus erat
parvus & rotqndus, plurimis intus, repletus parvis nucleis
, qui tofti etiam- comedi poffunt, fed cortex
non edmis eft: vjdebantur autem Hituenfes hanc non
bene no^vilfe"arb.br§m,.i.t.a ut incertum f i t , an ex.^ogeo
Capas, an vero e x Socco Bidji progermihaverit: Hi-
tfenfesrqam yocabanc Kahatt: ad' hoc 'quoque'. genus
peftinfetooetttf Tellur, qüarxhiüfala l>ainineErjnveni-
tur cujus frudtus eft itidem parvus & rotundus, ex-
teriorque cortex variegatus luteis" ac fufeis maculis,
interior, vero caro eft lutea , inter quam, pluriml
parvi 'locatrTunt nuclei1:' Cäfo hsec apta cibb , uti.
quoque .nuclei' ,t hujusque tantum una alterave arbor
iiivenitur in Banda , ubi quidam hanc Soccum. Maas,
Soccum Biffang, Sera Wßkki nominant. In Damma funt
filveftres, floccique illas pendent, funtque alt® arbo-
res, föha gere'ntes rugofa, unde & forte melius per-
tinentrad:roecies'Socci Bidji, quse in fubfequente- de-
feribühtur capite. " f '
Nomen. Latine Soccus Lanofus: Malaice folummodo
Soccun, & Soccum Capas aJanuginofa. carne, qu® Gofly-
pium r e fe r t, quod a Malaicenfibus Capas vocatur:
Teraatice Gp^o , Macaffariee -Bakar, Amboiniee Soun &
Sune, in Banda Soccun Radja , in Baleya de Java
Soccun.
Locus. In Occidentalibus In.di® partibus fructus hic
eft incognitös, ac primum invpnitur in Oriefltali Su-
matr® parte, in Java, circa Bantam, uti quoque in
baleya, & Madura, quamvis ubique raro,frequentius
in Celebe: in Amboina ac Orientalibus infulis non a-
b.unde,acplurimum inhortis plantatur h®c arbor: e-
contra granulpfa hic frequentior eft quam, in Occi ■
dentalihus infulis.
Ufas & Natura. Frudbus hie natur® eft ficcio.ris,
quamullüs ex antecedentibus ; cum' pauco vel fere
nüllo mixtus calpre: Solidum quoque ac copiofiim
dat nutrimentum, quo cito ftomachus fatiatur, unde
optime laboriofis convenit hominibus: lis etiam con-
ducit, qui laxum habent ventrem, modice enim pb-
ftipat.; ac multo melius dat nutrimentum noftro
prsparatum modo, fi nempe jure carnium pingui fit
incodtus vclifrjdtus , quam Amboinico, tpftus more.
Cinis combuftorum foliorum cum pauco Caljpp® oleo
& Curcuma mixtus illinitur & ufurpatur contra Go-,
muto Mengate; qu® eft ficca & calida cutis rubedo,
inftar Herpetis proferpens: Lac ex trunco exftillans
in Vifcum pr®parari poteft, fi cum Calapp® lympha
ebulhatur , ac quibusdam circumvplvitur & obducitur
bacellis, quibus avicul® infideptes firmiter iis; infident
& adh®rent. Si lac hoc v.eiirnus colligere, una tan-
tutn in trunco incifio. fieri deb et, tum, enim copio-
’ ........ ■ ' I f «
Hl
. Sayzpen. Zy houden geen regt zayzoen, en men vintze
meeft bet gebßele jaar dpor, boewelze in lange zo vrugtbaar
niet zyn , als dp volgende korrel fragende; men kanze ook
niet van. de korrels voortplanten ,maar moet inde wortelen,
die, bove-n de aarde uitfteeken, hier en daar keepen kappen,
daar dan nieuwe fcheutj es uit voortkomen, en dewelke men,
met een (luk van de wortel af kappen, en alzo verplanten
kan; en bier door komt bet pok dat men deze zoorte over al
zo weinig vtnt, als mede om dat de Inlanders meer houden
van de korrels uit bet tweede, geflagt, als zynde bequanier
om, baren hongerigen buik mede te vullen; maar de Maleyers,
Macajfaren, en onze natie houden meer van dit geflagt zon*,
der korrelen ; de twee eerftgenoem.de natiën, om datze liever
het gebradene merg eeten, ende de onze (als de koofckonft
beter verftaandej om datze bet merg beiter komen toéberei-.
den .dóór kookèn en ftopven: de gern,. Soccum-boom beeft ook
nog eenigp veranderingen; namentlyk de eerfte zoort is bet
gemeene en eerfte geflagt, midsgaders degene, die wy zo even
bef ebt even hebben, en dewelke gants gene korrels en beeft,
eygentlyk Soccun Capas genaamt werdende: de tweede
zoort is Soccum Batu, by de Amboineezen Sune-en Soim
Hahatu genaamt, ,van bet voorige geflagt niet veel vet-
fcbillende , beb.alven dat men daar in een weinig korrels, on*
der 't merg vint, beide eetbaar, en tot flpyze dienende, want
de korrels, braat men, en het merg als mede bet binnenjle
uit de fcbel kookt men, en van deze, of wel de voorgaande
zoörte zynde Soccfiiis, die men in Banda Soccun Radia
noemt, dewelke meeft op Pulo-ay wajfen, zynde wat lang*
werpig,.en doorgaans zonder korrels, of zommige met maar
twee a drie: bet derde geflagt is de kleine Soccun, waar
van ik maar een eenige boom op Hitoe, by de Negory Se-
nalo , gezien bebbe, en dewelke veel booger en grooter van
ftam was dan de gemeene Soccun Capas; dog van bladeren
dezelve gelyk, en ook alzo glat; de vrugt was klein en
meeft ront, vanbinnen vol kleine, korrels, die men ook ge-
braaden eeten kan, maar dé'feborffe geenzints, en 't febeen
dat dp Hitueezen bem niet w d kepden, ZO dat bet nog-onzeer
'RerU yof by van Soccun Capas »dan gf van,Spomn Bidj'i
voortkomt; werdende ‘by de Hituéèzen Kahali genaamt,
en onder dit géflagc behoort mede de~fipccum T e l o o r , dewelke
men op 't Éylant Ddmmk -vint, zynde klein en ront,
de buitenfte fcbel bezet metgeele en bruine.plekken, .envan
binnen hebbende een geel vlees ', midsgaders veel kleine koi\r
reis daar'tüjfében;bet vlees is bequadm om te eet én, 'gelyk
mede de korrels; en men vint 'er maar een a twee boomen
van in Banda, alwaarze zommige paß-Soccun Maas, Soccun
Pifïang, e» Sero ppemen : pp Damme wajfenze
in 't wilt, en werden weinig gedgt, zynde hongè kammen
met ruige bladeren, en daarom miJTcbien beter te rekenen
onder ae geplagten van SöCcun B id ji, déwelke in 't
volgende kapittel befebreven voorden.............
Naam. In 'tLatynSoccus Lanofus: op Mateyts allenelyk
Soccun , en Soccun Capas, van baar wolagtig. vlees, gelykende
wel -wat na bet kattoen, dat by de Maleyers Capas
wert genaamt; op Ternaats Gomo; Macaffars Bakar•
Amboins Söuri, en Sune; Bandaas Soccun Radja, Baleis
en Javaans, Soccun.
Plaats. In de weftelyke deelen van Indien is deze vrugt
onbekent, én men vintze eer f t op de ooft-zyde van Sumatra,
op Java , omtrent Bantam, als mede op Baley, en Madura,
boewel over al weinig, dog meer op Celebes: in Amboina,
en de oofterze Eylanden mede niet veel, en wel meeft in de
boven geplant: daar en tegen zyn de korrel-dragende alhier
overvloediger dan in de weftelyke Eylanden.
. Gebruik en Aart. Deze vrugt is veel drooger van aart,
dan eenige van de voorgaande, met gene of maar wéinige
bitte vermengt; zy geeft ook een vaft en fterk voetzel, daar
men baaft van verzadigt wert, en dierbalven pajlze beft
voor arbeytzame menfeben; zy is mede de gene gezont, die
een weeke buik hebben , want zy ftopt maielyk, en geeft.
Veel beter voetzel op onze manier, met goet vet zop geftooft
en toebereit zynde , dan op de Amboinfcbe wyze gebraadeni
d f af eb van de gebrande bladeren, met een weinig Calap-,
pus-ólye en Curcuma gemengt, wert gefmeert of-gebruikt
op Gomutö Mengate, 't welk is een drooge en beete op-
dragtiehèit des buits , voortkruipende als een Herpes;
de melk, die uit den, ftam vloeit, kan men mede toebereiden;
tot vogel-lym, als menze met Calappus-melk opkookt, en om
eenige Jtokjes rolt, daar de vogel f können opzitten, en die
dan daar ook fiP’P: Vdft blyven: als men deze .melk vergaderen
wil, zo moet men niet meer als eenen kap in den ftam
doen, want als dan looptze daar veel rykelyker uit dan als