faspe etiam Elephantorum pabulp inferviunt. Ex nu-
cis cortice contufo ac colbgato e®mentarii penicilla
tedloria eonficiunt, quibus rouros candidos reddunt,
& quamvis deteriora fint illis, qu® ex feds porcinis
prseparantur, praeferunt tamen Indorum mores ac pr®-
parationes, quae edam ex pilis nigris arboris Gornuto,
atque meliores conficiuntur: Cortex enim Nucis Ca-
lappae muros facit quodammodo rubentes. Reticulum
jlmd Rilnut didtum, de quo capite prime fuit adtum,
inter ramorum prtus difperfum cribro infervit, ut
crafliores partes a tenuidribus feparentur, ac prasci-
pue conducit farina: Zagou arboris.- Rami autem vin-
des ad feftivos arcus erieendos adhibentur ,quiin®di-
bus aut ante fores, ubi iponfalia vel alias public* ce*
remoni® ac convivia celebrantur, locantur, hi turn
undique cinguntur variis florum cploribus, Adiantho
volubili, Mufcis & fimilibus. Si porro incol® donum
aliquodMagnativelint offerre ^ five illud fit ex amma-
lium, aut frudtuum genere, femper Calappi arboris
ramis ornari debet, quod tamquam pacis & amiciti®
fignum habetur, uti aliis in locis hoc ex vera Palma
coenofcitur. In India occidentali non tam alte excre-
feunt Cocci', quam in Oriental), nec altiores funt
vieinti aut viginti quinque pedibus ; ibi etiam Galli
Anthillarum infuiarum incol® admodum lympham
Nucis Calapp® extollunt ad faciei cutim candidam ac
puram reddendam,fi lavent hoc liquore, dum recens
e x arbpre fuerit colledtus. . - _ .
Exterius hujus arboris lignum ®dificatorio ac icri-
niario operi ineptum eft,quum ejus fubftantia fitin®-
qualis , ac nimis fibrofa, intellexi tamen Cinghalen-
fes ex ligno vetuftifiimi trunci aflerculos formare, ex
quibus ciftulas conficiunt, quas nomnt ita polire , ut
per nigras ac flavas venas inftar marmoris, feu mar-
more? appareant, fimiles quoque ex arbore Lantaro
feu Jagerbom fabricant.
Maldivenfium autem infuiarum incol®, uti prseter
alios quoque teftatur Francifcus Pyrardus, qui illas
inhabitavit, ex hocce ligno navigia tam parva,quam
majoris molis norunt conftruere fine ullo clavo fer-
reo fed folummodo per fihras ex Cairo confedtas con-
nexa quorum Mali, v ela , & funes ex eadem conftru-
A a funt arbore, itautMaldivenfes non tantum navem,
fed omnia ejus requifita, ex una fabricent arbore, in-
fuperque earn onerent ejusdemfrudfcibus ®que merca-
tur® quam viftui infervientibus. Tali navi alias petunt
Indi® regiones, quod, quantum novi, in nullo alio Indi®
loco eft in ufu. Fungofa autem trunci medulla, fi per
annum terr® committatur, putrefeit, atque optimum
dat fimum ad hortorum areas pr®parandas ac fertiles
reddendas. Talibus in regionibus, in quibus lignum
jedificadoni aptum deeft , uti in Malabara, Zeylana,
& Banda, ex ejus ligno poftes, pali, ac tigilla con-
ftruuntur pro vulgi ®aibus, ut & pro vail is. clauftrorum,
fundis ®dificiorum, fepium &e. In hifee vero infuhs
Moluccis- in tales fines non adhibetur, vel quia lignum
non adeo. eft durabile, quam illud Indoftan* arboris
, vel quia meliora rigna habent.
. Ramificationes cum foliis virides a decern ad viginti
fib.i invicem unp ordine jmidt® illud mirabile confti-
tuunt rete , quod in Banda Sokkey vocatur, & quo
certa pifeium fpecies ftupida capitur, qu* femper re-
trorfum atque ad litus renatat, fi per xommo.ta in
aqua folia terreantur, quamvis fub hoc Tete lpatium
quoddam ad fefe abfeondendas & aufugiendas re-
manet, unde & hie lufus femper'in piano & ®quali
littore exercendus eft. , r H | r , .
Ad pannos atro colove obducendos lcqbem Lalaparboris
adhibent, aqua infufam, & primum com-
mixtam cum deferipto Syrupo Calappi, quam mixtu-
ram aliquot per dies in Sole maeerant, unde atram
acquirunt tinfturam, in qua pannos modo ebulliunt,
turn atro hi colore imbuti funt.
Calappus h®c arbor alia infuper pr®bet commoda,
minoris tamen momenta, qu® hla dat, e quibus linteo-
ja aefaeci texuntur, medius vero foliorum nervus
acus & aciculas exhibet. . . . _
Ut nunc etiam aliquid de viribus medicatis Qlp, Ca-
lappi dicam, hoc recens interne adhibetur vel lolum
/ v el cum Tamarindis mixtum ad alvum leniter lubri-
eandam , plurimum tamen a Malabaris , atque all is
Indoftanis populis, fed a Malaicejifibus, & Europ®is,
raro aut v ix umquam interne afiumitur, nifi in turn.
Medici
ge bom-bajlen gemaakt-. Altemets dient bet uitfpruüfel of
jonge blad ook tot voedfel voor de Elepbanten: uit de geklopte
en t'zamen gebondene bolfler maken de metfelaars bare
voitquaften, om bet moervoerk daar mede te witten, en
hoewel die veel Jlegter zyn , dan andere, van verkens- ■
borjiels gemaakt, zoo voüfe evenwel dat moorfe gej'puis
liever hebben, boewel menze nog beter maakt van de/war-
te bairen des booms Gomuto, want de Calappus bolfter
verwt de mueren wat rood: bet netje Runut, waar van
Capittel i. is gefproken, tujjcben den oorfpronk der takken
leggende , dient tot zeevenom alderbande grof goet daar
door te kiemen , en is inzonderbeit noodig by het maken
van Zagu-meel. Uit de groene takken maakt men feeft-
boögen,voor of in de buizen, daar een bruiloft, of andere
publike maaltyt zal gehouden werden, welke boogen als
dan behangen werden met veelderbandebloemen,beefterag-
tig Mofcb, Adianthum volubile, en diergelyke. Voorts
als de Inlanders eenig gefebenk aan ymand willen brengen,
't zy van gedierten, ofte vrugten des lants, zoo moet bet
met Calappus-tdkken befteken, ofte behangen zyn, als zyn-
de een teeken van vreede en vrientjebap, gelyk men elders
met den regten Palma doet. In Weji-fndien wajj'en de Co-
cos-boomen zoo boog niet hl.r de Ooft-Indifcbe, te weten;
niet boven 20. a 25. voeten boog: aldaar pryzen de France
bezitters van de Antillifcbe Eylanden bet water van de
Calappus-noote, om de buid van 't aangezigte zuiver, en
klaar te maken, als men daar mede de zelve waf ebt, zoo
vers, als bet van den boom komt.
Het buitenjie bout van’den ftam is tot timmer-, en
febrynwerk onbequaam, wegens zyne ruige, en grofdra-
dige fubjlantie, boewel ik verftaa, dat de Singaïefen uit
dit bout, van de geheel oude jlammen, eenige plankies,
en kutjes weten te maken, en zoodanig te polyfben, datze
wegens de fwarte en geele aderen fraay gemarmert feby-
nen, diergelyke zy ook van den Lontar of Jagerboom zouden
maken.
Maar de Inwoonders van deMaldivifcbe Eylanden, gelyk
ook onder anderen Francifcus Pyrardus fce£uigï, die
daar gewoont beeft, weten uit dit bout kleene en groote
vaartuigen te maken, zonder een yzere nagel, alleenlyk
dezelve met de koorden van Cairo t’zamen bindende', maften,
zeilen, en touwen van den zelven boom nemende', zoo
dat den Maldiver niet alleen zynfcbip met bet gebeele ge-
reetfebap van een, en den zelfden boom timmert, maar by
laad het met de vrugten van den zelven boom ook a f, zoo
tot koopmanfebap als tot viftualie dienende: waar mede
by dan naar andere gewejlen van Indien vaart, ’t welk
men mynes wetens in geen andere plaatfen van Indien ziet.
Het vooie merg uit den ftam zoo 't of der aarden legt, rot
binnen een jaar, en geeft goede meft, om de bedden in de
tbuinen daar mede te meften , of vet en vrugtbaav te manken.
In zoodanige landen,daar bet bouw-bout niet veel te
krygen is , gelyk op Malabaar , Ceylon, -en in de Provincie
Banda , maakt men poften ,fparren, en latten tot de
gevteene buizen van dit bout, als mede pallifaden tot for-
tre-fjm; onderleggers tot heiningen, ofte paggers: dog in
deze Molukke Eylanden werd bet daar toe met gebezigt,
of om dat bet zoo. durabel niet en is , als bet Indoftanfcbe.,
ofte oni datze met beter bouw-bouten verzien zyn.
De groene takken mei baar bladeren, 10. a 20. in een
rye aan malkander gebonden, maken dat wonderlyke net,
’t welk men in Banda Sokkey noemt, en waar mede men
zekere domme viffeben vangt, dewelke, door de drillende
bladeren in ’t water fchouw gemaakt zynde, altyt agter-
waarts, en naar bet land retireren, boewel onder de bladeren
ruimte genoeg is om te ontvlieden, dog ditfpel moet
altyt op vlakke, en 'effene ftramden gefebieden. ■
Om bet linnen [wart te verwen, neemt men zaagzel
van Calappus-hout, doet bet in water, en vermengd bet
met vaorfchreve Calappus-Syroop, en laat het eenige dagen
in de Zonne ftaan , zoo hebt gy een fwarte verwe,
waar in men bet linnen ftegts opkoken moet.
Men beeft nog eenige meerdere nuttigbeden van den Ca-
lappus-bom, dog van minder belang , als draden, om grof
linnen daar van te weven, en zakken daar van te maken,
alsmede naalden en Jpelden uit de middel-rib der bladeren.
Om nu ook iets van de medicinale kragten des Calappus-
olye te zeggen, zoo wort de zelve, vers zynde, binnens-
lyfs. ingenmen, of alleen, of met Tamarinde gemengd,
om den buik zagtelyk te zuiveren, dog meeft by de Malla-
baren, en eendere Indoftanfe volkeren; maar by de Ma-
leyers , ende.Europianen wort dezelve zelden of Jcider nimmermeer
Medici Portugalli illud cum Syrupo Violarum ad tufiim
præfcribunt, ut & contra Afthma; oleum hoc étiam
nutriens admodum habetur, quo corpus pinguefeit,
ac fernen in viris augetur: Verum quotidian us ejus
uliis mihi fulpettus admodum e f t , quod tetrum &
aduftum dat fanguinem, atque intellina nimis lu-*
bricat, unde in omnibus alvi fluxibus prohibendum:
Externe melius ulurpaturadh®morrhoides. illiniendas
oleo Perlkarum mixtum: folum ac calidum etiam
i.iungitur artibus dolentibus, lumbis ac genubus.
In Indica paralytica affeftione Beri-Bcri dicta, hoc,
cum aliquotguttis Olei CaryophyUorummixt\xm,i\lmi\int
partes paraly ticas, qu® tam diu fricantur, donee oleum
in illas penetraverit; defedtu autem Olei Caryopbyllo-
rum, quod raro deftillatur, Garyopbyllos ipfos inco-
quunt hoc- o leo, f®pe etiam addunt oleum te r r * , .atque
exprelfumNucum Calapp arum Oleum; hoc illiniun-
tur etiam artus Podagra ac Chiragra affefti, fed folum,
ac fine ullo calido oleo, exprelTum hoc oleum adiftas
optime ufurpari poteftaffedtiones. Codtum vero oleum
etiam adhibetur ad mitigandos dolores in yanölis, &
ad pus cito generandum, fi leniter hocce illiniantur,
quamvis alii Santar, feu liquorem ilium limpi^um pr®-
ferant. Vulgo putant Oleum Calappi elfe demplcens
atque emolliens, quod tamen examine aliasapparebit,
in initio partes illinitas videtur quidem emollire, po-
ftea vero eas licciores reddit, quam antea füerant,
hinc oleo huic nulla nifi vis lubrica tribuenda eft inter
frigus ac calörem temperata, oleum vetus non nifi
lampadibus, & armis illiniendis adhibendum e ft; fe-
nes amant frigidos ac rigidos fuos artus, ut emol-
liantur, hocce illinire o le o , ac Chirurgi noftrates
mifeent etiam unguentis omnibus, in quibus alias
Oleum Olivarum requiritur, ita ut hoc oleum tam
folum, quam aliis mixtum medicamentis incolis quo-
tidi ano fit in ufu ad friCandum ac liniendum corpus,
quod ipfis non tantum conducit fanitati, fed etiam ad
artusagiles ac mobiles fervandos. Julius Scalig. -Exerc.
158. dyi. 2. Cardamm corrigens deferibentem Tehga,
feu Cocum Indicam, ipfe videtur per Varto/mani, alio*
rumque Hispanorum vel Portugalldrum icripta er-
ra r e , quum attribuat qu®dam Tenge feu Calappo,
qu® Lontaro feu Jager-boom magis competere viden-
tur. -
In Horto Malabarico fub finem primi capitis qliinde-
cim virtutes hujus arboris médicinales notantur, qu®
quum hie extra ufum funt, omitto, exceptas tribus
fubfequentibus, qu® incolis noftrisnot® funt.
Radices in aqua decoétæ febricitantibus propinan-
tur, ut & dyfenteria laborantibus, qu® ex acrimonia &
calore fanguinis oriuntur.
Julus recens, feu Racemus fiorifer ex fpatha exemtus,
ac cum faccharo rubro Lontari manducatus, & ejus
fuccus deghititus Dyfuriam curat, ac virulentam Go-
norrhææ midtionem.
Ut Oleum Calappi hæmorrhoidibus inundbum cum
fucceflu ufurpetur, femi-cyathus hujus recentis bi-
bendus eft, ut alvus leniter fubducatur, qu® pluri-
mum hac in affedtione fimul indurata eft.
Recente nuce Calappa fub cinere feu carbonibus leniter
tofta, atque iterum frigefadta, vel per nodtem
rori expofita, turn ejus liquor cum fucceflu propi-
natur in omnibus morbis calidis, uti in febribus ar-
dentibus ac dyfenteria calida: hunc in finem prima
Calappi fpecies .eligitur , qu® alba ac viridis dici-
tu r , cortex autem. ejus nec nimium deradatur, ne
toftione liquor ejus rumo inficiatur.
Lympha Towak didta adhibetur, ut médicinales ra-
dices & herb® huic incoquantur, qu® earum virtutes
melius extrahit, quam aqua vulgaris.
Tenera, atque alba Calappi radix ufurpari poteft
pro mafticatorio, defedtu Pinang®, fi calce acSiri mi-
fceatur, ac manducetur.
Calappites, Belgis Caîappus-Steen, Malaicenfibus Me-
ftica Calappa , albus eft lapillus inftar marmoris feu
Silicis a lb i, durus , planus, ac glaber, cujus puta-
veram alio loco inter lapides ac mineras deferiptio-
nemdedifle, quum vero in Calappa nuce inveniatur,
ac lollicitus lim , opus illud à me forte non abfo-
lutum
mereneer Unnens-lyfs gebruikt, als in de'boeft. De Portu-
geefe Medicyns gevenfe obk in , inet Syfoop van Violen ■,
tegens den. hoeft, en engborftigbeit; men bout bet anders
voor een Voëtzaame. olye.., waar -door bet lyf vet, en de
mannelyke' natiiure vermeerdert wort. Dog zegge nogmaals
,dat zyn dagelyks gebruik by my verdacht is, als genererende
een quaad en verbrämt bloei, ook de dermen al
te ftïbberig makende, wesMlven bei in alle buikloopen verboden
Wort. V an builen wertfe vee\ bequamer gebruikt,
als , om de ambeyen daar mede te fmeeren, met olie. van
perzike-fteenen gemengt: alleen en warm wertze ook ge-
ftmeert pp alle pynelyke gewrigten, lendenen, en knien.
In de ïndifche lammigheit, o/ Beri-Beri wertze mei eenige
droppels Nagel-olie gemengd , op de lamme leden geftree-
ken, en zoo lang gewreven , dat bet indrooge, by gebrek
van de Nagel-olye, die zelden gemaakt wort, kan men db
Nagelen zelfs in de gemelde olye kooken, ook daar by doen
aard-olye •, en uitgeperfte Nooten-olie: men fmeert ze ook
op de leden, die van Podagra, en.Cbiragra gequeld zyn,
dog zonder eenige beete olie, en al bet voornoèmde kam men
gevoeglyk met de uitgepèrfte doen: dog de uitgekookte is
ook d&ertftïg om de pyne'te ftittèn ïn ’t Jweeren van de kin-
der-pokken, en dezelve haaftig ie doen rypen, wanneerze
daar op gejmeert wort : boewel andere de Santar, of melk
veel beter agten. In ’t gemeen bout men bet daar voor, dat
dè Calappus-olie een week makende, en vermurwende ey-
genfebap- b e f t , ’t welk by nader onderzoek anders bevonden
wort', wmtze fchynt wel in 't eerfte de aangeftneerde a en kmt te verwèehen, maar droogt daar na dezelve
r op danze te voor en waren, en daarom kan men deze
olie geen andere dan een glibberige en glad makende natuur
toefebryven, tuffeben bitte en koude gantfeb getempert
, de oude olie moet men alleen in de lampen, en tot bét
aanfmeeren van geweer gebruiken. De oude luiden fmee-
ren baar koude en ftramme leden gaarne daarmede, om dezelve
gedweeg te houden, en onze Chirurgyns gebruikenze
in al baar zalven,daar de Ölyven-oïk toe vereifcitt wort,
in Somma deze olie, zoo alleen, als met andere Medicamenten
gemengd, werd by de Inlanders dagelyks gebruikt
tot bet wryven en fmeeren van 't lyf, ’t welk ben dient
niet alleen tót, gezontbeit, maar ook om de leden r a t, en
gedweeg te bomen; De heer Julius Seal; Éxerc. i j g ,
Diftindt. 2.. ( willende Cardanum corrigeren, in de be-
febryvingè van de Tehga of ‘Cocus Indica) fcbyni door de
gefebrifteh van Vartomarius, óf ändere Spaanfe, of Portugese
Scbryvers zelfs geabufeert te zyn, fchryvende dingen
van dè Tenga ofte Catappa, dié men waarfcbynely-
ker van den Lontar of Jagerbóom. verftaan moet.
In de Hortus Malabaricus aan 't einde van bet eerfte
Capittel vint mm vyf tién Medicinale nuttigbeden van dezen
boom,, dewelke ik, als bier ongebruikelyk, uitgelaten beb-
be, behalve,11 de volgende drie, die onder de Inlanders bekend
zyn.
De dekoftie van de wortels in water werd gedronken
•in de koortze, en in de roode loop, die uit fcherpe en bete
ftoffe des bloets onftaat of voortkomt.
Het jonge bloeyzel, uit zyn febeede genomen, en met
bruine Lontars zuiker gekaauwt, alleenelyk bet zap in-
fwelgende, geneeft de brant-pis, en bet etterige wateren
in de Gonorrh®a.
De Calappus-olie werd nuttelyk gefmeert op de Am-
bayen, dog moet men èen half kopje vol verfebe olie indrinken
, om den buik zagtelyk te verwekken, dewelke
by dat accident gemeenelyk verhard is.
Een jonge Calappus op kooien of onder beete affebe gebraden
, en dan weder koud geworden, of een nagi in aeit
douw gefield, kan nuttelyk gedronken werden in alle beete
ziekten, als koortzen en beete buik-loopen; hiertoe verkieft
men de eerfte zoorte, die men witte en groene Calappus
noemt, en men moet de bolfter niet te veel affchillen,
op dat bet water in het braden niet rookagtig werde.
Den Towak werd gebruikt om alderbande medicinale
wortelen én kruyden daar in te kooken: want by derzelver
kragten beter uittrekt, dan gemeen water.
De Jonge en witte Wortel van de Calappus-boom kan
mm gebruiken, om by gebrek van Pinang, met kalk en
Siri te knouveen.
Calappites, op duits Calappus-Steen: Maleits, Mestica
Cal a p p a , is een wit Steentje gelyk alabaft, of een wit
Kei-ftemtje, ook van deszelfs bardigheyt, effen, en glad,
’t welk ik voorgenomen badde op een andere plaats te be-
febryven-onder andere gefteenten en miner alm. Maar de-
wyl by in de Calappus-noot gevonden word, en ik bezorgt
€ 3 ben