thodendrum Calcarium, feu Corallium album vocamus,
cæterum quoque refert magnas lampades, quæ in
templis & palatiis fufpenduntur & coronæ vocantur.
Hæc omnia fi prius progerminaverint, frudtus de-
mum prodeunt feffiles, extreme memoratorum julo-
rum feii digitorum Siriboa didtorum infidentes, duo
tresve fimul, fed lax i, fquamofo calici infixi, & maturl
facile de'cidentes. Non unam habent formam nec
magnitudinem -, fed ex diverfis confiant fpeciebus,
quorum quidam funt rotundi inftar Pruni, alii inftar
'Mali Armenii, feu ovigallinacei, alii oblongi, ovifor-
mes,' ad bafin comprefli, quidam ex rotundo plant
-& irreguläres. Hi funtquafi elegantes fquamofique nod
i, quorum primam ac vulgarem modo pro exemplo
defcribam fpeciem. Hi magnitudinem habent vulgaris
Pruni feu Ovi Columbini, quidam oblongi, alu
rotundi É ab utraque parte fovea jmprefli, ad fum-
ffiuin fæpe breviter acuminati. Si æquales lint pro
magnis veftimenti nodis haberentur, primo virides,
‘dein àlbences ac demum xerampelini. Extremum
putamen ex meris téflellatis fquamis componitur,
'quæ non dehifcunt, fed omnes tibi invicem jundtæ
funt, ac tocum conllituunt putamen, quod in ficcis
frudtibus facile confringi poteft, tefîellæ hæ æqua-
lem habent ordinemj ica ut oblique fefe decuflent,
minores autem tefTellæ circa memoratum apicem lo-
cantur, earumque angulus acutiflimus femper poftre-
müs. e ft, qui anterior ab imperitis haberetur: Quæ-
•que etiarn teffella in medio fulcum feu aream habet
ab . anteriore ad pofteriorem fefe extendentem partem
; in hoc putaminé continetur nucleus rotundus
inftar globuli lclopeti, in femi-maturo mollis, acfic-
cæ ftibftantiæ, faporis admodum aufteri, in maturo
autem niger e ft, & tarn duras, ut dentibus confringi
non poflit , ab utraque parte fulcatus , qui in qui-
busdam percurrit fpeciebus, fi in terram décidât,
progerminat, quod raro tarnen fit, quum apri avide
eos comedant, antequam eo ufque perveniant,
frudtus h i , uti didtum fu i t , inæqualis funt form®
& magnitudinis juxta diverfas fpecies, uti poftea in-
dicabitur.
Goma frudlusque hujus arboris longe aliter funt
■ conftituti quam cæterarum arborum ; Sagus-enim arb
o r , quamdiu crefcit, in ventre feu trunco gerere
& producere debet mirabilem illam farinam, qua In-
colæ nutriuntur, fique ab hominibus non exfcinda-
tur, utdonanaturæ ex ea eruant, fedfuo relinquatur
genio ufque in fummam ejus fenedlutem, quæ ultra
triginta vix extenditur annos, natura compenfat ejus
laborem coma hac & frudtibus : Quosfemel tantum in
fua producit vita, & poft eorum lapfum f^nfim périt,
quum hac coma optima ejus perdita eft farina, uti
lupra indicatûm fuit &e.
Radices ejus tenues funt fibræ , uti Calappi vel
paulo crafliores , quæ fub terra repentes hinc inde
no vos producunt frutices, qui fæpe tarn longe a trunco
progerminant, ut in alterius area excrefcant, quod
inter dominos rixas fæpe mo v e t , unde jus civile deci-
d it, quod omnfe, quod in alieno crefcit agro, illius
fit domini , qui iftius foli pofTeflor eft.
Dum plena notitia maturitatis hujus ' arboris ex fru-
ftibus dignofcatur, incolæillos in fex diviferunt clas-
fe s, quasordine proponemus & indicabimus. -
T. Arbor:albefcit, Amboiniee Maaputi, uti prima
vocatur claffis , quum , uti didtum fu i t ,. crafliores
ejus rami alb entes -fe fe fifta n ta c fi calce vel farina
adfperfr- effent, quumque fuperidr trunci pars & ra-
morum inferior pars Coeroerong didta, fpinas dimife-
runt fuas, antequam autem illud obfervatur j. imma-
tura habetut arbor,. atque ad eradicandum jnepta,
quod Malaice Pocbelen vocatur. ■ ' ,
2; Arbor proegnans, Malaice Sagu bonting, Amboinice
uitkykende, zoo gelyktze voel een grooten Zee-boom , van
dat gejlagt, ’t welk voy l ib . i i . Lithodendrum.Calca-
rium, of witte coraal-Jieen noemen, anders beeftze ook
de gelykenijfe van de groote lampen, die men in de
Kernen of Faleyzen opbangt., en ook kroonen noemt.
Dit alles dus verre gegroeit zynde, zoo komen als dan
eerjl de vrugten voor den dag, zonder Jteelen j zittende
aan 't agterjte der voomoemde vingers of Siriboa, twee
en drie tegens malkander, dog los, op een gefcbubt voetje,
en dierbalven in baar rypbeid ligt afvallende; zy hebben
niet eenderley grootte nog gedaante, maar bejlaan uit ver-
fcbeide zoor ten, zommige als een ronde pruime, zommige
als een abricoos, ofte boender-ey: , zommige lankwerpig,
ey formig, by den Jleel wat ingedrukt, en zommige uit
den ronden wat plat en fcbeef, bet zyn aardige gefcbil-
ferde knoopen, en waar van ik de eerjle of gemeenjte zoor-
ten tot een exempel maar alleen befcbryven zal; dezelve
bebben de grootte van een gemeene pruim of duiven-ey,
zommige wat lankwerpig, zommige ront, van agter en
vooren wat ingedrukt, of te met kuiltjes, en aan ’t voorde
met een kort enbart fpitsje: alsze égaal zyn, zoude menze
voor grootè wambas-knoopen aanzien, eerjt groen, daarna
witagtig, en ten laatjlen tanyt of vaalbruin. Debuiten-
Jle Jcbaal is van enkele ruits-gewyze fchubfien gemaakt,
dewelke niet gapen, maar 'alle aan malkander bangen, en
eene Jcbaal uitmaaken, die in de drooge vrugten ligt in
Jlukken te duwen is , de ruiten bebben eengefcbikte ordre,
zoo dat dè ryen malkanderen fcbuins kruipen, Jlaande de
kleine ruitjes van vooren rondom ’t voornoemde fpitsje, en
baar JmalJle boek is altyt de .agterjie, dog die men wel
voor de voorjle zoude • aanzien, yder ruit beeft ook in de
midden een kleine vooren of klove, van de voorjle naa de
agterjle: boek Jlrekkende: binnen deze Jcbaal leid een ronde
korl, als een roer-kogel, in de half-rype, van weeke en
drooge JubJlantie, zeer wrang van jmaak, dog in de rype
is by zwart, en zoo bart, dat men bem niet in Jlukken
byten kan, agter en vooren met een kuiltje, ’t welk aan
eenige zoorten Jcbier doorgaat: als by de. aarde raakt,
fcbiet by wederom uit,, dog ’£ gunt egter zelden gebeurt,
om dat de wilde verkens zoo Jneedig oppajfen, om bem te
knappen, eer by zoo ver komt; deze vrugten zyn, als ge-
zegt, van ongelyke gedaante en grootte, naa de verjcbei-
den heid der zoorten, gelyk bier naa zal gezegt worden.
Nu beeft bet ooknog een andere gelegentbeid met de kroon
en vrugten des Sagoe-boms als met die van andere hoornen,
want den Sagoe-boom, zoo lang by groeyt, moet in zyn
buik draagen en voortbrengen dat wonderlyke mei, ’£ welk
deze inlanders voet, en wanneer de menfcb bem niet omvelt,
om de gaven der natuur uit bem te balen, maar on-
gemoeit Jlaan laat tot in zyn boogjle ouderdom (dewelke
egter niet boven de dertig' jaren komtj zoo beloont hem
de natuur voor zyn arbeidzaamheid met deze kroon en vrugten:
dewelke by gevolgelyk maar eens in zyn leven-voort-
brengt, en na*’t afvallen der zelver gaat by dllenxkens
mede uit, air zynde door die kroon al van te vooren van
f t befte meel berooft, gelyk bier boven gezegt is: wesbalven
wy de Sagu kroon aldus van bem zelven Jpreekende invoeren.
Myn moeder bad veel broots; eer dat ik was gebooren ,
Na myn geboorte-dag beeft s’al baar goet verloor en:
Wat vaartje wint, en moertje Jpaart , het kint verteert;
Raad wat boom dat ik ben, en weet gy ’t niet, zoo leert.
. De wortelen zyn dunne vazelingen , gelyk die van den
Calappus-boom, of wel wat dikker, dewelke f onder de
aarde kruipende, bier en daar nieuwe plantjes vóórtbrengen,
en dikwils zoo verre van den bóbftjiam af ; dat zy
in eens anderen perk voortkomende, onder de ey genaars
twijl veroorzaaken over den eygendom, waar van ’t gemeene
land-regt luit, dat al ’t gene op een Vreemden boo-
dem voortkomt, den ey genaar van die gront toebehoort.
Dewyl nu de volkomene kenniffe van de rypbeid dezes
booms in de vrugten bejiaat,, zoo febbenze de inlanders in
zes trappen verdeelt, dewelke wy ook bier vervolgens zullen
aanhaaien en opfiellen.
1. Arbor albefcit, in ’£ Ambonis Maa pu ti, zoo
werd de eerjle trap genaamt, wanneer, als gezegt,. de
dikke takken baar witagtig beginnen te vertoonen, en daar
uit te zien; als of ze met kalkof meel bejlrooyt waren, en
datdandebovenjle Jlam’en de voeten van de takken, Goe-
roerong genaamt, bun doornen af geworpen bebben: want
eerjzulks gezien werd, agt men de boom nogonrypofonbe-
quaam totkappen, ’t welk men in 't Maleits Rochelen noemt.
2. Arbor ptaegnans, in ’t Maleits Sagu bonting, in
’t Amnice
Viïu & Offol, alter eft gtadus , quum Majang ’£ Amboins Qflu en Oflbl, is de tweede trap, wanneer ie
incipiat propullülare inftar teli feu cornü , pedèm Majang begint uit te kyken-, als èenpyl of hoorn , omtrent
circiter fongum , externe bretfibïis öbfitum ‘fpmulis, een voet lank, 'en dan vdii buiten met korte doorntjes eb
transverfisque cöntextum coftis. jcbuinze ribben is'bezet. ■
o Foetus prodiit: Malaice.Majang Colouar. Ambói- 3. In ’£ Latyn Foetus pfodiit, in rt Maleyts Majang
nice & in Ley timora Carielen Nieüwer-eyen, in Hittoe Galouar , in ‘t Amboins ènin Leytimor, Carielen Nieu-
'Niwel-eyen Hiijfad, quum defcriptum ante córfiu ad wer-eyn, opffir£oe,Niwel-e'yn Uuïïüi, wanneer de voor-
trium quatuórve pedum altitudinem pervenerit, ,ac fair even bootn nu dl tot de hoogte van drie a vier voeten is
nondüm apertum fit, quod lncblaï cum .juniore Ca- gekomen, dog zig nog niet geopent beeft,'t welkdeInlan-
1 lappi ïur'culo Comparant. . . ders by een jongen Cdlappur-Jcbeüi vergelyken.
4 G er men ramificat, Malaice BatAdbang.Ambómice ; 4. Ln 't Latyn Germeii ramificat, in 't Maleyts Bats-
in Ley timora Bdtatta Siman, in Hittoe Ucut Seman: jabang, in Amboins en op ‘Leytimor-, Batatta Siman, op
quumJomnes coma; iami expanfi fint, eretti nempe Hittoe UcutSeman -. wanneer alle de takken van de kroon
Oaules a fex ad decern pedes alti, cum trans verftvli- nu uitgebreit Jlaan, te weten de regte Jlangen van zes tot
bus ramis ulnam löngis, tötaque jam coma ad decem tien <en‘ elf ‘boeten boog , met bare dwèrs-takkén een ellè
pedes in circumferentia fit extenfa, quum quoque lank; en dat de gebeele.kroon dan ook al tien voeten breet
lefert memoratum Litbodendrum Calcarium. i s , als wanneerze ook eerjl verheelt bet voorfcbreve Lithodendrum
Calcarium.
5. Siriboa, Amboinice Cariammu-iJJi, quum e trans- 5. Ln ’£ Latyn Siriboa , in.’t Amboins Cariammu-ifli;
den Sagu-boom. \
■ 6. Fruftusprodiit, Malaice Baboa, Amboinice Bahoa, : <5. In 't Latyn Fruótus pfod iit, in 't Maleyts Bpboa*
quum perfefti apparent frudtus , poftquam truncï In 't Amboins Bahoa, wanneer de volkomen vrugten ge-
medulla non amplius eft apta ad farinam ex ea con- zien werden, na dewelke bet merg van den Jlamniet meer
ficiendam. bequaam is, om meel daar uit të maaken.
' Species' quoque Sagu arboris jam funt exhibendte, Nu moéten wy ook'aanwyzen de zoorten des Sagu-booms,
quarum duatuor numerantur, quae externa facie fi- waar van men der vier: telt, dewelke na bet uiterlyke aan-
bi fimiles admodum funt, difcrimen autem earum zien malkanderen ook zeer gelyk zyn, dan bet onderfcheit
maxime in fpinis ac frudlibus obfervatur. kan men meejl, merken in de doornen en vrugten.
Primo Sagus genüiha, Malaice Sagu five Lapia tmi, ' 1. I n t Latyn Sagus Genuifia , in ’t Maleyts en Ara-
h: e. vera Sagu ; quse fpecies eft frequentiflima & vul- boins Sagu of Lapia T un i, dat is opregte Sagu: zynde
■ garis admodum, fecundum quam antecedentes de- deze bet gemeenjlegejlagt, en na t welk de voorfcbreve be-
Jcriptiones funt exarats ; quteque plufimum etiam fcbryving gemaakt i s , en die men ook meejl havent eii
colitur ac plantatur, dum optima inde conficiatur plant: dewyl ’t bejle meel daar van voortkomt. Deze
farina: Species hsec ultra tertium maturitatis perve- zoorte kan komen tot boven den derden trap van rypbeit,
nire poteft gradum fupra memoratum , fine detri- bier boven gejlelt, ponder dat bet rrieel eenig letzel bekomt,
mento fa rm s , fi autem coma caules ac petiolos ex- maar als, de kroon bare Jlangen beeft uitgebreit, dan agt
tenderit, turn ejus medulla perdita habetur, h. e. in men ’£ merg bedorven, dat is in grove draden verandert te
erafla mutata filamenta. Folia' quatuor pedes cum zyn: de bladderen zyn'vier en een halve voeten lank, vief
dimidio funt longa, quatuor quinqueve digitos lata, en vyf vingers breet, uit dewelke wel bet bejle Atap ge-
e x quibus optimum conficitur Atap, ejus fpinae me- maakt wert, zyne doornen zyn van middelbare lengte, na-
diocriter longs funt inftar vulgarium acuum, pluri- mentlyk als de gemeene naay-naalden; dog de rneejle wat
tarnen breviores, atqüe denfê ordinats: Frudlus korter , en Jlaande in digter rygen; de vrugten zyn ook
quoque funt mediocres, paulo majores ovo Columbi- middelbaar, ruim zoo groot als een duiven E y , zommige
n o , quidam rotundi, inferiore parte fovea excava- ront, agter met een kuiltje, en van vooren met een korte
t i , acfuperiore acuminati,quidam oblongi,feu pyri- Jpitze, zommige lankwerpig of perevormig, en zoodanig
formes,ac cancellati, uti fuprafuit didtum. Diu viri- geruit, als bier boven is gezegt: zy blyven lange appel*
des funt ut poEna, dein autem flavefcuntyac tandem groen, dog Worden daar na geelagtig, ‘en ten laatjlen ligt-
fufei, ficci Facile -decidunt: Interior eorum nucleus, bruin of tanyt, e^ de gedroogde vallen ligt af:Dé binnen-
üti fupra memoratum fu i t , fubftantis eft lents ac Jle korl is , als boven aangebaalt Jlaat, van een tdye droo-
fic cs , ab utraque paree fovèa excavatus, qui arcua- ge JubJlantie, agter en vooren met een kuiltje , hatende
ta linea in duas diflilit partes, colof hujus in recenti zig ook, langs een bogtige linie, in tween deylen, de co-
eft pallide purpureus, in ficcis fei-reus, quique nuclei leur is in de verjehe ligt-paars, in de gedroogde aart-ver-
dur® funt fubftanti® , recentes crüdi hand poffunt wig, en die zyn ook bart van JubJlantie , de verfebe kan
comedi, dum aufteri admodum funt: quidam autem men niet raauw eeten, dewylze zeer wrang zyn; dog zom-
illos in aqua falfa fen marina coquunt, muria' eondiunt, mige kooken dezelve op in zout water, leggenze in pekel, en
atque condimentum inde prsparant, aliis additis hér- maaken een aatebiar daar van, eenige andere kruiden daar
bis. Hoe Sagu arboris genus aliam quoque habetfpe- by doende. Dit gejlagt van Sagu-boomen beeft nog een an-
Cièm, Malaicé Sagu-duri-rottang didlam, Amboinice der zoorte: In 't Maleyts Sagu duri-rottang, en in’t Am-
Lapia Liili uwe‘vocatzm, quum ejus fpinse fint bre- boins Lapia Luli-uwe genaamt, om dat bunne doornen
ves, denfie, ac firma;, inftar Rottang arundinis. ■ Plu- kort, digt, en Jlyf zyn, als die van Rottang; zy wajfeii
rimum hffi arbores crefcunt in Hoeamohe'la-, in Am- veel opHoeamobeï,dog zyn in Amboiria onbekent; de vrug*
boina vero funt penitus ignotse. Harum frudtus funt ten zyn klein, en ront, als van Lapia ShUr, dog ligter en
parvi, rotundi, inftar Lapia Sbur, pallidiores vero ac bruinder, bet merg is durabelder, als dan de gemeene ,
magis Fufci ,* medulla diutius durat quam in vulgari- ’ komende goet blyven tot den vierden trap van rypbeit.
bus, qua; in quartum maturitatis gradum bona-eft.
2 Sagus Silveflris, Amboinice Lapia Ibur & Ibul; 2. In ’t Latyn Sagus Silveftris, in 't Amboins Lapia
h$c fpècies altïfllmum gerit truncum , pluribus ac Ihur, en Ihul; dit gejlagt is 't boogjlevan jlam; ook meer
denfioribus obfitum fpinis, quam ulla alia, ha; autem en digter met doornen bézet, dan eenig ander, dog deze
fpina; funt breviores quam antecedentis, medulla du- doornen zyn korter, dan dan ’t voorgaande,' bun merg is
rior eft, & majus requirit molimem ad farinam- ex ea barder, en veroorzaakt meer moeiten, om meel daar uit te
preeparandam; frudtus ejus funt minores, quam prs- krygen, de vrugten zyn kleinder, dan. aan 't voorgaande,
Cedentis, plurimum rotundi, ab utraque parte plani meejl ront, of agter en vooren plat gedrukt, ook barder en
ot comprem, duriores quoque ac graviores, csterum zwaarder, anders mede op dezelfde manier geruit.. De bin-
eódem Cancellati modo": 'Interior nucleus ob duri- nenjle korl is wegenS baar bardigheit niet om te byten;
tiem, dentibus confringi nequit, qui duo liabet fo- hebbende bunne iWeegaatjes meejl doorgaande, zo dat men-
ramina pèrforata, ita ut in fafciam duci poffit, me- ze aanfnoeren rygen kan; baar merg bederft zo ligt niet,
dulla ejus non ita cito perit, 'atque in quintum perdu- en blyft goet tot dè vyfde trap ‘ ja zelfs tot dat de vrugten
rat maturitatis gradum, imo dónfcc frudtus propullu- beginnen uit. te hotten, Vallènde dezen boom meejl op Ce-
lent, crefcit autem'hsc arbor plurimum in Cerama, ram J maat iri Ainboina Weinig of niet-,
in Amboiha autem yix & raro. ,
3. Sagus Lbngi fpina, in Leytimora Lapia Macana.ru, g-. In.’t Latyn Sagus Longi-Spina^ op Leytimor Lapia
in TT fi -----------------