l 8 HERB-ARI I AMB
Curcumas, quam oleo Calappi funt adfcribenda. Un*
euentum tarnen quoddam eft , quod ex hoc oleo , Curcuma,
ac quibusdam compomtur flonbus, quod con-
duck ad corpus refrigerandum, ac tertium aliud ex a-
romatibus confettum , quæ bina' qlea proprie Born
Boni feu Boborri dicuntur, atque alio loco delcnbun-
tur. Cundta quoque arma hifce in regionibus per hoc
Calappi oleum confervantur a rubigme,. quæ m ln-
diis Ferrum plus corrodit ac confumit, quam in Europa,
Il modo legitime Fuerintinunfta, quern in hnem
exprefium melius conducit oleum, li in hilce Urien-
talibus rcgionibus confervaretur; codtuni enim. pie-
rumque mukum lymph® continet, unde:fenumru-
befcit cæteroquin, fi recens l i t , fatis dulce eft & ap-
tum ad fruftus & omne piftorium genus torrendum,
quem in finem ab Europæis itidem adhibetur. Oui vero
delicati funt,atque epulis.adfueti,& præparata talia cibo-
rum condimenta per famem nondum guftaverunt, ea
coneemnunt,atque ab iis abhorrent: Si autem hoc oleum
dimidium circiter menfem fit vetuftum, rancidum nt,atque
a nemine, nifi a pauperculis, in cibis ulurpatur,
ac folummodo lampadibus infervit, veUad unguen-
ta inde præparanda adfervatur; verofimile hinq quo-
que e f t , quod Indorum fanguis fit per continuum
huius olei in cibis ulum'aduftus. ac vifcidus , unde
forte etiam fcabies maligna oritur, quam Malaicen-
fes Boba,& Amboinenfes.extuberationes vocant, qui-
bus Indimagis funt obnoxii quamEuropæi, quipuriori-
bus utuntar cibis. Oleum h o c , fi fuerit vetuftiffimum,
indurefcit, boo tarnen adeo, quam fi fuerit expies-
fum, atque aptiflimum eft inungendo fe r ro , uti pic
rumque etiam fpiflum eft frigidas per node s , atque
iftis menfibus, quibus pluvia copiofa elt.
Putamennuce vacuum, feu Tampoermg, fæ p e integrum
fervant, & modo in fuperna parte orifioujn
0 1 N E N S 1 S L i k r I . C apitt I 1L
belet wort, dat geen bair aan't lyf_ ‘waffe, 't welkalles veel
meer de Curcuma , dan de Calappus-olie toe te febryven
is. Daar is egter nog een zalve, die men van deze olye,
Kurkuma, en bloemen maakt, dienjiig om het lyf mede te
verkoelen,. en nog een derde van fpeceryen gemaakt, welke,
men beide eigentlyk BorriBorri of Bobörlnoemt, en op
andere plaatfen ■ bêfebreven werden. Alderbande geweer
wert ook bier te lande met de Calappus-olie bewaart voor
de roejt, (welke bier in Indien bet yzer meer bederft,
dan in Europa) als men bet naarftig en naa behooren,
daar mede befmeert, waar toe egter de uitgeperjle dien-
Jliger was , zoo, menfe in deze Oofterfehe Provintien
badde.y want de uitgekookte gemeenelyk veel waters by zig
bout, en aan ’£ yzer rood uitjlaat, anders ijfe vers redelyk
zoet, hequaamom tefruiten, en veelderbande gebakkenvan
meel daar in te fricaffeeren, ook by de Europianen. Maar
de teere monden, die aan lekkernye gewent zyn, en de befte-
zmjfe van de fpyze (den honger') rioit geproef t hebben, ver-
agtenfe , en zyn 'er wat vies van. Maar als deze olye bor
ven een balve maant oud is , zoo wortze garftig, en van
niemant, dan arme lieden- in de kofi gebruikt, en dient,
dan alleenelyk voor de lampen., en 't maken van zalven.
Daar en tegen is bet ook waarfcbynelyk , dat de Inlanders
ouoddam rotundum , quo lympha ac nucleus educi-
rur conficiunt, vel etiam formicis evacuandum tra-
dunt deinpoliendo, nitidum, læ v e .a c nigrum fit, ac
crateribus, capfulisqueinfervit, quibus aqua ex rngen-
tibus vafis Martavanenfibus & Siamenfibus excipitur,
} font autem hæc vaftiffimæ ac turgidæ o ils m regio-
Tiibûs Martavana & Siama con fedæ, quæ per totam
transferuntur Indiam ad varios hquores eonfervan-
dosf- fæpe etiam putamen diffinditur , cujus partes
itidem expoliuntur, harumque fupenor pars proin-
fundibulo, inferior veto pro patmis mfervit ac cati-
nis ’ Diogenis quondam fupellettih.
SiamenTes, Ealeyenfes, & Macafferenfes ex. maxi-
mis hifce putamimbus artem normt confieiendi ele-
éantiflima vafa potatoria, Cantharos, & allas potus
- machinulas Gorgrföte Ulis diftas, quæ argento obdu-
cuntar, ac f in i dubio ab ignorannbus pro pretiofis
ac caris nucibuS Cocçi Maldivenfis habentur. E x pu-
taminibus carbones, etiam comburuncur, qui dun au-
rififcum ufiui aptiffimi funt, , ut & batillis, qui cibis, vel,
Them 'Ddtui calefaciendis inferviunt.
1 Alter finis, in quern arbor .Calappus..cöhnirÉ,, eft, ut
* 31« inde eîiciamr, fed bæc nüllos turn præbet fra-
g ” enum ex- racemo Mum/g ditto haunacur, qui
alias’fmftus produeït, qui colligendi mos fbpra.Cqf.
ß j g ) jam eÆ deferiptus-, de quo. infuper fequentia-
funt notanda.
Primo, cul te r, quo Majang quotidie amputatur,
Parus ac nitidns-clTe debet, nec in ulbim ahum ufur-
S S ufüm, nec, ulla commaeulatus. elfe pinguedine,.
müm alias humoris itillicidium impcdiatur;. qui per
diem^minus deftillat quam per noftem, ac.fupciuores
o M a « « catellæ, in quibus. tac liquor excipitur,,
oauxiUo calcis .obliniendæ funt,quum nempe fa gm ,
Feu faccharum rubrum.inde excoquere yelimus, quod
Amboinenfes non obfervant, quum liquoiem lbjm
mox velihanrïant, vel-^rccic exuitorlbus vendant. Na-
turæ calidioris hic potus-habetur quam fubfcquens,
oui ex arbore Scigoé elicitur. . . * « ,
Plurima itaqu?hujus liquons copia inAmbolna non
hauritur, fed majore cum reditu Sinenfibus vendi-
tur qui exillouffrecuwi, feufpiritum ViniIndicumconficiunt.
Sic quoque hic liquor, fi vali infimdatur, ac
fortiori igné excoquatur, fympum crafliorem feu mel
pvhibet, qui apud taies populos Indoftanos ufurpa-
rur apud quos arundo faccharina v ix vel raro cre-
feit’ uti in Malabara, ubl faccharum. hocce Jagara
ic i t , vocatur,
door bet dagelyks- gebruik van deze olye in alle
bare kaft een verbrant en drabbig bloet vergaderen, 'twelk
miffebien by baar lieden genereer t de materie van een quaad
feburft, 't welk de Maleyers Boba, en de onzen, Amboin-.
febê Pokken nomen, bet welk de Inlanders veel meer on-
derheevig zyn , dan de Europicuinen,- die zuiverder koft
nuttigen. De geheel oude olye wort ten laaftenook dik ,
dog zoo zeer, niet als de uitgepeifte. , en is als dan be-
quaamft tot bet aanfmeeren van het geweer, gelyk dan ook
gemeenelyk al de Calappus-olye doet by koude-nagten, en
in de regen-maanden.
De ledige dop, of Tampoerong laat men ook wel geheel,,
ft egt s een. rond gat of mont boven daar in makende ,
waar door men bet water, en pit uittrekt, ofte men laat-
ze door de Mieren uiteeten,, als dan werife door bet-,por. j
lyftenfeboon, glad, en zwart, en dienttotf.eekers, drinknappen,
en febeppers., waar, mede men bet water uit de
groote Martavanen, en de Siamfche potten febept, (zyn-
de zeer groote, en dikker potten, in de landen van Marta-
vaan, en Siam gemaakt, die men in geheel Indien vervoert,
om alderbande vogtigbeit daar. in te bewaren) of
men kapt den dop in de midden door, polyfi de ftukken
insgelyks, maakt uit- de bovenfte helft tregters, uit de on-
derfte fcbooteltjes , kommetjes, en diergelyken buisraat
van Diogenes, „ . ,
Die van Siam, Baley, en Macajfer, weten uit de
grootfte feboone drinkvaten, kannetjes,, en gorgeletten
te maken, die.men met zilver beftaat, en buiten twyffel
zomtyts '■ ook, .by de onwetende, voor de koftelyke en diere
Maldivifche Cocos aangezien werden. Uit of van de dop-,
pen brant men ook kooien , die peer vaft en bequaam zyn
voor goudfmeeden, en tot de .confoiven,- daar men koft ^ of
thee op warm maakt.
Het ander, einde,, waar toe men den, Calappus-boom
bout, is om drank daar uit te tappen, dog van de welke
men als dan gene vrugten.te verwagten beeft , vermits dezelve
uit. de Majang getapt; wert, waar uit.de vrugten
flonden voort te komen, en waar van de maniere bier bö- J
ven in 't eerfte Capl. verhaalt ftaat, het volgende nog daar
by <aan te merken zynde.; ■ .
Het mes, waar mede men de Majang dagelyks befnoeit,
moet zuiver en blank zyn,en tot geen ander werk gebruikt
werden , en voor al moet 'er geen vettigheit aan komen,
waar doof: bet uitdruipen belet wort; over-dag.druipt'er
minder vogtigbeit uit, dan by. nagt, en in de boven-lan-,
den moéten de. potjes,, daar, .in deze. vogt druipt, van binnen
met een weinig kalk befmeert zyn, te weten als men
]agara , o/ bruine zuiker daar uit wil koken, bet welk
onze Amboinezen niet dbferveeren , om dat zy bemftraks
uitdrinken, of aan de arak-branders verhopen: Hy wert
voor warnier gehouden van eigenfebap.,. dan de volgende
van de Zaguweers-boom getapt. . . .
- De meefte part dan van deze drank wert in Ambmna
niet gedronken, maar, met meerder profyt aandeSmefen
verkogt, dewelke daar uit Arac , dat is OoftindiJcIjs
brandewyn, branden. Insgelyks als men-dezen drank in
een ketel giet, en met een fterk vier opkookt, zoo wort er
een dikken zfyroop of honing van,. en zoo men bet nog langer
kookt j zoo komt-'er een donker-gele zuiker van, waar
mede zig zoodanige natiën van o o Indoftan behelpen, dzauaikr rt
I. Boek. III. Hoofdfl. AMBOI NSCHE KRUYDBOEK.
vocatur, quod commune vocabulum eft commixtum
cum illa_ facehari fpecie , quod ex fequerite arbore
Lontar dicta conficitur ; (de quo plura fub finem hujus
capitis commemorantur) in regionibus verb magis ad
Orientem fitis Syrupus hie feu faccharum penitus eft
ignotum : Florentes juli feu Majanges a quibusdam
etiam faccharo condiuntur,quod hifce in regionibus inu-
fitatum quoque eft. Magna itidem hujus liquidi quantités
Toewacb- di£ti fit acetum, fi cadis vel lagenis in-
fundatur, ac bene obturatæ foli exponantur aliquot
per dies ; vinum enim hocce facile acefcit, præfeitim
ftrecipiens, in quod deftillat , acidulum fit, quern in
finem talia fervant recipientia, quia tale, quale Areas
exurendæ deftinatur aut aceto conficiendo, li-
quidum acidulum requiritur ; fi vero recenti potui
infervire debeat, recipientes arundines etiam virides
ac recentes etle oportet, & quotidie etiam funt eluen-
dæ, turn demum per duodecim vix confervari poteft
horas.
Arbores Calappi, quæ in infula Poeloay cielcunt,
præ aliis dalcem liquorem Toewacb didtum præbent,
qui potando etiam mfervit,'atque in eum conferva-
tur -finem ; qui vero ex aliis arboribus in Provincia
Banda colligitur, fubfalfus e ft, vel facile acefcit. Fæx
autem, quæ vafis adcrefcit cum crafliore liquoris parte
, apta eft pro fermento, quern in finem a piftoribus
etiam adhibetur.
Si nuces pro potu aliquot per dies afiervare velimus,
neutiqùam deçorticandæfunt , corrumpuntur enim turn
facile ,. fi terram tangant, incolæ tamen plurimas de-
corticatas in forum adportant, ne per .iter fuperfluum
gérant onus, e contra vetuftæ & integræ non tantum
per totam Indiam ,fed in Europam ufque transferri pof-
funt. Hæ nuces infeftationes etiam, v itia, ac môrbos
patiuntur, uti folia ac ramificationes per iftos Scara-
bæos; nuces enim fæpius reperias externe intégras,
adfpedtu perfedtas, quarum tamen putamen eft fitium,
ejufque lympha partim vel in totum perdita, quodque
fupereft, infipidum ac potui ineptum eft. Hæc fide-
rationisfcecies eft, ac vulgus putat per lunam tales
nuces .elle exforptas. ;
Hujus ■ arboris folia -plures etiam præbënt ufus, fi-
que ædes iis obducere velimus, tenues fumimus affer-
culos ,quinque aut fex pedes longos, ac: decern polli-
ces latos, fub quibus Calappi folia circumvelantur,
ac eonfuuntur .per filamenta ex arundine fiffa ac temai
confedla, turn folium folio nedtitur, donee totus affer-
culus oppletus fuerit. Gonjundha hæc folia in Indiis
Adap dicuntur-, ac tegumentis inferviunt, quibus ob-
teguntur ædes, nempe in Indoftana, Java, atque aliis
Indiæ locis, ubi Sagou arboris folia défunt, ex quibus
alias meliora ac magis durabilia conficiuntur tedta,
•quibus etiam ubique-in infulis Moluccis utuntur. Ex
iisdem quoque foliis ampli nedbuntur pilei, atque um-
bellæ, quæ ad folem avertendum capiti imponuntur,
variis angulis ac coloribus tarn fplendide omatæ, ut
etiam pompæ inferviant. Portugalli has nominant
Sombreiro, Malaicenfes Tudong, fed quævis natio pro-
prium ipfis tribuit nomen ac formam. In Java , ac
plurimum in infulis Maldivenfibus vela etiam ex iis
conficiuntur foliis , uti etiam vulgares ftoreasquoti-
dianum in ufum : In infulis Moluccis hæ ftoreæ & um-
bellæ ex alio texuntur fo lio , infra indicando. Sic
quoque minora ac tenera, & adhuc incana folia aliis
inferviunt minoribus texturis, ciftellis nempe colora-
tis, burfulis., in quibus codta aflervatur Oryza, Ca-
tupa didtis,corbibus,&fimilibus. Medii aefirmi folio-
rum nervi colligati præbent fcopas, uti in Hifpania
Spartiumeum in finem ufurpatur,juniora itidem folia,
quæ, antequam explicantur, ex fpatha feu involucro
eximuntur,, ac per totam Indiam, præfertim indofta-
nam, Zeylanam, infulas.Malaccas, Sumatram, Javam,
&c. loco papyri ufurparitur ; fi enim leniter hæc ex-
plicentur ; litteræ inferibi pofiunt ftylo acuto ex arundine
Bambus confedlo. Litteras has tarn eleganter norunt
complicate ,^ut fine littérarum noxa haud facilè
aperiri poflint, quales litteræ ac libélli charadleribus
illorum confcripti aliquando :in Europam translati funt.
Papyrus hæc æque ac hæ litteræ ex hifce foliis con-
fectæ in India Ola dicuntur : Hifce vero in regionibus
ad Orientem fitis non eft in ufu, quum incolæ alteram
Papyri fpeeiem . ex arborum quarundam corticibus
præparatam adhibeant. Germina feu tenera hæc folia
fæpe
zuiker-riet in geen overvloet waft, gelyk in Mallabaar,
daar /leze zuiker Jagara biet, een gemene naam, met
die van de vólgendeLoHTAR gemaakt (waarvan meer aan
't einde dezes Capittels gezegt wort) maar in de Oofter*
febe Eylanden is deze zyroop en zuiker onbekent. De
bloeyende Ayren of Mayangbs werden by zcvmige ook ge-
confyt, 't welk in deze Eylanden mede ongewoon is. Een
groote quantiteit van die wyn of toewak wert insgelyks tot
azyn gemaakt, als men dezelve in potten, ofte ft ejfén giet,
en wel toegeftopt, eenige ' dagen in deSonzet: want dezen
wyn zeer ligt zuur wort, inzonderbeit als de rieten,
daar men hem in ontvangt, goor zyn, gelyk menze tot
dien,einde al willens laat werden, om dat de drank goor
moet zyn, die men zoo wel tot arak branden, als azyn
maaken gebruikt. Maar als men hem tot bet drinken be-
quaam wil hebben , zoo moet men verfebe rieten nemen,
én dezelve dagelyks uitfpoelen, en dan kan by nog al niet
boven een etmaal zoet blyven.
De Calappus Zoomen op bet Eylant Poeloay geven boven
andere den zoeten towak, en die ook om te drinken bewaart
wort, maar die van andere hoornen in de Provin-
cieBanda, valt wat brak, of wort ligt goor. Den droefeni,
die de toewak in de vaten zet, met bet onderfte van den
drank, is bequaam, om deeffem daar van te maken, of by
de brootrbakkers als gift te gebruiken.
Als men de moten eenige dagen bewaren w il, om tot
drinken te gebruiken, moet men den bolfter daar niet afne-
meni want dë gefebilde bederven ligt, als zy den gront raken,
dog de Inlanders brengenfe mee f t gefebilt ter markt,
om. datze onderwegen geen onnodigen laft willen dragen,
daar en tegen de oude en ongefchilde moten kan men door
ebeel Indien, ja zelfs tot Europa vervoeren. (De moten
ebben, ook baar plaagen en gebreeken., en ziekte , gelyk de
bladeren en takken van de voornoemde torren; want men
vint zomtyts moten , van buiten geheel in 't danzien,
maar den dop van binnen geborften, en het .water, of ten
dele, of geheel daar uitgelopen, zynde de reft mfmakelyh,
en wert niet gedronken. Dit is een Jlag van weer-letzel,
ende de: gemeene man zegt dat de Maan zoodanigen Calappus
uitgezogen heeft.
De bladen dezes- booms geven ook verfcbeide nuttigbeden,
en ais men buizen daar mede wil dekken, zoo,neemt men
dunne latjes, 5 . a 6. voeten lang, en een duim breet, om
dewelke men de Calappus-bladeren te zamen tuigt, en aan
malkander en naait, met eenige draaden van gel pleten dun
riet gemaakt, blad aan blad, tot dat de gebeele latte vol
is. Deze t'zamen gevoegde bladeren noemt men in Indien
Adap, en dienen voor fcbindelen, of fchalien, om de buizen
te dekken, te weten in Indoftan, Java, en andere
plaatfen-, daar men geen Zagu-boomen beeft, uit wiens
bladeren' anders beter, en durabelder fcbindelen gemaakt
worden, en die men ook over al in de Molukze Eylanden
gebruikt, TJft de zelfde bladeren Vlegt men ook brede hoeden,
en Zonne - febermen, die men op bet booft zet, met
verfcbeide boeken , en koleuren verziert, zoo dat men ook
daar mede pronken mag , de Portugeejën noemenfe Sombreiro
: De Maleyers Tudong, hoewel yder natie dezelve
mg een byzondere naam en forme geeft. Op Java,
dog rneeft in de Maldivifche Eylanden , maken)e ook de
zalen van deze bladeren, als mede ftegte matten in de da-
gelyke buisboudinge noodig: In de Molukze Eylanden maakt
men deze nuttten en fcherm- hoeden uit een ander blad,
(waar van hier naar). Zoo.dienen ook de jonge, en mg
witte bladeren, om ander kleen vlegt-werk daar van te
maken, als gekoleufde doosjes, beursjes, daar men de gekookte
ryft tn bergt, Catupa genaamt, korfjes & c. De
middélfte en ftyve zenuwe van de bladeren t'zamen .gebonden
, geven bezemen, gelyk men in Spang'en met bet
Spartium doet: dezelfde jonge bladeren, die men (eer zig
dezelve nog uitbreiden) uit den hoorn-fpruit, ofte pyl
neemt, dienen doorgaans in oud Indien, als Hindoftan, Cey-
lon, endeMaleitfcheEylanden, Sumatra, Java c?c. voor
pampier; want als men dezelve zoetjes uitbreid, kan men
daar op een brief febryven met een Jcberpè priem van Bam-
boefen: Dezen brief wetenfe dan wederom zoo aardig t'zamen
te leggen, en in malkander te fteeken, dat menfe zonder
ietfel van bet febrift niet ligt openen kan: Hoedanige
diergelyke brieven, en gebeele boekjes met CaraElers gefebre-
ven zomtyts naar Europa gevoert zyn. Zoo wel dit pampier,
als: de brieven bier 'van gemaakt bieten in oud Indien
Ola: In deze Oofterfe geweften is bet in geen gebruik,
om dat de Inwoonders een ander pampier hebben van eeni