eulola,alia no,n , Malaccenfis vero folia inferiorè parte
funt mpllia inftar lanuginis, filveftris vero funt ru-
gofiofa, .magisque venofa.
In Malaccenfi flores plurimi in racpmo proveniunt,
non firaul, fed unus poft ajterum Ibfe aperiens , om-
nesque infru&us excrefcunt, ita ut tot fiinul ex ra-
cemo dependeant ,-quot fepe vitis in uno gerit racemo,
quotque fuerunt flores. Siveftris muitum crefcit circa
Bataviam, ibique Majfaan de Mat o n. e. Viddra Utan
difta, ejusque ufus eft ignotus; frudtus autem non
comeduntur , qu«m .ingrati fint fapo^is , licet ab
aliis ejus radices mediqat® cenfeantur.
Tabula Trigejima Nona
Ramum exhibet fpinofas arboris, quz Radix Deipar* a Runt-
phio yocatur, videturque elïe fpecies Rharnni, ad quod
genus Zizyphus & Jujuba quofjue referuntur a Lmneo in
H ort.C liffort.p.69 .
A. Ejus fruiïum Olha-formem denotat.
B. Ejus ojjiculum fim n a le.
doch Me van 't Malacze zyn van onderen wat zagter als
wolacbtig, en die van 't wilde zyn ruiger en meer gea-
dert.
Aan ’ t Malacze komt 't bloeizel veil aan een tros , niet
te gelyk, maar naar malkander opengaande, en alles wert
tof vruchten, zo datter zo veele by malkander bangen als
een tros druiven; Het wilde groeit veel 'rondom Batavia
aldaar Maflaan de Mato, dat is VidaraUtan genaanitj,
en zyn gebruik is onbekent, want de vruchten eet men
niet, als zynde te leelyk van fmaak, hoewel andere zyne
wortelen voor Medicinaal houden.
De negen-en-dèrtigjle Plaat
Vertoont een Tak van den doornachtige boom Radix Deipa-
ra van Rumphius genaamt, welke my voorkomt te zyn een
zoort van de Rharrmus, tot welk geflagt de Zizyphus en de
Jujube mede gebragt zyn van Unmeus, zo als blykt uit dc
Hortus C liffort.p. 69.
A . Wyft aan deszelfs vrucht. na de Olyven gelykende.
B, Deszelfs zaat-kérl.
CAPUT QUADRAGESIMUM XLVIII. H O O F T S T U K .
O C T A V U M.
Radix Deipara Spuria: Loviarra, Baßer St. Mariaas-wortel.
Licet apud Javanos , Baleienfes, & Gelebenfes ffu-
tex ut Ipmofus, qui cum Malaccenfi frutice Radix
I)eipar<e didto, tantam habet affinitatem, ut
utrique unam eandemque dent denominationem, in
illis tarnen tantam inveni differentiam, ut fingulos
peculiäri delcripferim capite, hancque fecundam ar-
oufculäm ad- Beipar® radicis Ipeciem reduxerim ,
licet enim convenientia inter illas fit maxima , Ma-
lacpenfis tarnen fola aromaticam poifidet radicem, qu®
pretiofa eft, faporemque. habet jucundum /qui inriulla
alia obfervatur radice extra Mzdaccam crefcente, nec
ab ulla alia natione in ufu Medico adhibetur.
Quidam civis Malaccenfis circa annum 1680 hanc
radicem & frudtus ex Tambucco in Celebis parte Or
rientali fito adduxit, perfuadere mihi ftudens , hos
eile Malaccenfis Bulangam feu radicis Deipar® ver®,
nec ab hacdifferre,unae& varios ejus fruäus in hor-
to’meo terrse commifi, quorum unicus tantum pro-
cerminavit, qui fruticem dabat ftipitofum , qui fefe
nirfum explicabat in longos & flagellofos ramos , in-
que his ft>m$ & folia plurimum erant oppofita & cru-
ciata j .fed-fpinse erant breviores, necita regulariter
löcabantur, & fupremi ramuli nullas gerebant fpinas;
fölia quoque maxime.differebant a Malaccenfi , ac
magis referebant folia Oxyacanth®, quam domeftie®
Vidar® vel filveftris, funt enim binos pollice^lata &
longa, inque oris pbtulam incifionem ab utraque
parte habent, unde triangulärem gerunt formam, vetu-
ftiora vero non ita inqifa Funt, vel laltem non pro ita fun-
ae: Superius glabra funt, obicureviridia, interius pallida,
fed non lanuginofa, uti in Malaccenfi Vidara, bina
oppofita«, faporis ingrati, quum Malaccenfis faporem
Ber^t .Pinguem cum v idara plurimum convenientem s
in, ungula fblii ala fpina locatur firma, in qua bina
ternave mipora apparent foliola triangularia, fed non
ita regularia; Memorati ifti ramuli Ipinis itidem de-
ltituuntur.
Flores formam habent calceoli vel digitabuli, poll
cem circiter longi, & formati ex petalo concavo :
quatuor incifiones div ilo , quarum maxima fupren
e‘t inftar calceoli concavi, florem obtegens, eftque fi
JJa> inferius tres minores apparent lacini®, quaru:
om® fant laterales, tertia inferior, omnes vero lut
untcoloris, fed fine odore,in florisvero centroqui:
mf ?PParent l°nga & crocea ftamina , Flos ipfe :
reriore anguftatur parte, viridique infidet capituli
m fruftura excreftat, qui ro.tundus e ft,v e l pi
H Oewel men by de Javanen, Baliers, en op Celebes
een doorn-Jtruik vind, met deMalaczeRadixDei-
par® zo gropte. gelykenijfe hebbende, datze die beide
eenderlei henaminge geven, zo heb ik nogtans zulken
onderfcheit daar in bevonden, dat ik van ieder een byzon -
der Capittel heb moeten maken, en deze tweede zoorte
houden voor een Radix Deipara, want de gelykenijfe va/ti
beide mag zo groot zyn als zy .wil, men bevind echter;;
dat de Malacze alleen een kojlelyke-fpeceryachtige wortel
■ beeft, vol,van.Medicinale krachten, en van een aangè-
naame fmaak, 't welk. niet te vinden is in eenige wortel#
■ die buiten Malacpa groeit, nog ook datze by eenige Na?
itie tot de Mpdicyne wort gebruikt.
Zekere Inlands Borger van Malacca beeft my ontrent
■’t jaar 1680. deze wortel en vruchten van Tambucco
ip-Celebes Oofi-zyde gelegen, toegebfagt, my wysmaken»
ae , datze van 't Malacze Bulangan of Radix Deiparce
:niet verfcbilde, wesbalven ik daar vanverfcbeidefcorrels
in myn Tbuin plantte, doch waar van maar eéne opquam,
voortbrengende een Jlammige Jlridk, dewelke zig_ na boven
met lapge en ranke takken wyd en zyd uitbreide: En
daar aanftondeh de doornen en* bladeren ook Wat tegens
malkanderen, en in ’t kruis, doch de doornen waren korter,
enJlonden zo ordentelyk niet, ook hadden de voor (ie
of eerfte ryskens gene doornen: De bladeren verfcbillm
mede merkelyk van de Malacze, gelykende beter na die
vanHagedoorn, dan na tamme of wilde Vidara, wart
zy zyn twee duimen lank jn breet, aan ieder zyde een
fiompe boet of lap hebbende, en daar door een driehoekige
gedaante : Docb .de oudfte hebben deze boeken niet, of
minder kennelyk: V in boven zynze glad, boog-groen, en
van onderen bleek, doch niet wit ofwQlacbtig, gelykdje
van de Malacze Vidara., mede twee tegen over vialkpn-
der, onaangenaam van fmaak, daar de Malacze fnterig
zyn, mei die van de Hidafa meeft overeenkomende,■ in
ieder fcboot Jlaat een fiyve doorn, en daar aan twee of
drie kleindere blaadjes, met bet volgende paar fcbier in
't kruis, of in plaats van de ..doorn,een nieuw zyde-tqjije:
De kleine blaadjes hebben de drie boeken ook zo volkomen
niet, en zyil de voorfcbreeve ryskens mede fcbier zpndèv
.doorns.
De bloemen, die daar aan voortkomen, zyn als een fcboent-
je of vinger-boed, ongeveer een duim lank, en gemaakt
van een bol blad, docb in vier lapp,en verdeelt: degpoot-
fie jlaat boven, als een bol fcboenken, de bloem bedekkende
, én is f iy f , van onderen ziet fnen drié mindere lap-
kens, waat van twee aan de zyde Jlaan, en de derde
beneden, alle geel van coleur, en zonder reuk; in'tmid •
deljle ' bol ziet men vy f lange geele draden, De bloem
loopt achter fmaltoe, en Jlaat op een groen knopje, waqf
‘ van de-vruchten voortkomen, .zynde rond,. of .een weinig