I C H E RB AR I I AMB O I N E N S I S
E X P L I C A T I O
Tabula Secundce.
Littera A. Denotat integram nucm Calappam.
Litt. B. dimidiam, in qua confpicitur croßties putaminis & nu-
clei, cum cavo lympba repleto. .
Litt. C. Internem exhibet nucem gluma denudatam, cum germine
fuo; feu furCulo.
Litt. D. Intermfn iftius nucis putamen pixbet, Tampurongb di-
ftum.
Litt. E. Pyrtim fiftit a cum Jitrculp fuo, feu germine b.
Litt. F. Vetuftam confpicendam dat nucm cum Primo arboris
rudimento.
G. FruBum peculiaris Calappte fpeciei proponit, qua Macberoi-
des, feu Parrangb h. e. Enfiformis vocatur, & capite feem-
do lübfexta deferibitur fpecie. '
H. FruBus eil Calappa Cyßiformis, capite fecundo fub oBava de-
, -feriptus fpecie.
I. J. FruBus eft Capuliformis diftus, & eodem capite numero fep-
timo exaratus.
K. eft Calappites, feu Calappi FruBus officulum.
L. Calappitm proponit, ex Calappi Pyro, feu ejus lympha de-
promptam.
M. Dcndrites Calapparia vocatur, qua in truncoCalappi arboris
fuit detefta.
C A P U T T E R T I U M .
Ufus ac vires Calappi.
CA l a p .p.u s , uti antea jam dittum e f t , duos
in fines .adhibetur ac co litur , vel ut fru-
ftus fe ra tjv e l ut potus e xea eliciatuf. Fruftus
multos iteram.præbent ufus, pilofus enim vetuftæ ac
ficcatæ nucis cörtex avellitur, contunditur, atque in
aqua macerata iterum ficcatur, qui in India loco Cannabis
ufurpatur, quæ ibi deeft, ille vero Cayro dici-
tu r , qui aptus eft ad varia funium genera inde confi-
cienda, uti plerumque ab incolis ac Portugallis eum
in finem adhibetur. Belgæenimvix iis indigent, quum
e x Europa fufficiens ipfi fuppeditetur funium copia:
Reftes vero ex cortice hoc confeftæ per aquam ma-
linam confervantur, per dulcem ac pluvialem autem
computrefcunt, per quos etiam Portugallorum naves,
quamdiu in Indiis navigent, confervantur. Eadem
quoque reftis adhibetur ad omnia navium genera ob*
folidanda, dum in aqua intumefeat, ita utincolæ in-
fularum Maldivenfium , Malabaræ , ac Javæ nullo
alio funium genere utantur, niü hoc Cayro :. E contra
Hollandi hoc utuntur Cannabe feu refte ex cortice
ifto præparata ad funalia nettenda,. quæ quo-,
-tidiano in ufu funt ob perpétua Indorum bella, quæ
melioris etiam funt notæ illis, quæ ex Hollandia ad-
ducuntur, quum cito fufcipiant ignem & diutius-ilium
foveant, quamvis poftea alius dete&us fit cortex , qui
meliores præbet funiculos tales igniarios, qui infra
üb. 5. Cap. 33/fub nomine Reftiarioe-deferibitur. Cortice
jam detra&o in confpe&um venit ipfa nux , feu
putamen, quod in junioribus nucibus, quæ optime
potui inferviunt, molle eft, feu cartilaginofum, fed non
adhibetur, quum nimis. m o lle ,-ac mucilaginofum fit:.
Lympha hujus nucis frigida quidem., âc grata eft potui
.fed. quum fuerit aflumpta, ftatim per omnes
pénétrât artus, ac fudores excitât, quam öb rem-quidam
falfo hanc lympham calidæ naturæ elfe perhi-
bent,.quum tarnen afliimptafi fuerit tempore .calido,
fudores .excitet: expèrientia quoque contrarium confirmât
,. f i enim quifpiam exagitatus cito magna copia
hanc hauriat: lympham, præfertim matutino tempore,
ac jejunus, cito talis fit Àpopleâicus, velparalyticus,
quod nentiquam: calori -,.. led p.otius. fubito frigori
æftuantem fanguinem condenfanti adferibendum eft.
Hoc mälum frequens eft inter noftros- milites , ac
nautas in bellis Ihdicis, qui lympham Calappæ nucis
adeo incautê ingurgitant, ac per nodtem fub dio fri-
gido rori fefe exponunt fæpe decumbentés, unde tum
Apoplexia Indica tales infeftat; çæteroquin potus eft.
fdlubris , ac folummodo in didto morbo & ioteftino-
rum debilitate prohibendus ,f i vero nux fub cineribus
fuerit tofta, ac tum liquor potetur, innoxie & cum
lucccffu
Liber I, Caput. 1L
U Y T L E G G I N G
Van de Tweede Plaat.
Door Letter A. voert aangevoefen een geheele Calappus-noot.
Door Letter B. een halve noot, waar in men de dikte van de
fchaale, en fietpit kan zien, als mede bet hol, dat vol-water is.
Letter C. vertoont de binnenfte noot, zonder de bolfter, met een
fcheutje, ofte uytfpniytzel.'
Lett. D. wyfi aan de binnenfte fchaal, genaamt Tampurongh.
Lett. E. verheelt bet appeltje a met bet bovengemelde fcheutje b.
F. Wyfi aan een Oude Calappus-noot mef bet uytfpruytzel.
G: Is een foort van Calappus-vrugt, Macharöides of Parrangh
genaamt, in bet tweede Hooftftuk onder de fesde foort be-
[dreven.
H. Is de vrugt van Calappa Cyftiformis, of. Doosvormige Ca-
lappus-vrugï, Capittel twee onder de achtfte zoórt vermeit.
I. J . is de vrugt van Calappa Capuliformis, Capittel twee onder
de fevende zoort gejielt.
K. Is een Calappites, ofte een Calappus-Steen uyt de vrugt.
L. Vertoont een Calappus-Steen uyt bet appeltje of bet binnenfte
water.
M. Dendrites Calapparia, ofte een Calappiis-Boom-Steen, gevonden
in den ftam van een Calappus-Boom.
III. H O O F D S T U K .
Gebruik en krdgten van den Gdlaffus-Beom.
DEn Calappus-boom 1vordj als bier voor isgezeit,
tot twederlei einden gebruikt en bewaart, of &ni
vrugten daar van te hebben, of om drank daar uit
te tappen. De vrugten geven wederom veel nuttigbeden,
de bairige bolfter van de oude, ofte droge móten wert afgetrokken
, geklopt, en iri Water geweekt, eri wederom
gedroogt, ’£ welk dan in Indien voor werk, ofte kennip
verflrekt, daar men ’t zelve niet heeft, en Cayro genaamt
wert, zynde bequaam om veelderbav.de touwerk
van tejlaan, gelyk meejt gefebiet by dé Portugefen en Inlanders
, want de Hollanders werden uit Europa genoeg
gerieft, en hebben dezelve niet van nooden. Déze touwen
worden door bet zout water bewaard ,. en door bet zoet be-
dervenfe, waar mede (de Portugeefe Jcbeepen,. zoo langze
in India varen, toegetakeld werden. Het zelfde werk
dient ook, om, alderhande vaartuigen daar mede te breeuwen,
dewyi bet in 't water opzweld; Zoo dat dé Iiiwoon-
ders van de Maldivos, Malabaar, en J ava, geen ander
touwerk' gebruiken, als die Cayro. De Hollanders daar
en tegen gebruiken deze kennip, o/ bereide bolfter om lonten
daar van te J'pinnen, die in, dqgelyks gébruik zyn , wegensde
geduurigé Oorlogen in Indien , pok beter bevonden
worden, dan bet Hollanaze lont, want zy vatten ligt bet
vuur, en zetten een b'efiéndige kool, hoewel men nader-
bandt een andere baft gevonaen beeft, die Wet zoo goed
lond geeft, waar van lib. 5. Cap. 33. onder den naain
van Reftiaria, gefebreven ftaat. De bolfter nu afgetrokken
zynde> zoo kémt men op de noot zelfs, of den dop, dewelke
in de jonge hooten, (die bequaamft tot drinken zyn)
week of krakebenigft is , dog den dop werd niet gebruikt
of bewaart , vermitze te week, en zappig is. Dit water
is wel koel en aangenaam om te drinken, maar in 't lyf
'gekomen-, dringt terftont door alle'de léden, en'doet zweten
, daarom zommige ver keerdelyk dit Calappus - Water
voor beet van. natuure ..houdendaar -nogtans een yder
dronk koel water , in hitte gedronken , zweeten. veroorzaakt
, ook bewyft de ervdrentbeit bet tegendeel; want zoo
ymant verhit zynde, dit water gulzig indrinkt , byzonder-
lyk in de morgenftond, en nugteren, die valt ligtelyk in
een beroerte, of lammigbeit, dat men immers geen' bitte,
maar veel meer een fcbielyke'koude ,■ onder ’t verbitte bloed
vermengd zynde, toefebryven moet. Dit geval is gemeen
onder onze Soldaten en Matroofen in de lndifcbe Oorloo-
gen, die bet Calappus-water zoo onvoorzigtig indrinken \
en dan ’s nagts in den kouden douw' moeten leggen,
waar op dan volgt de lndifcbe beroerpbeit, of benbery;
anders is het een gezonden drank, en alleen in bet voor-
noemde gebrek ; en zwdkbeit der darmen verboden dog
dezelve wert niet te min met hut gebruikt, als men de geheels
noot in de affebe braat; en als dan zoo drinkt. Het
water