ij* HERB ARII AMBOINENSÏS Liberi CaputXLV
Domeftici Lanfii binæ funt fpecies, fed quæ parum
•differunt, alba nempe eft maxima, quod idemquo-
que de floribus intelhgendum e ft , .ac foliis, quæ læte
viridem habent colorem. Fruftus itaque eft magnitu-
dinis nlinorîs ovi Gallinacei^ PyHformis ,-inferius parum
acumiriaîus, h'ique, qui plürimum in Hitoe regio-
ne crefcunt, finit dulciffimi , fed magna geruntama-
raque Officula: Altera minorque fpecies Lanfium rubrum
dicitüfj quum ejus pellicula plerumque obfcure
lutea fit ; arborqùe corticem gerat, qui m rubicun-
dum vèrgit colorem; Flores funt minores, neque
frudus officula funt tantæ magnitudinis, quantæ in magna
foecie funt, tarde maturefcunt, diuque acidita-
tem fervant. '
AnnUempus. Florent circa Decembrem, fructusque
Martio matur*efcuntmenfe, qui ufqueinAuguftum durant.
Eft enim fruftus^uti diftum fuit, qui diutiffime ar-
bori inhæret j •antequam maturefcat penitus. Et
quamvis memoratæ binæ fpecies, „alba nempe & rubra
, proprie non lint filveftres, non amant tarnen
hortos, vël prope cedes plântari : Quæ enim ibi lo-
cantur, tardiffime dxcrefcunt, & quinquennes elfe oporte
t , antequam frùftus.gerant,immo vidi, quæ ofta-
•vo nondùm aniio fr'uttus produxerânt : E contra infil-
vèftribus Amböinenfium ftortis funt vegetæ ,ubi tarde
qùidem èxerëfcünt quoque;, fed hoc videtur familiäre
-arboribus 'duras & tenuiffimis ex fibris compofitis: Et
uti in aliis obfervatuj arboribus, fie & hæc ex fuo
trunco circa radicem latas gerit excrefcentias, inftar
alarum. Terra, cüi-inplàntanda eft,faxofa quodam-
modo fit i ‘ in fabulôfa énim Citius & facilius excrefcit
quidem, -fed plurima tum habet folia, paucifiimosque
fruëtus.
Nomen. Latine Lanfium: In Malaica, Java, Mac-
caflara-& Banda Lanfa, Ternata La/a. Circa Mata-
fam in Java Bejettan vocatur. Amboinice in Hitoe
Aymabi & a: quibufdam LaJJota, in Leytimora Buan &
'Boan: In quovis vero Amboinico pago peculiare
geritnomen, quod non opus erit peculiariter deno tar
e : In Baie y a Larifac vocatur.
Locus: Arbores hæ plurimum in omnibus aquofæ
Indiæ infûlis occurrunt,- a magna Java ufque in Mo-
luccos , in hifee vero Orientalibus plagis fruäus mul-
to funt dulciorës, majorësque quam in Java, ubi par-
vi admodum funt. - v ; ; . o .
• XJfiis. Fruétus hi funt fuluberrimi & grati temponbus
calidis, fi crudi edantur, refocillant enim refrigerant-
que -ftomachum. Si- vero inmaturi nimium edantur,
atque hifcè fuperbibatur, plerumque.flatus & tormina
in abdomine excitant, vino faccharoque fricati bo-
num dant cibum fàlutaremqüe, qui in omnibus conce-
ditur morbis, fed tum bene decorticandifunt,&ama-
•ris exüendi ofliculis, quæ fuum quoque dant ufum,
aqua enim contrita propinantur infantibus ad vermes
enecandos. Siccati cortices fgni inpofiti bonum refi-
nofumque fpirant'odorem , -fere/inftar Dammarfelan-,
unde quoque adhibentur ad fuffimigium Aftangi. Quæ
eft* commixtio diverförum odoriferorum lignorum,
herbarum, & gummatum, apud Malaicenfes ufitatiffi-
ma hifee fub vefperum ædesperfumantur , five fola
hæcmixtio,five additis Lagundi foliis,adhibeatur,ut
Musquitten, qui eo plurimum in confpedtum veniunt
tempore, eliminentur ; Lignum, uti di&um fu it, ad
manubria telorum,fecurium & etiam ad ædium poftes
adhibetur,quum vero arbores-hæ tam tarde crefcant,
parcuntur quantum fieri poteft, earumque locoSilve-
ftris Lanfii lignum ufurpatur.
Van de Tamme Lanfen beeft men twee zoorten, dog
die van malkander weinig verfcbillen, zynde de witte de
grootjle,en 't welk ook verfiaanmoet worden van bet bloei-
zei, als mede van de bladeren, dewelke een blyde groene
coleur hebben :■ De vrugt dan,, als gezegt, is ongeveer zo
groot als een klein; boemer-ey, peets-gewyzé, lópende ag-
ter een weinig Jpits 'toe, en deze.,, ,die meefi.öp. 't lant van
Hitoe vallen, zyn zeer zoet, maar hébben ook weder‘groo-
te en bittere korrels: De tweede en kleinder zoorte werden
roode Lanfen genaamt, om dat baarefcbille donker-geel is,
en''de boom ook een fcborjfe beeft, die wat na bet roffe trekt:
Het'bloeizel is wat kleinder, en de korrels in de vrugt zyn
ook- zo groot .niet als in de witte, maar zy werden langzaam
ryp, en behouden haare. zuurte zeer lang.
' Sóyzoen.- Haar'éloeityd is' omtrent- December, en de
vhigtén werdén in Maart ryp, duwende wel' tot in Au-
gujtus: Want bet is , als gezegt,. een vrugt ,die vry lang
aan, de boom moet bangen, “eèrze volkomen ryp' wort: En
alhoewel de voorn.beide zoorten, witte en roode, eigentlyk
geen wilde boomén: en . zyn, :Zo en willenze evenwel niet
gaarne in:de .negoryen,en by de buyzen groeyen'$want dt
gene, ' die aldaar werden geplant, febieten zeer Ipnkzaan
op , en: moeten .wel vyf . Jaren oud werdén,, éerze vrugtm
Vóórtbrengen., ja 'ik: heb ’er gezien,, dié in ’t acbtjle jmt
nog niet en droegen: Daarentegen flaanze in de Bofcb-kiy-
nen der Amboineefen .zeer weeldrig , fcbietende aldaar midi
wel wat lankzaam op, dog dahfckynt in alle harde, enfyn-
dradigè bouten zo.eeneigenfebap te wezen: En,gelykmn
aan méér: andere boomen ziet, zo krygt ook deze aqn zyn,
fiam omtrent de .wortel eenige breede uytwafjingen ,:,gelyk
als vleugels: De giont, daar menbem in planten wil, mast
wat Jleenig zyn , . want .in mulle-aarde febiet by wel eerder
of ligter op , maar draagt dan ook veel bladeren , en weinig
vrugten. : ;
Naam. In.’t LaïywLanfium: in 't Mdleyts,-Javaans,
MacaJJers ,en Bandaas, Lanfa; Ternaats Lafi'a> omtrent
deMataramop JavawèrthyBe)etta.ngeTiaa7nt: op Amboins
op Hitoe, Aymahif,: en by 'zommige LafTaja, .op. Leyti-
mor Buan'.en oq&n t doch yder negóry in ’t Ambainfc.be gebied
geeft bem wel een byzondere naam, en di,érJ>alven zal
bei niet nodig wezen die alle aan te tekenen: Op Baleybeet
by Lanfac.
• Plaats. Dezen boom vind men meejbin, of'op alle deey-
landen van Water-lndien, van. groot f f ava af tot in alle
de Moluccos,- dog in deze Oojtérfcbe quartieren zyn; die
vrugten veel grooter en zoeter, dan. op jpava; alwaaszeiok
al vry wat'klein vallen
• Gebruik. Deze vrugten zyn zeer gezont, ‘en ook aangenaam
om in beete tyden raauw gegeeten te ^worden;, want
zy verkoelen en verkwikken dé mage:maar als men de. balf-
rype te veel eet, en dan daar op drinkt.,-. zo kr-gt nien ge-
me’enelyk daar van winden, én fnyding in .de' buyk: Met
wyn en zuyker geftooft , gevenze een gezondekojl , en die
ook in'alderbande 'ziektens wert ioegelUaten, maar als dan
moet tnenze wel te déegén fcbilleh, en dePittere korrels daar
uyt doen', hebbende dezelve evenwel medé nog baar gebruik',
want men. wryftze met water, en geeftze.de-kinderen te
drinken, om de 'wormen a f te zetten: De gedroogde febillen
op ’t vuur gelegt, gevenvok eèn goeden enherfagtigen rem,
bynd als de Dammarfelan; en dierbalven werden dezelve
ook gebruikt-onder betreukwerk Aftangi : Zynde een vermenging
vdn verfcheide welriekende bouten,, kruyden, en
gommen ', by de Maleyers zéér gebruykelyk : Men berookt
ook daar mede tegens den avont de buyzen, bet zy dm alleen',
ofmet Lagundi-bladerengemengt, om daar door de
musquitten te verdryven, dewelke op die tyd.meeft zwerven,
en te Voorfcbynkomen: Het bout beeft', .als.gezegd
mede Zyngebruik tot begten enJleelen van toranen,bylen, effen
zomtyds ook tot fiylen van buyzen, dog om,dat men deze
hoornen, die zo langzaam gróeyen, geerne. zo veel ver-
fcböont als 't mogelyk is , zo neemt menmeefi .daar toe dat
van de wilde Lanfen.
e x p l i c a t i o U Y T L E G G I N G
Tabule» Quinquagefima Quartet , Van de Vier- en Vyftigfte Plaat,
Qus ramum exhibet Lanfii floribus fruétibusque confpicui.
A. pruüum naturali exhibet forma.
B. Apçrtmn dénotât fruétum,;ut ejus interna appareat fub-
ftantia.
Dewelke vertoont een Tak van de Lanflk-Boom met zyn vrugM
en bloemen.
; IVyft de, vrugt aan in de natuurlyke grootte.
, Dezelve opgefneden, op dat d«zf//f.binnenfle gelta|C t
O B SE R - A 0 -