lappæarborisRuniit confeéta, qui inter duo compri-
muntur ligna, donee fpiffum exftillet oleum, vel hi
nuclei ficci tam diu confervantur, donee oleum tale
requirâtur, qui turn contunduntur & in fartagine tor-
renturj ac priori exprimitur modo, uti cum Nucibus
moichatis id fit, tolti hi & eontufi aquæ etiam inco-
qui poffunt, ac fupernatans tolli oleum ope cochlèa-
ris, u tiCalappæoleumcolligitur,expreffio autemejus
melius fuccejlit, fed magna iftorum nucleorum requi-
ritur quantitas : Oleum hôcce modice calidum e ft,
conducitque ad cutis fordes & fcabiem tollendam &
curandam: InMacaffara, Baleya,&Bimacandel«e-ex
hifee formantur nucleis, ad folem enim ficcati adhi-
bentur , qui acuto adligantur bacello in formam &
longitudinem candelæ, vçl contunduntur & mifeen-
tur cum certa Goffypii quahtitate, & circumvolvun-
■ tur anguftis Bambu arundinis fegmentis, velexGabba
Gabba confedlis in formam candelæ. Quidam femi-
maturos colligunt frudtus, quos muria eondunt, quorum
exterius tantum putamen inftar Olivarum come-
.ditur.
Èjus lignum durabilem laris continet materiam,fed
difficillimum eft elaboratu dolatoribüs, ut & fecuri, ferra
tantum per recens tranfire po te ft, atque ex illo
non nifi breves trabes &; lati afferes formari. Quid-
quid itaque ex illo defideratur, ex recenti prius ligno
formandum e ft, dein perdolari ac poliri tritura poteft
frequenti.
Optimum eft ad axes, rotas, majoresque machinas
ingenrium tormentorum bellicorum , quum non fin-
datur, vel rimas agat, licetmagniipfi infigantur clavi
ob crifpam & vorticofam ejus fubftantiam, unde &
incolæ infulæ Key illud adhibent ad coftas navigiorum
incurvas, quum in aqua marina quam maxime durabi-
le fit,ferra fatis bene etiam in latos formatur afleres,
e x quibus menfæ ac ciftæ fabricantur, fed difficilem
requirunt laborem, antequam glabræ & politæ fint,
dolabra enim v ix glabrum reddi poteft hoc lignum,
femperque rugofum ac pilofum eft in una alterave'
parte, déin autem fricatur aqua & areha , ac denuo
•uccumpolitum fit ope fcorearum ex arundine Rottang
fiffa confedtarum, magna hominum vi applicatarum.
Hac fridtione demum in conip.edtum veniunt rari ifti
vortices, ftriæ,& undæ venofæ,lignum ipfum iplen-
det, primæque ipeciei lignum exficcatur obfeure ci-
hereum, fecundæ vero pallide ruffùm cum luteo mix-
turn, qüod magis etiam lplendet quam cinereum, ac
reflexum exhibet.
Portugallorum ciftæ in Zeylana & Malabara con-
llrudtæ ex hoc ligno, multo cralfiores habentfibras,
funtque rugofiores quam Amboinenfes, elegarfter au-
térti fplendent, & obfeure fufeum habent colorem,
inftar ligni Sideroxyli vetuftioris,pro quo male etiam
a noftratibus fæpe hoc lignum habetur. Hoc autem
non' eft adnibendum, ad quævis opera ex a fifed
bus* confedta, nifi rite ficcum fuerit, atque per
annum adfervatum , hi quoque ex hoc confedti non
fine tenuiores pollice, hoc enim lignum nunquam
rimas a g it, nequehumiditate, nequecolore, fedtenui-
ter fecati &’nimis recenter ufurpari afferes incurvantur
pluviofo præfertim tempore, ac fefe .contrahunt,
recentésque hoc quoque vitium habent, quod ciftæ
éx Ülis fabricatæ faeillime mucofum fpirent odorem;
li diu oceludantur. Incolæ tam Javæ,- quam Mo-
luccarum & Amboinæ raro hoc adhibent lignum,
quum parvis fuis .fecuribus j reliquisqUe pufifiis in-
ftrumentis non valeant ingentes hujus ligni moles
elaborate*
Hoc quoque lignum aliud habet vitium, ficcæ nempe
&rugofæ fæpe in hoc funt maculæ, quæ nunquam poliri.
poffunt, fed femper rugôfæ manent, unde & hoc
poftea a Boeronenfibus & Manipenfibus anno circiter
1666 Societati noftræ Indieæ venditum fuit ad coftas,
carinas, & afferes Liburnæ & Scaphæ ex illo forman-
dos, quod in Libuma ultra duodecim duravit annos,
Scaphæ non ultra binos, cauffa autem fuit, quod illud,
ad Scapham adhibitum, nimis receils fuerit, quo fa-
dun\, ut nimis contradtum fiffuras cauffaverit.
Hujus arboris cortex depuratus ac fponte decorti-
catus, cum Sideroxyli cortice , Samama, & Gayang
jjaut aquæ incodtus & propinatus depurat puerperas,
expéllit fluXus albos aliasque inpuritates, fi per qdti-
duum ejus cyathusmatutino ingeratur. tempore , quum
dein médicamenta adhibentur confortantia y hujus-
..co r -.
Calappus-boom genomen, (Runut genaamt) en pertze
tuffeben twee planken, tot dat 'er de dikke Oly iiitkomt
oj men verwaan deze gedroogde korrels , tot dat men de
Oly van nooden beeft; alsdanftampt menie, en rojize
in een pan, en pertze als voor en, gelyk men deNoote-
mujjcbaten doet, men kan de grootjle en gejlampte ook in
water kooken} en de bovendryvende Oly met een lepel
af nemen, gelyk men de Calappus-Oly maakt, docb de
uitperfinge gaat vaardiger voort, maar men moet een goede
quantiteit korrels hebben. Deze Oly ismatelyk warm.
goed om alle vuiligheid en feburft des buits te genezen,
op Macaffar , Baley,en Bijna maakt men ook brant-
kaarffen van deze korrels, want men neemt die in de Zon
gedroogde , en gebeele korrels, en rygtze aan een Spits
Jtokje, tot de gedaante en lengte van een kaarffe, of men
Jlamptze, vermengtze met wat Cattoen, en ombindze met
fmatte Jpaanders wan Bamboezen, of Gabba Gabba gemaakt,
tot de gedaante van een kaarffe. Zommige neemen
de balf rype vruchten, en peekeienze in , waar van men
alleen.de buitenfle bóljter eeten kan, als Oly ven.
Dit bout beeft wel een durabele Jlof, docb is zeer
moeyelyk om te bewerken voor de febaaf, enbyl, alleenlyk
kan de zaag door bet verfcèe kómen, en daar uit niet
meer, dan korte balken ,• en breede planken gewinnen.
Wat men dierbalven daar uit hebben w il, moet min uit
bet verfebe bout eerjl in bet ruige kappen, met een gr 'offe
febaaf bewerken, en met Veel Jbbueren glad maken.
Het is aller dienfbigfl tot wielen , aJJen, en affuiten van
fwaar Canon , want bfit en febeurt niet, alflaatmengro-
■ te fpykers daar door, wegens zyne werrige fubftantië,
daarom gebruiken bet de Inlanders van Key tot alderbande
kromme inbouten van bare vaartuigen, want bet in Zeewater
inzonderheid durabel is , met de zage word bet ook
tot reedelyke breede planken gebragt, waar uit men tafelbladen
, en kiften 'maakt, maar vereiffeben eenen geduri-
gen arbeid, eer menze glad krygt, want met de febaaf kan
menze niet ineer, dan effen maken, blyvende als dan nog
ruig en pelzig, daar na febuurt menze met water en zant,
en ten laaften’polytft menze droog met boenders vangejple-
te Rottang gemaakt, en met kragt van mans armen.
Door dit vryven komen eerft de rare drayingen ,ftreepen,
en baren van aderen voor den dag, en bet bout begint ter dee-
ge te glimmen, beftervende dat van de eer f t e zoorte donker-
mauw,, en van de tweede ligt-ros, met geel gemengt,
et welk ook meer glimt, dan bet graauwe, en een weer-
fcbyn van zig geeft.
De Portugeefcbe kiften , die men op Öeylon en Mala-
baar van dit bout maakt, zyn veel grofdradiger, en ruiger
van buiten, dan de Ainboinfcbe, glimmen echter mooi,
en zyn donker-bruin van coleur, als bet oude yzer-bout,
waar vöorze ook dbufivelyk van de onze laangezien worden.
Men moet dit bout tot geen werk gebruiken van
planken gemaakt, of bet moet ter deegen droog zyn, en
omtrent een jaar gelegen hebben, ook de planken niet veel
dunder dan een duim zyn, want dit bout febeurt wel nooit,
nog door vogtigbeid, nog door hitte, evenwel de dun gezaagde
te vers gebruikt, trekken baar wat krom, inzonderheid
by regenaebtigweer, en krimpen zeer in , zo hebben
ook deze planken vers gebruikt deze faute, dat de kisten
daar van gemaakt, zeer ligt vermuft ruiken, alsze
langgeftóoten ftaan. De Inlanders zo wel op Java, als
in de Moluccos, en Amboina gebruiken anderzints dit bout
weinig, om datze met baar kleine byltjes, en onnozelge-
reetfebap , geen raa f weten , die onbefebofte blocken te
bearbeiden.
Dit bout heeft ook nog andere gébreeken, te weeten ee-
nige drooge en pelzige: plekken , die geen polyften aan-
neemen , maar ruig blyven , - ■ waarom dit bout van de
Boeroneezen en' Manipeezen , omtrent Anno 1666. tot
planken gebruikt dan bet ja g t, over de twaalf jaren
goed gebleven is , en aan de floep niet boven twee jaren,
kan de oorzaak zyn, dat bet geene aan dë floep verbezigt
wierde 3 te groen genomen i s , waar door bet te Veel inkrimpende,
groote opening veroorzaakt beeft.
De feborfje van dezen boom van de buitenfle ruigte ge-
zuivert, en dan van zelfs affchillende, met de Jcborffe
vanTfer-hout, Samama, en Gayang Laut inwater'gekookt,'
en gedronken, zuivert (le Vrouwens, die van bet
kraambedde opftaan , zet af de witte vloed en andere on-
reinigbeden , aebtdagen des morgens een klein kopje- vol daar
corticis decoótum curat quoque miftum cruentum &
Gonowhaeam.
Folia pér noóèem in aqua pura maCerata , hanc cce-
ruleo tingUnt colo re , uti Tabacum , quam frigi-
dam reddune., hac oeuli lavantur inflammari, vel ra-
cïes ipfa iffmergitur pâtinæ hac aq.ù-a repletæ , quum
ardor exftiaguatm» ieu extf.ahatur, ac vifum refocil-
la t, hinc & Chirurgi quidam in Banda hæc deftilla-
runt folia, iliaque aqua bonos præftiterunt effeélus
in ophthalmia.
In Java & Baleya primores Hanc plantant arborent
circa æ'des' fuaa, ut & in hortis, in quibus fatis éléganter
efeéto excrefeit trunco, fed arte & labore ita formatur,
ab ilia parte amputando ramos, ad .quam incli-
nare tentât.
Ob elegantem ejus ufnbram plarrtatur, atque ob odo-
tatos floret, qui Nagaffari accédant, uti & ob frtiétus,
ex quibus candela's formant.
_ Si arbor fitteiiera, glabrum gerit corticem, mere-
fç'éritibus veto âiiiiis rugofus eft ac finditur, uti in
Amboinenfi, tumque lignum aptum eft ad afferes pro
ciftis & tabiUis ex illo formaiidos..
Alter magicus ac fuperftitiofus ulus, apud iricolas
Boëronenfes vjget,- quern- tanquam furamum arcanum
Wobis celant. Hujüs enim arboris fruélus inplantahd
cranio hum-amo , quod plerumque recens ilium in
mem detruncatur, hujus- oeulos effbdiunt, i-llorümquë
loco- drbitis inponunt iftos nuCleos, quos pâuéa Obte-
gunc terra, ex quibus exeréféit arbor , cujus ufiïrri
M>eris; fuis 1‘ëlmquuht.
Èx hujus arboris frudibus Oleum conficiunt, quod
hUagefraJa corpori àppàïdéût, m o & iftüd ilhmunt,
cujus vi cunéta valept percutere five per inftrûïhertta
jaculatoria, five, per emiffaria ex fclopeto fimilibusve.
Hac arte inter cæceros- «xeeüuit- Gtnad*, frater 'Seg
Radja Roemaite in Boero, qui omnia quam certiflime
peremtere pQterat, & firnu! ippeûetràbilis ërâE öo'ftfo-
rutó glottis, - qdï iff ipfum etnitrebäntür, qtiurff anno
1680. noftrates in Cajeli provocaret, non autem liber
erat a çarnificis fecuri & v efti, quæ ipfum fubfe-
quenti anno in Amboinenfiuia catafta tangebant &
porrigebaneuf.
Relatio næc inferviré poteft admomtioni noftrari*
bus, ut fi quempiam videant tali lagenula in collo,
óïtiatum, indîcio fie, plerumqüe taleih elfe propugna-
Éorem.
Si lignum- hod fit glabrum ac pferdölattïm, aqua
perfriéandüm eff ,& pumice, qui per ala quod tempus
in mari fluéèuavk, uftde & multo durior eft flip, qui
ox terra- eol-figitur circa æftuantes montes, qui tales
magna emittunt v i, qui dein in mari fluctuantes re-
periuncnr.
In Rnmpbii Appendice hæç fubjunguntlir.
Annö röpd mihi ösififrii ligni früfttim delatuni eff
ex Caybobbo-, quod incolæ prsdicabant radicem eile
BintaPgor , quodque in mari feb aqua' excreverat,
fed abruptum eracr& per mare diü fluftuäverat, ipmie
litus projedtum erat, eleganter erat incifum,. aefi fta-
tuaria arte effet elaboraturö, fübfequenti anno Bata-
viam mifiiim fu if, ac. locatUm in infula parva, Édam
Æ'éta, ubi junétum fuit Japanenfi folario Nobiliff. Dni.
Gubernatoris feniöris Joannis Campbuyfti, ubipianu-
brio fealarum irifervit.
In Hort. Malab: part. 4'. Pig, 38. Kfalabaïice' vöca-
tur Punna & Punnäca , Belgice geele Gom - Appels
ubi ejUs deferiptio: cum poftra lacis converiit, exçep-
fp quod non indjgitecur, arborem eflemaritimamfeil
litörefam,- nec etiäm opinari qiiis debet,- verum fla-
vüm Gummi ex hac provemre' arbore , quöd noffrä
natiw colligit ex alia penitus arbore, Carcapoeli diàà,
quæ in Zeylana Cureas vocatur, dé qua vide caput
lubfequens qüadragefimum primum.
van gedronken ? waar na men de floppende medicamenten
appttceett, de Dècottiè van de Jcborffe geneeft 00 k bet
bloedpiffen, en Gonorrhzeam. , -
De bladeren een nagt in vers water gelegt , geven bet
zel^e een blaauwacbtige coleur, als Tabak, en maken bet
zeer koel, bier mede waft men de Vfrbitte oogen, af men
dompelt bet aangezigt in een fcbootel vol van dit water,
dit trekt de hitte wit, en ververft het gezigt, hierom beb-
be zommige Cbirurgyns in Banda deze bladeren gediftil-
leert, en met bet water insgelyks ookgoede effebben gedaan
aan verhitte oogen.
. PP en planten de groote Heëren dezen boord
by bare huizen, ook Landwaart in, daar by mooi regt groeit,
docb met moeiten d m tod gewend werd, den ftam regt
boudendè, ende, takken aan die zyde af kortende, daar by
ovefvóéegen iüóil.
Zy planten bent, orh,zyfi rhoóye fcbadu&e, omd.è. Welriekende
Èlome, die de. Nagas Sari maft kómt, en.omde
vruchten, waar uit zy kaatjfen maken.
J-onk zynde beeft by eèn gladde jcborffe, maar in den
ouderdom weed dief mg en geborft en, geVyk aan bet Am-
bomfcbfii als dan is bet bout bequaam tot planken van
kiften en tafels.
Nog een anderen Magifcben of fuperftitiëüftm. gebruik
hebben de Inlanders mee f t van Boero, disze zeer geheim
en voor oris Verborgen houden. Want zy planten de vruch-
tén Van dezek boorif in eén dooishooftWmeënmènfchi datze
tot dien einde gemeenelyk vefs af kappen ^ de ooien Uitgraven,
dê voórfcbreëvé korrèls in d èplMsftém n , ert
ftegts één weinig met aarde, Idtendè daar uit éen hom
groeyen , wiens gebruik zy äah bah kinders óveHmen. '
Uit de vruchten van deze boom, makenze een Oly, dat
ze in éen flesje aan 't lyf dragen, ook bet zelve daar mede
beftryken, door wiens kragt zy lieden alles raken kunnen,
bet zy door werp-geweer, als febieten uit roers.
Door welke- kunfi onder anderen vermaart was Ghradf,"
broeder van dm Seg Radja Roemaite op Boero, die wel
op alles wél een wijfenfc hót bad, en Vry Was1 voofonzê-
kogels, jie na bem.g-egoit wierdm^ als by Anno 1680-
de onze in Cajebf uitddagde y rriaar niet Voor de beuls byl
en koevoet, die bem bet volgende jaar op 't Amboinfcbe
Schavot raakte. .
Dit verbaal kan dienen tot waarfebouwing voor de on-
f e3 ar Wé dtrgelyke flesjes met Oly. iemand aan fen
hals zien dragen., dewélke gemeenelyk voorvegiers willen
^ bout glad en evengefebaaft is , zo moet men't
jebueten met water, en datflag van dryffteenen,dewelke een
tydlang m Zee hebben leggen dry ven, en daar door veel
barder gewot,dpii,zyn, dan die men van 't Land en omtrent
de brandende bef gen neemt, dewélke zodanige genoegzaam
üitwerpen, en aan in Zee dryven.
In de Appendix van Rumphius werd dit 'er by gedaan,
Anto is my een wojiderlyk ftuk bout van Caybobbo
gebragt, bei welk de Inlanders voorgaven de wor-
. j yan,r Bintengor ie zyn, m Zee onder Water gégroeit,-
docb af gebróken, van de Zee langgerolt, en opftrandgfr
worpen, bet wmzeer aardig uitgefneden, als o f het doof
Beeldhouwers konft gemaakt was, hef is in ’ t volgende
jaar naar Batavia gezonden, en geplaatft op bet Êilcindé-
ken Edanij> aan bet Japanze Speelhuis van den Edelen
Heer oud Generaal Johannes Camphuis, daar bet tot
eén knop dan de trappe dient. .
In Hórt. Malab. part. f Fig. 31. biet by in 't Ma-
■ labaarsPunna en. Pünnaca, in 't Duits geéte Gom-ap-
pels, met onze befebryving redelyk Wel accorderende, be-
balv.en dat Uien niet merken kan, of 't eenftrand boom sty,.
ook moet men niet meenen ,, dat 'er regte geele öom van de-
zén boom komt, bet welke onze Natie balen uit een anderen
boom Carea Poëli, en op Ceyloti Gureas, waar over
zie bet volgende een-en-veertigfte Hooftftuk,