NOBILIBUS , MAGNANIMIS , AM-
PLISSIMIS, STRENUIS, AC PRU-
DENTISSIMIS V IRÏS, D. D.
SOCIETATIS INDICÆ
O r i EN T AL IS IN B e LGIO CONS l I -
\t u t a e , M o d e r a t o r i b u s .
S.
POTENTISSIMI DOMINI.
OBfera vobis, Viri Nobiliffimi,
primitias naturalium meorum
ftudiorum, uti ante aliquot an*
nos fummis harum tegionum Guber-
natpribus tradidi, & conmifi prima au-
fpicia politicarum meârum lucubratio-
num, Amboinenfem nempe Hifioriam,
quae narrationem continebat rerum mé-
ditatione veftra dignarum , quaë acci-
derunt, poftquam Provincia Amboinen-
finm laudabili veftro inperio fuit fub-
iefta : Quum autem illud opus crede-
batur potius fpeftare ad politicum forum
, & proprie pertinere magis ad
reétores harum regionum . quam infer
vire obleftamento Leétoris , id quod
lubenter confiteor, hine illud in fcfi-
niis fecretornm Bataviae & Amboinae
occlulum confervatur: Contra vero hic
liber, ut opinor, ante omnium oculos
verfari libere poteft , dum de talibus
agat creaturis, quas Deus per vim naturae
infitam omnibus quotidie obfert,
Sc confpiciendas praeb.et- Summi India-
rum ac praefertim quinque ultimi Amboinae
Gubernatores fupremi mei Domini
Nobiliffimi, Jacobus Cop flus fcilicet,
Anthonius Hurttus, Robertas de Vtcq,
Robertas Padbrugge , Sc qui nunc in-
perii habenas tenet Didericus de Haas,
omnes unanimi confenfu judicaruntcom-
modo publico aliquid bonae frugis in
meis latere operibus, ac proinde generofo
animo mihi non modo ftimulos addide-
runtjUt ad umbilicum illud perdueerem,
fed lubenter quoque Sc liberaliter neceffa-
ria fubpeditarunt auxilia , fine quibus in
hoe caecitatis meae infortunio &calami-
tate, quacum mihi per viginti jam annos
conluctandum fuit, illud perpolire, & fu-
pre-
EDELE , ERNTFESTE, GROOT-AGTBARË,
MANHAFTE, WEL-WYSE, VOORSIE-
' NIGE HEEREN, DE HEEREN
BEWINTHEBBEREN
D E R
G e ó c t r ó y e ERDe N edEr l aNüsb
C omp a g n i e v a n O ost-In d i a ,
HOOG GEBIEDENDE HEEREN.
IK kom alhier UEdelhedens op offeren,
de eerjlelmgen van myne natuurkundigefiudien,
gelyk ik voor eenige jaresi
aan de Regèrmge dezer landen overge-
levert hebbe de eerflehngen van myne
politique bezigheden, narnentlyk de A m-
boinse Historie , behelpende een verhaal
van de meejle aanmerkens waardige voorvallen
, zedert de Provintie Amboina onder
U Edelhedens loffelyke regermge ge-
flaan heeft : dog aangezien het zelve
werk geoordeelt wierd meer te Jlrekken
tot• narigt, en fpeculatievoor de Regeerders
dezer, landen, dan tot vermaak van
den Lezer, gelyk ik ze,lfs bekennen moei,
zo is hei zelve binnen.de muren van de
Batavifche. en Amboinfe Secretaryen be-
floten gehouden '■ daar en tégen dit werk,
myns oordeels, magvoor eenydersoogen
komen, dewyl het handelt van zodanige
Jchepfelen, die Godt door de natuur
dagelyks aan alle menfehen vertoont. De
hoge Re geringe defer landen,mzonderheit
de v y f jongfle Heeren Gouverneurs van
Amboina, mynegèwefeneHeerenGebie-
ders, dl E. Heeren. Jacob Cops, Anthonius
Hurt, Robbert de Vicq , Robbert
Padbrugge, en den tegenwoordige Dirk
de Haas, hebben fuccejpvelyk geoordeelt,
dat voor het gemene befi mg tets goeds
daar m j.leekt, en dierhalven, uit een
genereufe drift, met alleen my gerecom-
mandeert het zelve te Volioyen, maar
ook mildclyk de nodige behulp-middelen
daar toe verfchaft: zonder dewelke my
by deze ohgelegentheden, en het twintig
jarig miffen van myn gezigt, onmogelyk
zoude geweefl zyn iets daar van te per-
feBtonèren. Ik heb hei dan van myn
fchuldige pligt geagt, dit gehele Werk U
* * ' Édel