CAPUT QUADRAGESIMUM
SECUNDUM .
Aurantium Sinenfe. . Lemon Mann
Tsjina.
HI fru&us a quibusdam ex plôbe Àmboinica indi-
geni habentur, fed melius e ft, fi cum caeteris
Aurantia Sinenlia vocentiv ob fequences in pri-
mis rationés.
Hæc arbor paulo altior eft ac præcedens, ramis
ereftis, coma autem in rotundum extenfa eft & am-
plipr: Folia funt anguftiora & acutiora quam antece-
dentis, très quatuorve pollices longa , glabra, raris
coftis donata , odoris priori fimilis. Pars cordata
transverfum quoque digitum longa,fedadeoangufta,
utvix cordis Forma dignofcipoflit, fed paulo latior eft
quam Limonis Martinici: Juniores furcùli longas &
anguftas gerunt fpinas, in adultis vero arboribus null
s confpiciuntur.
Fruftus duplicem habet formam, in una enim/ arbore
mala majora funt quam in altera: Majora enim
funt. inftar præcedentis arboris vel paulo minora,
fphærica, èxcepto quod prope pedunculum tuber ap-
Sareat, & fuperius comprefla fint cum fovea inprefla.
cliqua corticis pars glabra eft, fed plurimis forami-
nulis vel poris pertufa, fatis vero craflus eft hie cortex,
fungofus, & facile a came feparari.poteft, externe
ex viridi nigrefeit, -licet fruftus fit penitus matu-
rus;; eftque porro amarus, fulphureus , & fortifiimi
odoris, uque frangatur, talem emittit vaporem.
Si hæc mala fuerint decerpta, & aliquod per tempus
fuerint depofita, una parte ita lutefeunt aefi vera aurantia
forent, ft vero in arbore matura & penitus fint
crocea, exfucca cenfentur atque inutilia , quæque ju-
ftàm plerumque non acquifivere magnitudinem, led
ita decidunt. Caro horum interna omnino eadem eft
cum ilia Hilpanicorum Aurantiorum, in plurima feg-
menta divifa, quæ omnia in orbem fibi mutuo jun-
guntur, & in centro parvam formant cavitatem , .fi-
que ufurpetur hic internus globus feu decorticatum
malum, caute depurandum eft a ficca fua lanugine,
quæ' amarà eft : Dein facile lingula " feparari poflunt
legmenta_& comedi: .Medulla næç interna.eft ful-
va, femi-pellucida, fappris dulcis ; cum pauca vihofi ta-'
te: Officula ejus feminalia funt paulo oblonga , rotunda,
& folida>
Altera horum Malorum varietas eft paiilo minor &
glabrior,àb utraque parte comprefla, magisæmulans
Hifpanica Aurantia, externe minimis foraminulis feu
porulis pertufa, cortice tenui eulmum circiter craflo,
qui facile itidem fèparatur, ejus caro eft inftar ante-
cedentis, hæcque lpecies in arbore magislutefcit,fl-
quedeponanturparum, hæc mala penitus crocea funt
ac verà Aurantia: Hæ arbores in Amboina.non funt
fertiles, faltem non omni anno dant fruftus, atque arbores
jam adultas elle oportet, antequam fruftus pro-
ducant, lociim aihaht planum, Soli bene expofi turn,
unde illarum,.quae in Amboinenfibus frigidis créa
n t montibus, fruftus lente maturefeunt, funt-
que plerumque acidi : Arbor ipfa non admodum
fenefcit,fed fæpius acidum exftillatfuCcitm,&copio-
fumexfudat gummi, tumque perunum alterumve annum
plures fert fruclus, qui plurimi etiam in arbore
lutefeunt, ac dein périt arbor. Hocce malum vix
prævenifipoteft, fed per aliquod retardari tempus, fi
nempe arbor ifta p'erforetùr ;■ ut fuperfluuS exftillët
fuccus, alif autem ingentem ferreum transfigunt cla-
vum per truücum.
Nomen. Latine Aurantium Sinenfe i Belgice Sinefe
•Appels. Malaicë Lemon Manis Tsjina, quod nomen ultimas
feu minori fpediei optime concern t , quum in
oina frequepter crefcat,& aSinenfibuV'laccharo con-
ditaubique traiismittatur. Quidam vero,.uti diftum
p i hofee früftus vocant mala dulcia Amboiftenfia,
præfeftim primam fpeciem, quam Amboinenfes plu-
nmum in fuis ColUrit motitibus ,. Portugallis dicifur
yaranza; Hifoanis Naranza, fed Indis Portugallis
-Uwnondoce. Verum hujus generis Latinum nomen eft
Malum Aureum, & Hefpericum, unde quidam putant
• m i. i l p 0.
XLII. H O O F T S T U K .
Sineefe Oranje Appel - Boom.
DËze vruchten voer den.hy eenige van het gemeene volk
op Amboina.voor inlands gehouden, maar men doet
heter, dat menze met de nieefie part Sineefe Appels
noemt, en zulks om de navolgende redenen.
■ De boom is .voel zo boog, als de voorgaande, met regt
over eind Jlaande takken, de.kruin wat ronder, en meet
uitgebr.eit. De bladeren zyn wat fmalder en fpitzer dan
de voorige j drie en vier duimen lank, gladt , met weinig
ribben, van reuk als de voorige; bet hert is mede een
dwers vinger lank, maar zo fmdl, dat men qualykdege-
■ daante van een bert bekennen kan, doch echter nog wat
breeder als aan de Lemoen Martin. De jonge febeuten
hebben mede lange en ranke doornen, maar aan de vol-
waiïene boomen ziet men der geene. ,
, De vrucht is van tweederlei gedaante, want de eeni.
boom draagt grooter Appelen als de andere: Zynde de
grootjle bykans als de voorgaande , of wat kleinder., reet
rond, behalven daize by den fieel een bult hebben, en van
vooren wat plat zyn, met een kuiltje; de reft .van de
fchel is wel effen, maar met veele merkelyke, gaatjes, óf
poris bezet, redelyk dik, voos, en laat zig ligt van bet
vlees aftrekken, van buiten blyftze fwart-groen, als de
voorige, al iffe ook geheel ryp: wyders bitter, fwavelig;
en zeer Jlerk van reuk, in 't breeken een damp van baar
gevende. .
Deze Appelen, wanneeze zyn af geplukt; en een tyd.
lang leggen, werden aan de eene zyde zo geel als Oranje,
Appels, maar die aan den boom geheel geel werden, acht.
men droog, en ondeugende; en die ookgemeenelyk baar
volkomen grootte niet bekomen, maar zo af vallen. Het
binnenfie vlees is geheel en al, als dat van de Spaanfe
Oranje Appels , te weten, in veele fneetjes verdeelt,
die allé in de ronde tegens malkander en(laan, en in de
midden.een kleine bolligbeit maken, en menmoet dezebin-
nenjle bol of gefchilden Appel wel ter degen zuiveren van
bun droge "wolaebtigbeit, om datze bitter is: Daar na
kan menze van malkander trekken, en ieder deeltje in 't
byzonder eeten, bet binnenfte merg is rood-geel, balfdoor-
fcbynende, zoet van frnaak; met een kleine Wynacbtigbeit,
de zaat-korreis zyn een weinig lankwerpig, rond, en
digt.
De tweede zoorte van deze Appelen is wat kleinder,
en effender, van onder en boven plat , en de Spaanfe O
ranje-Appelen wat nader by komende; van buitenmet zeer
kleine poris óf gaatjes als gepickeert, met een dunne fchel-
le, pas eenjlroo-bdlm dik, die zig ook ligt laat af trekken^
Het vlees is als dat van de vorige, deze zoorte werd
wat geelder aan den boom, en zoze wat leggen, geheel
geel als regte Oranjen. Deze boomen draagen in Amboi-
na niet heel wel, immers niet alle jaaren, en het moeten
al volwaffen boomen zyn, eer zy beginnen vruchten te
krygen, zy Willen ëen vlakkê grond hebben, en phel ten
Zonne jlaan, dies der genen, die in 't Amboinfcbe kouda
gebergte waffebett, baare vruchten langzaam typen j
eri mee f f zuur blyven, by komt ook.’ tot geengr óoten ouderdom,
maar begint dikwils een zuur zap Uit te traipen, en
veel gom uit tèjweten, dragende een jaar. of twee, buiten
gewoonte veele vruchten, die ook mee f f aan 'den.bom
geél werdén, en ‘daar op gaai hy mL Deze.plage kari
men qualyk voorkomen, maar wel een iyd lang vefachteren,
namentlyk als men een gat in den ffani boort, en
daar door een party Overtollig zap doét uitloopeh: Zommi-
gejlaan ook wel een groven yferen fpyker in dén ffam.
Naam. In f f Latyn Aurantium Sinenfe ^ na 't Duits
Sinefe Appéls;.op Maleyts Lefnon Manis Tsjina,'
welke naam de laaffe en kleinfie zoorte beft of naaft toekomt
,;. om dat die in Sina veel waft, en door de Sineezen
gecanfyt Zyndé, over1 ai vervoert werd: Zommige, als
gezegt , ndemenze Amboinfcbe zoete Appels, inzondérbeit
de eeffte Zoorte., die de Ambpineefen veel in haaf gebergte
havenen, of cultiveer en: Op 'Portugees Laranza: Op
Spdanfcb Naranfa, maar op Indiaans PortugeeslAmon-
doce. De regte Latynfe. naam van dit geffagt, is Ma-
lum Aureum, en Hefpericum;■ waar van zommige mé-
P nég