ll Boek. XXXI. Hoofdß. AMBOINSCHE KRUYDBOEK. i i 9
Women. Latine Blimbingum T en s ,Malaicc Blimbing
Knlu vel forte proprie Bulat h. e. te re s , nifi quis
velit ’Blimbingum Bulu ortum fuum habere ex viridl
colore arundinis Bamboes, qua; Boeloe vocatur, cte-
rerum tantum Blimbing dicitur. Amboimce Tagurelu
& Tagulela: in Banda '1 agar era, & Macaffara Bay Nan
Tyade.
Locus. Teres Blimbingum occurrit in Java, Baleya,
Celebe, ac porro in Orientalibus infulis, fednufquam
nili ab hommibus plantatum & cultum.
Ufus fif natura. Ob acorem frudtus hi nunquam
crudi eduntur, fed Temper cofti cum pilcibus, gal-
linis aliave carne, quum juri gratam pr$beant aci-
ditatem, fere uti in Europa Groffularise vel inmatu-
r& Uv®: Blimbingumque tali codtum modo quoque
comedi poteft, alioquin muria etiam condiuntur, tum-
que gratum praebent Atsjaar feu Salgama, aptaque
funt, utinftar Olivarum Capparidisque frudtuum cum
aliis edantur cibis: condiuntur hi frudtus quoque fac-
charo vel fo li, vel pauco cum Croco, quod condi-
tum optimum eft & conducit iis , qui trans mare cur-
runt , & adhibentur loco Tamarindorum contra adu-
ftum hepar. Hujus fpeciei flores foli expofiti, ut pau-
lulum marcefcant, atque aceto infufi, illud forte
reddunt, funtque ad hoc opus aptiores quam praece-
dentis quinque-angularis.- Horum frudtuum fucco om-
nes exftingui poflunt maculae ex omnigenis linteis,
ac pannis; Baleyenfes hujus conterunt arboris fo lia,
aquaque mixta propinant, vel exterius corpus fricant,
ut in febribus aliisque calidis morbis ardorem exftin-
guant.
Naam. In ’t Latyn Blimbingum T e re s, in 't Maleyts
Blimbing Bulu, of miJJ’chien eigentlyker Bulat, dat is ronde
Blimbing, ten waare men ‘wilde zeggen , dat de naam
van Blimbing Bulu oorfpronkelyk was van de gras-gruene
verwe der Bamboezen, die men Boeloe noemt, andere
noemenze Jlegts Blimbing: in 'tAmboins TagureJa, era T a gulela:
op Bandaas Tagorera , en Macqffars Bay Nan
Tyade.
Plaats. De kleine Blimbing vint men op Java , B'aley,
Celebes, en voorts in deze oojlerjcbe Ey landen, dog nieu-
voers dan door menfcben geplant.
Gebruik en Aart. Wegens bare zuurte eet men deze
vrugten nooit raauw, maar altyt gekookt by viffcben, boender
s , of ander vlees, om dat zy ’t zop een aangename zuurte
geven, by na gelyk in Europa de Jleekel-bezien, of onry-
pe druiven doen; en de Blimbing alzo gekookt, kan men mede
eeten, ander zints legt menze in peekei, en als dan voort
bet een aangename Atsjaar, of Salgama, en bequaam om
als olyven of kappers by de kojt te gebruiken, men confytze
ook in zuiker, of alleen, of met een weinig zaffraan , en
welke conzerve mede zeer goet en dienfiig is voor die geene,
die over Zee reizen, en om te gebruiken in plaats van T a marinden
, ook tegen een verhitte lever; de bloemen van
deze zoorte , een weinig in de zon gelegt, tot datze verflensen,
en dan in azyn gedaan, maakendezelve Jlerk, en
zyn daar toe bequamer, dan die van de vyf boeken :met bet
zap van de vrugten kan men ook wegnemen en verdryven
de vlekken uit aller bande doeken of lynwaat; endeBalyers
vryven deze bladeren en drinkenze in met water, of Jlry-
kenze van buiten over bet lyf: om in koortzen, of andere
beete ziekten, den brant te verminderen.
E X P L I C A T I O
Tabulée TYigejïmce Sexta,
A. Caudicem bujus arboris fiorilus fruüibusque onuftum exhibet,
quales ex ejus nodis propullulant.
B. Simplism foliorum pinnam.
G Simplex folium.
D. Fruüum D e n o x a ï .
U Y T L E G G 1 N G
Van de Ses- en Dertigjle Plaat,
A . Dewelke vertoont een ftronk van deze Boom met bloemen en
vrugten behangen, zo als die uit des zelfs knobbels te voor-
fcbyn komen.
B. Een enkelde Tak der bladen.
<7. Een éénvoudig bladt.
D. De vrugt.
O B S E R V A T I O. A A N M E R K I N G .
Hæc e.ft Malus Indica, fruétu pentagono Blimbi difta, Ray
Hifi. pl. püg.1449. & Burin. Tbef. Zeyl. pag. 147- ut & Malus Ma-
labarica, aci'da, oblonga Billinbing Bomii Muf. Zeyl. pag. 54.
& Blimbi Amman. H. Bofian. pag. 6. & Cbar. pl. p. 294. ubi
diéit, eft Malus Indica, fruftu pen ta-vel hexagono, floribus
pentapetaljs, racematim caüdici vel ramis lignofis adhæren-
tibus, foliis pinnatis. Nomine Blimbi in H. Malab. part. 3.
Tab. 4s & 46. exprimitur.
Suure Blimbing a Paient, p. 166. dicitur & defcribitür. Zey-
lanice autem Billingbas & Bilin.
A, Cl, D. Garcinio nuper mecum hujus arboris
chara&eres communicati funt cum ex-
aftiflima omnium partium defcriptione
fequen.tem in modum.
Hoc in plantarum genere flos perfedtus, pentapc-
talus, regularis, hermaphroditus continet Ovarium,
cui quinquefida Tuba infidet. Ovarium'fit frudtus
camofus , pentagonus , in membranofa , & poly-
iperma loculamenta quinque, placentæ circumpofita
mvifus; hæc autem, tanquam a x is , frudtum intus
partitur. Ex trunci præterea & ramörum. cortice,
lacemorum in modum nafcuntur frudtus : Folià bina
fimul oppoflta fuftinentur rachi, quæ in umina impar
ut plurimum definunt. Pecioli inftar fertorum, artifi-
cialium , ex ramulorum extremis multi fimul pro-
deunt. Semina lentis figuram referunt. Calix eft pentagonus,
monophyllus.
Flos ex rubrp-puniceo colore fu lg e t, fupra cali-
cem in ftellæ formam expanfus, quinque gaudet
Setalis, 8 lineas Jongis fingulis, verfus bafin angu-
is, hincque fenfim amplioribus fadtis , ufque ad
Üneæ fpatium a fine , qui rotundus- eft ; Hæc in
calico
Dit is de Ooftindjfcbe Appel-boom , met de vyfboekige vrugt
Blimbi genaamt, van Ray in zynHifiorie der Planten pag. 1449-
en van Burmans Thef. Zeyl. pag. 147. als mede de Malabaar-
fcbe zuure lankwerpige appelen Billinbing genaamt, vanBontius
in bet Muf. Zeyl. pag. 54. en de Blimbi van Amman in de tuin
van Bofius pag. 6. en in zyn Charafters der planten pag. 294.
alwaar by zegt, bet is een Ooftindifcbe Appelboom met een vyf-
of zeven hoekige vrugt, met vyf-bladige bloemen in troffen aan
den (lam o f dikke takken hangende, met veel bladen tegens elkander
overftaande, onder de naam van Blimbi komt ze mede voor in
bet derde deel van de Hortus Malabaricus Tab. 45 en 46.
Suure Blimbing wertze van Valentyn genaamt, in de befcbry-
ving van Amboin. pag. 166. en op Ceylpn Billinghas en Bilin.
Van de beroemde Heer Garcin zyn my onlangs
de kentekenen van deeze boom met al deszelfs
deelen zeer naaukeurig befchreven medege-
- deelt, luidende op de volgende wyze.
In dit gejlagt is een vyfbladige, volmaakte,' en ordinaire
bloem, die een bermapbrodiet is , en de eyerzak injluyt, waar
op een trompet zit in vy f deelenverdeelt: deze eyerzak werd
een vleezigèvrugt, die vyf hoekig is , en in vliefige en vyf
bollige kamertjes verdeelt zynde, v eele zaden inzigbevat,
en deze ver deelen van binnen de vrugt als door een fpil.
Uyt de fcbor/e des Jlams en de dikke takken bangen de
vrugten als in troffen. Twee bladen Jlaan altoos tegens
elkander over, welke in een oneffen eindigen: de fieelen
der bloemen bangen als natmtlykè kranfen uytbetuyterfte
der takjes.- De zaaden bebbeii de gedaante als Wikken.
De kelk van de bloem is vyf hoekig; dog eenbladig.
De Bloem is boog-rood en- blinkende, boven de kelk-als
een fier uytgebreydt, befiaande uyt vyfblaaden, acht linien
lang, elk aan baar onderfie gedeelte nauwer , en bier van
daan langzamer band langer weidende tot defpatie vaneen
iyntje, aan bet eind werdenze rondt. Deze werden in de kelk