C A P U T V I G E S I M U M XXIII. H O O F T S T U K.
T E R T I Ü M .
Arbor Violaria. Caju Merci Banda.
E Legans arboris forma ac florum jucunditas hune
ipn tribute locum,licet arbor fît exotica, a'tque
unica tantum a me obfervata anno 1657. in Ban-
dæ infula fumma circa urbeculam Lonthoiram, altiffi-
ma autem erat arbor inftar Tamarindi, vèl paulo al-
tior. trunco crafliflimo,fcabro,ac.fifîb c o r tic e,coma
dénia & late extenfa.
In ramis fine ordine tenues & ereflæ erigebantur
fqliorum rachides ardtefîbi jundtæ, uti in BUmbingoBuht,
inque iis bini foliorum ordines fibi oppofiti,duo-
deciin ac plura paria in quavis.raehide. Folia quoque
formam nabebant iftius Blimbing, fed anguftiora e-
rant, ac fuperiusmagis acuminata, inftar illorum Caf-
ficB Fiftula, licet multo fint minora, fuperius palliae
viridia feu flavefeentia, inferius lanuginofa ac gilva.
Ejus flores plures fimul progerminant longo infi-
dentes petiolo in ramorum lummo, tanquam uni inli-
ftentes umbellæ , inter horum.veropedunculos folio-
la fquamofa excrefcunt. Florum capitula, antequam
fefe aperiant, oblonga funt inftar Rofarum, fed gla-
briora , ejusdemque coloris.
Flos ipfe ex quinque componitur petalis interne
paliidis, rofacei coloris, formam gerens majoris Vio-
fæ , vel florum Canna fiftu'.æ. In ejus centra incurvum
locatur corniculum feu piftillum ventricofum., & acuminatum,
fufcujn., ex quo in aliis arboribus frudbus .
feu filiqua excrefcit, circa illud tria alia incurva &
contorta,locantur ftamina, in medio quoque ventri-
cofa & lutea, in floris bafi quinque alia apparentbre-
viora ftamina. Floris odor gratiifimus e ft,ad Vioiam
accedens, quantum, autem.novi, nulli huic fubfequun-
tur frudtus faltem in arbore Bandenfi. Quum floret,
quod menfe Martio in Banda erat, tarn copiofis orna-
tür flöribus, ut e. longinquo rpfarn penitus référât,
quod elegans oculis præbet fpeftaculum , fed magis
Ëratum nafo , quum odorem fpargat jucundiflimum.
)e reliquis ejus facultatibus ac interiore fubftantia,
plura addere non poflum, quum. ejus pofleffor nimis .
caram.hanc æftimaret arborem, quam ut incideretun
Nomen*. Bandenfibus y er urn ejus nomen erat inco-
gnitum, qui illam interim Caju Mero, h. e. arborem
rubram vocabant. Ipfi Latinum tribuo nomen Arboris
Violaria, feu Violaria Cormandelicce, inquirendum e-
n.im e ft, an eadem fit arbor, quae in Java Seating
dicitur. '0 .
• Locus. Uti fupra didlum eft, unicam tantum .ejus'
arborem inveni in. Lontora, quæ ibi in monte locata
erat juxta civis cujusdam domum,atqueutidicebatur,
antea ibi plantata & addudla erat a mercatoribus Ja-
vànis vel Malayenfibus , qui femper, exoticas quas-
dam arbores pro fenioribus adducebant regionis hu-
jus redtoribus, ut viliori venderent pretio Macim vel
NueesMofchataS jUnde & hæc provincia variis .abun-
dat arboribus frugiferis prae reliquis vicinis infulis ;
alii autem mihi narrabant tales quoque arbores magna
reperiri copia in ora Gormatidelenfi, ac forte in
aliis Malayenfibus ac vicinis ipfi regionibus.
Ufus. Arbor hæç in. Banda magno habebatur pretio,
quum unica tantum in tota ilia occurreretregione,,ac
præfertim ob gratos ejus flores, quos vicini adeo ex-
petebant, ut continuo illos decerperent pro convi-
■ viis, nuptiis4 aliisqüe feftivis diebus, quod domino
fæpius, qui homo morofus e ra t,, difplicebat, ita ut
totam fepe détruncare veljet arborem, fed condnuis
dehortationibus ac precibus id inpediebatur, donee
tandem illam totam exftirpaverit, ita. ut Banda caro
hoc ac rariffimo privaretur dono : An autem hujus
hominis invidia, an vero Bandenfium civium negligentia
(qui illam per ramos facile propagare potue-
rant, ) magis fit culpanda, aliis judicandum relinquo.
Utraque non'eifet abfolvenda, fi hujus ævi mos ipfe
illos fi on abfplvcret, qui nullas æftimant res,nifi quæ
crumenis augendis inferviunt;
Ifto anno très hujus arboris ramos in Amboinam
adduxi, ibique plantavi, quorum bini perièrunt, quum
Tom. II . aqua
Violier o f Roode-Boom.
D E feboone gedaante dezes boOms, en liejfelykbeid der
bloemen heeft bem alhier een plaats verworven,
hoewel 't een uitlandjcbe boom, en maar een eenige
van my gezien is, Anno 1657. in Banda op 't booge Eiland
in 't Jleedekén Lonthoir, bet was een zeer hoogen
boom , als een Tamaryn-boom, of wel zo boog met een zeer
dikken Jlam, ruige en geborjlene feborffe, een digte en
wel uitgebreide kruin.
Aan de takken Jbonden zonder order, en digt achter
malkander dunne en regte ryskens, gelyk aan de Blimbing
Bulu, en daar aan kleine bladeren in twee ryenregt
tegen malkander en, by twaalf en meer paren aan ieder
rysken. De bladeren waren ook, als die van voor noemde
Blimbing, docbjfnalder, envoorenmeer toegefpitjl, ge-
lyk die van Caflïa Fiftula, hoewel veel kleinder, boven
ligt- of geel-groen, van onderen wolaebtig en vaal.
Deze bloemen Jlaan veel by malkander op lange fleeltjes,
bykans in een dolle, tujfchen welke fleeltjes aan % uitter-
fte der takken, daarze t’zamen ftooten, fiaam verfebeide
_ groene en kleine blaadjesals febubben. De knoppen der
" bloemen, eerze opengaan,zyn lankwerpig, alsrooze-knop-
pen, doch gladder, en van de zelfde coleun
- De bloeme zelfs heflaat uit vyf blaadjes, van binnen
bleek en roozeverwig, gefatzoeneert als een groote Viool of
de bloeme van Canna Fiftula. In de midden flaat een krom
hoorntje, met een breede buik, en een bruine fpits, Waar
uit aan andere boómen de vruchten of bouwen waffeben ,
om bet zelve ftaan drie andere kromme en gedraayde draa-
den, ook in de midden buikig en geel, op den grond van
de bloem ziet men nog vyf andere korte draatjes. De reuk
van de bloemen is zeer lief yk, en na de Vioolen. trekkende,
maar zo veel my bekent is , volgender geene vruebten
op deze bloemen, immers aan den Bandaezen boom. Als
by bloeit (bet welk was. de maand Maart in Banda) flaat
by zo vol bloemen , dat by van verre * als vol roezen
fpbynt, een aangenaam fpehakel voor bet gezigt, maar
nog meerder voor den reuk, dien by als dan verre van zig
verfpreit. Van zyn verdere eigenfebappen en binnenfie
fubflantiekan ik niets meer febryven; om dat den eigenaar
bem al te waart bielt, om daar in te kappen■.
- Naam.-By de Bandaneezen was zyn regte naam onbe-
kent, die bem by provijie Caju Mero (dat is roode boom
noemen') ik geef bem in 't Latyn de naam van Arbor
Violaria, o f Violaria CormandeliCa, flaande nog te onderzoeken',
of by dezelve zy met die gene , die men op Java
Sentihg noemt.
. Plaats. Als bov'en gezegt, beb ik maar eenen boom op
Lontor gevonden, flaande aldaar op. den berg naafl een
Burgers buis 3 en zo men zeide, was by in voorige tyden
aldaar, aangebragt door dejavaanfebe of Maleytfctie Koopluiden
, die telkens eenige vreemde hoornen aan de oude Regenten
des Lands medebragten, om beter koop te vinden
aan de Noote-mujfcbaten of Foely , waar door die Provincie
van alderbande vruebt-boomen, boven bare naburen
, tot mg toe.verzien is, andere zeiden wy $ dat dier- •
gelyke hoornen op dekufl van Cormandel Overvloedig te vinden
war en, enmiffebien in andere Maleytfcbe, en nadere
Landen meer:
Gebruik. Dien boom was. in Banda in groote agting,
om dat ’er maar een eenige op bet gebeeïe Land was, en
wegenszyne lieflyke bloemen, daar de buur en zo gretig
op waren, datze die geduurig a f baalden op Bruiloften en
andere Hdogtyden, bet welk den eigenaar (die een korzelig
hooft was) dikwils verdroot, dat by dengebeeïenfiam
daar neer wilde bakken., maar telkens wederom verheden
wierde: Èindelyk beeft by bem nog omgekapt, en zo wierd
BandOrVan een van bare befte rariteiten berooft, Ö f nu dezes
Mans nydigbeid of der Bandaneezen Borgers floffig-
heid ( die bem, ligt"met takken badden konnen voórtplan-
ten) meer te berispen zy,. laat ik andere oordeelen. Zy
zouden beide niet te qntfcbuldigen zyn, indienze demode van
de tegenwoordige Èeuwe niet zelfs verfcböonde, dewelke
geene dingen aebt, die niet in de beurze dienen.•
; Ik bebbe in ’t voornoemde jaap drie takken van dezen
boom medé haar Amboind gebragt, en aldaar geplant,
C c 2 waar