J. Boek. X. Hoofdjl. ' AMBOI NSCHE K R U Y D B O E K. 53
C A P U T D E C IM U M .
Lontarus Silveftris. Lontar Ut an.
Sllveftris hæc Lontarus haud multum difFert forma
a domeftica, & quamvis ëjus truncus gracilior ac
humilior fit, rami tamen ejus funt longiores, ac
folia quoque majora illis domefticæ. Rami & folia
itidem différant juxta ætatem: Quamdiu enim fruti-
cofa eft, rami ejus finit quinque fexve pedes longi,
digitum leu pollicem craiïi, triangulares fere, fupe-
riore parte ' excavatr, atque ad latera dentati inftar
fubtilis ferræ. Folium in minores lacinias eft divi-
fum , nec ita profonde iiicifum ac in fubfequente.-
In adulta arbore rami a decern ad quatuordecim pedes
funt longi , mediocre brachium craffi, ac canalis
intermédius excrevit æqualiter magis, ac fere planus
e f t,ad margines cinctus acutis, duris, nigris, fed
brevibus fpinis, omnibus deorfum reflexis inftar ferræ
majoris. In vertiçe non conjunguntur rami uti in domeftica,
fed a trunci medio lupra fe invicem locantur.
Quifque ad fuum finenr gerit amplum, rotundum, ac
radiatum inftar depifti folis folium, uti in domeftica,
majus tamen, fex feptemve*habens pedes in diametro.
Cujus radii inæqualiter funt incifi, tres quatuorve
enim lacinias efformant feu divifionem, quæ a îubfe-
quente profundiore lacinia feparata eft, ac nulla ha-
rum laciniarum ad centram extenditur, pofteriores
, quoque radii femper funt breviores, antérioribus vel
mediis, nec perfectum formant circülum, fed ad pe-
diculum aperturam relinquunt: Quifque radius circi-
ter tres cum dimidîo pedès èft longlis, ac in medio
firmum habêt nervum cujus finis in plura définit
acumina paululum obtuîa,ac fi abrupta forent. Folia
quoque funt tenuiorà, glabriora, ac in longiores diVila
radios, quam domefticæ. •
§j Foliorum juniorum laciniæ, ut & in fruticofa arbore,
ad margines longum gerant filum, quod fenfim difiol-
yitur, dependet, ac tandem quoque périt. Exterius
lignum Calappo fere fimile eft, paulo tamen magis
fufcum, ac durius, multo tamen minus durum ac nigrum
quam Lontari domefticæ, adeoque nulli ufui
mechanico aptum, nifi ad viliora- quandoque tigilla.
Interior medulla eft ficca ac farinofa, uti arboris Sagou,
durior tamen ac fibrofior, ad radicem non adeo
amplus eft vel protuberans truncus quam domefticæ,
qui etiüm brevius durât ac vivit.' Quamdiu excrefcit
nullos producit fruftus, fed fi fuerit adulta, quunî
magnam ramificationum partem demiferit, coraam
accipit ramofam inftar Sagu arboris, multo tamen mi-
norem, non ultra quatuor pedès altam, ereétam ex
medio yerticis, in fex circiter majores divifàm ramos,
qui ad bafin arête conjunguntur. Majoras hi rami in
multos dividunturlatérales racemos,Pinangæ fimiles,
hi autem funt ereêti, firmi, hirfuti, ac capitati, qui
fruêtus producunt longe ac laxe a fe invicem depen-
dentes, rotundos inftar elobulorum fiftulæ ignivomæ
cinereo-virides acfuprafoveolaobfcura impreflos,ex-
terne inyèftitos tenui ac ficca carne, quæ facile pu-
treicit, fub hac alius rotundus ac durus locatur nu-
cleus magniiudineglobuli ftlopi, fine apice duro, qualis
inSaribi nucleo confpjcitur, fub tenui, aç lignofo porro.
putammealbus ac duras abfconditur nucleus, edendo
ineptus. Quum nuclei hi in terram décidant, albicantes
deorfum agunt fibrillas, acfurfum tenuiagermina, quæ
fimur cum nucleo, qui turn mollior. eft faêtusedüles
quodammodo iunt. Vefpertiîiones hos amant nucleos
quum ex arbore dependent, qüique hinc inde per
eqrum ftercus feruntur in filvis, unde' novæ proger-
minant arbores. Si omnes baccæ deèiderint, ad ium-
mam pervemt arbor feneftutem : femcf enim tantum
gerit fruétus, ac brevi póftea périt, uti quoque Sagu
Nomen. Lontarus Silvejtris Latine, Lontar UtanMâ-
hice.ralpëtti m Cormancielæ ora, in Macafera Coal
7 Mf#» .m Amboina Maccanunut & Maanuno, in Boe-
’ aID Maiî,p*Ma)aJ[ay quidam earn quoquo vo-
cant Wocka Hfocka, cum Saribti hanc confundcntes'
In ^dem fere crefcit reeionibus, in quibus
domeftica, uti m Java,..Madura, Y imora & Cèlebe
In
X. H O O F D S T U K .
IV ild e L o n ta r -B o om .
D Eze wilde Lontaf-boom • verjcbïlt niet heel in ’t
aanzien van de tamme, en hoewel den Jlam wal
-s wnker en lager is, zoo zyn egter de takken langer,
en de bladeren grooter dan aan de tavpie'. De takken en
bladeren verfcbillen ook naa bun iweederley ouderdom:
want zoo lang by nog een Jlruik is, zyn de takken ongeveer
5- a 6, voeten l'ank, een vinger of een duim dik, by
naa drie-kantig, boven met een diepe geut, en aan derzeU
ver kanten kléin getdndt als eenfyne zaag. Het Hat is in
minder lappen verdeelt, of zoo diep nietgefneden, als aan
de naafl-volgende. Aan de volwaffene zyn de takken van
tbien tot veertbien voeten lank, een kleinen arm dik, de
geut is als dan ook jneefl uitgegröeit en vlak, aan de kanten
bezet met fcherpe, harde, zwarte, dog korte doornen,
alle agterwaarts overgeboogen, als een grove zage. Zy
Jlaan ook niet in de kntin by malkander vergadert, gelyk,
aan de tamme, maar van ’t middeljle des Jtams vervolgens
bóven malkanderyyder draagt aan zyn eyn'd een groot
ront Hat, gejtraalt als een gefchilderde Son,gelyk de tamme,
dog veel grooter, te weten vyf a zes voeten in bun diameter;
de Jtraalen zyn ook ongelyk ingekeept , want drie-
en vier maaken een lap, of verdeeling, dewelke van de
naajt-yölgende met een dieper keep afgefcbeidén is , en gee-
ne van die keepen raakt tot aan bét centrum; ook zyn de
agterjle firaalen altyt kortpr, dan de voorjle, of middel-
[te, en Jluiten geen volkomen cirkul, maar laten een ope-
ning by den., tak: yder Jlraal is omtrent drie en een half
Voeten lank, heeft in dé midden eenjlyve zenuwe, baar
einden zyn in meerder fpitzen verdeelt, dog wat fiomp als
of ze afgebrooken waren; en de bladeren zyn Ook in 't geheel
dunder, gladder, en in langer Jtraalen verdeelt', dan
die van de tamme.
De lappen aan de Jonge bladeren, en aan de jonge Jlruik
hebben aan hare kanten een langen draat, dewelke metter
tyd los raakt, afhangt, en eindelyk ook vergaat. Hét bui-
tenjle bout is dat van den Calappus-bom fchier gelyk, of
wat bruinder en barder, dog op. verre naa zoo zwart nog
bard niet, als dat van de tamnie Lontar, dierbalven tot
geenbouwerk bequaam, behalven zomtyds tot Jlegte latten;
bet binnenjle is een droog en meelagtig merg, gelyk de Sd-
gu-boom beeft, doggroft-dradiger en barder, by de wortel-'
is by zoo brééd, nog uitpuilende niet, gelyk de tamme,
zynde\cok van kortèr duUrzaambeiP of leven; zoo lang by
nog in ’l-grcêyen is, draagt bygeehe vrugien,maar inden
ouderdom, als by een groot deel van zyn 'takken afgewbr-
pen beeft, krygt of gewint by een getakte kroon als den
isagu-boom, dog veel kleinder, te weten niet boven de ver
voeten boog, mede over eind’ Jlaande, regt u t bet midden
van de kruin , en omtrent in zes booft-takken Verdeelt,
dewelke beneeden digttegens den hooft-Jleel aan Jlaan. Deze
booft-takken verdeden bun in veele zyde-Jleelen, ‘fcbier
gelyk aan een Pinang-tros, dog deze Jleeïen zyn regt, [lyf,
ruig, of geknopt; bier aan mjfen. de vrugten die m t ydeï
of verre van malkander bangen, regt ront als een groots
muïsquet-kogel, gratwm-groen , en Van' voeren mét een
donker kuiltje, van buiten zynze bekleet met een dun en
droog vlets, het welk ligt afrot, daar binnen leid een andere
ronde en harde korl , in de grootte van een pijlool-kdgel
dog zonder zoodanigen bardenjpitzje voor uit, als men aan
de oanboe-korl ziet, voorts leit onder een dunne en hout-
agtige fcbaal een witte en harde beeft , die tot eeten onbe-
quaam is ; als de korls op de aarde vallen, fcbïetenfe witte
worteltjes nederwaarts, en opwaarts dunne fcbeutjes, die
t zaam met de korl (_dewelke als dan weeker geworden is')
eenigzints eetbaar zyn. De Vleermuizen eeten deze korts
graag, als zy nog aan den boom hangen, en zaayenze door
den afgank bier en daar in de ruigte, daar dan nieuwe
boomen van voortkomen; als nu alle de bezien afgevallen
zyn, zoo is den boom tot zyn koogjle ouderdom gekomen,
want oy draagt niet meer dan eenmaal vrugten, en gaat
kort öaaryna u it, gelyk ook den Sagu-bóom.dóet." 6
aam.In’t Latyn Lontarus Silveftris,m ’tMaleyts, Lon-
tar-üm,op dekujl Cormandel,TaIpetti,Mucfl/7èrjCoal,e»
Loala, AmboineesMaccanunut, en Maanuno, op Boero,
biger, opManipaMajafia, zommige noemen bem ookWoc-
ka Wocka , dënzelven alzoo met de Saribu confunderende.
1 laats. Hy wafi fcbier in de zelfde landen met de tamme
Lontar, als op Java, Madura, Tirnr, en Celebes. In
G 3 Mar.dur