ixö H E R B , A R I I A M B O I N E N S I S Liber II. cap. XLIII.
In Banda alia reperitur fpecies, quæ dulciores ge-
rit fruftus qaam præcedens, ejusque mala ubique.ta-
libus obfita funt verrucis, & caro ejus interna eft alb
a , & penitus dulcis,quum fit matura,immo dulcior
B a ta v ia s , ibique vocatur Limon Pouleron, licet
quoque-in P/o Ay occurrat.
In Madura quoque dulçiùm Limpnum fpecies inve-
nitur, quæ omnium minima ê ft, immo minor Limo-
ne Nipis cortice tenui, nec amaro, ejusque caro interna
plurimis confiât graniftis mollibus, optimeque
jnïervit condito, quem in finem ufurpatur a. Chinen-
fibus Grièjfeckàm inhabitantibùs, quæ e regiope Ma-
duræ efl uta.
. Nomen. Latine Aurantium PumilumMadurenfe.Md.-
laice Lemon SuaJJi & Lemon Coite.
Ut rami omnium Limonum Ipecieruru tali modo
dep.onàntur & tranfplantentur, ut intra paucos men-
fés fruftus gerant, eligendi funt vetuftarum arborum
taies rami, qui flores fere vel gemmas emittunc, hi
lapide fèriendi funt per palmæ latitudinèm a trunco,
donee cortex leniter fit contufus, ubi pingui ac præ-
gnanti terra ôbducendi funt, quæ, ne décidât, Bam-
bofæ folio fiflb vel alia textura eft obvqlvendà ,
talis autem ramus per quinque vel fex feptimanas
Ubi relinquendüs eft , donee putes contufum hunç
corticèm radicülas in terram emififfe: Dein dilfede-
tur fub fifth Bambofæ folio vel integumento , &
tranfplantetur tali modo in cifta bona & prægnanti
terra repleta, eodem adhuç menfe completos da?
bit fruftus , fed non pluries nifi femel vel bis, dein
enim périt, fi vero fertili çommittatur folo , in
pêrfeft'am excreftit arborem, qui vulgaris,fed fimui
proficuus eft mos Cinenfibus Bataviam inhabitanti-
bus, qui certos fibi locant borto$, vel aliquam terra?
partem pro quadam annprum ferie > & hac arte effi-
ciunt,ut mox fruftus çonquirant ; cæterumut vetuftæ
arbores fint fertiles, plurimi ipfarum rami amputan-
tur, clayusque ingens per truncum transfigitur,quod
idem fieri poteft a conducit arboribus Nança & Bon-
ga Tanjong.
E X P L I C A T I O
'ËabuU Trigefima. Quinta,
In Banda beeft men nocb een adder Jlag en zoeter Appels
dan de vorige, overal jnet diergelyke vratten bezet
bet vleys van binnen is w it, en geheel zoet, als H rypis
ja zoeter als de Batavifche, men noemtze aldaar Limon
Pouleron, alhoewel menze ook op Plo A y vint.
-mDp Madura valt mede een zoort. van zoete Lemoonen
zynde wel de alderkleinjbe van alle, ja kleinder dan een
Lemoen Nipis, met een dunne fcbelle, die. ook niet zeer
bitter is , en bet binnenfte vlees Jieekt vol kleine envoeeke
korreltjes, zeer gebruikelyk tot confyten, te weten byde
Sinezen woonende op Griefleeck, bet welk tegen Madura
overleit.
Naam. In 't Latyn Aurantium'Pumilum Maduren-
fe , op ‘t Maleyts Lemon Suafli, en Lemon Colte.
Om nu de takken van alderbande.Lemoen-bomen zodanig
af te zetten en te verplanten, datze in weinig maanden
vruchten dragen, zo ver/deft aan de oude bomen ee-
nige takken, die ten naaften by botten, ofte bloeizel willen
dragen, klopt, die met een Jleen, omtrent een Imi
breet van. den ftam, tot dat de feborffe Jagtjes gekneufi
werde, en bejladt of omvangt bem aldaar met goéde vette
aarde , dezelve dan bezorgende met een gefpleeten Bamboes
, of eenig baairig goet, op dat de.aar de daar niet
af volle, en laat dezen tak aldus 5. of ö. weken f t aan, tot
dat gy gift dat de gekneusde feborffe worteltjes in de aarde
gefeboten beeft: Zaagt bem als dan a f , kort achter de
gejpleten Bamboes of bet bewindzel, en plant hem zo in
een kift vol goede aarde, zo zal by in dezelve maand volkomen
vruchten dragen, docb niet meer als een:Af tweemaal:
Want daar nagaat by u it, maar als menze op een
goet land plant, zo wordende volkomens bomen, een ge.-
meene en profytelyke konft voor de Sineezen op Batavia
woonachtig , dewelke eenige landeryen of tbuynen maar
voor eenige jaren interen., en door deze kunft. maken,
datze ftraks vruchten daar vm. bebpenkonnen, anderfints
om de oude. bomen, vruchtbaar te maken, zo kapt men
zomtyds de meefte takken daar uit, en jlaat eengroote yfe-
re fpyker in den ftam, het welk men ook doen kan, ’m
de Nanca,, en j^onga T.anjong-fcemm^
ö Y T L E G G I N G
Van de vyf - en - dertigfte Plaat,
Quæ exMbet ramum A uravtiï daleis verrucofi, Litt. Ar
B. ‘Eyos fruHum dénotât.
C. Ramum fiftit, qui uno ex pedunculo duodeebn fimui mata»
ros. produxit fru& us quafi racemofos , atque hie ramus et
Laricque transmilTus fuit.
Dewelke vertoont een Tak van een zoete Oranjemol Lrnoe&
Boom met Dett. A.
B. Wyft aan deszglfs vrufhp.
C. Verbeeldt een Tak van déze boom, die in ccn Tros twaef
volkome rype vruchten gedraagen heeft, en van Larique
gezonde» is.
OBSERVATIO.
Videtur hæc Ala fpecies efie,' feu faltem ejus varietas, quæ
a Renar, in Hefter. 595. Aurantium fteüatum é r rofeum vocatur.
A A N M E R K I N G E .
Deze fchyrit die zoort of ten minften die verandering te
zyn, die .van Fenar. in zyn Hefterid. 395, genaamt wert de
Aurantium ftellatum ék-rofeum.
CAPUT XLIf.
'iZm/.IZ.