P R 5 A E F I o.
concedo , confiderent autetn q u a e fa , L . B? ani-
moquë Jperpendant aequo , id'kb'auëtore omnino
fieri non potuifle, primo qüod plurimae in Hêr-
bario hoc contineantur arbores & plantaë , qüae
rariffimae , " a c femel tantum v iîa é .f e x rémotif-
fimis infulis, fummis montibus', inperviis faepe
rupiSus .& litpribus, immo ’ e x horrëndis defërtis,
denfisque' fil vis pétitae , non ifto tempore flores
fuos fimulque frûëtus confpiciendos' exhibuerint,
adde quod & arbores in inmenfum faepe éxtefi-
fa e , & fupra .reliquas caput comamque extolleii-
tes adfcenfum penitus negënt, florumque fuorum
ac fruëluum collèëtionem inpèdiant ; quo accredit
infuper, quod i;ariflimi in barbaris illis terris
periti invemantiir piëtores, qui omniuni ac praè-
fertim minimarum partium. ad ? fruëtificatidhem
pertinentium rite ôbfervent adtributa, earumque
diftinëtionës, & proportionem, & defe&ùm
hunc .tam e x ipfa auétoris defcriptioheg qùàm
.ex aliorum figu ris ', fi o ccu r ran t, benevolus' ac
propitius fupplebic L e florum & fautorüm animus.
; - .. . # "
Monendum fimul eft , nqh fingulis capitibus
plantarum icônes fuiffe adjeëlàs, quum quàedam
in hoc opéré defideratae fuefunt, qüod amanuen-
iium forte incuriae ad’fcribendum puto ; omnes
v e r o , quas ipfi infertas in v e n i, quanta id fieri po-
tu k cu ra, aeneis tabulis infculpi cu ra v i, ita ut de-
ficiat nulla, quae ufui elfe -poffit, ficuti & addi-
tae fiint infectorum quaedam figurae , quae fimul
cum arbore v el p la n ta , undë alimentum fuum
hauriunt, v e l in . qua nidulantur, in textu defcri-
buntùr; optandum v ero e ffe t, ut reliquâe au&o-
ris chartae de animalibus terreftribus, âeriis , &
marinis huic operi fimul effent ad je& ae ; an autem
ilia Animaïium Hifioria a fene noftro ante fu-
.prëmum fuum diem ad finëm fit perduëta, ulti-
jnaque ipfi inpofita manus, ign o ro , unde fi pri-
vatis alicujus laribus preiûatur, in publicum'pro-
dire jtibèat , e x commun! hiftoriae naturàlis pe-
jritorum v o to obnixe rogo. 1
Quae porro huic operi exornando & inluftran-
çlo addidi, paucis expediam, primo quantum fieri
mihi potuit ë vernacula noftra feu Belgica ling
u a , quae barbaris faepe vocabulis ‘‘atque incon-
.dito fane & quafi Indiëo ftilo ab amanuenfibus
fuit exara ta, aüëtoris textum Latina civitate do-
h a v i : in qua interpretati'one ' follicita cum cura
inprimis adténdi , ùt auëïoiis fèntehtiam & mën-
tem religiofe fequerer & fervarëm , dein addidi
fimplîciter ■ feparatarum pa rtium'e xp licationem,
quae in tabulis expriinuntur , ;non autem .in textu
explicafitur v el denotantur. ; obrervatiçnës'- etiam
.quibusdam in locis| a d je c i, fi compërirem easte
rn ab aliis auëtoribus jam fu iffë - det'e&as vel
deicriptas , Vel' etiam iïlarûm fpecies jam elfe
no tatà s , genericumque fimul nôtavi nomen, u t ,
uibus majus datur o tium , &' ulteriore ténëntur
efidërio, ad claffes immo ad ipfas quoque fpecies
revocari p o ffen t, praeferçim quum Rumpbius
adpellatiories fuas plantarum & arborum juxta
Indica conftruxerit nomina , 'illasque denomin^-
_verit : Indices autem hifce tpmis nondum adjeci,
quum majus cominodum adlatiirum putem, f i ab-
folutp prius opëre gëneralera'ultimae 'parti fub-
.neftam, Iridicem , v ë l 'ü t ï CX. Commclirius in Hor-
'turir Malabaricum F/oraw confcripfit Malabaricam,
fie & in hune auclprénx' Floram componam Am-
boinerfem'i ut fi quaedam Oihiffa v el errata inve-
niam/iïlx fimul florae iiiferam, èaque corrîgàm.
Si
A T
ft aan-, dog de goedgs'Lezer gelieve te overmegen, en-rnet
eefi onpartydig gëinoet We te Jtèmmen, dat dit geheel e é a l
buiten het vermogen des Schryvers geweefi i s , voor eeffi
oin dat in dit Krüydboek zeer veel geïwJJ'en gevonden
werden, die&éer zeldzaam zyn , en waar van zommige
maar ééns flegtsgezien zyn, die uyt de verfl'afgelegen-
fie Eylanden,■ van de hoogjte bergen, en bykans ontoe-
gankbaare klippen en firanden, ja zelfs uyt de huylende
wildernijfen en digte bojfchen gehaalt zyn, en op die tyt
hiet aiïöös’i bun bloemen en vYugten vertoonden, voegt hier
by, dat zommige: boomen zig zover enhoog uytbreyden en
hoben anderen Verheffen , daï zy ormogelyk te beklimmen
zyn, en weygeren haar bloemen o f vrugten te laaten in-'
zamelen, hier komt by, dat in deze vreemde geviefien
zeer zelde goederen nette Schilders gevonden werden, die
van al de deelen en voornamentlyk van de kleynfte , die tot
de voorteeling en bevrugteging behoor en ,■ ter'dee'gen ¥p-,
merken derzelver hoedanigheden, 'verdeelinge, ofte haar.
groote, waarom ook dit gebrek de goedg: Leezer uyt de
■ test zelve, ofte der zelve Befchryving, ofte'uyt- de Fi-
guuren van andere boeken, zo die gèvonden werden, zal
gelieve te vervullen.
Ik moet Her nevens waarfchouwen, dat agter ieder,
hoof tftuk niet van alle de planten de figuuren vóortkoitieh,
wyl zommige in het werk niet gevonden z jn , het geen ik
aan de onagtzaamheit der overfchryvers toeeigene-, dog
alle, die in dit werk vervat zyn ^heb ik meizo veel Zorg,
als het doenelyk is , zeer naauwkeurig in. koopere platen
laaten brengen, zo dat ’er geen 'een manqueert , die van
nut, o f dien f t kan zyn, gelyk ’ er pok bygevoegt zyn zom-
mige afbeeldingen van Moedelooze dierties, die te gelyk met
de boom ofte plant, waar-op zy aazen ofte nefielen, in
den test befchreven voortkomen, dog het was tewenfehen,
dat de overige fchriften van deeze Schryver óver de Land,
Lugt, en Zeergediertens agter dit werk gevoegt waar en,
en o f deeze H i fb r ie der Dieren van onze oude Man
voor zyn doodt teti einde.gefragten a f gemaakt z y , weete
ik niet, waarom{ zó dezelve onder imant particulier mögt
zyn beruflendé, verzoeke zeer vriendelyk uyt naam van
alle de beminnaars des natuur-kunde, dat hy die gelieve
in het ligt te brengen, en uyt te geeven.
Het geen ik verders by dit werk tot deszelfs luyfter en
opheldering bygevoegt heb, zal ik thans met wynig woorden
aanroeren; voor eerfi dog heb ik , zo veel my doenelyk
is geweeft, uyt onze Moedertaal ofte het duytfch, het
geen met zeer veel baftaart-woorden, en vreemde manier
van fpreken o f op zyn Öoftindifcb, van de uytfchryvers
is'opgefielt, des Schryvers test in goed Latyn vertaalt, zo
veel my mogelyk was, dog welvöornamentlyk agtgegeven,
dat ik den zin en meening van den Schryver zuyver mögt
navolgen en behouden, daarna heb ik een eenvqudigje uitlegging
gedaan van de deelen der gewaffen, die byzonder
op de plaat verbeeldtwier den, dog in den test niet uyt ge,
legt ofte aangewezen zyn, hier by heb ik op zommige
plaatzen eènige aanmerkingen bygevoegt, als ik befpeur-
de, dat die gewaffen by andere Schryvers waren in agt
genomen ofte befchreven, ó f diergelyke zoorten fön dat ge-
ßagt waar en 'aangemerkt, hebbende teffens den naam van
zodanig een geßagt daar by aangewezen, op dat die gee-
ne, die meer tyt en lufi hebben om die na te vorfchen,
dezelve tot haar verdere Clafte ofte byzondere zoort zoude
kunnen brengen; het geen ik daarom te meer gedaan heb,
om dat Rumphius zyn benamingen geformeert heeft na
de Inlandfche naamen der hoornen ofte der andere gewaffen
: Voor tegehswoordig heb ik geen regifters agter deeze
Deelen'gefielt, om dat ik Oor déél, dat het van meer diehft
zal zyn, als ik op het einde dezes werks een generaal rét
gifier agter het ladfte Deel voège, ofte gelyk de beroemde
Hr. Commelin op den Hortus Malabaricus gemaakt
heeft zyn Flora Malabarica, ik ook alzo op dit werk be-
fchryve- een Flora Amboinenfis, waar by dan teffens,
het geen- ik bevinde uytgelaten ofte qualyk gefielt te'zyn,
aldaar invullen en verbeteren kan.
Wan-■
VJ O O R R E D E N.
Si 'porro iri auftoris Jppmdice alicui capiti all- Wanneer verders in bet b yvoegzel ofte ie Append
e d addendum in venirem, fingulis fnis capidbus dix van Rumpluus .iy een zeker bmftfiuk iets aangete-
fubiunxi illa quae ab ipfo pofiea obfervata de- kent was daar toe te beboeren, zo beb ik bet zelve agter
prehendi, e x ei us AuCtnario itidem totum aliquan- ieder bmftfiuk geplaatfi , het geen van den Schryver na-
do inferui caput fi congenerem ibi offenderem ar- derbant mg was ontdekt: Uyt zyn Aucmarium ofte v erto
rent v el plantam, quae ad hoe pertineret genus, me erd ermgW ik ook iikmuals een geheel hoofifiukmer-
fimulque adieci quibusdam capitibus ebie rva lic- genomen, mameer ik bemerkte, dat het een zoon was van
nes quas D o ft . & Celeb; D . Garem mecum fu- zodanig een bmn , die tot bet zelfdegeflagt behoorde,heb-
per ïü s arboribus communieavit, quas meis fub- bende teffens nog eenige aanmerkingen , die de geleerde en
funxi adhotationibus, quae omnia in ipfius ope- kundige Heer. Garem my beeft mcdegedeelt, op zommige
ris examine & perluftratione .Le&ores varia ad plaatzen by myne aanmerkingen gevoegt, welk alles den
capita facilé experientur & - öbfervabunt... Lezer, zelfs, by het onderzoek en doorlezen van dit werk
r r,;-suu..K • „'iny» g . v j ligt zal gewaar werden en ontdekken.
Magno fatis mihi haec Conftitiffe lab orè, mul- Dat dit my veelmoeite en.arbef g ebft heeft, en ook
tumque temporis lubripuiife.lubens con ced o,'non veel lyts ontnomen, wil ikgeerne bekennen, dog dit is van
tarnen haec. tanti fiint mömend., quam ut. liinc .zo een groot belang niet, dat t l daarom myne overdenk,n-
Meditadones Praólicas v e l ipfiim omitterem ftu- gen, en de ftudie van de Meiicynen vergeete, ofte gelyk
dium medicum , v e l ut invidorum nonnullorum andere bcnyicrs quaadmrdig uytfirooyen, en aan andere
calumnia aliis perfuadere' malevole conatur , . ip- eenvoudige tragten wys te makendat ik zelfs myn Pi attyk
fam hinc me negligere Praxin Clinicam, quin po- daar door vetvwaarlooze, ik moet derbalven hier in t open-
tius publice profitear fubcefivis horis ac praefer- baar betuygen ,dat ik myn tyt hier toe hefiede in myn ley
tim matutinis, in quibus alii aliis lucubrationibus dige uuren, en voornamentlyk des ogtens vroeg, wanneer
ac praefeïtim debacchationibus magis dediti, & zommige anderen aan andere nagtkortmgen envoornament-
tamen Praftici , v el e x naturali fua pigritia tor- lyk aan, de gaftereyen meer overgegeven , en egter de Pra-
p id i, & inftar operariorum ob crumenam tantum iïyk oeffenentie, o f andere door aangebooren luyheit lock
hanc nobilem fordide tra&antes artem , in lefto en dof zynde, o f alleen als werklieden om hun beurs te
fuo crapula faepe quafl fubmerfi, v el defidia foluti maaken deeze eedele konfi zeer flor dig waarnemen,nog in
decumbunt, refocillata ac pacata mente me hunc hun bedt vatfig ofte half in den dronk nog bedwelmt leggen-
jam exantlaffe lab orem, antequam illi evigilantes 'de als luyaarts ronken, ik dan al met verquikte en onbe-
ftertere defmant; itau t nullas perdam ho ra s , quae nevelde herffenen deeze bezigheden waarneme, en eerdat
Praxi exeréendae deftinatae vulgo cenfentur, atque zodanige voor den dag komen, dezelve al afgedaan heb-
aeque ac aliis ipfi etiam vacare & mihi datum f i t , be, zo dat ik hier door van myn dagelykze uuren niets
quae hic in tranfitu, licet quibusdam minus for- verlies , en met andere egaal de Pra£lyk kan oeffenen; dit
te ad rem facere/ videantur , notare debui, ut heb ik in 't voorbygaan moeten aanroeren ,fchoon zommigen .
calumniam maleyölorum hominum , quos tarnen zullen denken, dit niet zeer ter zaak te dienen,om my van
parum euro , licet officiöfis fuis ac blandis falu- den lafier van zodanige benyders en quaadaardige te ver-
tationibus nos inefcare conentur, & tarnen quafi ontfcbuldigen, welke ik egter weynig agte, alfchoon zy my
amici faepius nobis adftant in Medicorum. confi- dikmaals door hunne nederige buygingen en vleyende compli-
liis , a me depellerem, aliisque-candidioribus & menten de oogen zoeken te verblinden, en als groote vrien-
eordatioribus perfuaderem, vitam bene difponenti den my in de byeenkomft der Prafticyns voorkomen, op dat
fatis p a te re , & quamvis multum temporis fince- ik aan andere opregter-eneerlyker lieden mogt aantoonen,
rasque & abflraótas faepe fibi vindicat Praxis Cli- dat fchoon de Praêlyk veel tyt en ook ferieufe en bedaarde
nica meditationes , fuperefle tarnen fatis tempo- bedenkingen vereifcht, evenwel nog tuffentyts genoeg ovens
, fi rite id inpendatur , ad talia etiam fludia rig is , als men die wel befieet. en aanlegt, om andere fiu -
excolenda , ac praefertim Nobiliflimum illud ac die nevens die waar te nemen, envoornamentlyk devoor-
fimul utilitate & jucunditate praeftantiflimum Bo- treffelyke en aangename kenniffe der Kruydkunde , die
tanices fludium, quod tam arcto vinculo cüm ipfa met zo een nauwe bandt aan de Medicyne verknogt is,
Praxi connexum e ft , ut fine hujus. cognitione Me- dat het onmogelyk is zonder deszelfs kenniffe een gelukkig
dicus fe lic ite r , & e x voto artem fuam exercere Praftizyn te zyn, en na wenfeh die kunfi wel te oeffenen,
'nequeat, ita ut neceffitate fua ac mutua volup- die door haar e nootzakelykheit en onderlinge ontdekkinge en
tate nop Medicos a Praxi abftrahat, fedu ltro ad bevalligheit in plaats van, een Praftizyn van de ftudie der
ipfam quafi ducat Medicinam, unde has cavilla- Medicynen a f te leiden, daar veel eer die toe opwekke, en als
tione s , aliorumque focordium & invidorum Me- van zelve.tot de oeffening van de zelve aanleiding geve;
dicorum opprobria iiihil gloriae & laudi apud ,zo dat ik door deeze laftering en verwyting van andere
finceros & cprdatos homines inminueje v el exi- nydige Medicynsin plaats^ van myn roem en agting by
ftimationi meae detrahere po ffe , quin potius au- eenvoudige en eerlyke lieden te verminderen, dezel-
‘ gere illam, & majores mihi flimulos addere exi- ‘ve agte veel meer te zullen aanwaffen, en my daar
ftimem nee pluribus . eos v é l verbis v el argu- toe aantezetten, waarom ik my ook niet verder zal ophou-
mentis refutare neceffc e ft , fed illos tantum,con- den met zodanige door meerder woorden ofte redenen te
vincam Plinii, noftrique Rumphii exemplis , qui wederleggen, maar om dit te beveftigen alleen aantoonen,
inter alia fua munia atque officia, licet a Toro en.die overtuygen door het voorbeeldt vanPlimns en onze
Botanico prorfus aliena , ..elegandiïima tarnen ac Rumphius , die tuffen haare ampten en bezigheden, ge-
praeclariflima fua opera pe rtex ere , & in medium heel geen óvereenkomft met de Kruydkunde hebbende, eg-
proferre potuêrunt, & tarnen aequ e ,. ac alii fum- ter zodanige'voortreffelyke enheerlyke werken hebben kun-
ma cum gloria & adplaufu caetera fua.exfequi tien uytvoer en, en voor den dag brengen, en teffens haare
potuêrunt munera:ita u t , f i propitia fummi Nu- bedieningen nevens anderen met lof en luyfter waarnemen,
minis, aura vptis meis adfpirêt , viresque mihi zo dat, wanneer de Almagtige my verders begurfiigt
laxgiatur , ut inter moleftam' Clïnicae Medicinae met kragten en gezontheit te verkenen, onder de lafiige
- exercitationem ad obleëlamentum fimul reliquas waarneming des trablyks ik als voor een uytfpanning de
hujus operis partes elaborare v aleam, tanta cum in* overige deelen dezes werks met zo veel oplettenbeit en
duftria & cura in publico lilas inpertiri adnitar, naauwkeurigheit zal tragten in het ligt te brengen, als de
quanto cum defiderio & voto ab aliis expetitae beminnaars van deze wetenfehap en ftudie de twee eerfie