«-refcit in Brafilia, ubi Portugalli arborem Mamoera & Brazil en JVefi-Indien zullen hebben, ovexgebragt: Over-
fruftus Mamamon nominant, uti videtur,- ob formam vloedig veel vint men ze in gem. Brazil, daar J e Por tu-
TTnmm® & ü hallucinari lic e t, non fine veritatis fpe- geezen den bom Mamoera, en de vrugten Mamamon
dici n0fl.et, Hifpanos ipü nomen Papaj® tribuiffe noemen, zo: 't fcbynt, na bun gedaante van een mavime ■
■ ^ -1 •__Si------- v hnno fm. en, zo .giffng wat gelden mag, zoude men niet zonder
ex Papaja, regione“Peruana, ex qua force hunc fru
tfum primum in Manilas, ae inde in Moluccas trans-
tulerunc: - Apüd quofdam harum infularura populos
nomen quidem oecurrit indigenum, fed illud deium-
ptum eft a quadam forma, fic a Macafiarenubus vo
■ catur Dansan Dangan , a.forma paw® Cucurbit®
Item Unti Unti & Unti Java, a fubita ej.üis germrna
' tione ac adulta ®tate inftar Muf®: In Baleya vero
catur Gedang Cajlela.
Locus. Dum fruftus hic, uci didtum fuie, eft exo-
ticus hinc nullibi hodie oecurrit, nifi ubi Europ® habitant
nationes vel habitaverunt, fique m aliis repe-
riantur locis, ibi ab incolis vel avibus per officula
tranflatus eft; In Tarnata frudtus hi funt adeo copiofi,
ut -homines ibi vix illos refpiciant nee edant , vocan-
turque Porcórum cibus, quum hos fagmant hitçe fru-
étibus, quamvis ibi funt meiiores ac in Am
ibi ih 'folo crefcant molli ac càlidiore.
fcbyn van waarbeit kennen zeggen, dat de Spanjaarden
baar den naam van Papaja gegeven hebben na Papajan,
een Landfcbap in Peru, van waarze mijfebien deze’vrugt
eerjl in de Manilas, en van daar in de Moluccas hebben over-
gebragt: By zommige natiën dezer Eylanden vind' ik voel
een Inlantjcbe naam, maar die is geleent of genomen van
eenige gelykenijfen, werdende by de Macafjaren genoemt
Dangan-Dangan, na .de gedaante van. een kleine wilde
Couwoerde; Alsmede Ünti-Unti,e« Unti Java* genmen van
baat fpoedig waffen en groot worden, gelyk als de Pifang-
boom',en op Baley wertzegenoemt Gedang Caftela.
Plaats. Devoyl bet, als gezegt, een uytlantfcbe vrugt
is , Zo vint men ze bedendaags; niet ligt ergens.anders dan
daar Europifcbe natiën woonen, of gevooont hébben; en
zo men ze op andere plaatzen al ziet, zo zynze door de Inlanders
, óf vogelen door middel van de korrels daar beenen
gebragt]: Bi Ternaten beeft men ze zoo overvloedig, datze
iu u u u o -v u u ,.w .w .- .............de jnenfeben aldaar, m zelve te eeten, naauwlyks willen
ibi"funt meiiores ac in ^mboina, quum aanzien, baar nomende verkens-kofi, om datze hunne
verkens daar mede mejien, hoewel dezelve veel beter zyn
dan in Amboina, om datze aldaar hebben eengoede zagte
aarde, en wat warmer gront.
IVas Fru&us hi cmdi comeduntur, li decorticati Gebruik. Men eet dezelve muiten raauw, te weten;
fnpnnt* linue eoram caro colorem vitelli ovorum eerjl gefebilt zynie, en als bun vleefcb dmr-gcel u: dccb
(rpric* non multum autem replenc ftomachum, nu- zy vtrzadigm niet veel, als gevende een Jlyrnng en ligt-
r rimentum enim dant mucofum ac facile putrefcens, bederfelyk voeizel, en daarom eet men ze meeft voor phi-
linde Dlurimum delectationis- gracia comeduntur, zier, en om in beete tyien ie.mange wat te verhelen, m
ft nt calidioribus diebus ventriculus refrigeretur , de balf-rype, He noeb eén wit vleejcb bebben, fnyt min in
fbmi maturi v e ro , quorum caro adhuc albefcit, in kleine riempjes, en kookt die met water en zuykcr, gelylm
femduntur lamellas, quas aqiue incoquunt cum .’! vaderlandgefneiene kappers-holen, gevende dmeenatm-
f e f n r o uti in patria noftra Braffics confciffie, gename, docb watlaf-zoete h f i ; en uyt,dezelfde riempps,
cihumoue prtebent gratum, fed fatue dulcem. Estiis- met boendep-vleejcb gemengt, werden ook kleine, pajhytjis
dem auoaue lamellis, iure & carne gallinacea mixtis, gemaakt, en die langs dejbaaten verkogt; Zommige Si-
tvïrvse ciuoque comparantur cruftulai, qua: in plateis .neezen weten mede bet vleefcb, dat ten naajtenby r,p u,
ïenales circumferuntur: Quidam etiam Sinenles ho- in zuyker te confyten, gelyk de Camelenga, iocb dat u
mm fraftuum carnem prope maturam faccharo con- infgelyks een Jlecbte lekkemy: De bloemen van bet manne
diunt uti Camolenga, fed ingratas hte funtdeliciae: hen hebben mede baar gebruik, want men weettze een m
maris’ flores fuum quoque pvtebenc ufum, qui parum nig in beet water, daarna droogt men ze in de zon, en
in fervida macerantur aqua , dein ad Solem exfic- gebmiklze, benevens andere dtergelyke gedroogde bladeren
W E S ft ufurpantur cum aliis fimiliter flccatis fo- en vrugten,tot bet maaken vanatsiaar,die men,om atpe-
■ — quibus Atsjaar conficitur, quod tyt te maken, over tafel^^enyeel tot gebradene
f inra ménfam ad camem affatam appetitus excitan- bruikt: In ie Franfcbe bijtonen van ie. AntiUas of Ctuy
d irn t ia adhibetur: In hiftoria gaUica Antillarum feu Ufcbe-eylanden, cap. fi. wert gezegt, dat ie Papym
O afvbxarum infularumcBp.fi. dicitur Papajas arbo- in dezelve eylanden mede groeyeu, en gevonden w - ■
digratia adhibetur:
i^m ..■d > em . ^ ■n 1 •iiifuli^ quoqu® d-erèfcere^offoro ac tnvpniri.inveniri^ illfl.illa- ’ en en dat "dat hunne bunne bladeren bladeren aldaar aldaar waren waren vérdeelt vér deelt in in dru
drie teH
rnmaue folia in tres divifa effe lacinias inftarfoliorum pen, gelyk een vyge-blad: doch't welk ik giffe een abuys
Ficus- Ouod tarnen puto erroneum, Ficus enim fo- te zyn, want bet vyge-blad zelfs beeft meer lappen, ook
lium Dlures gerit lacinias, ibidem quoque dicitur in wert aldaar gezegt, datze in ’t Eyland fteCruce alle
infula Sanft® Crucis omni menfe maturos proferre maanden rype vrugten draagen, en van de Franjcbew
frnftus aui ab incolis Gallicis pro falubri habentur woonders voor een gezonde h j l gehouden, mitsgaders onder
riho ac ïrt obfoniis eorum menfis inponuntur: quod- bun banquet opgedifebt worden; voorts datze de koohng des
ventricuH digeftiohem promoveant, forte quod maags helpen bevorderen, mijfebien om datze m die beete
ïnmlid is ifti*s regionibus debiles ventriculos modice landen deverzwakte mage matelyk verkoelen, of om datze
xefrigerent v el quia ipü fruftus cito funt digefti, zelfs baaft verteert werden, en dan tot een fpoedige kamer-
facilemaue^lvo prmbeant dejedbionem. gank aanporren.
Peculiare eft huic arbori, quod tam cito excrefcat: DezeboombccftembyzonicreaartenngenJcbnpvantooJOninto
enim fextove plantationis menfe hominis jam tig op tefebistem wam inde vyfde of zefde maant nazynpla-
aBtineit altitudinem, ac fruftus proferre incipit, ita ut ling beeft by al de hoogte van een man, en begin tmuguim
fuhitaDroserminationeMufamacRicinumfuperet.Qute- dragen, zoadat bymetzynfpoedigopjcbieten de P i mgmJU-
e inmolli nisra, ac calida crefcunt terra, licet pa- cinus komt te overtreffen, en degene, die in een mulle,zwarte,
rum fit arenofa tam cito excrefcunt, ut tertio jam enwmnnegrontJlaan,(alisbyalwatwniigjnemenzojm-
nnno truncum gerant pede craffiorem in diametro; lyk toe, datze in 't derde Jaar eenftam bebbenvatt ruymia
ruius vertex dividitur in quatuor quinqueve craifos voetdik,overdwersgemeeten,enbetbovenjleverdeeltmbm
ramos 1 quorum fummo folia fruftusque ita locan- vier i vyf dikte takken, aan welkers nitlerfte de bfaim
tur uti in fimplici trunco; hoe autem difcrimen en. vrugten even zodanig Jlaan, gelyk aan de een-Jtammige,
obfervatur quod frudtus fimplieis acfolitarii trunci docb dit onderfebeid bemerkt men, dat de vrugten van den
femoer fint majores ramificato trunco, quamvis una een-fiammigen altyd groeiervallen dan van de getakte, bot-
eademque fit fpecies. Hocque modo fieri potuit, welze van een en dezelfde zoort zyn: En op deze manier
auod fupra memorata ingen.s arbor ramificata longo kan bet. wel wezen, dat den grooten getaktenboom, bierl)0'
tempore ita excreverit: Quidam gloriantur fefe arte ven gemelt , door lankheit van tyd zodanig geworden
auadam arborem marem in feminam pofie tranfmu- Zommige beroemen haar mede datze door konft een Man-
tare dicuntque, fi junioris arboris maris, qui bra- netjes- in een JVyfjes-boom komen doen veranderen; en V
Ohium circiter craflus e ft, omnes amputentur pedun- zeggen, wanneer men een jonge Mannetj es-boom, dienw
culi floriferi, fimulque fuperior coma, qu® folio boven een arm dik is, alle de jteelen, daar de bloemen aa l
obvolvenda eft ac obtegenda , eandem hanc arbo- b hangen,a affnyt,n g en e zo mede n | de ■ bovenjle ■ kruyn,
bm^n. dezci
jem fruftus dein producluram efle : Hu jus autem meteenb
rem fruftus dein producluram effe : Hu]\is autem niet een bladt toebindende en bedekkende, dat als aan aa m
experimentum variis in truncis licet inftituerim , ve boom vrugten zoude voortbrengen; docb ikzulksaanv -
» — arbores perie- febeïde: Rammen eeprobeert hebbende, zo er}:. beeft oei j
, : evenwel niet willen gelukken: maar de hoornen gingen
nunquam tarnen mihi fucceflit
runt,