no H E R B A R I I A M B O I N E N S I S Liier. II. cap. XL
A d caput Quadragefimum pertinent fubfequentes
h a s fp e c ie s, ex R u m p h i i A u c t u a k i i
capite decimo lex to hue relatée.
f Limonellus Madurenfis ; 'Lemon Madura.
Tot dit veertigfte Hooftjink^bebooren mede de volgende
kleine soorten van Limoenen o f Liemesjes,
dewelke nit het 16 Hooftftuk van het Auótua-
rium van Rumphius hier overgenoomen &yn.
Madurafe Liemis-Bootn.
IN infula Madura certa pomorum feu Limonum dul-
c um occurrit fpecies,parvis,fed elegantibus cre-
feens in arbulculis, vix binos pedes alcis, quarum
ramuli tarnen fane firmi, anguloli, parumque ftriati;
Folia in illis funt folitaria ac fimplicia , pollicis. arti-
culum circiter longa,digitiim lata, nec cordata, te-
nuibus diftincta coftis parallelis, ad oras æqualia,fed
finuofa.. nullæ vero in ramulis ipjna? obfervantur, il-
lorum lapor eft amarus, fique àëri obvertantur , fo-
raminula quoque in illis apparent, uti in reliquis L imonum
fpeciebus : Ejus fruftus funt iphænci, iuperius
parum .comprefli, foyeola notati, magnitudine globi
lclopeti, femper vero funt virides , & unus'alterve
tantum excrefcit ex petiolo brevi. Sub tenui pellicula
mollis .& fuccofa reconditur caro in cellulas di-
v ifa ,u ti in reliquisLimoriibus. Sapor ejus eft acidu-
lu s,fed fimul aromaticus, coloris aurantii, olficulum
feminale folitarium, rar'o geminum in hac reperitur ,
magnitudine •& forma grani, ab utraque parte acuminatum.
Nomen. Latine-Limonellus Macburenfis, & Limonellus ■
Pumilus. Malaice Lemon Madura : nomen enim for-
titum eft ab infula Madura, in finu magnæ Javéè fita,
unde ortum fuum habet & deduétus e ft, inque-Bata-
viæ hortis diligenter colitur.
Ufas. Fruftus ejus crudi non eduntur, fed con-
diuntur cum uno alterove arboris fo lio , turn gratum
dulcemque adquirunt faporem ', atque cum aliis tra-
gematibus menfis inponuntur & offeruntur. *
Huic fimul fubjungam alteram Limonelli filveftris
fpeciem, quæ mihi demum anno 1694 innotuit, di»
citurque mihi Limonellus Angulofus, cujus arbor non.
ultra pedis craflitiem habet, plerumque vero brachium
craffa e ft ,ra ra ,& fimiofa, ejus autem rami funt in-
curvi & nodoii. Folia in ramorum fummo locantur
arâ e fibi jundta, alteraata , inferiora vero & majora
ad ortum fuum binas-geninf ipinas in acuto ahgulo
pofitas, folia autem hæc magnitudinem habent folio-'
rum Limonis-Nipis , fed inferius non funt .cordata uti
reliqua,furit aùtem binos tresvepollicëslôngà,binos
digitos lata,fuperius fubrotunda & quodammodo bifida,
oræ funt squales, nee ferratæ,fed pärumfiniio-
fæ ■, 'fuperiiis folia funt glabra, vetufta vero in inferiore
parte funt rugbfa , venæ autem vix apparent,
contrita Aurantium fpirant,.fed odor illorum eft de-
bilis. Flores mihi haofenus ighoti funt.
Frudtus ab omnibus-aliis differunt Limonibus,
cum Limorfi - Maas enim minimi, & magnitudine
'cum-Vidara* haud convëniunt, fed omnes funt an-
g u lo fi, maximi funt quadrangulares, minores autem
quinquanguläres, & ad latera comprefli, plerumque
virides,fed naaturi flavefeunt quodammodo.
Sub tenui cortice quatuor vel quinque plana oflicula
feminalia reconduntur in celluhs repletis vifcofo fuc-
co inftar vifei •, qui cibo inutilis e ft, fed odorem habet
Limonis Nipis.
Nomen. Latine Limonellus Angulofus. Malaice Lemon
Utan Bafagi.
Locus. Inventa fuit demum hæ.c arbor, uti iupra
dittum e ft, anno 1694. poft trattum Havive circa li-
tus fub paludofa Mangi Mangi filva, incolis autem
penitus fere ignota eft.
P. S. Ejus folia ac fpinæplurimumconveniuntcum
illis Bilaci, in medio enim acuti anguli locatur folium,
paulo fupra illud folitarium pofitum eft folium fine
fpinis,ac fle altematim, fuperiora vero & juniora folia
folitaria funt ac fpinis deftituta. Folia hæc .funt
feabrä, ab utraque parte glabra , fapore <Sc odore Li-
monacea, fed in ore funt acerrima: Arbufculæ bæ
fub Mangi Mangi in aqua marina crefcunt, fi mare
fit elevatum: Flores funt folitarii & cum Limonis Nipis
floribüs conveniunt,fed minores funt, ex quinque
albicantibus petalis conftrufti.
OP 't Eiland Madura beeft men eenjlag zoete Appels
of zoete Lemoenen, aan kleine én voelgefcbikte boomp-
- je s , met Jlyve takjes, niet boven de twee voeten
boog, de takjes zyn mede geboekt, en daar by een weinig
gejtreept. De bladeren Jlaan aan de ryskens enkeld, omtrent
eenlidt.van een duim lank, een duim breed, zonder
hert, metfyne evenwydige ribbetjes, en aan de kanten effen
, engezoomt, ook ziet men geen doornen aan de ryskens,
baar fmaak is klaar bitter f ook tegens den dacb gebonden,
ziet men dezelfjle gaatjes als aan andere Lemoenen. De
vruchten zyn rond, boven wat gedrukt met een kuiltje,
in de grootte van een Mufquets-kogel, blyven altyd groen,
en Jlaan enkeld of twee by malkander aaneen kort trosje.
Onder een dunne fcbel leid een week zappig vleefcb mede
Verdeelt, als andere zoete Lemoenen. De fmaak is zuur-
achtig , docb met een fpeceryacbtigen reuk, van coleur
Oranje, daar in .vind men een of zelden twee zaad-kor-
reis,' in de grootte en gedaante van een gerfle-korrel, aan
beide einden toegefpijl.
'■ Naam. In 't Latyn Limonellus Madurenfis, en Limonellus
Pumilus: Op Maleyts Lemon Madura. Het
draagt zyn vaam van 't Eiland Madura, in denfeboot
van groot Java gelegen, van daarze oorfpronkelyk.zyn,
en werden op Batdvia in de boven néerftig onder houden.
Gebruik. Zy werden raauw niet gegeten, maar men
legtze in Syroop, met een en twee'blaadjes aan een vrugt,
dan werdenze aangenaam zoet, en onder ander Banketwerk
Opgëfcbaft.
Hierby zal ik noch voegen een wilde zoorte van kleine
Lemoenen, die eerjl in 't jaar 1694'. tot myn kenniffe is
gekomen, en van my genaamt wérd Limonellus Angu-
Ioïus, wiens boom niet boven een been dik werd, docb
in 't gemeen blyft by een arm dik, laag, en bogtig, de
takkeri zyn krom, enknoejlig. De bladeren Jlaan aan’t
uiterjle digt achter 'malkander, en dé acbterjle hebben by
baaren óorfpronk twee doornen in een feberpe winkelhaak,
<tf triangel (taande, hebbende wel de grootte en lengte van
Lemon-Nipis-bladeren , .dog achter geen hertje gelyk andere
Lemoenen , 2. en 3. duimen lank, 2. vingers breed,
van voren meejl rondt, en eenigzints in tween gekloven, de
kanten zyn effen, dngezaagt, dócb een weinig bochtig,
aan de baven-zyde gladt, maar de oude bladeren zyn aan
de onder fle- zyde wat ruig, met pas kenneïyke adertjes,
gewreven riekenze na Orqnje, docb Jlappelyk. Het bloei-
■ zei is noch ónbekend.
De . vruchten verfcbillen van alle andere Lemoenen,
wantze met Lemon-Maas dé kleinjle, in de grootte van
Vidara-Laut Overeenkomen, waar van die grootjle regt
vierkant zyn, de kleinjle zyn met vyf ruggens afgedeelt,
en de zyde wat ingevallen, meer'endeels groen, docb in
de rypbeit trekkenze mede na ’t geele. Onder een dunne
fcbel vind men vier en vyf platte langwerpige korrels,
leggende in celletjes met een kleverige zap, als vogel-lym
omgeven, onbequaam te eeten, docb van reuk als Lemon-
Nipis.
Naam. In ’t Latyn Limonellus Angulofus : Op Maleyts
Lemon Utan Bafagi.
Plaats. Hy is eerjl gevonden, als gezegt, Ao. IÖP4-
achter de Negory Hative, omtrent bet Jlrand, onder bet
moerasachtige Mangi Mangi bofcb, en is by de Inlanders
nog meejl onbekend. •
r . S. De bladeren, en doornen gelyken meejl naBilak;
want in ’t midde van de fcherpe winkelhaak Jlaat een
bladt. Kort daar boven Jlaat een enkeld bladt, zonder
doornen, en zo voorts verwijfelt, , docb de voorfte en
jonge bladeren Jlaan meejl enkeld,' en zonder doornen.
De bladeren zyn J ly f, en ter wederzyde gladt. Van reuk
en fmaak Lemoenacbtig , doch vry feberp in de mond.
De boompjes onder de Mangi Mangi, vJlaan in Zee-water ,
' als 't water hoog is. Het bloeizel Jlaat enkeld, engeW
na dat van Lemoen-Nipis , docb kleinder, van 5. vntacb-
pge blaadjes t'zamengeffelt.
EXPH- U Y T '