2J4 H E R B A R 11 A M B O IN E N S I S Liber.III. cap.XlAX.
.lignum illo fricandum, donee incalefcat, ac rubrum
éontrahat colorein, aefi vernice obduftum effet, unde
intenfe rubet, & fere nigricat.
Sinenfes quobue norunt hujus granulis Chartas fri-
care, donee Kermefinum , feu elegantem rubrum aci-
quirat colorem, quæ ipfîs in quotidiano pu ulu.
In oleo vel aqua fi conteratur,elegans exhibet pig-
mèntum rubrum, unde & multum adhibetur ad odo-
rata olea, utipfis elegantem rubrumqne conciliet colorem.
Macaflarenfès hoc fucco ficca & glabra Lï-
çualce folia obliniunt, quæ in mverfa & calefatta fic-
cant olla, ut pigmentum .hoc foliis melius adhæreat,
quæ dein àd volvellos Tabacarios adhibent, quum
externe colorem gerant eleganter & intenfe purpureum
eodem quoque modo Papyrum feu Chartas tin-
gunt. Non multum tarnen in ufu eft ad pigmentum
lignarium, quum nimis caro conftet pretio, oc in Ja-
pana inter pretiofas numeretur mercaturas. Cultro
fn pulverem contritus hic Sanguis Draconis recen-
tibus infpergitur vulneribus uti præcedens, ad fangui-
nem fiftendum, vulnusque curandum.
Hinc fine dubio intelhgenda eft ilia fabula,. quæ m
novis Indiæ Ôrientalis & Occidentalis Adnotadonibus
Simonis de Pries occurrit, qui in prima iftius libri
parte feribit, in India Orientait exRottangæ fru&ibus,
(non diftinguens ex quanam fpecie) prettofum expri-
mi oleum, quod cuntta curat vulnera, ac prælertim
ilia , quæ Baculi arundinacei i£tu infliguntur, dicens,
Jn India quôtîdianam efle exercitationem omnibus m
familiis, in quibus fervi aluntur. ,
Tertia Sanguinis Draconis fpecies in magnis formata
fruftis occurrit, inftarfaccharatorum conorum,
fed minora funt hæc frufta* conftantia ex mixta fub-
ftantia, quæ ex vulgari Sanguine Draconis & Rino-
cerotis languine componitur, cui multa ficca folia &
paleæ adnuxtæ funt, raroque' invenitur, magisque
fæti coloris eft hæc fubftantia quam vülgaris Sanguis
Draconis, ut & magis frïabilis > ac çognofeitur, fi car-
bonibus inpofita primo stratum,fundat odorem , ac
dein foetôrem det adufti ianguinis, a Sinenfibus Hoyg-
îeck quoque vôcatur. Puto in Java hanc fpeciem com-
p o n i, ac quodvis cale fruftum binas pendet libras &
ultra , ibique reali nummo confiât, in China autem
decèm talibus numrnis; in pulvererii contunditur ac
inïfcetur cum aqua vel O leo , quod inde rubet. Idem
quoqiie pulvis recehtibus infperfus vulneribus, ilia
curat. Medici Sinenfes ilium quoque interne adhibent
aliismixtum-fimplicibus., contra afthma & inveteratam
tufiimd ex qua Phthyfis oritur ,.ipfis Lui-Seang dictant,
în defperata ac confummata Dyfenteria hujus ultimæ
fanguinis draconis fpeciei, Madjacaan feu Quercus
gàllarûm, & vetuftæ Pinangæ partes recipe æquales,
• bina ultima fupra ignem fint to fta , donee m pulverem
redigi polfuntyUti primum ingrediens, hujuspul-
! veris compofiti quotidie cochlearts quantitatem ingéré
cum Orÿzæ aqua' mixtu f . . j
' Alii qüôqûe Sinenfes Sangumem Draconis m très ai-
vidunt fpecies, quarum prima & optima eft Tsjuckiet
(lifta , quæ fupra memorata fecunda eft fpecies, in ca-
pitulis'.ieù gfobulis collefta, quam diçunt eüe gumrm
ex Rottangæ ipëcie exfudans ,. plurimumque çrefcit
in BanjarMaffihgfi. '' . *T , .
Secunda fpecies ,eft Sanguis Draconis Vulgaris, m
placentis inftar minoris patmæ formata,peculiari nomine
vocatà HoÿgjeckSeu Byg jet. r .
Tertia & vililTima éft rTsjaukiet, quæ fordida leu
inpüra e ft,' nigricàris0î lignp ac paleis commixta, u-
triusque has ultimas fpecies dicunt ex magna provemre
arbore, in Sumatra crefcente, quæ m Pâlimbangh plu-
rimum .vénales àdferuntur. Tertiam autem îftam lpe-
ciem inter'illas non. numerant, quum fit faftitia, quam
vocant‘Hoygjec.\ - ...... r-. \ ,
Sunt quidam, qui præter memoratas jam lpeciesad
Sànguihem Draconis quoque referunt multos ah os
cbhaéiriatds fuccbs, uti fupra iri capite lÀngoi id in-
nuimus. Sic Herbertus de yager in certis adme datis
litteris feribit, ex arbore ligni Caliato.urenfis, ex quo
rübrüm fuum vùlt colligi Sandalum , uti fupra libr. a.
îd videri poteft, Sangumem Draconis itidem-colligi,
?uum vèrd hi aliique rubri fucci âb lifuali Sanguine
Jràconis, qui hic in India ufurpatur, nimium .différant,
inutile duco illos ulterius deferibere, præfertim
i nnmn
Sineezen, om ’t glad gefebaafde houtwerk daar mede tevry-
vent tot dat bet warm werd, om ’t zelve een roode co'-.
Uur te geven , als of ’t verlakt was, boog-root s ènfwart-
aebtig. ' : . . . / ■ , ■ .
■ Zo weten ook de Sineezen met dè bolletjes het Pampiér
te Vryven, dat bet Carmofyn of feboon boog rood werd,
7 welk by baar in dagelyks gebruik is.
In Oly of water gevreeven, geeft een feboone roode ver-
we van zig, daarom bet ook veel gebruikt werd by de
welriekende O lyeii, om dezelve een aangename roodig-
beid te geven. De Macajfaren gebruiken bet, om gedroogde
en gladde bladeren van Licuala daar mede tebe-
Jlryken, die zy ze dan op een onigekeerden en beet gemaakten
pot houden, tot dat de verwe ter degen aan de bladeren
kleve, die zy daar na tot bare BonckoS, dat is, Tabacks-
rolletjes gebruiken, om dat zy feboon boog-purper van
buiten zyn. Op dezelfjle manier konnen zy ook. bet Papier
verwen. Het werd echter niet veel gebruikt tot bout
verwen, om dat bet té duur, en in Japan een gropte
Kooprtianfcbap is. 'M e t een mes tot poeder gevreven,
Jlrooidmen bet in de verfebe wonden, gelyk bet voorgaande
, om bet bloet te Jlelpen en te genezen. .
. Hier van moet men buiten twyffel verflaan dat klug-
tig praatje, bet welk men in de niéuwe rommel, Zo ge-
naamt, Ooft -en Weft-Indifcbe aanteekeningen <ua».Simon
de Vries vind, dewelke in zyn eerfte deel ter neder ftelt,
dat men in Ooft-Indièn uit de Rottangs vruchten (zonder
ie zeggen van wat zoortej eenkoftelyke Oly perffe, waar
mede men alderbande wonden geneeft, inzonderheid die
geene, die door 'tjlaan met een Rottang gemaakt werden,
bet welk by zegt in Indièn een dagelykze oefening te zyn
in alle huishoudingen, daar men Jlaven beeft.
De derde zoorte van 7 Draaken-bloet, komt in groote
ftukken geformeert, als zuiker-brooden, docb kleinder,
en 7 is een gemengde fubftantie van den zap des gemeenen
Draken-bloeds met 7 bloet van Rbinofers gemengt ,
waar onder veele drooge bladeren en f t oppelen loopen, en
is weinig te vinden,: ligter-rood van coleur, dan bet ge-
meene Draaken-bloet ,■ . ook. bryzeliger, en zyn proef is,
dat bet op kooien gelegt ,• eer f t wat welrieke, daar na
ftinkt als gebrant hloet, bet biet medé by de Sineezen
Hoygjeck. Ik meende dat bet op Java gemaakt werd 9
wegende een geheel ftuk twee pond of meer , en geld aldaar
eén reaal, maar in Sina wel-tien, men ftoot bet tot
poeder, en mengt bét in water of Oly, bet welk mede
root verft. Het zelffie op verfebe wonden geftrooit, geneeft
dezelve. De Sineeze Medicyns hebben 7. ook in gebruik,
om in 7 lyf te geven, onder andere Simplicia, te- ?ens bet bygën, en ouden hoeft, daar de teering af komt,
y èura Lui Sêang genaamt. In een oude en defperate
Roode-loop neemt van dit laatfte Draaken-bloet, Mad-
jaedan of Galnooten, en oude Pinang, van elk even veel.
De twee laatfte rooft over 7 vuur,.tot dat menze inpoeder
brengen kan, gelyk ook’t eerfte, neemt daar van dagelyks
eén Tepel vol in met Candfi of fyft water.-
Andere Sineezen vérdeelen dé Sanguis Draconis 'ook in
drie zoprten, bet -eerfte'en-befte is' Tsjuckiet,. zynde de
bovengenoemde - tweede zporte in bolletjes beftaande, 7
Welk zy mede zeggen een Gom te zyn, uit eenJlag van
Rottang fweetende, en valt meeft op Banjar MaJJjng.
De tweede zoorte is de gemeene Sanguis Draconitri«
koeken, als een Piering offebootelke geformeert, eigent-
lyk genaamt Hoygjeck o/Hoygjet. ,
De derde en Jïegpfte is Tsjaukiet, vuil ,,/war^, met
bout 'én f t oppelen, déze beide laatfte zobrten zeggenze uit
een groote boom te komen,; op Sumatra wnffeffende, eiis
werden tot Palimbang meeft te koop gebragt. Docb de
voornoemde derde zoorte reekenze daar niet onder, dewyl
bet een gemaakt ding is, en noemenze mede Hqygjec.
Daar zyn ’er, die bebaïven de bovenftaande zoorten
mede ónder Draaken-bloet reekenen, veele andere geftolde
zappen, gelyk wy bier boven in 7 Kapittel van Lingoo
gezegt hebben. Zofcbryft Monfr. Herbertus de Jager
ook in zeker brief aan my, dat uit den boom van bet Cah-
atoer-bout, waar van by zyn root- Sandel baalt, gelyk
'boven lib. 2. te zien is,mede een Draaken-bloet getrokken
werde,docb dewyl deze en andere roode zappen van bet in
gebruik zynde Draaken-bloet, dat wy bier in Indièn hebben,
% veel verfcbillen, zo acht ik hei niet raadzaam dezelve
IIIBoek-XLII.Hàoftfi. ÂMBOINSCHE KRUYDBOEK.
quum alienlis fum àb illo more, qiiô diverfas penitus
fes colore & ïapore qùodammodo convënieiités fUp
idém redigaiit genüs j eandémcjue inponant denomir
nationem, qüæ proxirtna eft . v ia, qüâ omriia corifun-
duntur, qùæquè contraria eft Philofopliorum normæ
& pro verbid, qui, bene riempé dijlinguit, bene docet.
Hæc funt quæ , ledtoribus u grata j Sommentari
volebam de Sanguine Draconis, cujus anfàm mihi præ-
buerurit ilia, qusq fupra commêmoravii quasdamnem-
pe hic in Amboina rëpériri plantas .Feu arbores, quæ
cum Arbore Draconis quandamhabëntcorivenientiam,
quales nempô infra libf. 6. cap.^d. nomine Tormina-
lis. & libr. j . cap. 56. Pahriyunci feïtûlo dcCurriint &
deferibuntur.
O B S E R V A T I O.
Variis ex plantîs & arBoribus Sangumem Draconis colligi, ex
jRumphü adnotatis confiât, qui autem ex arundinis fpecie præ-
paratur, eft ilia. quæ Aruftdo fanfta Indica officin. a Samuelè
Dale Pharmac. in 4to. pag 29. vocatur, & eft Arundo far-
dla Indiæ Orientalis Sanguinem Draçpnis fiindens Moris, hift.
Oxon. torn. %, p. zio. & Ray. hift. torn. j. p.6i$. de qua m-,
veni adnotata,.quod modus rubram hanc materiam colligendi
fit, fi fruftus in aqua calidà màcerentur, donee materia ilia
mbra in fundo vaus fubfideat, unde aqua vel evaporata vel ef-
fufa concretus ex fundo vafis çolligitur. feu condenfatus filc-
cus, ex quo vemix componitut, qüa Ciftæ & pixides ob’duci
a Sinenfibus folent.
Dein Palma foliis. & .caudice undique fpinis Iongis acutifli-
liiis nigris.armata D. Scherard Dsjerenang diâà, i. è. Sanguis
Draconis, ex fruâibus Palmæ coniferæ Ip'inofæ elicitus Kemph.
Anuemtat. exot.p. $ 52. eftque. Palma Sanguinem Draconis fiindens
altera S. Dale Pharmacol, efo.p. 297. ubi ex tribus inpri-
ttiis Palmæ hujus fpeciebus fuccum colligi feribit, quæ a POmet,
in biftor.fimplicim etiaiü recenfentur.
Eft & alia Sanguinem Draconis fiindens Palma a j . Com-
'ênel. in Hort. Amft. part, 1. p. iCt. propoiita & deferipta,
quæ Arbor Draconis iSam. Dale p. 297. vocatur, & cum citatis
auftoribus ac ufu riiedico ulterius ibi proponitur, ubi reliqua
jridenda*.
Arundo ipfi, ex qua juxta Runphium hie Sanguis Draconis
colligitur, in Valent. Amboirue defttipt. pag. 218 occurrit , &
in Tabula fub No. XLIX exhibetur. De Sanguine Draconis
ejusque fpeciebus, ut & de faâitio vidé Valent. Hiftor. Simpl,
reform. à pag. 265 zàpàg- 269 & Epift. i.pag. 585. Sc ibi dem
pag. 609 & fia. job. Ôçbjù. diflertationem de Sanguine Dràco-
rus. & Append, tom 3. pag. 6 fr
L a c tà r ia Sa l u b r is : feu U pas L acki L acki in
Rumphii Appendice fequenti deferibitur m o d o ,
qüam in antecedentis locum fubftitui vulc
Rump hi u s , unde earn hic fubjungimus,
Cum fupra deferipta Arboré Lattaria hæd àrbof tan-
èam habet fimilitudinem, ut plurimi harüm régionum
incolæ hanc cum ilia pro una eademque habëànt,-
ac eo magis , quiim raro hæc addurrat.' Vulgarèm vo*
lui inflefterê viam, vocaviqùe illam LaEtariam falu-
brem, quæ primum - mihi infiotuit per Corre Cörre
iter anno 10934 Formam habet Arboris Laâariz feu
Manga Brava, quum truncum gerat brëvem & craf-
fum,glabro obduftum cortice, ex yiridi &c!nërëova-
riegatb. -
Folia bifiâ fibi.inyicem oppofita, in famoràm veto
extremo quatuor1 fîiriül îoeantur, funtque fimilia Mis
Bintangoi-j, fed paiilö latiora, ■ craiïiora ,& rugofiorà,
feptem ,-qÇlo, cc decem pollices longa, birios transe
verfalës.idigitbs lata, fuperius fubrotund'a,&parumbifida,
-fubtiis gerant pliftinjjas. fiibäieS<_,‘.cöftas.?1 fed non
ita adunàtaé;ac in :Bint^'gôr fo liis , qüarum inferiores
parallelæ' funt-,, ïuperiores veto finuofæ decurmnt,
omnesque tèrminantur in oras finuofas. Folium ip-
fum 'parutii itrflexürti eft . inftar fciitellæ vet' cym-
bæ, fùpënûs'gibb^niifi,& glabrümV *
îlo res
pfeedér ie befcbryveh,te méér terwyl ikeendfkeerhebvan
die manier, dat men verfcheide dingen, die in cöleur- en
fmaak malkander zo wdt gelyken, onder een geflagt en benaming
zal brengen, en ftrydig tegens den regel der Pbilo-
fopben', hanientlyk dié wél ondérfcheidt, dié wel leert.
j Dit ïs bét géne}, dal 'den Leezér z&l gelieven voor Hef
'te nemen, bet welk ik van Sanguis DvocQTiiz bèrigten
kan, zynde my aanleiding gegeeven iets daar van ie melden,
om dat ik ; als boven gezegt'benige planten bier in
Amboina gevonden bebbe, die mei de Draaken-boom ee-
nigè overeenkomft hebben, en bier na lib. 6'. cap. 40. be-
fchreeven werden onder den T i tul mw Torminalis en lib.
7; cap. jo : van Paimyüricusi
A A N M E R K I N G .
. Dat liit vérlcheide gèwafien eil boomen het Draaken-bloei
Vergadert werd, blykt uit dé aantekeningen van Rumphius,
dog, dewélke uit een :zöort van riet vergadert werd, is dat
zoort, het welk de Arundo Faréla Indica génaafnt Werd van
Som. Dale in zyn, Pharmdc. in 4ld. pag. 29. en is de Arundo
Farfta Indica Orientaiis Sanguinem Dracohis ftindens van
Morts in zyn Hiftor. Oxon. torn-, 3,p. 220. en van jR^in zyri
Hiftor. torn. 3. />. 6x5: j waar van ik aangetekènt vind , dat
de manier om dit roode zap te vergaderen is, datze de vrug-
te in warm water laten weken, tot dat de roode ftof, daar
van op de bodeip van liet vat valt, waar van dan het water
afgègoten ofte uitgewafemt zynde ,f het zelve vergadert werd
op dè bodeni van het vat, en van deszelfs geftolde zap een
vernis gemaakt werd, wa^r mede de doözéh en kaften gever-
riift werden yaii de Sineezen. ,
Ten tweede de Palm-böotn met bladen, en zynftajnover
al fteekende van Scherard, diéDsjérenang genaamt werd, dat
is,, Drakeh-bloet^ komt ook uit de vruchten van eendoom-
achtige Palm-boom by Kamph. in zyn Amcenit. exötic.p. jjx
befchreeven, en is de tweede Palm-boom , die. Drake-bloet
geeft, Van Dak in zyn Pharmac. p. 297. alwaar hy zegt dat
uit. drié zoprten van dè Palm-boöm zo een vriigt vergadert
werd, dewelke van Pomet in zyn Hiftor. de Drogues ook vermeldt
werden.
. Daar is nog .een andere Palm-böom Drakenbloet gevende
tan Johi Cornmel in het,eerfte deè! .van de Amfterd.Thuinp.
iói. befchreeven, die Draken-boom van Som. Dak genaamt
werd, op pag'. 297.,' en met de aaögehaalde Schryvers, eri
deszelfs gebruik verders vöorgèftelf werd, alwaar het-overige
hagezien kan derden.
Het riet, waar uit vólgens Rumphius het Draakébloet vergadert
werft, komt mede by Vaknt. onder de naam van Draken
bloeds Rottang op pag. 218. en werd in de plaat No. XLIX.’
verbeeldt. Over het Draken-blóet en deszelfs zoorte, alsmede
het nagemaaktè, zie verders Valeni. in zyn Hiftor. Simplu
reform, van pag. 265. tót pag. 269. en de tweede brief pag.
385. en aldaar de diflertatie ovef het Daake-bloet van Joh.
Ochfu op pag. 609 , en de volgende. Zie mede de Appendix
van Ray in hét derde deel Op pag. 6fr
In de Appendix van Rumphius werd dè Laöaria
Salubfis ofte de Upas Lacki LaCki op de volgende
vjy^e befchreeven; welke Rumphius in plaats.
van het voorgaande hier geftelt wil hebben, en
wy daaróm hier byvoegeh.
Met de bovenftaande Arbor LaÖaria beeft deze boon
zulke gelykenijje, dat hem veele Inlanders. voor • een en
dezelfjle aanzien,' .te meer alzo by weinig tè vinden, isi
Ik heb dtrgenie ene. fleur willen volgen, én berri genoemi
Laftafia Salubris,- zynde eer ft, tot myne kènnijfe gekomen
doofde Corre Corre tbgt in ’tiaar 1593: by is van gedaante
als Arbór Lattaria, of Manga Bfava,' te weten
kort en dik van f tammet e f f ene fèborffè, snede wat wit
en groen geplekt:
. De bladeren f t aan twee en twee tegens metikander, dog
Om ’tviterfte. der rysgens vier by malkander, en gely-
kèn dié van.Bintangof, docb wat breeder, dikker, en
Jiyver, 7. 8.en 10. duimen lonk, 5 .dwers vingers breed,
voof rondf of een weinig gekloven, van ónderen beb*
benze veel fiibtile ribben* zó digt niet als aan 7 Bintan-
gór bladt, waar van de achterfte evenwydigdocb de
voorfte Wat bochtig lópen, en eindigen allegaar in eert.
zoom langs de kanten: Het blad is wat neerwaarts geborgen
als eén feboteitje offebuiije, bóven buikig en glad.-
Het