in Amboînam tranflatæ ibi progerminarunt in altas &
graciles ip^ar Ab êtis arbores, jcjijiæ nsque:ïn duode-
cimum annum nondüm frùéiùs produxerurit, uti hoc
in plurimis obtinet arboribus javanis, quum anni
tempora ( uti fæpius diélum fu it) ab hujus regionis
temporibus fint diverfa. ^ •
fus. Vulgo in Java ejus fruftus loco faponis ufur-
pantur ad lintea lavanda & dépuranda; fi enim hi
manibus in aqua conterantur calida, caro exterior
mucoCa inftar iaponis fpumeicit, cujus infufum feu a-
qua omnes ex pannis tollitrfbrdes : compertum au-
tem fuit hanc carnem nimis acrem & arroaentem effe,
ita ut pannos vel lintea fæpius quafi comburat, unde
citius pereant, nee ita fint durabilia ac alio.modo Iota
net: Mercatores Chinenfes fruólus hosficcatosplenis
vénales adferunt faccis in Orientales hafce regiones,
üt loco fàponis ufurpentur , qui vero non omnibus
annis ibi vénales proftant : Quidam tentarunt hifce
fruftibus capùt füum lavare, fed experti fuere nimis
corrodentes efle,atque capillos inde fluere.
Nigra horum oflicula inter Iavandum integra manent
& abjiciuntur, vel flaminibus Æthiopum donan-
tur pro rofariis, fi enim poliantur vel tornentur,
fplendent ac nigrefçunt inftar ligni Ebeni, licet multq
leviora fint: non facile franguntur ja c forti mallei vi
vix feparantur ; Videntur hi fruétus convenire, fal-
tem haud multum differunt ab iis, qui in India Occi-
dentali crefcunt, tarn in Hifpariiola, quam in conti-
nenti & Guiana, de quibus Oviedus Hig. gener. 6?
natural, lïbr. 9. cap. 5. Nie. Monardus de Jîmpl. Me
die. cap. 65. & Carol. Clufius libr. exotic. 2. cap. 16.
mentionem fecerunt, vocanturque ipfis Spboeruloe Sa-
ponarioe, &Anglice Sopte Berries ,uno teftantes ore car-
pem eorum extemam loco faponis, interna'vero of-
Icu’la- nigra & dura ad rofaria adhiberi, non autem ali-
quem offendat, quod arboris folia ab ipfis cumFilicum
foliis comparentur, quod Hifpanicis feriptoribus fa-
iniliare eft omnia talia fo lia, live fint longa five brévia,
quæ in longis pinnis per bina paria funt oppofita,
cum Filicibus comparare. In Java horum fruftuum
caro adhibetur ad dépuranda ora ârgentei cujusdam
vafis vel operis,fi fuerint coerulei coloris vel comma-
culata.
Altera calls , cujus cortex fimilem fuppetic umm,
’ api Cortex Saponarius vocatur, & Malaice Langir, po-
‘ftea deferibetur libr. 6. cap. 73.
Similis Saponaria arbor deferipta quoque oecurritin
Hort. Malab. part. 4. Fig. 19. nomine Poerinsji. Por-
rtugalliçe Sabaon dos Canarins. Belgice Zeep - moten :
quæ in Bengala quoque crefcit.
in Ambpina overgebragt, zyn daar voel opgefeboten tot
hoge ranke bomen, alsfparten, maar ibebben in % 12de
jadr nóg geen vruchten willen dragen, gelyk veele Ja-
vaanfebe bomen doen, omdat Qgelykmeermaalsisgezegt)
de Mouffonnen, dat zyn jaar-getyden met die van deze
Janden komen te verfcbillen.
- Gebruik- De gemeene Man op Java gebruikt de vrug-
ten in plaats van Zeep, om alder bande linnen daar mede
te wagen: Want als menze mei de banden in warm wa-
teryryft, zo begint bet buitenge gymerig vlees als Zeep
te fchuimenen welk water dan alle vuiligbeit van U
linnen vöegneemt, 'doch men beeft bok bevonden, dat dit
vlees wat tefcherp is , en 't linnen eenigzints verbrant,
waar door’t zo lang niet duur en kan, als het anders wel
z oude doen : De Sineeze Koopluiden brengen deze gedroogde
vruchten met zakken vol in deze Oojterze quartieren
om te gebruiken in plaats van Zeep, die men aldaar niet
alle jaaren ‘bekomen kan. Zommige hebben ook ondergaan
met deze vruchten bet hooft te wagen, maar bevonden,
datze al mede tefcherp warén, en ’thaair deden uitvallen.
Defwarte korrels blyven in ’t wagen geheel, en werden
weggefmeten, g aa n de Moorze Papengegevén, om
Paternogers daar van te maken, Want als menze draait
en polyg, dan wordenze zofeboon fwart als Ebben-bout,
hoewel veel lichter: Zy breken ook niet licht, moetende
al met een goede bamerfag getroffen zyn, eer menze van
malkander krygt. Hetfcbynt dat deze vruchten overeenkomen,
of immers niet veel verfcbillen van die geene die
in Weft-Indiën waffehen, zo op Hifpanjola,' als op ’f
vage land, en in Guiana, waar van Oviedus Hift
Gener. & naturel li£>. g. cap. j . Nic. Monardüs'
hb. de flmplic. Medicam, Capit d j. & Caroliis Clufius,
lib. 2. Exoticorum, cap. id. n s maten, on-
der den naam van Sph$rul?e Saponans, eninhEngels
.Sopae Berries,' eenparig getuigendei dat men 't buiteng
e vlees in plaats van Zeep, en de binnenge fwarte en
.barde Iforrels tot PatermJkrs gebruikt, doch men moet
zig daar aan metjtooten, datze iesrdfs bladeren by die van
Varen eclyken, om dat bet ie Spaanfibe Scbryoers in
gebruik lebben, alle zodanige bladeren, zy zyn dan lang
of kort, die aan lange ryskem in 2. ryen tegen malkander
Jtaan, by t Varen kruid te ytergelyken. Op jam
gebruikt men bet vlees van deze vruchten ook om de zilver
e kanten, die raam uitgejlagen zyn, daar mede
feboonte maaken.
Nog een andere boom,van wiensfeborfe men ook dier-
gelyk gebruik beeft, genaamt Cortex Saponarius, en in
t Maleyts Langir, vind men bier nabefebreven lib 6
cap. 73.
Diergelyken Zeep-boom ziet befebreven in Hort. Malab.
part. 4. Fig. 19. onder den naam van Poêrièsji In ’{
Portugees Sabaon dos Canarins 3 m 't Duits Zeep-noten
dewelke men ook in Bengalen vindt. 9
O B S E R V A T I O .
In aliis quoque India: locis Saponaria arbores oeeurrunt, uti
in Zeylana, quæ ab Herm. in Par. Bat. Pr. & Muf. Zeyl.p.
vocatur Saponaria arbor> Zeylanica, trifolia, femineLu-
pini, & in Thef meo Zeyl. pag. 109. recenfetur,quæ cum ilia
H. Malab. convenire viaetur, ubi in notis alii, & qui a Pumphio
fupra laudati funt audtores, citantur ; reliqua vero vide in Thef.
Zeyl l. c. Ray tom. 3. app.p.6 5. no. II. Cum Rumpbii vero
deferipta arbore convenire penitus videtur ilia , quæ Prunifera
racemofa , folio alato, coda media , membranulis utrimque
extantibus donata, frudu Saponario. Sloan. Cat.pl. Jam. p.
184. ubi plurimos hujus vide colledos audores. nec non in S.
Dale. Pharmac. p. 338. 8? Hifi. Jamaic. vol. i .p . 131. ubi
figuræ H. Âmft. part. 1. Tab, 94. & P/uknet. Phytogr. Tab»
117. Fig. 7. huic præ omnibus adnumerantur arbori. Sapona-
ria hæc arbor nomine Rarak-arbor.s in Valent, defeript. pag.
194. occurrit.
A A N M E R 1U N G E .
In de andere plaatxen van de Indiën wedden verfcheide
Seep-ballm-bomen gevonden, gelyk onder andere in Ceylon
welke van Herman in de Por. Bat. Pr. en het Jfüjèum Zey-
lan. genaamt wert Saponaria Zeylanica, trifolia, femine Lupim,
welke in myn Thef Zeyl. p. 209. opgetelt wert en fchynt
over een te komen met de. Poerinsji van de Hortus Malab. in
het vierde deel Tab. 19. verbeelt, alwaar in de aanmerkingen
de Schryvers van onze Rumphius vermeldt, mede aangehaait
werden . het overige zie verders in onze Thef. Zeylan. en in
de Appendix van het derde deel van Ray p. 65. No. II. Doch
met de Bqpm, van Rumphius befchreven, fchynt over een te
komen die geene, die. by Sloan. in deCatal.'iznAcJamaifche
gewaffen pag. 184. vermeldt wert, alwaar zeer veele Schryvers
van deeze boomen aangehaait en vermeldt werden . als
mede in de Pharmac. van Som. Dale p. 358. en in de Hiflo-
rie van Jamaica tweede deel pag. 131. alwaar de Figuuren in
het eerge deel van de Amflerd. tuyn Tab. 94. en die van
Fluknet. in zyn Phytogr. Tab. .217. Fig. 7. aan deze boom
werden toegeeigerit. Deze Zeep-ballen-boom wert mede by
Valent. in de befchryving van Ambon. pag. 194, onder de
naam van Rarak-boom vermeldt.
CAPU't'