EXPLIÇATIO
Tabula Stxagefima Quinta,
Quæ ramum exhibet Canan&te vulgaris, ubi Litt» A. fiorem
natural! forma & magnitudine dénotât..
B. Ejus frufium.
C. Fructum diffettum.
D. Ojjicula femmalia.
OBSERVATIO.
Nomine Canangæ arboris à Valent, p. Z13. defcribitur, &
in Tabula fub No. XLII. exhibetur.
U Y T L E G G I N G
Van de v j f - en 'feftigfie Plaat,
Dewelke1 vertoont een Tak van de tamme Cananga-boom
alwaar Lett. A. vertoont de bloem in zyn natuurlyke pootte
en gedaante.
B. Deszelfs vrucht.
C, Dezelve geopent.
Dt De zaat-korrels.
a a n m e r k i n g .
Onder de naam van Cananga-botnn wertze by Valent p. z i j ,'
befchreven, en op de Plaat onder' No. XLII. verheelt. ■
C A P U T V I G E S I M U M .
Cananga ßlveßres. Camnga Oetan.
Silveftris- Cananga domefticae fimilis e f t , excepta
quodTfolia ejus fint majora & latiora, nee ejus
troncus ita craffus vel altus eft quam domefticae,
Flores non racemofi, fed folitarii dependent, &con-
✓ ftructi funt ex tribus amplis & finuofis petalis, quæ
putarentur parva elfe ipfius arboris fo lia , fi collas
haberent, luntque pallida , .citrini coloris, in medio
autem breve & trigonum apparetpiftillum, majus quam
Dammaræ Selanicoe, quöd apertum intus exhibet flava
filamenta feu ftamina. Recentes hujus arboris flores
debilem fpirant odorem,ficci vero ita penetrantem ac
domefticae : Sponté crefcit in filvis juxta litus & iq
jnontibus ac potiffimum in regione Hitoenfi,
Nomen. Latine Cananga filveftris. Malaice Cmanga
Oetan. Amboinice Coppanabbat.
Ufus. Parum hæc arbor præbet ufus, excepto
quod tenuiores ejus ac redli trunci adhibeantur ad ti-
|illa teâorum & aedium fupremam partem, non diu
autem durant, quum non modo cito exficcentur, fed
fubito etiam pereant.
In Rumphii Appendice Caput hpcfequentiamplia-
tum eft modo.
Sub filveftris Canangæ nomine tres mihi obvene-
runt arbores quas omnès hoc in capite deferibam,
dum parvi funt ufus ac momenti.
Primo , Cananga lîlveftris prima, five trifolia ,mix-
tam habet Cbampaccoe & Canangæ formam, hæc enim
arbor optime Champaccam re fe r t, truncum gerens
mediocrèm, ex quo rari & brèves progerminant rami
rotundi, glabroque obdufti cortice, qui in pau-
cos diviii funt ramulos, horum fummo magna infident
folia brevifiimis innixa pedunculis fine ordine, Ca-
narfifoliis quodammodo fimilia, fed anguftiora, no-
vem longa pollices, v ix tres latar fuperior ipforum
pars æqualis eft, fed parum rugofa & quad grahulo-
fa videtur, ab inferiore autem parte nervus médius
protuberat dorfo acuto, laterales vero coftæ funt ra-
ræ ae èenues, foliumque ipfum illo in loco eft molle
■ &lanuginofum,. fi tangatur.
Inter & fub foliis flores progerminant longo infiden-
tes petiolo, magnitudine florum Champaccæ, conftru-
fti ex tribus magnis & finuofis petâlis virentibus j qui
caliculo infident tripetalo, acuto, inftar floris Canangæ,
ex ejus centra capitulum elevatur trigonum, quod in
fru&um exCrefcit: Petala hæc tria funt ftriata&grate
quodammodo fpirantia, alioquin.pro junioribus ipfiüs
; arboris foliis haberentur, capitulum autem ifiud trigonum
& acutum ,in tres fèfe aperiens lamellas duras
plurima exhibét brévia .ftamina,'quæ aliud ambiunt
capitulum,quod ipfum fruÊlus eft rudimeritum. Longe
póft folia fruclus hi excrefcunt tres & quatuor
pe r fe fti, novem vero fimul fæpe una.in arbore racemofi
excreféunt uno ex pedunculo in r'amis, qui
magni-
XX. H O O F T S T U K .
De wilde Cananga-Boomen.
D E wilde Cananga is de tamme 'meejl gelyk, bebal-
ven dat de bladeren grooter en breedef zyn, den
Jlam werd ook zo dik erkboög niet, gelyk aan de
tamme, de bloemen bangen niet met bosjes by malkander ,
maar ydel, en zyn gemaakt van drie breede en bochtige
bladeren , die men voor kleine bladeren van den boom zoude
aanzien,-zOze geribtwarenbleek, Citroen-geél, in
de midden ziet men een kort en wat driehoekig kegeltje,
wat grooter dan in dè Dammar Selan, ’t ‘ welk geopend
zynde,. vertoont van binnen eenige geele draaijes. De
verfcb’e bloemen hebben een flappen reuk, maar gédroogt
zynde, al zo Jlerk als de tamme: ' Het wafi van zelfs in
de Bojfcben, zo langs de Jlrand, als op -t gebergte, en
meejl op ’p Hitoeefcbè Land.
Naam.' In ’ t Latyn Cananga Silveftris -, op Maleyts
Cananga Oetan. Op Amboins Coppanabbat.
Gebruik. Men beeft weinig gebruik van dezen boom,
bebalven -dat. men de dunne en réfte Jlammen zomtyds
neemt tot fparren van dokken en bovenwerk van buizen,
die niet lang duur en konnen, Om dat bet niet alleen ligt
öpdroqgt, maar ook hadji bederft.
In de Apendix van Rumphius is dit Heóftjluk.
op de volgende VJjz.e verbetert. .
Onder den ndnm van wilde Cananga •, zyn my drieder-
lei boomeri voorgekomen, dewelke ik alle drie in dit Kapittel
befebryven zal , dewylze docb van kléin gebruik
zyn.
i . Cananga Silveftris prima five trifólia, beeft eert
gemengt fatzoen van Tsjampdcca 'en Cananga -, want den
boom gelykt bejl na een Tsjampacca-boöm, met een middelbare
Jlam, daar aan geinige én korte takkenJlaan
rondt, en met een eff ene feborffebekleet, en in Weinige
regte takskens verdeelt, adn’t einde derzelver Jlaan gr ofte
bladeren, óp zeer korte voetjéns zonder order, die van
Canary èeenigzints gelyk, docb fmalder, 9, duimen lank,
febaats 3. breed, aan de hoven zydejleèkt niet met al uit,
bebalven datze wat ruig en korrelig fcbynen -, aan de on-
derjle zyde puilt de miadelzenuwe verre uit met eenjeber-
pe rugge, maar de zyde-Hbben zyn vöeinig, en fiibtiel,
ook is bet bladt aldaar zagt, en als woiacbtig in 't aan-
taflen:
. Tujfcben en achter de bladeren komt de bloem voort en-
kelt, op een lankacbtig Jleeltje, in de grootte van een
Tsjampacca-bloem, gemaakt van 3! breede en bogtige bladeren,
van coleur groén, op een p fpitzig voètjerujlendé
als de Candnga-bloem ,in dèmiddënniet eenverbevendrie-
zydige knop, waar uit de vrucht wert. Deze"drie bladeren
zyn wat gejlreept, en eenigzins welriekende, 'anders
zoude menze voor jonge bladeren van den boom. danzien,
den voornoemde ‘driézydige en fpitze knop, zig in
3. harde fcbillen openende, vertoont yeele korte dracitjes,
omgevende'een ander fpits knopje, hei welk 't regiè be- f inZet van de vrucht is. Verre achter dé bladeren komen
eze vruchten tot perfettie 3; en 4. en 9. uit eenen boom
by malkandéren dp 'éenen Jleel aan de takken,. dezelve zyn
Ëb" 3 ' ’ • ' ' i ' ' in