HERB ARII AMBOINENSIS Liberi. Caput XX.
9 1
In Rumphii Amtuario anno 1704.. ab ipfo
ex India Amftelsedamum miffo Capite duodecimo
A rbou C a la p fo id e s S i n e n s
i s , feu S a jO’R C a I/APPa , Sinenfibus
T itsjid diftajfequenti defcribitur modo.
Arbor h®c truficum gerit v ix paulo homine al-
tiorem , Calappo. autem cfaifiorem, quifuperius ra-
mos in orbem explieat; qui femi-digitum funt craffi,
fuperius fulcati, inferius rotundi, ab utraque parte
plurima angufta, crafia, ac firma locantur foliola, feu
pinnte, ar&iflime juntta, baud multum gramine latio-
ra, nervo longitucfinali medio fitmö armata, - quo ter-
minantnr in firmum aptcem ; ;qui inftar ftyli-feu fu-
bul® pungit. Pinp® rh®. inferiores, tres .polices funt
long® , fenfinique löngibres ufijue ad- fex pollices
e x tendunturfubitp dein breviores fiunt, ac circu-
lum efformant drca rami extremum, qui■ longus eft
circiter duos pedes cum dimidio , femper virens,
iiccata adeem •folia gilvi funt coloris , horumque
or® refle&untur deorium, unde inferius fulcata apparent..,,
, ’ ,
Noinen. Latine ArborCqlappoides Sinenfis ob conve-
nientiam, quam habet cum Ufere Calappoide feu Sa-
jor Calappa Lib. i.- defcripta: Sinenfibus Titsjiu h. e.
arbor ferrea, dum ejus folia inftar pinn® ferre®
pungäöti-1"1 '’ i . 1 ' ' ‘ ’• ; ' - •
TJjus.. In arte Medica. nullum habet ufum fed - in
gina '& Japonia in- hörtis plantatur ob phimöiam ejus
formam. Nunc quoque JBatavi® reperitur fed- fine
fruftibus r atque- haud mu lto - crafllor Pinanga eft:
E x ejus trunco paulo ftipra ratiicem -3 qu® ex fim-
plicibus co.nftat fibris uti in Calappo , duo acuminati
nodi feu tubera protuberant, qu® fenfim in folia
explicantur, hique ftolones feu lurculi abfcindi pof-
funt & tranfplantari, quo' inodo ex Japonia Bata-
v iäm , & indefiuc translät® fuere h® arbores.
Arbor Todäa - Panna, Pöftügallice Armatoifä Das
Igrefias-feu Palma d’lgrefia m-Hort.Malab. part, 3. Fig.
13. defcripta, maxima ex parte cönvenit cum vul-
gari noftra Sajor Calappa iiipra Lib. 1 .' defcripta.
Quamvis auftor dicit arbörem efle Japonenfem ac
nomen ipfi tribuit Japonicum Soteetsjou feu SoteStfm
ft. e. ferri amicus, ob mirabilem hujus arboris fym-
pariam cum fe rro , qu® in Amboiniea noftra arbore
nondum experta e f t , qu® nimis etiam a Japonenfi
differt, hie etiam. nunquam audivimus, fruttus ejus
criidos edules efle , vel färinam ex illis edulem',
qu® Audtori Sagoe vocatur, prsparari pofle, <^te-
rum mult® mir® Todda-Panna varietates ab Horti
Malab. aubtore explicantur , qu® cum Amboinenfi
plurimum conveniunt.
Sinenfes dicunt inter hujus arboris ramos Ibitt
Bani, feu materiam igni fufeipiendo aptam reperiri,
uti hie’ in Amboinenfi Saguaflero Majore, feü Nibun.
Befahr'
Tabula Vigefima Quarta
Folium exhibet Sajor-Calnppts Sinenfis , ut cum antecedenti-
bus cömparari, & ab iis melius dignofei poiCc.
O B S E R V A T I O .
Varietas, quae inter banc & proxime antecedentem ob-
fervatur , magis diverfo coelo ac folo adferibenda forte
eft, quam quod diverfa fit fpeciesfi autem nota qutedam
realis Charafteriftica has dividat, hanc veram Japonenfitum
Palmam pruniferam Hermanns, & Palmarn vinariam Belgarum
Breynii Prodr. 1. efle puto. Qu® eft Palma Japonica Jpinofis
pediculis, Polypodii folio Par. Bat. Pr. p. 361. Boerb. Ind. part.
2. pag. 170. & in horto noftro medico lste germinat, per-
que tubera fquämofa inter cäudicem ad radicum ortum ex-
crefcentia abunde & vegete propagatur.
In het Auéluaf iiini-, ofte de vermeerdering van
Rumphius, van hem daar na in het jaar
1704. uit Indie na Amfieldam gezonden,
wert in het twaalfde Hooftftuk de Sineefe
Arbor C alappoides’ , of Sajóf Calappa,
by de Sineezen Titsjiu genaamt, op de volgende
wyze befchreven.
Dezen Boom wert aan fiaitt niet veel -boóger dan een
man, dog dikker dan een Galappus-boom., en boven Jpreit
by zyne takken'uit ih ’t róndt, de takken zyn een balven
vinger- dik, .boven gegeid, van onder ront, ter wcerzyde
fiaan twee fmalle dikke en.Jlyve bladeren, digt aan.mal-
kanderen j niet veel breeder dart gras, mei een jtyve middel-
zenuwe, en eyndigen in een Jlyve/pits, dewelke Jleekt als
een elze, de agterjle. zyn $. duimen lank, en . werden al-
lenskens langer, tot 6. duimen, van daar wertzeJcbielyk
weder korten., en bejlunen.'een 'kring omtrent beïiUiterJte
van den tak, dewelke is Idnk Jcbaars twee en een balve
voeten; by is altyd groen , dog de gedroogdè bladeren worden
vaal, en de kanten werpen baar neerwaarts, waar
doorze van onderen gegeut fcbynen.
Naam. In ‘tLatyn Arbor Calappoides Sïhenfis na de
gehkenijje, die by beeft met het Olus Calappoid.es of Sajor-
Calappa Lib. 1. befchreven, in ’ t Sinees Titsjiu ,dat is T-
zer-boom.f.dewyl zyn bladeren Jleeken als Yzere-pinnen.
Gebruik. Hy beeft in de Medicyne geen gébruik, maar
wert in Sina en Japan in de boven geplant, wegens zyne
vere gedaante. Nu vind men hem ook op Batavia, dog zonder
vrugten, en niet veel dikker dan een Pinang-boom: uit
den Jlam'kort boven de .wortel,, dewelke uit enkele 'vezelin-
gen befiaat, gelyk aan den Calappus-boom komen twee ge-
jpitfie knoejien voort, dewelke zig allenskens in bladeren
openen, en deze uitfpndtzels kan men affnyden en verplanten,
óp wélke manier menze uit Japan op Batavia , enrvaii
daar ook berwaarts gebracht beeft.
Den Boom Todda-Panna , in H Portug. Armatoira
Das Igrefias o/..Palma d’Igrefia in Hort. Malab, part.
g.Fig. !§t befchreven ,komtovéreen voof’t meefiédeel met
onze gemeene Sajor Calappa bier boven Lib. 1. befchreven.
Hoewel'den Autbeur zegt hem een JapanJchen -Boom
te zyn, en geeft hem den Japanfcben naam Soteetsjou of
■ Sote&fou, dat is Yzer-vriendt, wegens de wonderlyke
fympatbie, dewelke dezen Boom met het yzer zoude hebben,
’t welk men aan onze Amboinize nog niet ervaren beeft,. dewelke
ook te veel verfchild van de Japanfe j ook beeft men
.alhier nooit geboord, dat de rauwe vrugten zullen eetbaar
zyn , nóg dat mén een eetbaar meel, by den Autbeur Sagoe
genaamt, daar van maken.kan, anderzints werden veelt
wonderlyke veranderingen,:van Todda-Panna door onzen
Autbeur verhaald, dewelke met de Amboinfcbe meejl over
een kermen» . > v . ? . .
De Sineezen zeggen, dat men aan den Boom tujfcben de
takken een Ibitt Baru of Tontel vind , gelyk alhier aan
den Amboinfcben Saguafter Major, of Nibun Befaar.
De Vier- en Twintigjle Plaat
Vertoont een Bladt van de Sineefe Sajor-Calappa, op dat ze tegen*
de. voorgaande vergeleken en ondèrfcbeïden kan werden.
A A N M E R K I N G.
Het onderfebeit, dat tuffen deze en de voorgaande gezien wert,
fcbynt meer by. de verfebeide lugt en gront toe te koomen, als
wel dat bet een byzdndere zoort zoude zyn, én indim een waar
ken- of merk-teken deze onderfebeidt, zó méén ik, dat dit dé regte
Japanfche Pruym- dragende Palm boom van Hermannus is,
die de wyndragende Palm-Boom. der Hollanders van B rev*
n iu s genaamt wert in zyn eerfle Prodromus, welke is de Ja-
panfebe Palm-Boom met doornagtige fteelen, en bet blad aan de
Polypodium gelyk in de Par. Bat. Prodr. p. 361. en van Boern.
in het tweede deel van de Index over de Leidfchetuyn. p. I7°*
welke alhier in onze Hortus Medicus zeer weelderig groeit, en
door zyn febubagtige knobbels, die onder aan de fironk by de wortels
groeien, rykelyk vemtenigvuldigt wert.
C A P U T X X L
Tal. XXIV.
~T fnv ,I.