nÆwk L . Hoofiß. AMBO INS CHE KR U YD BO EK. m
Nomen. Latine Anifwn Móluccamm,noutiquam* ob;
£ormam, fed . ob odorein Anifi faporemque, t licet* Ter-
nateniium ■ vulgus* fpuria ■ denominatione Anifum. Cafie-
& Anys Oetan h. e. filveftre Anifunwocent : Am-
boinenfibüs noftris dieitur. Camela, quod nomen aliis
quoque graviter fpirantibus foHi$ cribuunc, atque vulgare
eft. In Java circa Grifleccam nominatur Car an•»
%ng) & Orientalibus Cerarnenfibus Samir in, Terna-»
tcnfibus v.exo. ipfis Catti Catti Qaro.
Locus. In Amboinä, ac. prapfertijn circa caftellum
Yiftoriam arbufcula h^c raro occurrit : Kayas. Soya:
iß fuo haue. plantaverant hortp, quanvverp ipuljer-
culæ decerpendis foliis frudtibusque adeo vqxayei-ant,
ut tandem periret, ita ut ibi jam fît ignota: Sponte
vero crefcit in montibus nudisfaxofisque vefr.upibus,
tarn circa maris litora in - Leytimora-, quam .in aliis
quoque ejus tradtibus, uti in illo Oerirmffing circa mans
rupes Serif ut & in faxofo.monte Erna., quæ am-
bo loca in. Auftrali Leytimoræ plaga funt fita., undo
arbufculæ hæ cum faxofa terra effoflæ huctranfplan-
eantur : In Java quoque reperitur circa Grefeccam,
ftd pluriinum in Molupcis, àc præfertim inTernata,
circa Gammalanpna in locis faxofis, hand procul a
lj.to re item in Çerama Oriental? in alibis rjudisque
rupibuS, æque in iitore ac in montibus.
Ufus. Licet h$c arbdlculft taptum fpi?;et odorem,
qt ejus fernen totunijimqup depofitum eK, r!epleat
locum, ufus tarnen ejus eft rarus, faltem apud Äm-
boinenles ; Horum autem mulierculaa aliquando ejus
fumunt baccas, quas unguento Bobori difto admi-
fcent, quo ppft corporis layationem illud inungunt,
ipfarum judicio ob dulcejji odorem:. Jayani foldbanq
quoque ejus folia frudfeusque Bocailam addere \ ut
gratum ipii concilient odorem ; Apud Ceramenfes
Orientales non eft peculiari in ufu, nifi quod lignum
ad manubria fecurium adbibeatyr , dm-itiem enim
habet Limonii ligni.
In Java circa Bataviam arbor crefcit magnitudine
Limonii, qu$ ibi vocatur Boa Balangan, Javqnjs Car
befian:, Portugallis Folbo d'Anis, Ejus folia forma,
odore & fapore cum antecedenti conveniu.nt , magis-
que Anifi habent faporem, & ore mafticata apriafunt,
eorumque peduneuli fulcati fünt, qui ab utraque parte
oram gerunt extenfam, unde alati funt; Ejus frudtus,
multum differt a priori, magnitudinem enim habet
Bilac Tellor, infenus latus.,.ae fuperius coJlum gerens.
änguftatum, ;acfi oila foret, unde & tale nomen Ma*
laicenfe fuit fortitum; Putamen ejus eft ligneum, uti
in- Bilaco, viridibus tenuiflimis. albicantibus pundfcisva-
riegatum , odoremque Anifi fpirat ,• Caro ejus, eft dub
cis, gratioremque habet faporem quam Bilacus., cujus
feparatam hie fiftimus iconem,
Arbufculam hanc accurate deferibam in Audtuario,
quum frudtus floresque mihi exhibuerit examinandos,
Arbufcula autem cum hac foliatura conveniens reperitur
in Hort. Malab. part, 4, Fig. 14, nomine Malaba-
rico Tsjeria-Katoe-Naregam , quas Portugallis dicitur
Umoins da Folba Crufado, Belgis vero Claver-appels,
Tabula Quadragefima Secunda
Arbufculae ramum exbibet, quæ Anifum Moluccamnn a Rim*
phio vocatur,, quod facile dignofeitur efie ex plantarum Um-
belliferarum familia, & uti mihi apparet, pertinere ad Oreo*
felmi genus , videturque elle fpecies illius plant®, quae
0 reojehnum Africanwn A n iß folio a Toumefortio vocatur,
ex qua Gummi Galbamm colligi vulgo putatur , unde &
Galbanifera a plurimis cognominatur audloribus, uti id ul-
terius patec ex Horti Cliffort. pag. 69. ubi ad genus, Bubotf
Unnao didtum, refertur.
NB. In 'Rumphii Au&uario nulla Boa Bolangan ulterior mihi
obvenit deferiptio, unde L. B. hac brevi contentos eile
velim, quam ex adjefta adcurata & eleganti icone facile Aip«
plere poterunt.
Naam, -In.' ’t.Latyn, Apifum Mpiucqum» gepnzinp;
na de gedaante, maarfic^ dm.A,ny$qcbtigen. reukenfmaaky
boewel bet. de gemeene^man. in. Termten. niet. een bajlaart
«woor^ Anys Caftela en Anys. Öetan , dat is ’wilden. A-
wys, noemt-: By- onze-Amboineezen biet het Camelan,
zynde een naam, dieze ook- aan andere Jierk riekende blader
ren geven, en dienvolgende genteen is: Op fm a , omtrent,
Grieiïek biet-kei Gararieang, en. by de'Qofl-Ceram-
mers Samirin, en by de feriiatanen zelfs Catti Caft?
Qaro,
Plaats. In Amboina, inzonderheit ontrent 't Kqfieel
FÏStorj.d-’Werdf. dit. kpovifiie. -weinig; gev.opfiem< Dc.rajds^
•van Soya, hadden ’er een tyer, bejieflên in hare,, •w.oninge
geplant, docb't •welk' dé' vrouwtjes met af rukken enptuk'
Jen van blaadjes en vruchten zodanig quelden, dat het
ten laatflen uitging, zp dat bet aldaar r\u ombekent is !
Docb van. zelfs wajl bet op. kaale enftenigebergenof klippen
3 zo omtrent de Zee-Jtrand van'Leytimor, als een
weinig daar van a f y gelyk. in ’? dfflrify-van Oerimefling,
omtrent de Zee-klippen van Seri,, en op ’t Jlenige voor ge*
bergte van Erna, beide.op. Leitimors. Zuid-zyde.gelegen,
•van waar men de boompjef met de Jleenige aarde- uitgraven
en verplanten kan.^ Men vindze ook Qp.ffmas omtrent
Grieffek , doch aldermeefl: in de Molüccos, en in-,
zónderbeit op Ternaten, omtrent Gammalamma, op
klippige plaatzen, niet verre van Jlrand, als mede op
Ooji, Cermn., op hoge kale klippen3 zowel op Jlrand, als:
in. 't. gebergte.
Gebruik.' Hoewel dit '■ gewas éen zo, merkelypen reuk
heeft, dat bet zaad daar méde ook de plaats vefvïlti, daar
't leid, zo heeft bet eebter een zeer klein gebruik, immers
by de Amboineezen: Docb dé Amboineeze vrouwtjes nemen
zomtyds wel de bezien, en mengen die onder haart
Bobori-zalven, waar mede zy naar 't wajfen bun lyfbe-
jlryken , ( baars oordeels f oni. den. zoeten, reuk. De fa - :
vanen plegen ook de bladeren én vruchten ondèfhdre Bo-
cajfam te mengen, om dezelve een goeden geur te geven,
By de Ooji. Cerammers beeft bet geen zonderlyk gebruik ,
als dat het bout t.otfieelen van bylengebruiktwert; Want
bet is zo bart, als hermen bout.
Op Java, omtrent Batavia, groeit een boom in de
grootte van, een Lemoen-boom, aldaar genacfnfi Boa Ba-,
langan,, in 't Javaans Cabqftan , by de, Fontuge'ezen
Folhp d’Anis; De bladeren in gedaante, reuk,enfmaak
komen met bet bovenjiaand? over een, docb.'dé,.blaadjes
fmqaken jlerker naar Anys , %yn feberp in dt mani, en
baare fieeltjens %yn gegent, .hebbende ter weder zySe. een
fcberpe.kfijit qls vleugeltjes, De vrucht verfebilt veel van
't voorgaande, want zy is in dègroottevdn emBilac T e llo
r , achter breft, en voor met een /malle, bals. gelyk een
potje, waar vanze- in 't Maleyts. dép naam beeft. De
buitenfie fobaal is boutaebtig,' gelyk aan Bilac,, gr oen met
fyne witte /pikkeltfes , en ruikt' mede. na Anys* Het
bimenjhe vleèfcb is zoet,. en aangenamnef tót eeten dan
de Bilac, waar van bier nevens een byzondere figuur te
Zienfis,,
Dit boompje neem ik voor uitvoerlykev te befc.br.yven in
-myn Auftuflrio,{ wanneer bep bier zalbloeyenenvfucbten
dragen. Een boompje. in bladeren met bet voorgaande over-, •
eenkomende, ziet in Hort. Malabaar part," 4, Fig. 14,
onder den Malabaarfen naam Tsjeria-Katoe-Naregam,
in 't Portugees Limoins da Fplha Crufadp. in 't Duits
Claver-appels,
He tivee-en-vcertigfle Plaat
Vertoont een Tak van een Boompje, het'geen AnifumM e-
luccanum, ofte het Moluccis Anys van Rumphius génaamt
wert, het geen men ligt wen kan, dat tot de plantte Umbefi
Vtfera behoort, en zo ’tmy voorkomt, tot hetOreofelimim,
lchynende het mv toe een zoort te zyn van die plant, die
het Oreofilium Africanum A n ififolio vox\.Tourricfortgenaamf,
en een plant is , die de Gom Galbamsm geeft, waarom
ze ook Giï#<w»B*-draagende doorgaans van de Schryvers
toegenaamt wért, zo als breder te zien is in de Hortus
C/iffbrt.-ovp.-6*). alwaar ze onder het gellagte, Bubqti genaamf
van Umueus, geftelt wert,
NB. In het Auttuaritm van Rutnph'ms heb ik geen verdere
befchryving van de Boa Balangan gevonden , waaróm de goét*
gunftige Lezer zig met deze korte dient 'te vergenoegen,
welke hy verder uit de nauwkeurige gi? nette by gevoegde
figuur kap opmaken,