134 H E R B A R I I A M B O I N E N S I S Liber II. cap. LI.
Altera A ttifi Indict fpecies in officinis noftris occurrit, quas
Anifttm ftellatum vulgo vocatur, quodque ex Fraxmella
genere videtur, fairem eo retulit Sam. D a k m Pharmaco-
iog .p. 194. Ego autem in Horto Medico hujus generis >
uti mihi apparuit, alias obfervavi fpecies , quae a Cl. Comnieimo
ad Spiraas Africanas relatae fuere, harum enim arbufcula-
rum vafcula feminalia omnino cum illis A n iß fle lla ti con-
veniunt, quod fi de floribus verum fi t , ejusdem omnino
funt generis, quod a JJmueo Diosma fuit vocatum in Hort.
Cliffbrt. p. 71.
Amfitm Moluccamtm a Paient, in Ambom. dejeript. pag. 194«
commemoratur » & in Tab. no. XXX. exhibetur.
Een tweede zoort van Indijch Anys wert in onze Apotheken
gevonden, hetgeen doorgaans fier-Anys genaamt wert,
het geen tot het geflagt van de Fraxinella zoude fchynen
te behoren , ten minften Som. Da/e heeft het daar onder
geftelt in zyn Pbamacolog. p. 194. En ik heb van dit ge.
flagt andere zoorten in onze Hortus Medicus ontdekt, dewelke
van de beroemde Cafp, Commelin onder de naam van
Spiraa Africana befchreven zyn deze boompjes dragen
zaat-Huisjes, zeef met het ftar-Anys overeenkomende, met
welke indien de bloemen overeenkomen, zekerlyk tot een
gellagt behooren, het welke Diosma van Uimeeus genaamt
wert in de Hort. C/iff. p. 71.
De Molukze Anysboom wert mede by Valent- in de befchryving
van Ambon, pag. 194. vermeit, en op'de Plaat No. xXX.
verbeeldt.
Tabula Quadragejima Tertia
Exhibet Arboris ramum , quae A n ift folium feu FoeUo eCAnis
a Rumphio vocatur, atque Limonelli fpecies videtur , ad
quod genus a Rayo in hiftor. p i. p . 1658. ut & a Pluknetio
in Almag.pag. 239 refertur ilia, quae in Hart. M alab.part, 4.
Tab. i^ . exprim itur. hoc tamen diferimine, quodhseeflores
tantum gerat folitarios, quum ilia Rumphii plurimos fimul
colledos producat fiores.
Hujus porro arbufculæ Synonyma & audores collegi in The-
fitur, Zeylan. p . 14}. ubi Mal-Naregam. H . Malab. Tab.
12. Tom. IV. ad Limones filveftres pertinet.
De drie-en-veertigjie Plaat
Vertoont een Tak van-een Boompje, het geen Anys-bladtof
Foelio d'A vis by Rumphius genaamt weit, het geen wel een
zoort van Liemisjes gclykt, zo als het daar toe ook van
Ray in zyn bftoria plant ar. pag. 1658. en van Pluknet. in
' zyn Almageft. p. 239 gebragt is, welke in de Hortus Ma-
labaric. vierde deel. Fig. 14* mede verheelt en befchreven
wert, doch met dat onderfcheit, dat daar maar enkelde
bloemen, en hier veele by elkander t’ zameh te voorfchyn
komen.
Van deeze boom zyn de benamingen en Schryvers verdere
aangehaalt in onze Thefaur. Zeylan. pag. 143. alwaar de
Mal-Naregam van de Hortus Malabaricus in het vierdedeel
Tab. i x. verbeeldt, tot de wilde Zeylonfe "Liemisjes behoort.
CAPUT QUINQUAGESIMUM
PRIM UM.
Saponaria. .Rarak■
HÆc probrie eft arbor Javanica * fêd «jtiümpef
transmilfa femina in Amboina prOgerminaverit,
hinc&in hoc libro locum etiam obtinet : Arbor
ipfa excrefcit trunco-re&iffimo , altiffimo, & gracili, •
qui corticem gerit-glabrum& aequalem. Ramos majores
habet raros , led plurimis hi' gaudent rachibus
ftriatis, quæ ab utraque parte; folia gérant, ita ut co-
mam conftituant denlam. ■ - . ...
Folia in quibusdam rachibus funt altemata, in ams
vero oppofita, forma & modo crefcendi Caju Coda
fimilia, fed minora, quum-longitudinem habeant d r e
ie r quatuor pollicum, unius vero làtitudinem, fu-
perius anguftàtâj ad oras æqualia, la te viridia , ru-
bro nervo intérmedio donata j lapons ingfati : In ju*
nioribus autem arhoribus ultra fex pollices longa funt,
löngis infidéntia petiolis, ad duodecim pana & ultra
in fîngulîs, quæ Perficæ folia referuht, in vetuftion-
bus vero arboribus ofto vel decern pana fmgulis rachibus
jungüntur , inpari aliquando extremum clauden-
te aliquando non: Flore's ex ala rachis in ramis prdger-
minant, qui funt parvi ac pallidi flofeuli, qrnbus fub-
fequuntur fruftus , qui plurimi fimul dependent ra-'
cemofi, rotundi, inftar globulorum fclopen, fed paulo
majores-ac protubérante fulco n o t a t iprimo ta r a ,
dein per maturitätem rubenfés, qui fub glabra pellicula
carpemgerunt paucam croceam, fimucilagino-,
fam primo fatuam, fed dein ifigratam & linguam a-
criter vellicantem,in hac ofliculum reconditur rotun-
dum durum, ac penitus nigrüm, inftar globuli puero-
rum iuforii, glabrum inftar machmularum rolani,
in inferiore, autem parte parum eft ftriatum : Hujus
arboris lignum ficciflimum eft, & ex varus cqnftructum
annulis, mftar convolutæ chartæ papyraceçe ? quod
in medio nigricans habet cor feumedullam : isjus cortex
eft fuccofior, lignoque ita fortiter adhæret, ut
nonnifi parvis fegmentis feparari poflit; Rami funt
adeo fragiles, ut.vento fæpe rumpantur, nec 11s mfiftere
qüis poflit. ■ . ;
Nomen. Latine Saponaria, Belgice Zeep-korrels ex
ejus üfu, fid. qüoquè Malaicenfibus vocatur Boa-Sa-
bon, &Javànis Rafak.- ' .
Locus. Pluiimum in Java crefcit, fponte m plams
lihdSa ibique in altam adfurgit arborem, ejus oflicula
LI. H O O F T S T U K ,
DeRarak-bóom, ofteS.eep-kor/s-Boom.
Di t is een Javaanfe boom, maar door wergebragt
zaad in Amboina voorigekomen zymfe, zo 'beeft by
medé in dit boekplaats gevonden. ■ Den boom febiet
op met een zeer regten, 'bogen, en ranken Jlam, hebben
de een gladde en effene fcborjfe: De booft-takken zyn weinig
, maar Jlaan vol dunne wat geflreepte ryskens, en
dezelve met bladeren aan wederzyaen beladen, zo datze
evenwel een digte kruin maken.
De bladeren ftaan aan zommigeftelen overbants, enaan
andere regt tegen malkander over, aan gedaante en ijia-
nier van wajjeben of groeyen, 't Caju Cudagefy*, docb
kleinder, als zynde wat min of meer als vier duimen lonk,
en een.duim breet, van voorén jmal toegefpitji, aan de
kanten effen, blyd-groen, glad, en meteenroodefemm
in de midden, onlieffelyk van fmaak, aan de jonge bomen
zynde wel over de 6. duimen lank, ftdande aan lange
ryskens by 12 . paren en meer aan ieder, gelykende wel
na de Perfick-bladeren, docb aan de oude bomen ftaan’er
maar 8» en 10. paren aan een rysken, zomtyds met een
alleen voOr uit, en zomtyds niet: Het btöeizel komt.uit
den feboot der ryskens aan de takken, zynde kleine bleeke
bloempjes, en daar op volgen,de vruchten, dewelke veelt
by malkander bangen, en rond van gedaante zyn als
Mufqiiet-kogels, ' docb wat grooter, en met een uitfteken-
de naad van buiten, eerft geel, en .daar na ryp zynde
roodp bedekkende onder een effen vliesken , een weinig
boog-geél, en flymerig vlees, eerft laf, docb daar naon-
liefiyk en feberp op de tong, daar binnen in leid een ronden
, barden, enpik-fwarten fteen, als een kleine knikker,
glad als Cordlen van eeu Paternafter, docb aandeonder-
fte kant wat geftreept: 't Hout van dezen boom is zeer
droog, en van verfebeide omwindzelen t'zamengezet,
als een opgerólt boekpapier, in de midden met een Iwartaebtig
bert. De feborffe is wat zqppiger, en kleeft zo
vaft aan 't bout, dat menze niet dan met kleine Jtumn
daar aftrekken kan. De takken zyn zeer bros, en Helft
door de wint brekende. Ook en kan men daar op me
^Isfaarn. In 't Latyn Saponaria, in ’ t Duits Zeep-korrels
van baar gebruik, en zo ook op Maleyts Boa babon,
op Javaans Rarak. 1 n _ • . , , ,, ,
Plaats. Hy waft meeft op Java van zelfs in deviante
Bojfcben, en wert aldaar een zeer bogen boom, de k°rre£
'ZTat. JC L I I I .
'Z fcw .iz :