a44 H E R B A R II A M B O I N Ê N S i S Liber III cap. XX XVIII,
mo noxium ; a Malayenfibus faltem & Portugallis fb-
neftus cenfetur, in hïfce vero regionibus nihil aliua
compertum eft, nifi quad fruétus hic feu nucleus in-
maturus inprudenter comeftus. magnam adferat anxietatLignum
eft album, molle, & facile exficcandum i_iri
vetuftioribus aiboribus, circa meditullium cinereum;
Ompes hujus arboris partes, ubi etiam læfæ, copio:
fum fundunt lac, majori fane copia & tenuius quam
in præcedènte* unde non male naberi poffet pro ar-
borefcente Titlymali généré, hoc. tarnen lac non ar-
det vel linguaux mordet , fed facuum eft cum naufeor
fa amaritiemixtum*
Plurimdm crefcit.ih oris märit.imis vel hand procul
ab iis, ut & ad: ripas fluminum in locis planjs ac coe-,
hofis. . In paludofis vero locis ita luxunat & cralfe-
fcit inflar craffifïïmæ Mangæ, multq. majores proferens
fruftus ac folia quam fupra de.fcriptum fuit, Binx W
pë etiam fruftus oppofîti funt tanquam telles, in' fcro-
to, binis diverfia nucleis. confiantes* -
Maturi ejuafruftus magna copia in iitus. projettiln-
veniuntur a pellicula éxteriore deffudati, ita ut mf
nifi fibrofa fubftantia reflet. _ ..
Nomen; Latine 'Arbor Labtana ad dutinctioTiem.iier-
ba Laâariæ, quæ eft Titby malus. Belgiçe Melk-bout.
Portugallicê & Malaice Manga Brava, & generali vo-
cabulo Caj u Suffu.- Amboinice Wabba & Wabbö, in
Hoeamohel%abbal'&Qbopaë: TeraäticeGwo,&Gor-o-
soro. Macaflarice Lambuto; BaleyiCe Blntaro, QcSaffuru
Utan. Quidam Malaice illam quoque vocant Caju
Gretje quod quidam prpnunciant Çaju Gorita. Male
a quibusdam' vocatur Çajv-Matta Buta. feu Blint-bout.
Locus.- Nota eft 'hæc- arbor per plurimam Indiæ
partem, præfertim in magnis aquofæ Indiæ infulis,
quæ æftuariis confiant, & per quas magna decurmnt
lumina; maximæ hujus fpeciei arbores; m Macaüara
cfefcunt, utii putatuR ■ .. _ .
Ufas.-. Licet huic arbon noxia adcribuatur vis,.non
tarnen ica periculofa, e ft , quin aliquidiogeri pofïïtv
Iniiiriam ipft icaque. faciunt* qui illam inter arbores
excoecantes ponunt, haud enim compertum fuit ocur
lis rtoxam adtidiffey. quum ejuslac neutiquamfit adeo
caufticum & acre quam præcedentas, unde «ScAmboir
nenfium quidam hujus recentia & juniora folia in olus
coquunt & comedunt uti reliquarum herbarum, quod
olus leûitër. alvum fubduclt, hoc tarnen lac fortivac
purganci valet vi , fed non fortiter operatur in biliQr
fôs -fèd tantum pitmtofos & aquofos evacuat Jiumo?
• Ie|%ufta cortâcis trunci adhibentur illarum. arborum ,
quæ ä mari diftant, adpalmæ londtudinem,.v.el frm
4 um radicis-fpithamam longum, abradatur ejus- pars
ex-cërior rugpfa, quæ abjiciendaeft, cætera pars us-
oud ad' ipfüm lignum iff tenuiffimam radatur fcobem,
eiiani fôbige aqüa juhioris1 Calappi, tranfcola per
ïnteum, ejüsqué*lymphæ:poculum ingéré.,, aemox
Pinangam maftica contra naufeam, poft binas, boras
fine moleftia alvum commovebit & fubducet, ita ta-
men , ut- qiïisineedere , viamque^profequi poffit ;-. EJüm
âutern hujus potionis. fatis magna, copia ingerenda
efii, him?1 quidam hanc rafuram præparan t cum anatir
ca âcet-i & ‘âquæ portion#», vebfolö cum- I Ä .«fera*
Èori, cujüs binos cyathos> qui ad potum Thee m.uiu
funt, âdfumuTit -j quod melius operatur, nec ita naur
féoftim eft: Bôc Amboinenfium vulgare & quotidiav
num eft purgans, qüod^ab.Europæorum familns nunc
etiam receptüm & in ufum> v.ocatum eft. Lxpertus
tarnen fui iïï qüibusdam temperamentis parum operaT
fi liçet magnus ejus ingeratur hauftus-, e contra
maliis, qui minorem adfiimpferant dofin-, fort-iflime
operatum fuiffe, cujus cauffa eft ; quod-in quibusdam
humores non -ità-fint præpiarari , nec- tanta copia ,
quam in aliia. Si quidam velint bis terve alvum de-
pönere, dépuratæ radicis fruftutn fümunt, quod- cum
Finanga-maftieant, ejüsque deglutiunt fuceum; Jut
niorum-arborum cortex non ita fortiter operationem
fûam exer'cet-quam adultiorum: Sunt etiam quidam,
qur non certam-obfervant' dofiü , tantamque depurati
corticis fumunt quântitâtem , quanta ipus-lubet, quem
cum aqua’ fübiguht, cui Oryza- incofta- fuit. In te*
rioTes- fruél'us nuclei, ûti fupra didtum fuit, noxii funt
bominibus &-animalibus, crediturque, fi magna ingedoch
Vetter i tot eeten ganfcb ondienftelyk, ja zélfs fcba*
delyk; immers by de Makyei'S en Portugeezen voerdze
voor doodelyk gehouden, docb in deze landen heeft men
niet anders bevonden, als dat de onYype vrucht of korrel
onvoorzigtig gegeeten, eengroate benaaufwtbeid aanbrengt,
Het bout is wit-, week, en ligt opdroogende, aan de
oude hoornen omtrent bet hért: afcb-graawoi Aan alle
kanten daar-men. dezen boom quetfi, inzonderheid aan de
takkenlooft'er' dé melk. overvloedig uit, immers rykeu
iyker, en dimder, dan- aan de- voorgaande, daarom men
niet qualyk oordeelen zoude, dat .bet een boomacbtig ge-
flagte zy-vaji Tythymalüs, echter is dèzé melk niet heet
of fcberp op de t-óngc-j maar eer'laf, .en met eenwalgely-
ke bitterheid, vermengt:
Hy wafi meeji aan dt Zeekant } of met vér daar van
af, aan de oevers- van de rivieren , dUar bet vlak en jlykig
is: In moeraffigeplaatzemword by zo dik en woef;, als
dégrootfie Mangas-boom, met veel grobter bladeren, en
vruchten , als boven jldat: Men Vind ook dikmaal twéé
vruchten tegens malkander gewdjfeben, afreen-Scrotum,
ook met. twee bezonder.e korrels. .
Dé rype vruchten ziet men innteemgte langs den ftrané
opgeworpen, Van de-buifénflé'huid gezuiverd, dat men
*er niets- aanziet, als de/draadige bolfter:
Naam.' In ’tLatyn firhor Laébaria, tot onderfcbeid
van de Ladlaria Herba, ’t welk is de Tithymalus,. In
't Duits Melk-hout; Op 't Portugees en Maleyts Manga
Brava, én in 't généraal Caju Sïïflu.- Op Amb'oins
Wabba en Wabbo^, op Hnsamobel Yabbnli en, OhopUe*
Op fêrnaatr Goro en Öorogoro. Op Mticaffers Ldnr-
buto. Op Bnleys Binparó, en Saflbru Utan, zommige
noemen 't ook in *t Maleyts Caju Grëtje, 't welk zommige
uitfpreeken Caju Gorita.’, qualyk werd,bet.vanzommige
Caju Matta B u t a of Blfnd-hoütgendamt. ' '
Plaats. Het is bekend meeji door geheel Ooft-Indien,
inzonderheid op de gröote Eilanden van Water-Indien,
die groote rwierenen maerqffige voorlanden hebben. Dé
grootfle vallen op- Macaffar zo men meent.
■ Gebruik. Hoewel-dezen boomeenfpbadélykekragi.werd
toegefcbreeven , zo-is bet nogpans. zozorgelykniei ,..ofmen
kan daar, wat van. in 't lyf neemen. Zy doen hem. bakon-r
gelyk,, die hem-onder, do zoortenvanBlind-bout reekenen,
want. men beeft gêné ervaringen,, dat by. de oogen beeft
fcbade aangedaan 3 zynde. by lang. zo,- beet en fcberp van
natuur niet, als de voorgaande, daarom zommige Am*
boineezen de jonge bladeren van dezen boom, als ander
moeskruid, koken eneeten,,, 't welk Jlegts eenzagten-ka-
mergang maakt; de melk evenwel beeft nog al. een. fierk
purgerende kragt 9l docb iafi. de gedachtige humeuren niet
zonderlyk aan, maar alleen de. pituiteuze en wateragtige.
Men neemt de fivkken van de. fcborjjé des.fiams-., dié
wat van de Zee affiaaé, een- band lank breed,, of'een
fiuk van de wortel een fpan lank., .fcbraapt. bet buitenfie
ruige af , en.fmyt dat weg, derefitot.bet.hovt toefebrapf
mede klein ,, en knoet, dat in bet water van. de jonge. Cd-
lappus, vringp. bet door een doek, en drinkt, daarvan een
goed water-glas,vol., firaks daar op een Pinang kauwende
voor bet walgen , zo zal bet na een paar uurenzondèr,
groote molefiie den buik beroeren, en wakker afzetten,
docb dat men daar bygaan en-fiaan, kan. Dewyl men nu
dit goedje in een-.gro.ote meenigie.moet inneemen., , zoJinee-
den-bet zommige met balf-Azyn en-water. yjifweLbeden at
met flappen Azyn , en. neemen . daar van een. paar: Theekopjes
vol in., ’t, wolk beter werkt,,, en minder walging veroorzaakt.
Dit is der Amboineezen, gemene en. dagplykze
purgatie , dewelke nu ook- by de Europiaanfcbe familién
aangenomen werd. Echter heb ik ervaren,, dat bot in
zommige Gomplexien weinig werkt , al wierd. daar een
grooten dronk van gedaan-,, en- daar en tegenin minder,
qumtiteit aan andere vry fierk,- waar van de oorzaakis,
dat bet de humeuren by dé éene zo niet. geprepareert, nog
in zulke menigte vind, als by den anderen. Zommige
willende maar twee a. drie. fioelgangen’maken , nemen een
fiukje van de wortel feboongemaakt,. en knouwen hetzelve
met Pinang, en fwelgen bet laatfie zap-daar van in,
De.fcborffe\van de jonge hoornen werkt ook zofier k. niet,
als van do-oude. Oohzynder, die geen zekcre.maat.voor-
fcbryvcU i nemende maar zo veel gezuiverde feborffe., als
bun zelfs goet dunkt, kneedën. dezelve in. water, daar
reyfi in opgekookt is. De bimenfie korrels, als bovengezegt,
zyn/fcbadeïyk voor mehfebenen vee,, en. mengel ooft, dat-
ze te veelgegeeten, doodeji kunnen. Immers de, Portu-
seeze Scbryvers vermelden zulksvan ^«reMangaBrava,
gelyk
ZZai. LXXXI.