24 HERBARII AMBOINENSIS Liber II, cap\ VIII.
CAPUT OCTAVUM. VIII. HOOFDSTUK.
Nux Myriftica mas: Pala Lacki-Lacki. Mannetjes-Nooten: Pala Lacki-Lacki,
Ilvdftrium fpecimim , quarum fex potifllmumfunt
5 hoc®, in hoc capice primam defcribemus , qu®
vulgo Nux Myriftica mas vocatur. Arbor fi®c
fexterna facie non mukam habet ilmilitudinem cum
vera Nucifera arbore : Truncum gerit altum, co-
mamque anguftam cum paueis ramis, nec gratum pr®-
bet adipedtum.Folia quoque nmlto funtmajora, qu®-
‘dam fpichamam, alia lesquipedem longa , forma cum
Canarii foliis converiientia , fuperius tarnen latiora
6 rotundiora, cum brevi apice multisque parallelis
Coftis pertexta, fuperne atro-viridia, inferne gilva,
nec fplendentia, coftis viridibus protuberantibus; bi*
na fibi oppofita, atque manducata notabilem filvef-
ftrem pr®bent faporem, Nucibus Myrifticis ®mulum.
Frudtus non ex ramulorum fummo dependent, uti
in vera Nuce Mofchata , fed inferius ad ramos, ex
foliorum alls , duo tresve lima! ex brevi bus craf-
-fisque pedunculis , forma rotunda, ac tanta, quanta
eft vera Nux Myriftica, qu®dam autem parum fuitt
oblong®, ali® vero rotund®, vel parum cbmprefl®.
vGluma exterior eft ruffa , & lanuginofa , ad latera
craffior quam fuperiore atque inferiore parte, du-
rior quoque ac firmior qüam in veris Nucibus. Nucleus
feu ofliculum duplicem quoque habet for-
mam, utrumque autem majus eft quam ver® feu
domeftic® nucis. Unum eft globiforme, oblongum,
ad latera compreflum , alteram rotundum eft ,
fed Utrumque eft rugofum. In putamine offeo quoque
continetur cralfiore, quam illud vulgariumnucum
e ft, quod nigricans vel obfcure grifeumeft, quodque
externe obvolvitur maci aurea, per quam putamen con-
fpicitur, ubi parvis punftulis notatum.oft, atque inftar
radul® rugofum Macis hujus ficcata omrtino' flave-
•fcit, faporemque habet iflgratum fine ullo aromate:
Nucleus interior eartdem habet -fubftantiäm ac ver®
nucis ,fed magis albet, nec ita pinguis e ft, tenuibus-
que & nigricancibus venulis pertextus, parum aro-
maticus, faporemque habet ingratum , facileque fit
cariofum, atque aliis mixtus nucibus, illas quoque
inficit & corrumpit, unde etiam vetitum eft, filveftrem
illis mifcere nucem. Si tarnen cum putamine in fumo
fuerit ficcata,uti vulgares nuces, durabilior e ft, du-
rio r , & gravior quam nux vera aromatica, licet cal-
ce non fit obdudta; Folia in arboribus raro filnt in-
.tegra, quum plurimum a vermibus funt exefa , fique
-fxudtus immaturüs incidatur, lac quoddam exftillat ,
quod inftar calcis exficcatur. H®c arbor inter do-
mefticas non toleratur, putatur enim illam has gra-
ciliores reddere, unde folitarium occupat & eligit quoque
locum, ad filvarum extremitaces, & in montibus,
ubi non vexatur, ac fu® eommittitur natur® , cujus
fructus magis tamquam aliquidrarum peregrinis döna-
tu r , quam ut aliquam pr®beat utilitatem.- -
Nomina. Latine Nux Myriftica mas, & montana, a
Carol. C lu j, libr. i.exoti pro duobus diverfis frudtibus
habita, quum tarnen unus idemque fit frudtus. In Banda
.voc.atur, Pala Fuker h. e.- Nux montana. Malaice Pala
Lacki-Lacki h. e. Nux Mas.- In Amboina Pala Utan
■ dicitur,ut&PflMz cum voCabulo ex Pala & Ala com-*
pofito, ad i diceretur nux avis annu® did® , quum
n® aves, Amboinice Ala di£t®i has avide devorent
nuces. •
Locus. Antea creditum fuit, arborem hanc tantunr*
modo inveniri in Provincia Banda , in locis remotis
& montibus, in quibus ver® nuces crefcere recufa-
bant, fed ubique hanc inveni in infulis Amboinenfi-
.bus, quamvis naud c.opiofe, nee multum etiam abin-
colis expetitur vel seftimatur.
Ufus. Apud incolas j liti didlum filit, non eft in ufu,
excepto quod ejusiignum aliquando ad poftes ®dium
ufurpetur', fraftusque donent peregrinis , quum non
tan turn Javani fed etiam Europ®i illos expetant.
Javani & Malaiceflfes. has ufürpant in arte medica
ad Cephalalgias, aliosque morbos , plurimum vero
• ad virile robur confortandum, cui medicamento J&-
thiopes omnem adhibent diligcntiam. Eufopsi fii-
perf
\ N d e r de wilde Nooten, waar van zes Zoorten meefl
V j bekent zyn, zullen wy in dit -Kapittel 'bet eerftegéjlm
aanroeren, dat men in ’t gemeyn MAnnekens-noo-
ten noemt. Deze boom beeft uiterlyk weinig gelykenijfe met
de regte Noote-boom: Hy heeft een boogen ftam, en eenjmal-
le kruin , met weinig, takken, en is niet mooy m n aan-
Ziek. De blaaderen zyn ook veel grooter, zommige een
fpan, zommige anderhalve voet lang, van gedaante als de
Canary-blaaderen, docb voor breder en tonder toelopende
met een korte fpits, en veele p a ralleele ribben doorregen
van boven fwart-groen, aan de onderfte zyde recht vaal
en zonder glans, daar de groene ribben u itfteeken , t<wti
en twee tegen malkander overftaande , en gekout zyndi
bebbenze een merkelyke wilde fnaak naa Nooten.
De vruchten bangen niet aan 't üiterfte der ryskesis, gelyk
de regte Nooten, maar wat achter aan de takjes, en uit
den oorfpronk der blaaderen, twee en drie by malkander
aan korte en dikke fteeltjes, van gedaante ront, en zoo
groot als een rechte Noot, docb zommige zyn wat lonk-
werpigj en andere recht ront, of een weinig gedrukt.
Van buiten is de bolfter ros en wolacbtig in 't aantaften,
aan. de zyden dikker dan onder èn boven, ooktayer en bard
e r , als de regte Nooten: de korrel is vdn tweederley gedaante,
en beide zynze grooter, dan de regte o f tamme
Noote-mufcbaten: de eene is kloots-gewyze w a t langwerpig,
docb aan bet einde Wat plat} de andere ront, docb
beide zynze rimpelig. Hy leidt mede ijl een boute fcbaal
wat dikker dan die van'de gemeene Nooten, zyndefmrt-
acbtig of donker-graauw , en van buiten ■ihsgelyks ontvangen
met een gout-geele Foely, daar men de fcbale tuf-
fcben door ziet; zynde aldaar met kleyne pukkeltjes bezet,
en zoo mig als een raspe. De Foely gedroogt zynde, viert
gans bleek, en is ook onaangenaam van Jmaak > zonder
éenige fpeceryacbtigbeidt. De binnenfte korrel beeft dezelfde
fubftantie, als de réchte Nooten, ' doch is wat witter
, én niet zoo vet, zynde met fyne en■ fwdrtacbtige
adertjes döortogen, weinig Jpèceryachtig,én fcbier onaangenaam
van Jmaak , wört licht wörmfteekig, en onder andere
Nooten kdniéndefzoó bederft by dezèlve mede,waarom.
bét ook verboden is-bémdaar onder te mengen. Evenwel
als by met zyne fcbaal 'in de rook gedroogt voert, ge-
lyk de gemene Nooten, zoo 'wert by duurzamer, barder,
en fwaarder dan. de gemeene fpecery - Noot, al is by ook
niet gekalkt. De blaaderen'aan den booni vmt men zeer
weinig beel, als zynde meeft van de wormen döoror'eten,
■ en als men in de onrype vrucht f n y t , zoo komt 'er een
melk uit, die als kalk opdroogt. Deze boom voert onder
de tamme niet geleden, want men gelooft, dat by dezelve
mager maakt, dies verkiéft by een eenzame plaats aan de
kanten van de bóffcben , en op bergen, alwaar men hem
ongemoeids laat f t aan, meer- om de vruchten voor een rariteit
aan de Vreemdelingen te fchenken j als om eenige
nuttigheids wille.
• Naamen: In 't LatynjNux Myriftica rrias, en Montana
, word by Carolus Clufius Exotic. lib. x. voor twee
vruchten aangezien, daar bet nochtans maar eene is.
Banda Pala raker, dat is Berg-nooten} in 't Malleyts Pala
Lacki Lacki, dat is Mannekens-noot. In Amboina wert by
Pala Utan en Palala gehaamt, met een woort uit Pala
en Ala 't famen gevoegt, als of men zeggen wilde faas-
Vogels-Nooten, dewyl die -vogels, in 't Ambons Ala gt‘
naamt, deze vruchten, geerne éeten.
Plaatzen. Men beeft voor dezen gemeent, dat deun
boom maar alleen te vinden was in de Provincie Barna,
op afgelegene plaatzen èn bergen, daar de rechte looien
niet waden wilden, maar ik bebze over al in de -4vf 0,!‘
fcbe Eilanden gevonden, hoewel niet veel, werdendety
de Inlanders ookniel veel geacht. r'
Gebruik. Zy beeft, als gezegt is , by de Inlanders geen
gebruik, behalven datze bet hout zomtyds nemen totJty-
ten van buizen, en de vruchten veteerenze aan
Vreemdelingen, want niet alleen de J a v a n e n , riuiar o
de Eu/ropiaanen zoékenze, •.
De Javanen en Maleyers gebruikenze tot M eilicp e
booftpyn en eenige-andere z ie ïtëns , docb merendeelsom
mannelyke krachten te verfterken, naa welk k/W'wjL
del de 'Mooren alle naarjtigbeidt aanwenden,