Prirpo, C a l a p p a 'V u l g a r i s , five Nux vulgo
Calappa d ifta , quæ caplte ‘antécédente latis ample
defcripta e ft, hæc in très quatuorve diftinguitur Va-
rietates; Vulgares enim in juniore ætate funt virides,
niaturæ vero luteæ, cupreæ, ac colore ruffo permix-
tæ , quarum maximæ & elegantiflîmæ in Baleja.ac
Maccaffera inveniuntur , harum putamina tantæ funt
molis, ut caput pueri fatis adulti adæquent. Secunda
in juniore ætate eft pallida, alba, a c , fi matura, inftar
cupri flavi, quæ Alba Calappus vulgo dicitur. Tertia
tarn in juniore quam adültiore ætate Temper eft viridis,
quæ Alba vulgo etiam habetur, & ambæ hæ fpecies
ad potus Médicinales eliguntur. Quarta, fi matura
fit, ruffèfcit, ac coloris fere pomi Aurantii e ft, quæ
diverfa fpecies a me habetur, ac numéro decimo infra
defcribitur. Hæc vero omnia de externo fru&uum
coloré funt intelligenda, qui omnes in adulta ætate
einerei funt colons;
Secundo ,C alappaRutila, Malaicenfibus Calappa
Caffomba, hoc habet peculiäre, quod putamen recens
difleaum intus fit lucidum, rubens, vel pallide ferru-
gineum, quem coloremMalaicenfes Caffomba dicunt a
floribusCarthami Indici,ex quibus tails extrahitur coloris
tinftura : nucleus autem putamini adhærens alb
e t , uti vulgaribus in nucibus, vel interdum ex albo
rubefcens: hocce putamen dulcefcit, quod edi quidem
nequit, fed fuccus tarnen d ulcise xillo exfugi poteft.
• Tertio, C a l a p p a S a c c h à r i n a , Calappa • Tuba
h. e. Saccharina, ab antecedente non multum ‘diffère
, éxeepto , quod putamen intus non rubefeat,
fed albefcat, fuccofum f i t , ac dulce, ita ut crudüm
comedi poflit inftar Arundinis Saccnarinæ ; hifee in
infulis ignota penitus e f t , fed plunmmp invenitur
in infulis ad Eurum fitis, Ferua & Tennemer didtis, unde
ad Bandam deducta fuit arbor. Glires vehementer
expetunt hocce putamen, qui arbores hinc confcen-
dunt, atque totum comedunt. '
Quarto, C a l a p p a C a n a r in a ,M alaice Canari,
quæ cum vulgari plurimum etiam convenit, & magis
varietas, quam diverfa fpecies habenda e ft, unde &
inter vulgarem etiam interdum crefcit. Difcrimenpotif-
fimum in nucleo confiftit, qui crafiior ac mollior eft,
faporis etiam magis grati quam vulgaris e ft, cum récente
Canari quodammodo conveniens, quique crudus
comedi p o te ll, e contra içepta eft hæc nux oleo,
inde exurendo, quippe nullum exftillat oleum, fed
ejus fuccus corrumpit aliud » cui fuit mixtus , ac
mucilaginofum illud reddit. Amboinenfes nominant
haue Niwel Mamina, & Niwel Tar Iffi. h,. e. pinguemA
feu Camri Calappum, quum inter edendum pingue ma-
,gis fapit quam vulgaris * inftar recentis nempe Canari,
undé or nomen obtinuât. Crefcùnthæ nuces tam diver-
fis in arboribus , . quant in vulgaribus, aliis nucibus
mixtæ, & uti vulgo putatur, eft tantum degenerâtio
vulgans generis , hæ.nempe nuces taies fiunt, quum
per foliaturàm non fatis adumbrantur, ac' per folem
nimium exuruntur... -, , . ■, j,
Quinto, Calappa Pultart a, Malaicenfibus Cat
lappa Bubur, h. e. Calappus Pulpofus, eft fpecies, quum
plurimum in Java & Madura çrefeit, nec peculiare
conftituit genus, atque aliis mixta vulgari fimilis e f t ,’
quæ intus repleta eft tam molli pulpa putammi junfta,
ut facile indé feparetur , & aquæ mixta pulpofam illam
reddatjfi nux antea fortiter Conquatitur, vel de arboribus.
decidit: ïn'Java etiam hæ nuces dieuntur Calap
pa Puan,,&. Calappa Dadir.
Sexto, Calappa Machæroides, Malaice Ca-
lappà Parrang, Amboinenfibus Niwel Lopu h. e.-Ca-
làppus enfiförmis, ab oblonga figura, quodammodo
' inftargladii, Parrang illis difti, quæ folo adfpedtu facile
diftinguitur a vulgari. Eft enim obionga,; coniprefla,
in acutum définens umbilicum, putamen internum eft
itidem oblonguip , ab anterjore parte acuminatum,
quum vulgaris nux fit rotunda, ejusdem 'alias craf-
fitièî ac mbftanticÉ ; maximæ nuces finit inftar ovi
Càfuaris , verum compaétiores ; vulgares verb inftar
ovi Anferini , immo quædam etiam minores ; nucleus
feu medulla crafiior e ft, & etiam vulgari durior; pecu-
lïari in arbore crefcunt, aceiiltura etiam propagantur,
putamina multum expetuntur ad feyphos mde forman-
d os, fi nempe polità, æqualia, K inftar ovi rotunda
fint, fuperne apertura feyphi formatur, ubi triâ ilia
naturalia orificia funt, atque inferior acuta pars imponi-
1. Calappa Vulgaris, ofte gemeene Calappus-noot is in
’t voorgaande Cdpittél genoegzaam befebrevén , ' dog ver-
deeld zig in % of 4 veranderingen; want de gemeené zyi
in baar jongbeit groen , en in baar rypbeit geel, koper-
vervoig, en met een weinig ros gemengt, waar van,men
de groqtfte enfeboonfle op Baley enMaccaffer vindt,wiens
doppen zoo groot zyn, als de kop van een middelbare jóngen.
De tweede is in baar jongbeit bleek-wit, en in baar
rypbeit als bleek cooper, die men witte Calappus noemt,
De derde is , ■zoo wel jong, als' volwaffen groen, die men
ook voor wit reekent, en werden deze beide zoorten tot
medicinale dranken uitgezogt. De vierde wén in baar rypbeit
ros, en genoegzaam Orangie-verwig, dewelke ik tot
een byzondere zoorte gemaakt bébbe, bier onder No. 10. te
zien. ’ Dog dit alles is te verfiaan van de buitenfie coleur
der Vrugt , werdende in den ouderdom allegaar afcb •
graauw.
2. Calappa Rutila, in h Maleits Calappa Caiïbmba,.
beeft dit byzondere, dat de verjebe bolfler opgefneden van
binnen ligt, rood, of bleek roefi-verwig fcbynt, welke coleur
de Maleyers Caflbmba nomen, naa de btöenie van de
Carthamus Indicüs , waar uit men diërgefyké coleur
maakt, dog bet pit aan den dop bangende is wit , gelyk
aan de gemene moten,, o f een Weinig naar *t roode trekkende
: Deze bolfler is zoet van J'maak, men kaufe wel niet
eeten, maar egter bet zoete zap daar uit zuigen. :
3. Calappa Saccharina, CalappaTübu , dat is zuiker-
Calappus, verfebilt van de Voorgaande niet veel, bebalven
dat de bolfler van binnen niet rood, maar wit is , Ook zap-
pig en zoet, zoo dat menze raauw eten'kan,dïs zuiker-
riet', zy is 'in deze Eylanden onbekent, maar wert meefl
gevonden in de Zuit-oofler Eylanden Ferua ew Tennemer,.
van waarze in Banda gebragt is. De Ratten zyn zeer
gretig naa deze bolfler, de boomen daar om beklimmende, en,
de zelve geheel af etende.
4. Calappa Canarina ; op Maleyts Calappa Canari, komt
ook meefl met de gemeené over een , fcbynende meer een
verandering dan byzondere zoort te Zyn, gelykze ook bier
en daar onder de andere waft. Het onderjeheit beflaat alleen
in de pit ofte kern, dewelke dikker en.weeker is , van
fmaak wat aangenamer dan de gemeene, éenigzints met
de verfebe Canaris over een. komende , en beguaa.ni om
raauw te 'éten, daar en tegen is zy'onbequaam, om Olie
daar uit te branden, want zy geeft niet alleen uit baar
zelve,geen olie,maar bederft ook de andere, daar'zy onder
gemengt wort, dezelve tot een pap makende. De Amboi-
neezen noemenze N iwel Mamina,era Niwel Yar Iffi, dat
is vette óf Canari Calappus, om datze in ’ t eeten vetter
/maakt, dan de gemeene, - namentlyk als verfebe Canaris,
waar van zy ook de naarri beeft; Zy waffen-zoo' wel op byzondere
boomen, als aan de gemeene, onder andere moten
gemengt, en zoo men wil. zeggen, is pet een ontaarding
van ’t gemene geflagte, ,te weten van zoodanige nooten,
die niet wel bedekt, maar van de Zonne-flraien te zeer
geraakt werden.
5. Calappa Pultaria, op Maleyts Calappa Bubur, dat is
pappige'Ccflappiis, is medé een zópdanigèn toort 'meefl op
Java en MadurawaJJende, eygéntlyk góen gejiagt.pp baar
zelven makende, maar onder andere gemengt', van danzien
zynze.de gemenegelyk, maar van binnen bebbeiide zoqda*
nig een Wê'ek merg aan de fcbaal fangen,'dat bet zelpe
zeer ligt daar afvalt,, ey zig mei het water tot een pap
vermengtals men'de nopt flerkelyk f lb u t 'ó f t e van de
boómen laat afvallen. Op Java werdenfe • ook genoenit
Calappa jpuan, en Calappa Dadir.
6. Calappa Mach<erpides, op MaleytsCafappdRarrang,.
Amboins Niwel Lopu , 'dat' is, zweert - Calappus, na baar
langwerpig fatzoen, eenigzints een houwmes, Parrang
genaamt, gelykende: Zy' verfebilt flraks in ’t aanzien 'van
de gemeene; want zy is langwerpig, final, ', tbegefpitfl met
een tepel voor aan, de bjnnenfle dop is mede langwerpig,
aan ■£ voorfle deel, of einde toegejpitfl -, daar de gemeene
rond • is , anders van 'dé zélfde dikte en. fybflßntie ; de
■ grootfle zyn als een , dogfmfmr\ dp gemeene
a/x. eéra Ganfen-ey, zohmïge' opkkleender ï bet merg
of kern van binnen is dikker, en barder dan aan de gemeene;
zy waffen aan een’ boppf op zig zelfs, en Worden
ook doof voortplanting vermeèrdért'; de doppen worden veel
gezogt, om bekers daar. van 1? - maken, te. weten; alze
fraay, egaal, en eyront 'Zyïïtrien madkt de mont .boven,
daar de 3 gaten zyn , en met bet Jpitze eynde fielt menje op
een gedraaiden houten voet, of men laatze zonder boet,
o ' ' ' en
m r
tur ligneo elaborato pedi, vel fine tali fulcro etiam
ufurpatur, ac ïuperne tum cochleä adaptatur, ut fine
incommodo po tu , vel alia quavis re repietam in facco
quis geftare earn po filt, ex minoribus nucibus tali
modo etiamformanturmachinulæ,quæ pulveri pyrio
recipiendo.inferviunt.
. Similes nuces quoque inveniuntur in vetuftioribus
vulgaris fpeciei arboribus, fi enim arbores Calappi
vetuftifiimæ funt, gracilefcunt, atque alüiiTimum,&iimul
contraétum admodum adquirunt truncum, ita ut vix
adfeendere eum fuftineant ineolæ , nuces itidem
funt minores, graciles, & acuminatæ; ita etiam putamina
tunc funt acuminata & crafia, aliquando ovi-
fo rmia , aliquando ineurvata, in æqualia, foveis ful-
cata, ac fine ullo.nueleo, medulla, vel liquore repleta:
Fibræ putamini etiam adeo: firmiter adhærent ,u t
v ix feparari poflint, nifi lædantur, eæterum,fi funt
æqualia, uti de antecedentibus diétum e ft, ufurpan-
tur, a quibus etiam haud multum diverfa funt, nifi
quod fint minora, rugofiora, ac magis inæqualia,
quæ fuprema etiam feu poftica -eorum parte tria infi-
gnia coronæ inftar habent (quæ in antecedentibus non
obfervantur, ) atque anteriore parte in longum tri-
gonum acumen definunt. 1 .
Septimo, Calappa C apuli-formis , minima
eft fpecies , ' ac raro obvenit, cujus etiam duæ tantum
funt arbores, in infula Bandx Pccloay difta, quæ peculiare
conftituere videtur genus, nuces ejus funt mul-
to minores, quam vulgaris, externe eleganter luteæ,
interne plerumque ex fibrofo , feu cannabino quafi
putamine cofîtèxtæ,quæ nücem continent oblongam,
digiti craflïtiem ac longitudinem habentem, quædam
paulo majores, aliæ vero minores, plerumque
ex folo putamine confiantes* coloris cinerei, quæ haud
facile poliri pofilmt, fuprema vero earum parte tres
funt anguli, feu lamellæ, anteriore autem parte funt
trigonæ, acuminatæ, & fecundum latera tribus foveo-
lis -fiilcatæ , Yéi. tribus, protubérantibus rugis fepara-
tæ: Manubria cultelU inde formantur, quæ magis fara,
quam elegantia funt.
QBav'o, C alappa Cys.t i-fórmis, itidemrarif-
fima,& parva Calappi fpecies e ft, in Javæ parte orien-
tali circa Suroe-portum çrefeens, cujus nuces funt ad-
.modum parvæ, ut & putamina, funt fere magnitudi-
nis; ac formæ Veficulæ felljs b'ovinæ, at magis rotun-
dæ , .putamen habent craffifiimum, & v ix ullam intus
capacitatem; putamen ejus eft nigrum & facile poliri
poteft,unde fæpe capfulæ, aclagenulæ inde for-
mancui-. ...
_Nom, CalappaPumila, Malaice Calappa Babi,
Amboienfibus Niwel Habu, & Niwel Lapu, h; e. Ca-
.lappùs repens, a vulgari vix differt, nifi altitudine ;
truncus enim duorum hominum altitudinem vix adæ-
,quat,nihilominus tarnen frugifera e ft, ac cito profert
fruélus, vidimus enim quasdam, quæ tam præcoces ge-
rebant nuces, ut terræ incumberent, unde foveæ, in
quibüs hærerent, effodiendæ erant, ne terram adtin-
gentes putrefeerent, - aliæ véro arbores nuces geruht
ad altitudinem trium, quatuor, vel fex pedum vulgaribus
fimiles, verum minores, acutiores , atque externe
virides ,:quamvis interdum etiam reperiantur, quæ
formæ rotundioris funt. Earum lympha eft dulcifiima,
ac grat-ior eft quam vulgarium, inveniuntur ubique in
i nfulis Moluccis, Banda, & ad Eurum fitis, verum nul-
libi frequentes ; Malaicenfes eas nominant Calappa Baby
h. e. Calappum porcinum, .quum tam humile cref-
cant, ut porei nuces avellere atque comedere poffint :
alii vero male eas vocant Calappa Radja h. e. Calappum
regium, atque illas cum fubfequente confundunt fpe-
c ie , quia Magnates ac Reges narum infularum circa
ædificia has plantant; Calappa Baby Malabaris Tbebebo-
len dicitur, & plerumque ibi circa idola locatur, quæ
tanti æftimatur , ut duæ taies arbores carioris pretii
fint, quam mille aliæ vulgares.
Decimo, Calappa Re g ia , Malabaris. Calappa
Radja,& Calappa,Mera, b. e.- Calappa Regia: Amboinenfibus
Niewel-Latoe, peculiaris eft fpecies, forma
cum vulgari conveniens, fed nuces gerit multo minores
, quarüm quædam acuminatæ funr, ac màm-
millares, atque a parte antica acutæ, quædam verb
rptundiöfés, & vulgaribus minores , intehfe lutéæ,
quædam,aurantii coloris, feu rubentes inftar fruftüs
emarcidæ Mufæ, Pinangb diCtm, illarum gluma multo
magis. eft tqnuis , vix digitum crafia, putamen
itidem
en maakt een fibroef je boven aan, om. in' de zak te dragen,
als een flesje , en uit bet kleenfie geflagt maakt men ook
kruitboorentjes.
Diergelyke nooten vint men ook aan de oudé boomen
van 't gemeene geflagt, want als de Calappus-boomen tot
een grooten ouderdom komen, werdenze mager, met een
zeer booge ranke ftam, zoo dat menfe qualyk meer beklimmen
durft j de nooten werden ook klein, mager, en
toegefpitfl, zoo mede de doppen lankwerpig, en dik van
fcbaal, zomtyts ey-formig, zomtyts ingebogen, oneffen,
en met kuilen, midsgaders van binnen .zonder pit of water:
De draaden van den bolfler hangen daar ook vafl aan,
dat menfe qualyk. affchrappen kan, zonder febrammen in
den dop te,laten, anderzints zoo, ze\egaal zyn , werdenze
gebruikt als de voorige, van dewelke ze ook febier
niet verfchillen, dan dat ze kléender zyn, als mede ruiger,
en oneffen van fcbaal, de welke aan 't bovenfle of
agterjle eyud 3 lapjens beeft, als een kroon f 'clie men aan
de voorgaande niet en ziet) en van voor en in een lange
drie kantige fpits toekopen.
7..' Calappa Capuli-formis, is het alderkleinfle geflagt,
en zelden te. vijlden, waar van men ook maar twee hoornen
beeft op 't Bandaafcbe Eylajit Poeloay , fcbynende
een geflagt op zig zelven te maken, de nooten zyn kleen-
der dan de gemeene, van buiten boog-geel, van binnen
meefl uit een bairige bolfler, of kennip beflaande, in de
midden ligt een lankwerpig nootje, in de dikte en lengte
van een vinger, zommige wat grooter , en zommige kleen-
der, meefl uit enkel fcbaal beflaande, graauw van coleur,
en-mede niet wel glad te krygen, aan bet bovenfle
bebbenze 3 hoeken, of lapkens, aan ’t voorfle zynze driekantig
, toegejpitfl, en langs de kanten, met 3 voorens, en zomtyts
3 uitjlekende ruggen afgedeelt: men maakt 'er fleelen
.of besten van meffen van, dog meer wegens baar zel-
zaameit , dan fraqyigbeit.
8. Calappa Cyfti-formis, is mede een’zeltzame, en klee-
ne. zoort# van Calappus ; op Javaas ooflkufl omtrent Su-
roe-baye wajfende, kleen van nooten, en doppen, zy zyn
van groote en gedaante als een galblaas uit een ojfe,
of wel zoo rond, met een zeer,dikke fcbaal, en een kleine
bolligbeit- van binnen: .de fcbaal is zwart, en laat
zig wel polyfien, dies menze ook tot doosjes, of flesjes
gebruikt',
p. Calappa Pumila. Op Maleyts Calappa Babi, Ambons
Niwel Habu, en Niwel Lupu, dat is kruipende Calappus:
zy verfebilt van de gemeene niet, dan in de hoogte,
want de ftam wert niet boven 2 mannen hoog »niet te min
ifze vrugtbaar, en vroeg vrugtdrdgende, want men beeft
'er gezien, die de nooten zoo vroeg voortbragten, datze
óp de aarde hingen, en zoo laag op de gront, dat men
kuilen moefte maken, daarze in hingen, op datze de aarde
niet en raakten , en bedurven, andere brengen bare nooten
voort op de hoogte van 3 ,4 a 6 voeten, de gemeene gelyk,'
dog wat kleender, Jpitzer , en groen van buiten,
hoewel 'er ook gevonden worden, dierontagtig zyn. Haar
water is zeer zoet, en aangenamer, dan in de gemeene,
mén vindze over al in de Molucces, Banda, en de Z. O.
Eylariden, dog niewers in overvloet, de Maleyers noemenze
Calappa-Baby , dat is verkens Calappus, dewylze
zoo laag waffen, datze de verkens kunnen afvreten. Andere
, dog qbuzivelyk, noemenZe Calappa Radja, dat i s ,
Koninks Calappus, en vermengenze met de volgende zoorte
, om datze de Grooten en Koningen van deze Eylanden
geern omtrent baar wominge planten, de Calappa Baby
beet op Mallabaars Thehebolen , en wert aldaar meefl
by de Pagoden geplant, zynde in zulken agting, dat aldaar
2 zoo veel gelden als duizent andere.
10. Calappa Regia, op Mallabaars. Calappa Radja , en
Calappa Mera-, of Konings Calappa: Ambons Niewel-
Latoe > is een’ zoorte op zig zelfs, in de gedaante van de
gemeene niet verfcbillende, bebalven dat de vrugten altyt
kleender zyn, zommige toegefpitfl met een tepel, of tuitjen
van voor en, zommige ronder, en kleender, dan de gemeene,
böóg-geel van coleur, zommige orangie-verwig, ofte
rood als een oude Pinang, de bolfler is dunder, te weten
aan .de zyde , niet boven een vinger dik , den dop ook dun
van fcbaal, iri de eene lankwerpig, in de andere rond,
B 2 en