III Boek. XXVII. Hoàftfl. AMB O IN S C H E K R U Y D E O E K .
tandem itidem friabile, ex craflîori quafi, arena con-
rlatuin, in medio vacua eft cavi.tas nucleo deftituca,
ab arbore dé;cidens ,& ,l ï per aliquod tempus in terra
prolapfus fuerit fru&us, friabiliseft, quum primo li-
gnofus.fuerit, aç ficcus fine ullo o^eo, vel gummij
forte etiam iion, omnesj vacui & nucleo deftituti
-furit-, fed quidam hoc repleti, qui arbbrem- propa-
gànt. '
Arbores j Quæ folia oblongq-acuta & obfcure viri-
dia gerant, quæ non ruifa fed. viridiaexficcantur, lir
gnp confiant albo^. quod, ft recens, grav'ifiimum eft,
led cito'exficcatur âd oras,hoc habetreélasacbreves •
fibras, craflas, & quafi abruptas, oblique etiam inter-
dum decurrentes , internæ autem tenuiores funt &
magis Intricatæ ; fi politiim fit hoc lignum,' fplen-
det mftar ferici ; lentum vero eft quam maxime ob
longitudinales-fibras, & flexile, nec facile rimas agit
vel frangitur, plurima autem ejus vis in lOngitudifta?
libus marginum fibris confiftit, internum enim lignum
facilius rumpitur.
Alterâ fteciés priori fibris fimilis^eft, fed ex albo
1®.a§is ruffefcit, plurimisque - confiât partibus , quæ
crdmoribus repletæ funt venis, nec facile poliri po-
teft, crafïæ 'enim hsé venæ dolabris fefe opponentes
decidunt, & fulcos formant. Hujus fpeciei folia fupe-
rius obtufe acuminata, & àliquando bifida funt,
mque oris deorfum finuofa; In utraque porro fpe-
cie nullum obfervatur gummi, neque in foliis neque.
m cortiqe , & iirio plenjmque florent tempore .cum
Bintangor litorali,: feu maritima,* nunquam autem in
litore Occurrunt, fed in denfis filvis tarn in montibus
quam m vallibus, *quoque loca funt ficciora ac magis
faxofa, in quibus crefcunt, quo meliùs lllarum fit lignum.
Nomen. Latine Bintangor Montana. Malaice Bintan-
■ gor Utan, & folummodo Bintangor, Malaÿeiilès enim
hane prd véra hobentBintangor, &; præcedentérrj arbor,
renl pro Cbampelong, Araboinice Hataul Lau-muri.
Locus. In omnibus Amboinenfium occurrit infulis
plurimum vero inBoero, & Hitoenfi regionë, led magna
Amboinà. -
XJfus. Hujus. arboris nil nifi réélus in ufum advOca-
tur truncus, fi recens fuerit, nec ultra crus craflusad
teclorum fulcra, fi vero majores funt, malis inferviunt
nayigiorum minorum, fed bene attendendum eft,' ne
hujus ligni nfmis magnâ abradatur copia, fed tantum
in rotundam amputetur formam , plurima enim ejus
• v is , uti difl'um fu it, in exterio're confiftit parte.
Si navigiis iripofitum fuerit, fuprema ejus pars la*
mina plumbea obducenda eft, ut ab aquæ pluvialis-
vi & putredine confervetur, fi ita rite fit cônfervatùm,
dm ufui elfe poteft , &ma’gnosvehtorum ferre inpetus.
Quod teélorum fulcris inferviet, itidetri decofti-
candum modo e ft, nec aliquid de ligno ipfo auferen-
dum, atque decorticati trunci Soli exponendilurit,
ut exficcentur, & indurefcant, fi enim nimis récentes
& vindes teéïis in'ponantur, incurvantur , quod &
de præcèdenti itidem obfervandum eft ligno , multi
autem ex noftro populo hoc négligentes,noc lignurri
mjuriæ infamarunt inmerito | nec ita durabile èffe ac
perfuadetur, quod tamen ipforum ignorantiæ inputan-
dum eft. Hoc autem lignum femper ad fuperiores
domuum partes adhibendum eft , nunquam vero ad
poftes, quæ terram tangunt, quum ibi facfie ac bre-
vi Dutrefcat. . o •
Bintangor Montana aliam feu tertiam habet fpeciem
magmtudme multùm aprioribusdifferentem, eft enim
arbufcula tenuis , vix ultra pedem crafia, rèélo tamen
itidem trunco conftansy & flavefcente ac glabrd eôr-
tice.
Hujus rami fefe dividurit in lônga ac lenta flagella •’
nifee folia infident rara, bina fibi' Obpofita ; quæ Gra-
nati foliis accedunt, vel acumini minoris haftæ, très
pollices longa, minorem digitum latay'fenfim acumi-
natà, firma, glabra, tenuibusque pert&ta venis pa-
rallelis, inftar omnium Bintangorum.
Flores fruélusque me hattenus latent, quum raro'
m confpetlum véniant, uti &’ ipfa arbufcula: Ejus
lignum eft lentum, folidum,- & ex albo rufFum
. ï™ - U - Nm îm
laatfien ook bryzßlig, en uit, grover zand befiaandein
de midden is een.yaefa bolligheit zonder kern, van den boom
af vallende, en een tyd lang op de aarde leggende, voordenze,
eerfi bryz'eUg,van te voor en zynze houtacbtig, dog
I droog, en zonder eenige olye of gom , mijfchien zynze ook
niet alle y del, maar eenige vol, die den boom voórtplan-
ten. . ’ , ‘ . : ,
• • B e boomen, die een langwerpige fpits en donker-groert
blad. hebben, bet welke ook niet vaal of ros, maar groen-
achtig opdroogt, hebben een wit hout, vérs-zynde zeer
fwaar, maar droogt ligt op: Jan de kanten heeft bet
regte, doch'korte aderen, grof en als afgebrooken, oók
wat fchuins hopende , na binnen zynze f ynder, en lopen
•meer gekrult ; -gepolyjl zyiide , glimt bet als Satyn, vet
is zeer taai wegens de lange draaden, zeer buigzaam *
zonder te-fcbeuren of té breeken, maar zyn meefie kragt
befiaat in de langdradige kanten, want het binnen(lé Mit
breekt ligter.
De andere zoórte is de voorige aan dradengelyk , maar
bet .trekt uit den witachtigen een weinig na den ligt-ros-
zèn, 'Vol van fiukken 'gróve aderen, en laat zig nut glad
werken, want de grove aderen tegens de fchaaf opïiakn-
de, vezelen uit ", en maken groeven. De bladeren van deze
zoorte hebben vooren eenjtómpefpits, zomtydsin tween
J gekloven, en aan de kanten Zynze nederwaarts wat gé-
zoomt. F-o.orts van beide- zoorten. ziet men gene gomacb-
tigbeit, nog in bladeren, nog in fcborjfen, enzybtoeyeri
meejt op eenen tyd met deftrand-Bintangor, men vindze
geenzints op Jir-and,- maar in digie böjfcben, zo in ’t ge-
bergte, als in de mhyens en boe droogéraiflmiacbtiter
de plaats is, daarz'e waßcpen, boe peter menze houdt.
Naam, In 't Latyn ßintangor Montana, in ’t Ma-
Bintangor Utan, en Jlegts Bintangor, waht d'è
Maleyers bouden dit vöor den, regten eigentlyken Bintangor,
en den voongenbûpm voor ..Champelong :. op Am-
boins Hataul Lau-muri.
Plaats. Men vind bem in al de Amboinfcbé Eilanden
doch meefi dp Boero, en bet ipLtoeeze Land , of eront
Amboina. ' ; '■ 6 - - •
Gebruik. V in deze boomen gebruikt men anders niet
dan de regte flammen, alsze nogjonk zyn, en niet boven
een been.dik, tot fparren van dakwerk , maat grootet
zynde, tót maflen en fbeen van kleinefibeepdn en ronken ’
doch -men moét 'er wel op paffen, dat' men van dit' bóut'
aan de buitenkant niet veel afneeme,“ nidarflegts een Wéinig
bejnoeye, dat pet rond werde, Want Zyn meefie krast
als gezegt, beflaat in de kanten. - 6 *
• V \ S ^ P ^ g o z e t zynde moet men betookbovenmet
eenfiuk loót of prefimmg bekleiden, dat bet voor hinwa-
t er en van denreegenbevryd blyve, dewelke.bet van binnen,
ligt doet vergaan, dUs verwaardzynde, kanhetlan-
Ti M f t arren dienen v il, moet men insgelyh
flegtsfibillen, en mets van let bout afnemen, ieälcbll-
de flammen m de Zorne ftellen, data ter degen Siïdno-
gen enftyf werden want anders te vers gebruikt in bet
dakwerk wordenze, krom, hetwelk men ook by ievoorilê
aanmerken moet docb veele van óns vólk op dae'.&men
met lettende, hebben dit bout zender fchulâ in een aha
den wam gefragt, zo iurabel niettézyn,gelykmmvWt
geeft, bet welk docb bare onwetènbeid te Vertinten i s ’
Men moet dit bout altyd aan de hovenjle doelen van eert
buis gebruiken, engeenzmti tttflylen;;4ie in d e aardè
ftaan, want daarze dezelve raken, vefgaanze in korten
Nog leeft den Bergßintafigoteenandcreiifdirdèzoir
te, aan grootte veel vim alle de voorige verfebiliende'
•mnt bèt blyft een dun rank boompje, liet l o i n L b e e ïi
dik Wordende, ioeb met een regteftam, en ein bleek-ge-'
Ie offene febotfle. ■ ■ & . ■
De takken yerdeeïen bün in lange en tüye gerten : daar
aanflUan de bladeren zèer y del, ook twee en twee tegens
malkander. De bladeren gelyken die Van Granaten wat
of dejpitze pan een kleine piek, drie duimen lank, een
kleine vinger breed, atlen^skens toegefpitfi ,ftyf,glad :,cn
met fyne evenWydige adertjes doorregen, gelyk alle Bin*
tangor. ■
De bloemen en vruchten zyn my nog onbekent, om dat-
ze zelden gezien worden, gelyk bet boompje zelfs. Het
bout is_taai, f ly f , en uit den witten wat ros.
E e * Naam,-