JO HERBAR II A M B OIN EN S I S Liber II. cap; XVII.
volOjquæD. Jager in iftis indicat litteris de Java-
norum manna navigatione ab antiquis jam temporibus
in ipfas Aïr ic è regiones. Sic quoque D. i t Jager
demonftrat, quam diu homo v iv it , addifcendum libi
aliquid efle, in iftis enim litteris ipfe fatetur, fefe in
ultimo fuo itinere cum honorificalegationeanno 1684
in Perfiam inftituto, propria edoótum fûïfie experien-
tia , quod meæ refoondet .di&ioni, çujus le&oriipfa
fua’ fubminiftrabo fubfequentia verba.
Üti autem India cum luis ihlulis maxima ex parte eas-
dem producit plantas, quds Africæ pra Orientalis
uti Madagascar & c.r fic & mihi (uti meæ litteræ
ipfî datas hoc demonftrabunt) a vero non alienum
videtur, Sandali rubri arborem in Africa & circa
eam crefcere & reperiri, ud illud ab aliquo tempore
ex illis etiam deduÊtum fuit oris , quum cogno-
verim ultima v ice , cum in Gamrona eflem, hifce tem-
poribus Sandalum rubrum plurimum ex Africæ oris
tranfportari ,'acitâ porro inArabiam, Perfiam , ac
forte in ipfam quoque Zurattam ob facilem iftius
navigacionis àditum, quam certis anni temporibus
ultro citroque brevi abfolvunt, quodque infuper pro
parvo vendunt pretio : Forte ôtevenirepoflet, fic-
uti folum aërque multum contribuât ad virtutem
vel vitium cujusdam^laritæ, fie quoque hoc lignum
ibi efle efficacius ac melius, quod tarnen mihi non-
'd um apparait,quum inter unum alterumvenondum
magnam obfervare potuerim differentiam.
PÎifce addo ex iisdem litteris locum Caliatour quondam
diétum, hodie in or a Cormandelenfi hoe nomine
non amplius elfe notum , fed tempore mutatum fuifle
in Krùsjua-Patanam, feu Kisjua-Patan, ita ut primi no-
minis memoria inter Europæos tantum cpnfervetur.
Sub Malaicenfi rubro Sandalo, quod juxta prædic-
tam divifîonem fecunda fpeciés e f t , diverfa intelli-
go fruftula, quæ mihi per intervalla fuere demonftra-
ta , & ex intuitu a Caliatourenfi ligno différant, quæ
externe nigricands quoque finit -coloris feu obfcure
rubentis , interne vero fanguinei, per longitudinem
tenuibus conftantia fibris, pondéré vero ligno Caliatourenfi
cederidà : De hifce autem nihil certi notare
poflum, quum ipfa inter fefe différant fruftula, ac
mdigenas de eorum ortu diverfo loquantur modo, uno
tamen ore dicentes, non efle ex ligno Caliatourenfi.
Nullum notabjlem habent odorem, excep to quodcai>
bonibus ignitis inpofita parum dent odoris Allii toft*
àcrique fumo oculos vellicent,1 e contra lignum Ca-
liàtourenfe femper comperijucundumfpirareodorem:
Quidam indigenæ hæc ex Siama peti affirmant, alii
ex Cambodja, & alii iterum ex Temajferi ad Malacca
partem borealem fita , & inperio regis Siamæ fub-
je â a : D. autem de. Juger dicit in uldmum locum1 ilia
defend e x Cormandelenfi ora, ac porro per totam
Siamàni deduci, atque æque ac lignum Caliatourenfe
ufurpari ad fuppelleftilem aliaque fupra memorata.
Hæc autem relinquo iis, qui terras peragrant, nec aliquid
certi vel demonftrati ulterius de iis commémorant.
.Lignum præterea occurrit obfcure raberis , quod
Sinénfes Tsjidji, TJidju, & Tsjudi vocant., nusquam
riifi in Quantunga, Siama, & Cambodja crefcens, quod
multi pro fpecie Sandali rubri habent, ex quo Sinen-
fes fuos Sompits, h. e. fuftes, quibus in menfa ad ci-
bürri capienaum utuntur, & caIiculos,ex quibus po-
tant, conficiunt, -Huic ligno virtutem adfcribere volant
veneno, quod talibus caliculis infunditur, vires
filas adimendi, ultériore autem indagine comper-
' turn eft diferimen inter-Tsjidji & Sandalum rubrum,
quod ex eorum rélatu magnos exhibet ftipites, quum
Tsjidji fît parvus , & iricürvus truncus, ex quo nil ni-
fi Àrack-caliculi, vel talés fuftes eforii confici poflunt :
In illo autem ,Sandaio rubro , quod- ex Tsjampa &
'Cambodja transfertur , & intenfum, ac magis ruben-
tém.habet colorem quam illud, quod ex Cormandela
’defertûr, aliquando. molle invenitur cor: coloris obfcure
fufci , mukos habens’peétines, ac fplendensin-
' ftar Sanguinis DraconiS j.qàod fimandüceturvel radatur,
val gekreegen hebben, 't welk ik niet raaden kan, en eg-
ter wel gelooven wil,bet gene voorfebreven de Jager in
de zelfde brief daar nederjlelt, van de groote vaart der
pavanen, in oude tyden zelfs na de Ajricaanfebe Lan-
. den. Zo bewyji de Heer de Jager mede, dat eenmenfeb
zo lang by leeft,' leeren moet, want in de.voornoemde
brief bekend by zelver, dat by op zyn jongjle togt in een
aanzienlyke Conmiffie, Ao. 1684. naar PerJien gedaan,
door eigene ervaring bevonden beéft, bet gene met myn
zeggen overeenkomt, en waar van ik den Lezer'de navolgende
zyn eigene tiooorden mededeele.
jPocb gelyk India met zyne Eilanden.zeer na, of tenmin-
. Jien in ’t <gpos , dezelve planten voortbrengt, als de
■ Öoji-kuji van Africa , Madagafcar, &c. alzo datmy
(zo als myne brieven aan zyn E. zullen uitwyzen)
bet niet waarfcbynelyk is, dat de roode-Sandeï-boom
mede wel in Africa en daar omtrent mogte .gevonden
werden , gelyk dezelve t'zedert daar-ook uitgevonden
is , hebbende ik nu op mynjongfle aqnweezen in Gam-
ron mede vernomen, datze in deZe. tyden bet roodc-
Sandelrbout nu meejl van de Africqanfcbe kufi lm-
len, en voorts zo in Arabie, Perfie , en mijjebienook
zelfs in Soeratte vervoeren, mits de gereetheid van
. die vaart, dieze op. zyn mouJfon. in .zeer korte tyd
ginis en weder afleggen, bebalven datze bet zelve ook
voor een cïvile prys afjiaan; zoudendebet mede kunnen
wezen, dat gelyk de gront en de lugt>tot de deugt
of ondeugt van• een plant zeer veel,- toebrengt, aldus
dit bout aldaar kragtiger, en beter voortqmm, als
wel in India, en in zyn Eilanden, 't geenmyegter
-■ nog niet gebleeken ir; kunnende -ik voor aismogtuffcben
bet een en 't ander niet veel onderfebeid maken.
Hier. voeg ik nog by uit den zelfden brief, dat de plaats
Kaliatours bedensdaags op de kufi Cormandèl met dienaam
niet meer bekend, niaarmetter tyd verandert is in Krus-
■ jua-Patanam , ■ of Kisjua-Patan , blyvende de gedagte
van de eerjle naam nu maar alleen onder de Europiamn
bewaart.
Onder 't Maleytfe roode - Sandêl zynde>volgens mynt
voornoemde afdelinge ;,de tweede zoort , vetfta ik diever-
fe kleine Jlukjes, dewelke my van tyd tot tyd getoond
.zyn, en na oogenfcbyn van bet Kaliatours-flout verfebil-
.len, zynde van buiten medefwartaebtig of'donker-root)
van flinnen bloet-root, in de lengte fyndTaadeg, doch in
fwaarte bet Kaliatours-bout wykende \ dan bier van kan
ik niet zeekers fchryven, dewyl deJliikjes onder malkander
zelfs verfcbillen, de Inlanders van bïm oörfpronk verfebei-
.dentlyk /preken , en nogtans eenparig jtaOnde houden,
dat bet geen Kaliatours-bout zy. Zy nebben geen merke-
lyken reuk, bebalven datze op glimmende kooien gelegt
zynde, een weinig na gebraade Ajuin-fcbellen ruiken,
met een feberpen rook in de oogen bytende, daar en tegen
bevind' ik het Kaliatours-bout altyd lieflyker-van reukte
zyn: zommige Inlanders willen dit u itSiambaaien, andere
uit Cambodja ; en wederom andere uit Temaflen,
benoorden Malacca gelegen, en mede onder den Koning
van Siam Jlaande, aocb onzen Heer de Jager zegt, dat
bet op de- laaft genoemde plaats gebragt werd van dekiijt
Cormandèl, en voprts■ door geheel Siam vervoert, als nu-
.de, zo wel als'bet gemeene Kaliatours-bout, gebruikt tot
buisraat, ende bier boven genpemde dingen, doebikm-
te dit over aaredie gene, die de Landen doorreizen, zo»-
der verder iets ftéuigs of zekers daar van iè fcbryotn.
. <■ Daar is nog een aonker-root-bout, 't welk de Sineeztn
Tsjidji, Tfidju , en Tsjudi noemen, nergens danw
Quantung, Siam, «« Cambodjawajfende, 'tmelkvee-
le voor- een zoorte van root-Sandel aanzien, en maar valide
Sineezen haare Sompits, dat is Eet-ftokjes, enDnuJ
kopjes maken. Dit willenze mede de krachten toefebry
ven van bet venyn, dat men in zodanige kopjes doet,
krachteloos te maken, maar by nader onderzoek benm
men een verfebil tuffeben Tsjidji en hei roode-Sandel,
welk na baar zeggen in gr oote blokken valt, daar ^
Tsjidji een kleine kromme ftam blyft, daar menmetsa
Araks-kdpjes, en eeiftokj.es van maken kan. In ddtrao
Sandel-bout, 't welk uit Tsjampa, en Cambodja«" >
en booger-root van colew is aan bet Cormandelfcbe , m
men zomtyds een week hert, van coleur
met veel kammetjes,. en blinkende als Sanguis
in 't kammen en febraapen week als wafeb, op .
ge feberp bytende/, en óp kooien gelegt , riekena ^
bet vetjte Lingoo, of nog wel, zo lieflyk > en WWj^l
Il Bock. XVII Hooftft, AMBOINSCHE KRUYDBOEK. j;
tur infer cer® molle eft, linguam acriter vellicans,
Het is zo week, dat men op de meefte plaat-
ac carbonibus inpofitum odorem fpirans pinguifiimi
zen met de nagel van een vinger daar in duwen kan,
ligni Lingoo, fed multojucundiorem, totunique deli-
docb op zommige weder niet, waar in bet'overeenkomt met
quefeit; Adeo molle eft hoc lignum , ut plurimis in
het opregtè Kilam, of Agallochum Primarium ,■ Het
partibus ungiie digiti introtrudi. polfit, in quibusdam
werd dier en kojtelykgehouden, en men vind bet in oude
vero durius eft, in quo convenit cum vero Kilamo feu
ftammen zeer weinig, maar in bet Cormandelfcbe nooit;
jimllocbo primario: Maghi habetur pretii & teftimatio-
en als men bet in de band vryft, bet zy droog of met water
nif inque vetuftis tfuncis rariffime occurrit, in Cor-
, zo verft bet de banden root.
jnandelenfi autem nunquam* fique manibus fricetur
feu ficcum feu aqua mixtum, manus rubro infieit cofmeltende:
Quod Portugallicum leu rubrum TimorenfeSandalum
attinet, quod juxta divifionem meam tertia eft fpe-
cies, hujus nunquam certam acquirere potuirelatio-
nem, atque ex diverfis fruftulis , quæ ex Batavia a
variis accepi amicis, non fum certus, unum fubeflé,
quod ex Timora venit. Indigenæ Timorenfes hic
habitantes uno negant ore , rubrum aliquod lignum San-
dalo rubro æmulum in fua inveniri patria, excepto
rubro ligno Lingoo difto, nihilominus tarnen a fide
digois hominibus accepi, Portugallos rarum ac pre-
tiofum poflîdere lignum, quod pro Sandalo rubro habent,
ac notabiliter differt a vero ligno Caliatourenfi,
quod ipfis non eft ignotum,hocque ex eorum re-
latu m magna infula Timora crefceret, alii autem pu-
tant, apua Portugallos in Timora habitantes conquiri
pofle, licet in ipfa Timora non proveniret, féd illud
ex Siama ,.Macoua , vel aliis Portugalliæ locis deferri :
Tandem mihi Radja Amajjili-Saban, nunc cognomi-
natus Salomon Speélman, & Rex Ademantutu fubfequen-
tem dédit relationem , rubrum fefe vidifle lignum,
quod pro Sandalo rubro habebat, in 5aworroxcrefcens,
quæ Timora regio eft , fitaque in altiffimo & horri-
bili monte in media terra, cujus litus Lacolo in Ze-
phyream vergebat partem, atque. ex hocce ligno incolas
fuas fabricare tibias Sandali quodammodo fpi-
rantes, odorem, nec nifi parvis fruftis hoc lignum de-
ferri poteft ob vias inpeditas ; Rubrum hoc ita voca-
tum Timorenfe Sandalum præter colorem a Cormandelenfi
fuis quoque differt qualitaeibus. Révéra enim
magis réfrigérât, nec ita oculos vellicat, velfaucium
ardorem excitât, fed tarn parva tantum ejus acquiri
poteft copia, ut vix experimentum eum eo inftitui
pofilt*
Nomen-, Latine Sandalum rubrum, Malaice Tsjendä-
mDjingi, h. ,e. uti didtum fu it, Sandalum Mtbiopi-
cum, vel magis proprie Trogloditicum didtum, quum
Arabes omnes incolas Orientalis Afric® partis tarn in
continenti quam in infufis Zangi feu Zingi vocant, ex
quorum regionibus, uti fupra didtum fu it, lignum hoc
ortum> fmt dedudlum: Item Tsjendana mera vocatür.
Ufus. Sandalum rubrum nunquam ad füffimigium
adhibetur, vel unquam carbonibus inponitur ad ex-
halatiqnem, fed tantum ad ufum medicum. Eft refri-
gerantis & exficcantis natur® fine ulla adftridtione.
Indi plurimum ufurpant contra febres contritum,& cum
aqua propinatum, atque etiam exterius corpus illiniunt,
ut febrilem reftinguant ardorem, & cor confortent: Fö-
bnm enim ipfam tollere nequit, nifi eflet Ephemera,
oandali rubri rafura cum Oryz® aqua adfumpta
Bylenteriam curat: Vulgaris porro opinio eft, quod
oandalum rubrum omni venenorum generi haufto
reliltat, ,. ita ut hoc detegatur , fi alicui vali
ex hoc ligno confedto indatur, unde multi Indi® pri-
mores Pinang® ciftas & calices potorios ex hoc ligno
f h<rat0S ^umanc» ut ta^ modo venenum, fi forte
uoellet, detegerent; hoc autem nondum experientia
comprobatum e ft, fed quidem, quod multum valeac
contra alTumptum toxicum, ad ejus vim inhibendam.
wagnatibus quoque Malaicenfium & Ternatenfium
anquam fecreta ars & remedium contra häuft um
enenum häbgtwSandalum rubrum, album Calbabaar
u ^oralhum album Indicum cum Calappa Laut fu-
* P^pyxitim trita, fi per aliquot contmuos propi-
h m , r es ’ ^ autem Calappa Laut non fit ad manus,
^ona ftmt & fummi ufus. Quod anno
tum f0, ^.ernafa tentatum & boni fucceffus comper-
tovion t in m^rcatore Belga & ejus uxore, quibus
cum ex araneis confefhim ancilla mifcuerat.
Tm. II. Sja.
Het PmügceUe of root Timöriche Sandel-bout aangaande
, zynde volgens myne afdeling de derde zeert,
daar van heb ikinsgelyks nooit zeeker berigt kunnen kry-
gen, en zelfs van de verfebeidene Jlukjes, die ik van Be.*
tavia, en andere vrienden bekoomen beb, beniknietver-
zeekert, dat et een onder is, bet welk van Timor komt.
De regte Timoreezeh bier zynde , ontkennen eehftem-
mig, datter eenig root-bóüt, na 't veYtoonde root-Sandel
gelykende, op baar Land gevonden werd, bebalven bet
roode Lingoo-bout; Docb des niettegenftaande, zo wer-
de ik van geloofwaardige perzoónen berigt , dat de Por-
tugeezen onder haar hebben een raar en dierbaar bout,
't welkze voor root-Sandel houden y en merkelyk zoude
verfcbillen van bet Kaliatours-bout, dat by baar luidèn
niet onbekend is , en dit zoiidë, na baar voorgeven op
bet groots Eiland Timor vallen , docb andere meeneit,
dat bet welby de Portugeezen > op Timor woonachtig , te
bekoomen is, hoewel zy bet op Timor zelfs niet eh kree-
gen, maar van Siam, Macou, of dndere Portiigeeiïe’
plaatzen bequamen: Eindelyk beéft my Radja Amaflili-
Saban, nu bernaamt Salomon Speelman, Koning van
Ademantutu, het naarvolgende berigt daar van gegeven’
namentlyk dat by een rootbout gezien beeft, 't geen by
voor root-Sandel bielt, vallende op Samorro , eenLand-
febap van Timor, gelegen op een yjfelyk boog, en akelig
gebergte, middens Lands, welkers ftrant, Lacolo
aan de Zuid-zyde was uitkomende, en dat uit het zelve
bout de Inlanders baare fluiten maakten, mede wat na
Sandel ruikende; en men kan bet niet dan met kleine ftuk-
ken afbreeken, wegens de meilykheit der wegen; Dit zo
genadmde Timoreeffe root-Sandel verfebilt, (bebalven
de coleur) van bet Cormandelfcbe ook in eigeiijcbappen *
want inderdaat bet verkoelt merkelyker , byt zo zeer niet
in de oogen, en brand niet in dé keel: maar wy komen
zo weinig daar van krygen, dat men geen regte proef daar
van neemen kan;
cum, oj nog eigentlyker 1 rogloditicum, omdat de Arabier
s alle déluwoonders vah't Oofterfcbe deel van Africa,
zo op 't vafte Land, als de Eilanden Zangi ofZingi noe-
men, uit welkers Landen,als bovengezegt, men ditbout oor-
fprmkelyk gebragt beeft: ook biet bet Tsjendana Merp.
Gebruik. Het roode- Sändel-bout werd nooit tot reukwerk
gebruikt, nog ook om bet raduw óp kooien te rddken,
maar alleen tot Médicyn: Het is koel en opdroogendevan
aart, zonder eenige adftmie. De Indianen gébruiken
bet meeft tegen alderhande koortzén, gevreeven, met water
ingenomén, én van buiten bét lyf mede gefmeert om
flegts de koortjige brand wat te bluffen, en bet hert te
verfterken; want de koortze zelfs kan bet niet beneemen,
of bet rnoefte een Ephemera zyn; het fcbraapzel van %
gemelde Sandel met ryswater genuttigt, geneeftderoode-
Loop: Nog is bet een gemeen gevoelen, dat bet roode
Sandel alderhande ingenoomen venyn tegenftaat, ja Zodanig,
dat bet zelve zig openbaart, als bet in eenig vat
van dit bout gemaakt gedaan werd; zulks veele Grooten
van Indien baar Pinang-doozen, en drink-koppen van dit
bout lauten maken, om bet daar ingedaane venyn té verklikken
; docb dit is nog met geen ondervinding beveftigt
ondervonden, maar wel dat bet, ingenomen zynde, veel
vermag om bet woeden van eenig ingegeven venyn te breken:
ook werd bet by de grooten van de Maleyersen Ter-
natanen voor een. geheime konft, en remedie tegens ingekregen
vergift gehouden: namentlyk dat men root-Sandel-
bout, wit Calbahaar, of Ooft-Indis wit Coraal, met
Calappa Laut, alles op een fleen gévreven, eenige dagennaar
malkander en imieemt: dog wanneer men juift
de Calappa Laut niet en beeft, zo zyrl de andere twee
evenwel goet en dienftig: 't JVelkAo. 1O77. m' Ternaten
geprobeert en bevonden is aan een Nederlands Koopman,
en zyn Vrouw, dewelke door baar Meid met Spimekop