aS IIERBARII A1 ÏOINENSIS Liberll. tap.\\
CAPUT N O N U M.
Palala Secunda. Palala Burong.
P~Ræter filveftrem, feu nucem Myriftiçam marem,
præcedenti defcriptam dapite, in infulis Amboi-
1 nenfibus quinque infuper lubfequentes inveniun-
tnr filveftres ipecies y quarum maximam tantum, quæ
Pahla'fecunda nobis dicicur, hoc in capite defcribe-
mu$, Hæc auteni arbor fimplici & èrefto furgit
trunco, non ita tamen craflb,ac præcedènsveraNu-
cifera arbor. Ejiis cortex eft glaber, ex viridi & ni-
grqvariegàtus co lo re,fticcoquerubro turgidus, uti in
reliquis fpeeiebus, qui lintéa inficiens înexpungendas
ipfis adfert maculas-.
Ejus rami formam habent tertuium & longorùmfur-
culorùm, qui in nullos alios dividuntur minores, èx
hilce erümpunt magna folia , duos in ordinés alterna-
tjmpofita, numéro circiter triginta duo vel quadragin-
ta- : Folia liæc funt longiffima , & ex longinudinis '
proportione anguftiflima, fesquipedem feu binas fpi-
thamas longâ', quatuorque tantum digjtos lata, gluri-
mis-arftisque parallelis coftis tranfverfaliter pertéxta;
quorum pars fuperior obfcure viret & glabra eft, in-'
feriorrion gilva, uti in antecedente, fed ex ruffo& viridi
mixta,- fine ullo Iplendore, venæque ibi obdufræ
fuht rufta lanugîhe, quale's etiam funt liipremæramu-
lorum partes: Frufrus in.inferiore horum ramulorum
parte ex'crefcunt, tres quatuorve fimul junfri ex lon-
go peduriculo dépendantesforma véræ Nücis Mb-
lchatæ,fed'paalo acutiores funt,ac minores ; extends,
glabri fine ulla lanugine , flavelcentes , nibro ririxti
colore, inftar Jambolarum. Sub extefiore gluraa lo-
catur fanguinea macis, quæ totum obvolvit nucleum,
fed infipida eft, fub qua. iiivenitur pellicula albicans,
mollis^ &-cultruro circiter craffa , fub'que Tiac aliud
oc'currit lignofum putamen, teftam ovrçraflhm,coloris
g ilv i, & fragile. In hoc verus continetur- nucleus
ex rotuiido planus, parum compreflus-magnitiidine
parvæ nucis, fed paulo magis rotiindior & glabrior,
fubftantia veram æmulans nucem 5 vel inftar-vetuftæ Pi-
nangæ. Si putamine luo adhuc'ôbducàtur-, foraiatfi ha-
bet magm nuclei Tsjampadaba f|u Socci, oblongam ,
fupériùî parum acuminatam. Nihil in tota arbore* eft
arOmaticæ virtutis, nec ejus folia4 frufrhsve, fed Omnia
faporem habent fatuum & filveftrem, uffde nihil
Horum colligituf.
Arboris lignum longitudinalibus conftâf fibfis , eft-
que magis folidum quam præcedens, exteriusqué ruf-
fum, fi fiierit decorticatum. . j
ÎPomen. Latine Palala fecunda , Malaice Palala Bu-
rong, & communi vocabulo Pala XJtan: Amboinice Par
laid Ala Manay vel folurrimodo Ala Manày, h. e.
cibus- avis Æa, quæ avide hofce devorat frufrus, uti-
-tfè'prô*Mé atfÉeeédêô'fë pàtaia quoque fuit didtum.
Locüs. Arbores hæ in fil;vis Amboinenfibtfs.fré v e n tés
unit, exceptis i i s , quæ in locis plam> & vapbus
crefcunt, plerumque reftiffime* adfürgentes, tenui &
tereti truneo.
:.îJpm=: Arboris fruftus l ie in nulla fàntüfii, féd'tàn*
tummodo refri arboris trunci, cruris crafiîtiem haben-
tes, qui ad trabulas & pates adhibehtufvMdèsque
funt graviffimi, fed facile exficcantur , nec duràbile
eft lignum, éxêepto fi in dMibüs ufurpetür locis,- qui
furriO' funt expofiti.
Hæc freciesmultum quoque crefcit in 'Boero circa
Æé^èlt} îbiqjjë niÿnteâttff .Çotifëmàifc, in Té'fnata
verb Aü-dü. ÉjuS fôîià quoqiîe viginti üno in ôrdine
füht îoê'àtâ, fufrqud iis êxcfefcuh& frufrus diiodeçjm
féxdecîmve poft fe invicém , fed duo tresve fimul
jurîfri , éx.brevi cralfoque dependentes petiolo, ab.
Ambbinehfi non multiim diverfi- , fuperîus enirn funt
parùm acuminati inftar ovi vël cordis , magnitiidine
Nucum Juglandum, exterius per longitudînem fulca-
ti fuht, juxta quam dehilcunt:
Gluma nucis exterior crafiîtiem habet uti in vulgari
Nuce Myriftica, quæ luccofa eft acidiquë fâporis,
inftar femi-maturæ Mangoe.
Nux iplà, ex gilvo conftans tenuique lignofo puta-
mïné, eft oblongo-rotunda ,ad extremum parum acu-
• mina-
IX. HOOFTSTUK,
Tweede wilde Noote-Mufiaat-boom
BEhalven de wilde, of IMdnnekens-nöoten, in % VQ(.
■ gaande Kapittelbefcbreven ', vint men nocbin de Am.
bonfcbe Eilanden de volgende vyf wilde zoorten
waar van wy alleen de gröotjte, zynde Palala fecunda
tn dit Kapittel bejcbryven zullen. Deze boom fcbiet ll
met een enkelde rechte fiam, maar zoo dik niet als de 0/
rechte Noote-boom: Defclmffe is effen, uit den IkmrL
en groenen gemengt, en vól licbt-root zap, gelyk alle an
dere Npoten geflachten, die ’t linnen zeer bederven '.
De takken hebben de gedaante van dunne lange ryskem
die zicbin geen andere verdoelen, daar aan'ftaanof bangen
groote bladeren, in twee rygen overbdnts tegens m[.
kdnder tengetaale van ongeveer 32 en 40paaren. De bladeren
zyn zeerlank, en naa proportie van de lengte fml
namentlyk anderbalven voet, of twee ‘bannen tank en
maar vier vingers br eet, met dichte pardlleèk ribben over-
dwers döorttigen , de; bovenße zyde is donker-groen en
glat , de önderfie niet; vaal, gelyk in de '’dóórgaande Netten,
maar uit den f offen en gróenen gemengt, zonder
eenigen glans, en de' citéren zyn aldaar bekleet- met een
rojje wolacbtigbeidt, zyftaan op korte dikkefieelen,mede
wolacbtig , gelyk eok is bet voorfie deel van de ryskens:
De vruchten waffen aan't-achterjie dezer ryzen, of tas-
kern, drie en vier by malkander, aan een langen M
bangende, in de gedaante van.de oprechte. Pfooten, doch
nmt fpitzèr ‘en’ kleinder-: V%n büiteii zynze glai zonder
eenige wolacbtigbeidt, uit den licht -geelen met root gemengt,
gelyk'de Jambdézen: Onder de buitenfle boller
leidt een bloet-roode. foely, die de ganfcbe korrel bedekt,
maar tuinder f maak, eh-onder dezelve een witte buit ,mk
en omtrent een mes dik, en daar onder vint men een andere
dunne en boutacbtige fcbaal, in de dikte vm een eyer-
fcbaal, van köieur vaal, en onfierk of breekzaam: Daar
binnen.,leidt de recbte-kOrrel uit den ronden wat plat gedrukt
, vaangrootte als een kleine Noot, doch wat ronder,
enèffênderpanfubftantie als d erechte Noot, of als oude
Pinang. A ls by, riocb met zyn fcbaal omgeven of ornon-
gen Is, beeft hy de gedaante* van een groote korrel van' t
pjampädaha , of SöCCum, wat lankwerpig, en dan de buik
rhei een kortefpitze : Söó we'lctctn degebeefe Boom als de vruchten
en bladérenis nietsJpèceryachtig, maar alles vaneen
Itcffen en wilden Maak ,diés men niets daar van vergadert.
Het bout is langdradiger en vafier dan 'bet voorgaande,
en hefterft van buüen j f s ^ als bet gefcpj.lt is.,
Naamen: In ’I Latyn Palala fecunda, op Maleyts Palala
Burong, en met een gemeenenaam Pala Utan, Ambons Palala
ala manay, o f ßegts Ala Manay, dat is kof van
den. vogel Ala, of jaarvogel, dewelke deze vruchten gretig
Bet, gelyk van de naaß voorgaande Palala ook is ge-
zegt.
Plaaps :^ Deze hoornen waffen in de Ambonfcbe boffen
in bet wilt, bebalven die gene, die op Vlakke plaatzen en
in Valeyen fiaan , gemeenelyk zeer .récht opfibietende,
met een dunne en ranke fiam. ■ ,
Gebruikt De vruchten van dezen boom zyn in geen gebruik
, 'maar alleen de-rechte fiamnien, in de dikte vaneen
dye, 'werden tót licht timmerwerk, als balkjes enJparren
van dé'buizen gebruikt,.groen zynde is, bet fwaar, niaar
droogt Ifibt óp, en is niet; durabel, ten waare dat men bet
in plaatzen gebruikte ? die berookt *voerden.
En deze jporte whfi ook veel op Boero omtrent Kege
l i , én wert aldaar gétiaamt Cottreman , op Ternaten
Au-au: De bladeren fiaan ook met 20 aan een ryge, e>>,
ctgter dezelve waffen de vruchten met ia en 16 agier malkander
, dóch 2 en 3 by een, aan eenen korten dikkenftetb
anders vm de Ambonfcbe niet veel .verfchillende, want v)
zytTvan vóor.enwat fpits, gelyk een Ey of hert pin dégrootti
van Ockernooten , vm buiten- bebbenze een mat, rondom:
in dé lengte gaande, Iqngs dewelke zy, opberfien.
Dé buitenfié. bolfiefis van de dikte .als de geineene,
zynde zappig, en ry fis van finaak, als balfrype Mangas-
De Noot zelfs., befiaande uit een vaale boutacbtige en
dunne fcbaal, is lankwerpig-ront, en aan de einden ^