Minra» mulcos gerit ordines decjduarum ipinarum j reftccrmic tak formeren; dezen met beeft van binnen een
ra,»ram diuinfixatfunt, quamdiu rami fint tenen, ac dikke huid., ah leer, die mm daar aftrekken , en tol ver-
nramliari nomine vocatnr Conerong & Conero, tamme- febeide werken gebruiken kan ;■ van buyten op ie
ranrata interior pcllis, quamvafa inde formata. Ca:- beeft byp over d am en febuins, veele regels
X l i u i c _ _ _ J rsaAac tromnllpM rlnnmr . Aio rrnn hn.n&p Annrr aan hl'ilVI
§É 1onea inferius pedem, fuperius brachium crafla, takken nog jong zyn, en men noemt hem in 't byzonder
fnm-a plerumque exeavata inftar canalis , ae infra Coroerong en Coroero, als mede de voorjebreve binnen
rfnrfo rotundo, aequalis, & glabra, exeepto inferius huid, en de vaten daar van gemaakt: de rejt van de tak-
nroDe Coroerong , ubi ftratis quibusdam brevium ken zyn van twintig tot vierentwintig voeten lang, van
fninarum armata e f t , fubftanti® .fuperius notatie, agteren ongeveer een been, en van vooren-een arm dik,
n iamdiu nempe excfefcit, ü vero.rami fenefeant, in* boven doorgaans uitgeholt, gelyk een geute, en beneeden
riniunt lutefcere, feafpadiéei efle coloris,atque infra met een ronden rugge, zynde effen en glat, bebalvenag-
pxliccari quum eorum quoque folia marceicunt; ter by den Coroerong, daarzenog met eenige regels korte
pxficcati hi rami ab arbore quoque feparantur , & doornen gewapent zyn, van JubJtantie als boven, wel te
Gabba Gabba vocantur, quze tum avelluntur, de Co- verfiaanzoo langze in ’tgroeyenzyn, maar out geworden,
roerom amputantur, afoliatura depürantur, nudique beginnenje geel, of ligt bruin, en van binnen droog te
netiou varios in ufus Mechanicos confervantur. werden , als wanneer de bladeren ook verwelken ; deze
* .'■ ' v '. drooge takken Jcheiden haar dan mede van den boom a f,
Quamdiu triiricus éxcrefcit, circa radices fpinofas hab
e t ramificationes, quaseum itaambiunt ,, utnufquam
en werden Gabba. Gabba genaamt, die men dan ook aftrekt,
van de Coroerong af kapt, van de bladeren zuivert,
en de bloote fiangen tot verfebeyde bouwerk bewaart.
De fiarh, zoo lang by in ’t opfeMeten is , beeft ront-
om de wortel nog al doornagtige takken, die hem zoo
nmo»rie "tangf pëffit 1 hocque tamdiu dirat,» dónec omringen, dat men ’er nergens onbefebadigt by hmm kan,
truncus tam aftus ac craflüs exereverit, ut nullum en dat zoo lang, tot dat denfiam zoo boog en bart gewor-
damnum pad ab apris poffit, qüi cunftas has arbores, den is , dat by geen febade moer beeft te lyden van de
fraam diu tenene funt, ob internam medullam vafta- wilde verlens, dewelke alle deze boomen in baare jonk- .
rent fi horrendis hifce fpinis non forent armata;-, beid, om bet inwendige merg te krygen, zouden vernielen,
hincaue fit, ut earum filvie adeo difficiles & pericu- zoo zy met deze yffelyke doornen niet gewapent en waren,
lofie Tint tranfitu: Memorata enim longsTpmae fa- en bier komt het van daan dat deze boffeben zoo moeyelyk
cillime pedes lsedunt,. citoque confringentes efficiunt, en zorgelyk zyn om te doorkruiffen; want de voorn, lange
ut earum ramenta exulcerari. debeant magno cum doornen zeer ligt ymant in de voeten quetzen, midsgaders ,
dolore duriores autem Indorum cutes melius arma- ook afbreeken, en welke fiukjes dan met groote.pyn daar
cx hoe tolerare poflunt<, Folii rüdimentum, cornu moeten uitjweeren; dog de harde huiden der Indianen zyn
diétum, omniumPalmarum longiffimum e ft, exeepto bier tegens wel gewapent, defebeut ofte hoorn, waaruit
NiixB folio- a duodecim nempe ad quindecim pedes de bladeren voortkomen ,is de langße van,alle palm-gejlag-
longum ,& brachium craflumi externe pallidevirensac ten, bebalven de Nipa, te weien van twaalf totvyftien
rotundum antequam nempe in folia explicetur, ex hoe voeten lang, en een arm dik, van buyten bleek groen, en
cornu feu telo iuperius fegmentum adulnslongitudi- ront, te,weten eer dezelve zig in bladeren mtbreid; van
nem abfcihdi poteft, ad veftimenta inde texenda, re- deze pyl of hoorn kan men boven aan defpitze wel een eile
ftansque pars innoxie excrefcit,.. affnyden, om eenige kleeden.van te weven, en het rejtee-
^ rende bljft evenwel qnbefebadigt , en groeit voort,i
Exterius trunGi lignum, feu potius-cortex diiós tart- Het buitenftè^ bout des ftams, of veel eer de fcbaale,
turn craffus eftdigitos, nee adeo. durus vel rüfiuséftac is maar twee vingeren dik, ook zoo hart nog bruin niet,
Sagueri arboris, albet autem, atque ex ctaflis compofi- als aan den Sagueers-boom,, maar wit, en meeftvan grove
tus eft filamentis : Reliqua interior pars repleta eft draden gemaakt: de vordere fpatie vanbinnen isgebeel en
alba , humida, ac fungola medulla, quamomnipotëüs algevult.met een w it, vogtig, ,en fpongiqusmerg, 't welk
Creator hifce indigenis concefiit loco Oryziefeu alius den almqgtigen Schepper aan deze ■ vnlßnders gegeven beeft
frumenti, ex quibus panis pinfitur, uti infra indica- in plaats van ryfi, ofte andere granen, daar men brood
bitur. Quamdiu h®c arbor progerminat, nullos dat van maakt, gelyk bier onder zal gezegt worden. Zoo
fruftus, led fi adölèverit atque fenuerit, propullu- lang als dezen boom in ’t groeien is , draagt by geene
lant ejus fr.uétus, qui raro in arbore confpiciuntur, vrugten, maar als by volkomen out is gewordenkomen
incol© enim non tam diu exfpeftant,, quum h®c die eerft voor den dag, 't welk men egter zelden ziet,
arbor. fi fruftus producat, optimam ajus .perdat fa? want de inlanders wagten zoo lange met, om dat dezen
cultatem, qualitatem nempe farimefuppeditandEe, dum boom: als by vrugten draagt, yyne befte eigenfebap ver-
interior ejus medulla in crafla tum mutatur filamentaj ließ, namentlyk ae bequaambeid om meel daar van te ma-
fi perfedte fenefcat, rami ejus turn fiunt albentes:, aefi ken, dewyl bet binnenße merg als dan meefi in grove dra--
farina confperfi ëflent, tumqüe ex medio vertice acu- den verandert, als; by nu volkomen out geworden is, zoo
tum cornu feu tel um .progerminat, tres pedes circiter beginnen fig de takken witagtig te vertoonen, als of ze met
longum, .atque externe^rdine multo fpinularum ob- meel beflrooit waren, en daar op komt dan uit bet midden
fefium, quod fpatham Calappi optime refert, fed ro- der kruin eenfpitzen boom of pyl voort, by de drie voeten
tundior eft magisque erecta: Vagina hiec fi aperiatur, lang, en van buiten om met eenige regels korte doorntjes
intus exhibet ingentem ramofum cotyipbum , qui bezet, gelykende wel de Spatha van de Calappus, dog ron-
fenfim explicatur in oÉto -deeemve ramos eredtos, der én meer opgeregt , dezen hoorn bem openende vertoont
quos, formam cornu Ceryi r.eferentes , petiolos voca- van binnen een grooten getakten tros, die zig allemkens
bimus.: Qui in una fpeeje fëx,v in altera decem aut uitbreid in agt of thien takken, regt overeind’ fiaande,
undecim longus eft pedes , hique petioli ad latera dewelke wy na de gelykeniffe van een herts-boorn, fiangen
minores habent pedunculos, uti rami Cornu Cerv i, zullen noemen, zynde aan de eene zoorte zes, aan de an-
qui plerumque octodecim velhviginti longi, funt digi- dere tbien of elf voeten lang, en deze fiangen hebben aan
to s , quorum quidam transverfi, quidam obliqui, ab de zyden nog andere takken, gelyk de takken aan een berts-
ütraque parte quatuordecim, ac quidem feptendecim boom, doorgaansachtien entwintig duimen lang, zommir
fimul omnes lubftantia molli ac tenaci conftant, ex- ge febuins overeind’ , aan beide zyden veertien t'zamen,
terne tenuibus inermibus obfiti fpinis, qu$in ordines alle met baare fiangen, van een .vooze en taye fubfiantie
oblique ponuritur. Hifce, petiolis alii obliqui ramuli gemaakt, en van buiten, met dunne weeke doorens bezet,
anneótuntur, quinque fexve pollicesi longi, digitum dewelke infebuinfe ryen fiaan: aan deze takkenftaan we-
crafll, alternatim pofiti, qüinque fexve ab una par- der oyer dwers andere kórte taxkens, vyf en. zes duimen
te , ex obfeure rums & lanuginofis fquamis compó- lang, een vinger dik, mede verwifielt tegens malkander,
liti, julis Coryli fimiles, paulo tarnen majores, & in vyf en zes aan eene zyde, van donker-roffe en wolag-
brevem ac durum definentes' apicem: Qui hifce in tige febubben gemaakt, de kattekens-aan den Hqfelaar
terris Siriboa vocantur juxta formam fruftus infra gelyk, dog wat grooter, en van vooren met een korte barde
lib., 9.- defcribendi.,. Belgice digitos hofce vocamus; Jpitfi': bier 'te lande noemt menze Siriboa , naa de gelyke-
Si nünc racemus hic ramófus ,in decem pedum am- niffe van de vrugten .bier na lib. 9. befebreven; wynoe-
plitudinem fefe extendei-it, & totum fere occcupet menie in ’t duits vingers, als baar nu deze getakte kroon
verticem., peduneufi inter ramos difperfi arboris .ma- wel thien voèten beeft uitgebreid,en datze ferner, degebeele
rime illam ipeciem lemulantur, qüam lib. 12. Li- kruin befiadt, met haar fiangen tujfcben des booms takken
Tom. I. tboden- Iv uitky