o. s nt VIp iiq dieant• Alicubi■ aan\ zoo als ’tden duivel beließ,zig na de quade intentie,
•aos & emaciatps co tales prieparariones, der merrejfen voegende ;.bier van komt het Spreekwoord in
P,mnga,m All*• auftrni tales^Pia=P“ a w , ^ lndien alf mm eg diergelyk quyuend m uitgeleerd menqu*
haudita „ * } & » Hy ^ een
exftmguant ac encrven flTpfls S 2 nt PInang gekregen. A n im Zeur beeten, die zoo quaai
rem in eertam ex“ ? nt,p“ “ ‘ di *menmm tavitum, niet taebereid zyn, btbbmuitderom de kragten, am de man*
foha Oebat-Goem Ä L t n“ ed,“ ” en^® S g , mlykbM tc t/rowen, andere tot liefde tegcns een zcekcre
ac tetrum, quo tales alhcmnt, ‘ 9, b Kr [P rum.. pa} „m te verwekken, wanneer zy daar by doen eenige
tamqoam, qm 'in ccre virum a£ uxore bladeren, Oebat-Goena gern amt, dat is medicaijient van
que capmntur: Imme' B‘0™nn“ ” e^ .dwang, jaa wel vuiligheid, waar mede zy de vogelen van
fua hac Pmang® P'®Pa' a^°“ , pd in^ iam quan. baarsßclyke können vangen, en dit ook gemeinSyk gaarn
amorem fuum m tales couvert > fnjt nrx- gevdrigeiimllen zyn. Zy beroemen baar, datzê door deze
dam fcmmam >n UÉ eau- K S mn zyn vrouw kunnen afkerig'manken ,
pa rataünu fqmsqu e ^aque^OMiKuls „ „ Slilfde dom uttei „p baar-, of pp een andere vroittus
fit in a c c p i e n d a ™ an * P‘>cceua’ Lens mam de Pinang gemaakt, is ; eeb yder zy
bene attendat, quilham ïpfi han p g _ dierbalvengemarfiboimit, dat liy wat keurig zy in 't aan-
, • marden van de toegemaakte Pinang-béte, en wel toezie,
uit wiensbant by die bekome.
„ ' 1 1 ï^^Mmpni-a'nullam exercere lk gelove voel niet, dat de betoveringen eenigekragten van
Gonfido ac baarzelven hebben können op' of aanGodt-vreezende Menpoffe
vim PiOS: a^ Pp°ï®’ qvei congrelum ac foli fcben,,diemet degmeene vrouwtjes geen ommegang, en beb- .
t.s ben, en m baar betrouwen op God vaß-ßaan , $ og diein
confiduntDeOjOhnamenml auodfierjL0J ft dum Indien dun gezaaid zyn) maar ik waarjebpm een ydtr,
ï S m T a S e ïïque probum ac nequam affleere wor eengJat dmrgebeurlyk is ,dewyl betmtuurlykfenyn
p ^ S ;v e ln w e ^ ïH ^ cm e o |o d ic io l« ï^ l« y 8 a c o r^ '-
ir ibfc-illam conficiat, quod ain-rimng, ten emoe. 8SB» M B a
ërTam“ fécufiSmüm"eft-, Punt enim nebulones adeo. bet toegemaakt wordtjof, zoo baßem hifi ;dte zelfs teebe-
I EL? * JM * M - jp videas iUarum prteparatio- reide, » welk ook wel betzekerfle.ts, want daar zyn zoo
’ ttmenvênenum , quod fub unguibus abfcon- fiinrne feexen , die een Pmang zullen ttebereidcn,, daar
dunt’ admiPcerc^orint. Növitianietiam joco feu lufu men by zit en toéziet„emegter dat;Myn;,n«»»
falluntur > fi loco-SW-5w der dm nagel van bun vinger
ftnM um vW d flen s iP ip er is fnmatur, quod ipfi h-'.daar op weten tefiryken, D e . » « r h » wérden uit
SdHmümeft vel fl Irana quaadam feminis CbM« I»- Uugt ook zomtydts met. een Pinang Wet bedroegen, te
S dSi£a, ipfl .admifceantur, utraque weten als mm m plaats van Sin-ffea em fiukje groene
W in ore acemma, ac calidiffima totum ülud in- lange peper neemt ,zynde malkande,- zeer gelyk,ofook wel
h®c in o re, acenmid, de.zaadkorrels van bet Capficum Indicum, m ’t gemein
liammant. - - , ritsjes genaamt, en welke beide inde mond zéérbeet zyn,
en ongemeen vinnig komen te branden.
m S Ä , figuris ,■ ac M is orna- nen voor mm!Lbrieven,enQot dien einde met boekjens.fi-
ras amatonas varus an^uu , g in piais munaoriis gmrtjes en bladeren toebereidt, midsgaders meteen zyden
S f f i w i t , e l qua opimónes fuas inter TraatoimmnienzyndeyHeen gefibildert musdoetje,debe-
S f S u i g u n t fiv“ al quid mandare feu precari ve. mmdeperfeontoezendende, waaruitMalkander*me,mnge
lfm a to J S n c a r tem optime norunt femin® tam iankmnenbegrypmfit zydatzeiets belaßen, ofvmmal-
■ udiaenTquam hybridai, quas Mefiicas in India vo- kanier begeren; m deze kmfi is onder de vrouwtjes wel
ran? aush™idGrammatiea egregie t o t initn.tla; betmeefle bekent, zoo■ welHie Inlanden,als bybethalf-
AerudniE' Si vero hanc ifiire eiformatam & ingenio- Jlag, die men in Indien. Mefiwen noemi zynde alle ra
% nAtoammlllcubi mveniant ante foresiin ffidibus, maarm zy 4efn
S i s v e fa fc quovis in loco Pinangen., ' tum ve- ze womlerlyke gefiiedme, of klugt,grtoebereide Pinangen
bementer incipiuM vociferari tumultuare, atque a yvers vinden leggen, t zy dan vm baar deuren, m baar
S S fm ó ” sSmffisr voeäftt) pröjeftam ibi fuitfe di- buis, ofte in een put-, zoo beginnenfegeweldigte tteren
' u t tal» familie noxam adierrent vel aliquod in- m te-roepen, dat .dezelve, van.booze Menfcben, en. Tome,
cunt.u t tan ramm» n , n : m rsCditzySmvgimemn)aliamgelegt,zy,mnJii.fa-
■ tortunium. . . mUÜ febade aante doen, of baar eenig ongeluk toe te brengen.
Perhibent quoque. tertiai-feu.nigr® fpeciei radices >. Daar Wert ook yeti gemmnpelt, dat. de; wortelen. van
h a f e naturam, atque nebulones hifcé iè derde,,;of zwarte zoorte. van Pinang een auaie. m
albilmindnterfieere - pöfle / quod' tarnen mihi igno- febad,lyke. natuur adn zigbeUeu, m dat boozeMenfeben
S I ? rn ut pauea dc boe dicere poffim., Di- y tm t im
dunt düoque fi h® in Sagueef j' feu alio quovis p o , my mg onbekend is , zoo. dat ik weimg.dam.vm kan-jcbi y-
rnmacerenmr atque quilinde.poten, tal» vehemeii- vm. O o k m - ^ s f i c z e - **■ ?■ )
S c a n i f r ë v im i lu m a c fedes , immo ctiam enecari «M M gelegt, en ymandjaar van drinkt, datzebm.een
S ii Pon cito huic ocoufratür aliqno medicamen- geweldig braken , en afgang: zouden verwekken,,jaa ook
f t g » » . üt fupra jam fuit notatum» prai- wel H kon mn brengen-, zoo ;mm daartegen geen
arw ” inanga ufum, nifi .quod e x ejus vetuftif- fpoedige remedie quaamelegebruiken. Fer ien,beeft men,
fimis*truncis per longitudincm fiflis, tigilla confician- als boven gezegt is, van den Pmang-bom geen zmder-
* 5 , ’flpes ac èdten: muri conneauntur, h®c ling gebruik, dan datimm uit deszelfi oud, fiaimnen, m
Sntpm multo minus t o t durabffia fubfequentibüs, de lengte gefpleeten.zynde, latten maakt,en daarmede
„ n ï ex Pinanea filveftri. conftruuntuv, ac cujus de- alderbande wanden en beimngen van bwm.tzamen bind,
quffi a u iaugu • . . ,i__ j ;_„v, mnn r/na /lnimhpl. 'mpt nl.C nP ennLa-pmne
UbUtiruU-nUG -wu/Mtcie 5 ' " . ■ -t i" ..... . """"3
dog die-zyn op verre naa zoo durabel niet als de volgende,
Van de wilde Pinang-booM gemaakt, en by welkers gebrek
zy ook maar gebruikt werden.-
Van bei onderJte der,af gevallene takken, (het welk wel
dikke huid geijkt en Upe wert genaamt).maakt men
C|UcC CA iimuif, , -----
feÉtu illa modo adhibentur.
V , inferiore deciduorum ramoram parte (qu® craffimilis
eft peil» atque Upe- vocatur) quosdam for- een dikke-bma geiya m .upe .uw. ,r«ul» r«a
^ t f t e c o s & fitulas, què confuéndo conficiuntur, 'oré mei eenige zakken , of immers, dezelve tegens mal
S ouibus aquam ex puteis hauriunt; vactta hse .va- limiet -dan nayende, en waar mede men t water uit ie
eina tó am V w fe u Oepe difta, in.qua.racemus.flo- putten baali-, bet.leegefcbmt]e, oefiVpeof. Otpe ge-
ffeV com ta eb am r , pixidi quoque infervit, in .qua mämti daar bet bloeyzc lmigezeetm beeft, verfirekt mede
n ito s & to ilia aifervantur 5 quae mittere, aiicui vo- titor ten dooze , waar m men vifcb , en dmwlyke b f i
L r Viridis b®c Oepe interne euticulam habet al- bergen kan , die men aan yemand zenden wil. Het groene
t o n ome feparari poteft, ac inftar papyri ad vol- Oepe beeft vanUnnen een wit v e l, Mt men kmaftrek-
S o ’s tabaeanos adhiberi. Monendum porro eft,-, nc * » y m akfynpapter tot Tabak-lxmkafien gebruiken; en
V-CU - v quis !M ' ■, 1 tpoet
quis decipiatur, nucleos veteris ac diuræ Pynan^æ in moet wyders ook tot waarfchouwing diepen, op dat nie-
rotundai» poliri förmam, ac poftquà'm. per noiSem in mafd,bedrogen Werde ,dat men d.e kornis 'van oude en bar-
aqua, cui infiifum fuît Lignum Colubrinum, mace- de Pinang rond Jlypen, en dan, naa dqtze een nagt gele-
raverunt, tales. vendere ippefitis nro yera Hyfbricide, gen hebben-in water , ’t welk met Jlangen-hout bitter ge-
feü. Pedra de Porei, quæ, fi talis nuclei Pmang* npbeant maakt is , dan -de onervarene ver.koopén kan vóór" den op-
magnitudinem , viginti & quinquaginta inperialibus - regten Hyftncides, o/ Pedra dePo rco , dewelke, bebben-
immo pluris venduntur ; difïerentia aütem in c’plöfe- cïè de grootte van zooddmgénPinaug-hrr el, wel voor vyftig
aefapore confiftit, ac facile percipitur ab iis, qui vèxam en zejiig ryksdadldèrs wert' Verkogt, dan het onderfebeid
antea guftaverunt: Fiftitia enim madida fifuerit facla, bejiaat in de Meur en frnaak, en kan by de gene, die den
mucilagibofa magis eft quam vera.. Oblóngi fæpe nu- bpregten geproeft hebben, wel"gemerkt wórden; want dp
clei itidem poliuntur, atque cultrórum manubriis in- gekonterfeite, nat gemaakt zynde, kleeft fierker aan dan
ferviunt, qui fine dubio pro raris itidem venduntur den opregten. De Tankwerpige korrels werden ook wel ge-
dendritis fpeciebus , ac duo tresve-tales nuclei fibi Jleepen, t en daar uit zomtyts mes-hegten gemaakt, en die
impofiti manubrio inferviunt, men buiten twyffel, dan ook voor rpre Jléenen verkoopt,
•' werdendè-iduee'a drie-korrels, op malkanderen gezet, tot
y - I een begtjgebruikt.
Res fumma admirationO digna e ft, quo modo y ête- Hét 'werd voor eén verwonderens waardig ding geboures
Aegyptii fententiam fuam aliis fignificare p'öfüe- den, dat de oudé Egyptentiren bare mening aan andere
rint charadteribus e x animalibus , elementis, ac' plan- hebben kunnen te kennen geven door beelden, genomen van
tis ‘&c. defumptis: uti illud notatura Kircbero in Sina gedierten,'elementen, planten '0 e. gelykmeh ook leeft by
Muflrata, part. 6. Cap: 3 .Simili quoque modo Sinenfès iCircberu’à in zyn Sma'Illùftrat'â, paft 6. Gap. 3. dat de
antïqüi talibus ex charadleribustotamformarlintfcrip- oude Sineefén door diergétykè beelden gebeèlefcbrifteninge-
turam, qttóe a primo eorum fege ■ Toi féxdé'cim fubiit fteld hebben, dewelke van "baren éerften koning T o i af ', wel
quidem mutatiönes. Inter alia de quodam regé Xim-' zcsMemnaal verandert zyn. Onder anderen verbdalt by van
Num narrat, illura fecundum fcribendi lïiodum inve- oenen konmgXim-Nùmidat by de twéedemaniervàn febry-
nifle defumptum ex herbarum, florum, radicum &c. <uen hadde uitgevonden, gemaakt van beelden der kruiden,
figuris, vario modO'Connèxis, quibus totum de agri- bloemen, wortelen &c. verfcbeidentlyk dóór malkanderen
cültiira cónfcripferat librum ; Antiquus au tem ac dif- gevlógien, en waar mede by eeri geheel boek van den akker-
ficilis illfe fcribendi mós a Sinenfibus poftëa omiffus bouw zoude tyfebreven hébben ; dog die oude en moeyelyke
e ft, ac in bfëviores mutatus charadteres, uti quoque manier' van fdbryven is daar, naa door de Syneefen verloos
Aegyptius Hieroglyphicis litteris fcribendi non Idatm, en in kortere beelden verandert, gèlyk mede de E-
diu viguit. Inter Indós v ero , ac præcipue in hoe O- '^i^dbe-manier^vdei'Hiéfoigiyphifcheuettéfëti‘te-fchry-
rientan populo certum tarnen obiervo modum', quo veri, niet lange geftdan beeft. Dog onder de Indifcbe, en
fententiam fuam aliis' declarare poflunt, non litteris, inzonderheid deze Óofterfche Natie vind ikevénwel nóg'een
v el charadterilâus , fed certis quibusdam foliorumj 'zeekeré rhdhiér, om malkander bare meining té verftaan te
florum ac frudtuum figuris ', quarum quælibet pecu- konnen geven, niet doét lettieren, offiguuren-, maar door
liarem habët ïnter ilfós fignificationem'; & quamvis zekèfé Uadéren, bloemen j en vrugten, waar Van een y der
Grammatica Symbolica plürimum inter amatorium yul- onder baar een bjzdndefe zin'óffietekériing heeft * en hoe-
gus atque fcorta ufurpetur, citare tarnen ëâm ' hinç wel de 'Grammatica. Sÿmbolicà nieeft'ónder ’t minne-Vol-
ind© in hocce volui opere , ut ejus facetias de'món- kje , ~eri de vrouwen gébruikt werd, zoo .héb üze egter
ftrarem in talibus nempe -plancis, quarum fignïficatiö bier , ' én::ddar in dit ‘werk willen aanbalen', om bun aar-
cüiïi earum nomine ac'adtributis- convenit ; . êxèmplo. digbéid té vertonnen , ie wéten in zóódanige planten, daar
fint Calappus & Pinanga arbor. Ex teneris: Galappi de beduidénis mét bare naamLén èygénfcbdp over eén komt-,
föliis, uti fupra: capite tertio fuit ’notatum1,': quadrata als by v'öorbéeldt, de Calappus en Pinapg-boóm. Van dè jon-
pulvinaria Catupà didta nedtuntur j ac cödta féplèntur ge/Calappüs-bladercn worden, 'als boven Cdpittel 3. is ge-
Oryza. Cdtupa autem haec 'vacua fola j y él'lâxé^texta i,ègt, zéekére vierkante küffèns gevlógtén, Catupà genaamt, '■ |
&' alicüi miffa, indicat amantes »du'as pétfönas-repu- -en'dïénéigeko.okte ryft gevuldt. Deze Catüpa ydel,. ondiare
fefe veile jv e l , uti dicitur|fibi imponere. Simili gevuld,'of zóo loffelykgevlógtén aan éen ander férfóon worquoque
niodo Pinanga ufurpatur ad amicitiam feu im déndé gezónden, beduit dat twee minnende perfooneti malimicitiam
declarandam : ac Siri ramulus qui folia fua kander verlaten, of, gèlyk men zegt, de zak geven willen :
adhüc" gerit, cum præparata Pinanga tali rnódó nexa, de Pinang werd insgelyks ookgebruiki. tot te kennen géving
ut fingülum fOlium perfedtam efformetPinangam,;mit- <oan vriend of vyandfehap : en een Sire-iakje, daar de bla->
titur in boni affedtus teftimonium, ac. dicitur Siri feu deren, nog aan zyn, met ioegèrhaakte Pinang , zoodanig
Pinange-Lele: Item Pinang-Doekong ex viridi componi- gevlógtén, dat y der blad een volkomen Pinang uitmaakt,
tür Pinanga, ac tali modo decorticata, ut tripodem wert gezonden, om eenige affeétie te betoonen, eii hiet Sirireferat
,(quod haud facile delbribitur, quo modo id 0f Pinang-Lele : Item Pinang-Doekong wert gemaakt van
fiat) aiicui miffa, invitationem confortai dénotât, ac een groene Pinang, en zoodanig gefanlt dat by op drie ,
fibi mutuos fpre-patronos. T ota porro Pinanga,cujus öf vier voeten komt te. ftaan, ( ’t wélk niet.wel te befebry-.
cortex flofculis ac circulis, fimilibusque eftr'excavatus ' ven i s , hoe dit gedaan wortj en deze aan malkanderen gefiguris,
ac Siri folia fimili effqrmata modo propenfum zonden zynde, beduit een nodiging tot converzatie, en datfignificant
animum.' Siri Pinanga v e ro , quæ nulla re- %e malkanderen dragen willen ; wyders een gèheele Pinang,
piëta eft calce, âb uxore mar-ito miffa, repudium in- wiens fcborjfe met bloempjes, hertjes, en diergelyke uitdicat.'
Pinanga, cui aliqüid plus folito-additum e ft, gêfneeden is , en de Siri-bladeren op gelyke manier mede
uti pili vel fibrillæ, tamquam incantata babetur, quæ zynde geformeerd, beduit genegentheid: maar een Siri-Pi-
Ialicubi pofità e ft, ut illi, qui eam comedit, noxam nang van een vrouw aan één man gezonden, daar geen
adferat: Licet hæ artes ridiculæ videàntur, ac gra- kâlk in is , beduit, datzé malkander verlaten willen. Een
vi & ferio opere indignæ ; noviffe tarnen eas conducit Pinang daar yets meer als ofdinaris aan of in is , gèlyk
hic loei in India illis, qui feminas frequentare folent, b a ir e n o f worteltjes , werd voor een betoverde Pinang
ne ab iis eludantur ac fallantur. ; ' ' , gehóuden, die elders gelegt is om quqad te doen aan die
gene, diezé nuttigt ; en of nu wel deze konftjes belaggelyk,
én in een ernftig werk onwaardig mogten fchynen, zoo
konnenze riogtans die geenén,die bier in Indien met het
■ vrouw-Volk moeten verkeeren, te paffe komen, ten min-
ften om niet bedrogen te werden.