ad cutim depurandam, moleftaque depellenda exan-
themaca feu< papulas. •
Rumpbii Appendix bifce auBus efi.
In Hort. Malab.part. 3. Fig. 43. defcribituv nomine
Malabarico Tamara Tonga , & Carambola Brachmanis
& Portugallis dicitur f? Ëëlgis vero Pyfhoek, ubi quo-
que.-iri duas dividitur fpecies, dulcem & acidüm, qui
iubfèq. Figuris 45 fc? 46. defcribitur, quiqûe Malaba-
rice B ilim b iPortugallicé Blimbinos& Belgice Blim-
bynen-' vocatm.
E X P L I C A T 1 0
Tabula. Trigvßma Quinta,
Qua exhibet ramum arboris , qua Malus Indien vulgo, &
Prunum ftellatum, feu Blimbing a Rumpbio vocatur.
A. Fruftum ejus jufta magnitiidine. .. ; .
B. Fruäum dijfeäum denotat, ut ejus quinquanguli ,& interna
fubftantia confpiciantur.
O B S E R V A T I O .
Hsc eft ilia arbor, qua Malus Indica, foliis Senna Occidental
, fruftu acido., flavo, pentagono , fulcato, floribus
rubris ab Hartog. in Her bar. & Burnt. Tbef. Zeyl. pag. 148.
vocatur, & Malus Indica, frudtu acido, flavo, pentagono,
fulcato , ab Herrn, in Muf. Zeyl. pag. 19. atque Malus Indica
, pomoangulofo, Carambolas ditta, Ray Hiß. pi. pag. 1449*
Tamara Tonga H. Malab. part. 3- Tab. 43 & 44. ubi egregia-
ejus icon iti'dem invenitur; reliqua vero ejus fynonyma &
auftores in Tbef. Zeyl. inveniuntur.'
A Valent, p. x66. Blimbing nominatur & defcribitur.
CAPUT TRIGESIMUM PRIMUM.
Blimbingum Teres : Blimbing Bulu.
TEres Blimbingum gracili & irregulari crefcit in
arbore, paucis , brevibus, & incurvisramis, quorum
extremum terminant folidrum raches co-
piofæ long®, rotund®, & tenues, fed firm®, ab u-
traque parte foliis ornat® , qu® feptehdecim odto-
dccimve paribus confiant, inpari extremum clauden-
te. Folia majora funt præcedentis, foliis,, oblonga,
inferius rotunda, fupenus ' acuminata , ' très pollices
Tonga, duos lata digitos; inferiora vero; funt minor
a , no flepluv io fo ve tempore fefe contrahentia, &
Tub rachi irbi accumbéntia. Flores quoque antece-
dentis majores funt, ex quinque itidem.petalis com-
p o fiti, purpurafeentes , yenisque leviter rùbentibus
ftriati, ex tenuibus brevibusque petiolis plurimi ra-
cëm'atim dependents, tarn in majorum; ramorum nodi's
, ‘qùàm ex trunco, tantaque copia, ut-totum fæpe
.pbtëgànt truncupi ; fruélus quôque ex ràdemis dependent
, qui' funt'.pblöngi, duos ' longi pollices, tantaque
latitudine, Pruna refer entes ,v d juniores Cucumeres,
q u i,fupenus crafliifiroi “ fu n t, paruih’ ftriati, 1 inftar
graminis virides , licet fint ma turirepleti carne aquo-
fa , paucisqüe ofliciilis, hæcque taro adeo acida eft,
ac äliquis in rerum natura .cqgnfiüs.frudtus-, nequé
quis deûtibus demqfdere eos pôtêft, quin.dentes tta^
tim hebefeant, àc vim ftiam amittant: Quod vero
lummopere' inirandum e fi, fi alicujus dentes ab alia
quavis re hebètes 'fuerint fadti, atque hic demordea-
tur' frudtus, hoc itp’rum acuuntur, & priftinam adqui-
run't fac.ultatem FrUÊtus hi nunquam ex fuperioïibus
tenuibus dependent ramis, fed Temper ac fohimmo-
d'o ex craflilfimis , atque ex trunco , qui vix ultra
crus'efi craffusx.ac parvam gerit frondem; ex radj-
cibus" lurculi fæpe etiam progerminant, ac feminà
ex frudtu, in rérram deèîdentia itidem propullulant,
hufquam nié'in hortis c re fcit, nec frequenter oc-
curxit: h®c arbor. *
Nomen:
en een weinig Anys, en waar mede men dan bet lyf befirykt,
om de buit te zuiveren, en den moeyelyken root-bont te ver-
dryven.
Het byvoegzel van Rumphius is bier, mede vermeerdert.
In bet derde deel van de Hortus Malabar. Fig. j 3. komt
ze voor onder de MalabaarJ'cbec naam. van. Tamara 1 onga,
en Carambola van de Bmebmaners en Portugeezên, op bet
DuitJ'cb Vyfh o ék , alwaar ze ook.in twee zoortên verdeelt
wert, in de zoete en zuure j die. in, de .volgende 45 en 46.
Figuren verheelt wert, en die op bet Malabaivtis, Biimbi,pp
bet-Portugees Blimbinos > en-óp bet Duitfch filimbyen ge- ■
naamt werdt.
U Y T L E G G I N G
Van de Vyf- en Dertigfte Plaat,,
Dewelke vertoont een Tak van de Oo/lindifcbe Afpel ,óf vyf hoekige
Pruim, en de Blimbing'.so (ils ze van Rumphius genaamtwert.
A. IVyJl aan deszélfs vrugt in een behoorlyke groottfe.
B. Dezelve opgefneden, op dat deszelfs vyf boeken, en inwendige
gedaante befebout kan werden.
A A N M E R K I N G E.
Deze boom wert van Hartog in zyn gedroogde Kruydbpek
Öoftinttifcbe Appel-boom genaamt, met de bladen van de IVeftindi-
febe Senne-bladen, met een zuure, bleek-geele, en vyfhoekige, ge-
voorende vrugt, en met roode bloemen, onder wélken naam zy mede
in mynThefaur. Zeylan. pag. 148. voorkomt, en Oojlindifcbe Appel
boom , met een zuure, gele, en vyf hoekige gevoomde vrugt van
Herman, in zyn Mufeum Zeyl; pag. 19. en de Oojlindifcbe Appel
boom met een hoekige vrugt Carambolas genaamt, van Ray in
zyn Hiflbr. der planten pag. 1449. welke is de Tamara-Tonga
van de Hortus Malabarieus in het derde deel Tab..43 en 44.
alwaar een zeer feboihé afbeelding bier van mede gevonden wert.
De overige benamingen en febryvers werden in myn Thefaur.
Zeylan gevonden. . _
Van Valent, in de befebryving van Amboin wert ze Blinïbing
genaamt en ook befcbrevèn op, pag.' 166.
XXXI. H O O F D S T UK.
Suure en lange Blimbing.
DE ronde Blimbing wafb aan een.magere en onfdizoen-
lyke boom, met weinige kórte eri.kromme takken, aan
welkers uitterfte de fyskens 'm bosjes 3 “ydery op een
knietje, by malkander fiaan, de ryskens zyn larik, rotit, en
dun, dog Jlyf9aan weerzyden met bladeren bezet , die met
zeventien en agtien paaren vèrwijfelt fiaan, met een blat
'alleen voor uit: de bladeren zyn grooter, dan die van de
voorgaande , lankwetpig, agt'er ront, eri vanvoor enSpits,
drie duimen lank, twee vingers breet, dog dó agterflë zyn
kleinder, bynagt of regenagtig weerjluüenzehaar ook onder
de Jleel fzamen;de bloempjes zyn ook wat; grooter dan dan
de voprige , en mede van, vyf blaatjes ^emó,akt, ^voorts
bruin, en met ligt-roode linien geftreept, midsgadèrs op dunne
en korte fleehjes.veele in trosjens by malkander hangende,
alsmede op de knoejlen, zo wel aan dejiam als dan de
takken, en.dat in zulken meenigte, datze veeltyts'de gébee-
lenflam kómen te bedekken, en zo bangen pok dén vrugten
in trosjes by-malkander, zynde lankWerpjg', twee'-duimen
lank, en pok omtrent zo dik ,gelykende.zeer Wél dé pruimen,
of jónge fpmcommertjes, dog van vóoren' zyrtze op ’t dikjle,
een weinig; geflreept, gras-groën, al zynze ook ryp, van
binnen met eén. wateragtig vlees, en weinige korrels, zyn-
de dit vlees zo zuur, als eenig ding ter werelt zoude kon-
nen weien, en men kan 'er niét in byten, of de tanden zyn
terjlonf ontfielp. en buiten kragt: dog 't welk wónder boven
wónder i s , als. ymants tanden van yets anders eggerig of
fiomp geworden zyn, en men in deze vrugt byt, zo-wordenze
dadr[ ’door weder her fielt' én te regt geholpën: zy hangen
nooit, aan de voorfte dunne takken, maar altyt alleen aan
■ de dikjle, eri zo mede dan de jiam, dewelke niet boVen een
dye dik is’, in een kleine kruin beeft: uit de wortel komen
zomtyts ook afzetzels voort , dog 'de zaaien uit de vrugt op
de darde vallende fchieten mede uit; by wafi nieuwers dan
in de boveri, en men vint hem niet overvloedig.
Naam.