138 H E R B A R I I AMB O
Ubat Lemon in Leytimora quoque crefcit circa Ca-
ju Puti filvas, ac plerumque m fummis montibus.
Ufus. Hujus arboris radices tantum funt inufu, &
plurimum primæ fpeciei, feu feminæ, licet altera
lpeçies majori in copia, & locis propinquioribus cre-
Icat, Tiffadores maximas effodiunt radices brachium
vel crus craffas tali modo, ut arborem non omnino
ipfis orbent, fed hinc inde unam alteramve tantum
cædunt,ne pereat ipfa arbor, illufiique locum rubra
&pingui terra, .quæ ibi obvia e ft, tegunt, utnövas
ibi emittat radices, ultimis vero annis invidia & ava-
ritia Tiffadorum hæ arbores ita funt emaciatæ & in-
minutæ, ut raro occurrant, & ex longinquis Capaba
& JVaya montibus altioribus petendæ unt.
; .Supra îibro primo deSagueropotumonuimus, hune
çx arbore recenter deftillatum gratum & dulcem efie
liquorem, fed fimul infalubrem , fi quotidie ufurpe-
tur, hinç natura has vidètur produxifle radices , no-
minesque edocuifle illas ad hune adhibere potum,
per quas grata quoque inprægnatur amaritie, adftri-
â ion e , & calore, unde & ventriculo multo falubrior
e ft, .meliusque conducit. Quod porro ad illarum u-
■ fum.attinet mpdumque præparandi hujus arboris radices
eligüntur in frufta femi pedis vel paulo longio-
ra cæfæ, quæ in minores finduntur partes ad digiti
craffitiem vel paulo tenuiores, quæ fupralapidem con-
tunduntur parum .quo fit, ut plurima corticum pars fer
paretur, quæ iniafciculos colliguntur pedem craflbs,
quorum unüs alterve infunditur vafi Tampajang difto,
quod repletum eft dulci Saguero potu , unde hic liquor
mox parum effervefcit,qui craffior inde fit,ma-
gisque albicantis coloris , atque inter fex ottove ho-
fas omnem inhibit amaridem, aufteritatem, modicumr
que calorem, tujnque hic potus ufui aptus cenfetur,
ita ut Saguerus hic potus, ud fiiô diftum fuit loco ,
pmnetn fuam vim aç virtutem ex hac concipiat radi-
ce: Ubat Lemon radices, non eliguntur niu defettu
Ubat T un i, quia non modo funt duriores ac præpa-
ratu difficiliores, fed etiam Saguero Limonum ama-
ritiem conciliant, ipftimque magis fàtuum minusque
gratum reddunt, quique per très dies confervari, ni
acefeat, naquit : QeDat Tuni diu quoque integræ &
bonæ fervan poflunt, fi folo reconaantur ficco atque
umbrofo., immo etiam trans mare in alias transvehi
poffunt régiones, ut arborei potus amari reddantur &
conferveotur, fi earum extremitates argilla obducan-
tur: Quidam etiam has . infuderunt cerevifiæ vul-
gari fàccharatæ, loco Amarx India, feu Margofi, qui
comperti fuerunt inde efie calidiorem ftomachoque
melius conducentem.
Coefcoefenies, hujus arboris fruétus amatores, illos
pomedunt, unde & hæc quoque arbor rarior : Saguerus
autem cum Oebat Lemon præparatus facilius
in âcetum dégénérât, quam cui Oebat Thun^ eft in-
fufum.
Vetüftæ & dejedæ arbores, fed plurimum Oebat
Lemon, Jignum dant pallidum, tenuibus conftans fi-
bris, & durum, optimoCofaJ/ufimile, quodadraodum
durabile e ft, ac proinde maxime expetitur ad poftes
majorum ædium.
E X F L I C A T I O
Tabul* Qttadragefima Quarta,
<Quæ rarftum exhibet Sefoot-arboris, quæ Phntmacwm Sagueri
a Rumphio vocatur.
A. Eft fobum Oebat Tuni didi.
B. Folium Oebat Lemon.
Ç. FruBum dénotât«
D. .Ejus Ojjîculum.
O B S E R V A T I O .
Arbor, hæc in Valent, defiript. nomine Sefoot pag. 193. oc-
currit, 8c Tab. No, XXIX, exhibetur,
I N E N S I S Liber II. cap. Lil.
Hét Ubat Lemon vind men mede op Leitimor omtrent
de BojO'cben van CajuPuti, engemeenelyk op of in bet fal.
Jte der bergen. ■ ' . r. ; Jv ’
GébruiK. V in dezen boom zyn alleen de wortelen in
gebruik, en dat meejl van de eerjle zoorte, of bet Wyf-
jen, hoewel de tweede zoorte in meerder quantiteyt en
digter by der band te vinden is. De Tiffadoors graven
de grootfte wortelen van een arm of been dik, zoodanig
uit, datze den boom niet geheel en berooven, maar kappen-
der bier en daar maar een of twee, óp dat by niet kom
uit te gaan: dekkende dan de plaats met roode en vette
aarde (gelyk men aldaar beeft) wederom toe , om daar
in nieuwe wortelen tefebieten, doch in deze laatjle jaa-
ren zyn door nyd en gulzigbeit van de Tiffadoors deze
bomen zodanig vermindert en uitgemergelt, dat men ’er
weinig meer vinden kan, en zy moeten nu al vry verre
in 't boogegebergte van Capaha, én W ay lopen,om die
aan te treffen.
Nu hebben wy bier boven in 't eerjle boek van den Sa-
gueer gezegt, dat die drank, zooaljfe van de bomen komt,
wel lieffelyk en aangenaam zoet, maar ook met eenen on•
gezont is, om dagelyks te drinken: en daarom fcbynt bet
dat de natuur deze wortelen voortgèbragt, en demenfeben
geleert beeft dezelve in die drank te gebruiken, en waar
doorze ook een aangename bitterbeit, zamentrekking, en
warmte bekomt, en gevolgelyk voor de maag veel gezonder
en dienftiger wert. en wat nu wy ders bet gebruik aangaat
i of eigentlyk de manier e van toebereiding, men neemt
de wortelen, die in Jlukken van {. voet of wat langer gekapt
zyn, en klooft dezelve weder in kleine Jlukjes, in
de dikte van een vinger, of wel wat dunder, en deze
bieuft men dan een weinig op een Jleen, waar door de
meejte fcborjfe daar affpringt, en dan bind 'menze inbon-
deltjes van de dikte als een been, waar van men der een of
twee in een pot (Tampajang gewaad) vol zoete Sagu-
eer doet, en daar dien drank jtraks een weinig van begint
te koken, werdende voorts dikker, en witter vancoleur,
en binnen 6. of 8« uuren alle de bitterheid, vrangigbeid,
en matige warmte uit de gemelde wortel trekkende, en dan
acht men dien drank tot bet gebruik eer f f bequaam te wezen,
zo dat de Sagueer, gelyk ook op iïynpiaats gezegt is,
alle zyne kragt en deugt van deze wortel verkrygen of bekomen
moet. De wortelen van Ubat Lerhon neemt
men niet dan by gebrek van Oebat Tbuni ■ , dewylze
niet alleen barder en moeyelyker te kloppen zyn, maar ook
de Sagueer een LemoenacbUge bitterbeit mededeelen, ook
den zelven laf, en min aangenaam maken, kamende geen
drie dagen zonder zuurtè bewaart werden : 'D e wortelen
van Oebat Tbuni kan men ook lange goet houden, als men-
ze begraaft in een droge grond, enfcbaduwacbtigeplaats,
ja ook over Zee na andere Provinciën vervoert, om boom-
dranken mede bitter te maken, als men de eindenmetuoat
klei befmeert: Zommige bebbenze ook in ’t gemeene zuiker-
bier gedaan, in plaats van Amara Indica, of Margofi,
en bevonden dat bet warmer, en voor de mage gezonder was.
De Coescoezen eeten de vruchten ook zeer gaarne, 't
welk de febaarsbeit dezer hoornen nog te groter maakt: en
wert den Sagueer die met Oebat Lemon toebereit is, lichter
tot Azyn gebragt, dan met Oebat Tbuni.
De oude en omgevallene bomen, doch wel meeft die van
Oebat Lemon, hebben een bleek, fy n , en bard bout, bet
heffe Cofaflu gelyk zynde, zeer durabél, en dienvolgen-
de veel gezogt wordende tot ffylen van groote buizen.
y Y T L E G G I N G
Fan de vicr-en-veertigfle Plaat,
Dewelke vertoont een Tak van de Sefoot-boom, Fbarmcw*
Sagueri van Butuphius genaamt.
A. Wyft aan een bladt van Oebat Tutti genaamd.
Bi Een bladt van de Oebat Lemon.
C. Verbeeldt een Vrucht.
D. Dcszelfs Kern*
A A N ME R K I N G .
Deze boom komt by Valent. voor onder de naam van Se-
fott-boom pag. 193. en wert op de plaat Na. XXIX. verheelt#
CAPUT .LUI.